De Gereformeerde Kerk te Drachtster Compagnie (1)

Haar ontstaan.

Op 13 februari 1907 werd de Gereformeerde Kerk in het Friese Drachtster Compagnie geïnstitueerd vanuit De Gereformeerde Kerk te Rottevalle.

Kaart: Google.

Ouderling J.W. de Boer (1833-1907).

Vijfentwintig jaar daarvoor, in 1882, werd in Drachtster Compagnie een Christelijke Jongelingsvereniging opgericht, ook vanuit de Gereformeerde Kerk te Rottevalle. Daarbij speelde ouderling J.W. de Boer (1833-1907) een belangrijke rol.

De Boer was in Drachtster Compagnie geboren. Na zijn verhuizing naar Drachten was hij daar tot 1871 diaken geweest. In zijn nieuwe woonplaats, Ureterp, werd hij in 1872 diaken en scriba, en in het jaar daarop ouderling. Wanneer daar geen predikant beschikbaar was sprak hij de gemeente tijdens de dienst toe ‘met slechts een korte schets voor zich’. Ook deed hij veel huisbezoek, gaf hij catechisaties en leidde begrafenissen.

In 1882 vertrok hij vanuit Ureterp naar Drachtster Compagnie, zijn geboorteplaats. Dat dorp behoorde in die tijd tot de Gereformeerde Kerk te Rottevalle. In Drachtster Compagnie richtte hij in 1882 de Christelijke Jongelingsvereniging op, werd in 1884 tot ouderling van de kerk te Rottevalle gekozen en was als zodanig veel in die gemeente werkzaam. ‘Wat zijn er door hem [vanuit zin woonplaats Drachtster Compagnie] vele reizen naar Rottevalle gedaan! Het gebeurde meermalen dat hij zondagsmorgens van huis ging en eerst ’s avonds weer thuis kwam’.

Na er twee jaar ouderling te zijn geweest begon hij in de woning van U.I. van der Bij in het naburige Houtigehage, ook behorend tot de kerk van Rottevalle, een zondagsschool. “Was dat afgeloopen, dan ging hij soms terstond naar de woning van de gebroeders Kuperus voor de vergadering van de Jongelingsvereeniging te Drachtster Compagnie, waarvan hij bijna 25 jaar voorzitter was”.

Ouderling J.W. de Boer (1833-1907).

Oprichter van de Jongelingsvereniging (1882).

In 1882 was hij dus de oprichter van de Christelijke Jongelingsvereniging te Drachtster Compagnie. Aan het begin van elk jaar – maar ook bij andere bijzondere gelegenheden – hield hij als voorzitter een toespraak voor ‘zijn jongelingen’.

Ook in 1898 hield hij een toespraak aan het begin van de eerste vergadering, waarschuwend en bemoedigend. Hij zei onder veel meer: “Ook als jongelingsvereniging hebben we behoefte aan licht en leiding. Het is waar, een goede voorzitter en vice-voorzitter, een goed bestuur is hoog te schatten. Maar we moeten meer hebben. We hebben noodig de leiding des H. Geestes, zullen we vruchtbaar werken. God de H. Geest moet alles heiligen aan ons harte. Gebed en ernst is ook noodig. O hoe vaak, jongelingen, verloopen we ons in scherts, dat bij de behandeling van Gods Woord niet betaamt. Hoe vaak zijn we in onze voordrachten schijnbaar ernstig, en toch gevoelen we er zelf zoo weinig van, evenals de torenklok: zij doet midden in den nacht twaalf slagen als teeken dat het oude voorbij is en het nieuwe aanvangt, en zelf blijft zij onverschillig er bij, en trekt zich er niets van aan. Leven moet er zijn, jongelingen, een nieuw leven; ernst in ons harte, vreeze Gods in onze ziel, vroomheid in ons leven. Jezus voor ons als de overste Leidsman.”

Drachtster Compagnie, lang geleden…

En in de winter van 1901/1902 zei hij onder meer het volgende: “Gij meent misschien in overmoed des harten, dat er een lang, een vrij en blij leven voor u ligt, een leven vol van genot en vreugde, maar gij kunt u deswege bedriegen. Door de zonde is hier beneden alles vergald. Vraag het aan hen, die den levensstrijd hebben doorgemaakt; zij zullen u als uit één mond zeggen: ik heb in het leven niet gevonden wat ik te voren gedacht had en in mijn blindheid heb gezocht. (…) Wij hebben menschen ontmoet, die niet de minste waarde en prijs stelden op het Woord van God, en die in hachelijke oogenblikken, bij smartelijke verliezen (wij spreken hier uit eigen ervaring), zich bijna geheel aan wanhoop overgaven en niet vatbaar waren voor eenig troostwoord, terwijl anderen, in dezelfde smart deelende, steun vonden bij dit Woord en kalm getuigden: dit alles komt mij toe van de hand van mijn God en Vader. De Heere nam, de Heere gaf, Zijn Naam zij geloofd, Zijn doen is recht”.

Inderdaad sprak De Boer uit eigen ervaring toen hij het had over ’smartelijke verliezen’: “Tweemaal stond hij bij de groeve van eene gade, tweemaal werd eene dochter van zijn harte gescheurd; terwijl ook een der pleegzonen door den dood werd weggenomen. In dit alles had hij het voorrecht zich te kunnen sterken in de Heere zijnen God”.

De Classis Drachten steunt prediking in Drachtster Compagnie (1903).

De Classis Drachten behandelde in haar vergadering van november 1903 een tweetal brieven uit Drachtster Compagnie. Allereerst een schrijven van de Christelijke Jongelingsvereniging. De jongelingen deelden mee dat zij van plan waren in ‘de Compagnie’ een lokaal te bouwen voor het houden van haar vergaderingen. De tweede brief was afkomstig van een aantal in Drachtster Compagnie woonachtige gemeenteleden van de kerk van Rottevalle, verenigd in de Commissie voor Evangelisatie. Zij haakten aan bij de plannen van de Jongelingen en vroegen de classiskerken om ‘ten behoeve van de bewoners der Compagnie van tijd tot tijd in dat lokaal te doen prediken”. Drie broeders uit Drachtster Compagnie kwamen deze zaak persoonlijk op de Classis bepleiten.

Ds. J. Sluijs (1858-1931) van Rottevalle.

Nadat de broeders weer vertrokken waren verklaarde ds. J. Sluijs (1858-1931) van Rottevalle tegen de plannen te zijn om in dat lokaal te laten prediken. Hij voerde daarvoor drie redenen aan: (1) voor de Classiskerken was het bezwaarlijk regelmatig hun predikanten te moeten afstaan; (2) de kerk van Rottevalle ‘zal er zeer onder lijden’ door te laten preken in het lokaal in Drachtster Compagnie; (3) de afstand tussen Drachtster Compagnie en Rottevalle was immers slechts gering. Ds. Sluijs vreesde dat de kerk van Rottevalle zelfs een hulpbehoevende kerk zou worden!

Ds. T. Gerber (1875-1933) van Boornbergum .

Andere aanwezige predikanten waren het daarmee niet eens. Ds. T. Gerber (1875-1933) van Boornbergum zag in een vergezicht zelfs al een zelfstandige Gereformeerde Kerk in Drachtster Compagnie, en die zou volgens hem wel toekomst hebben. Ds. G.J. Breukelaar (1857-1936) van Surhuisterveen meende dat, nu de evangelisatie op ‘de [naburige] Heide’ mislukt was, die in de Compagnie gesteund moest worden.

“De Classis komt, na alzijdige beschouwing, tot het volgende besluit: De Classis, gehoord hebbende het verzoek dat door de broeders uit Drachtster Compagnie tot hare vergadering is gekomen, overwogen hebbende de licht- en schaduwzijde, meent hare sympathie aan het verzoek der broeders te moeten geven, met dien verstande dat de gemeenten met geene [financiële] lasten daaruit voortvloeiende worden belast”.

Ds. G.J. Breukelaar (1857-1936) van Surhuisterveen.

Een eigen lokaal (1904).

De bouw van het lokaal leek slechts een mededeling aan de Classis te zijn geweest en geen verzoek om financiële steun. Want het lokaal van de Jongelingen kwam er, mogelijk met financiële steun van de Gereformeerde Kerk te Rottevalle (maar niet met de bedoeling er te laten preken!). Ouderling J.W. de Boer legde op 7 december 1904 de eerste steen. Rechts van de hoofdingang van het gebouwtje (waarvan we helaas geen foto tot onze beschikking hebben) was een steen geplaatst met de tekst: J.W. de Boer, 7 Dec. 1904.

Opnieuw een verzoek om prediking in het lokaal (1905).

Toen het gebouwtje van de JV er eenmaal stond achtten de broeders van de Commissie voor Evangelisatie in Drachtster Compagnie het verstandig om in februari 1905 nog eens naar Drachten af te reizen. Het waren de broeders A. Popma, T. de Jong en H. de Graaf, die binnengelaten werden om de Classis – vergaderend in de consistorie van de grote Noorderkerk – te vragen ‘om des zondagsmiddags den predikdienst te willen vervullen in het gebouwde lokaal te Drachtster Compagnie’; het zou huns inziens een belangrijk middel ter evangelisatie zijn. De commissie uit ‘de Compagnie’ was bereid aan de kerk van Rottevalle daarvoor een schadeloosstelling van fl. 50 per jaar te geven.

De toenmalige gereformeerde Noorderkerk aan de Stationsweg te Drachten.

Maar intussen had de Classis Drachten op haar vorige vergadering al besloten een commissie naar Drachtster Compagnie te sturen om de zaak ter plaatse te onderzoeken. De Classis besloot daarom het verzoek van de broeders tegelijk te behandelen met het rapport van de classicale onderzoekscommissie. Daarin werden, “kort samengevat, de volgende gedachten onder woorden gebracht: voor de evangelisatie is (1) de plaats van het gebouw niet de meest geschikte; (2) de stichting van het gebouw is niet de meest gewenschte, zodat de eensgezindheid wordt gemist”.

En voor wat het gemeenteleven betrof oordeelde het rapport: “(1) dat de prediking in het gebouw althans ’s middags niet geheel onschadelijk is; (2) het drijven van sommigen in christelijke gereformeerde richting niet geheel ongegrond is”, hoewel de commissie over dat laatste niet eensluidend dacht.

Twee voorstellen werden geformuleerd: ds. D. Prins (1867-1934) van Oudega bij Drachten stelde voor geen zondagse prediking toe te zeggen; ds. Gerber stelde voor nogmaals een commissie te benoemen om te overleggen met de Commissie voor Evangelisatie in Drachtster Compagnie ‘om de evangelisatiearbeid te leiden in de rechte kerkelijke sporen’.

Ds. D. Prins (1867-1934) van Oudega (Sm.).

Het eerstgenoemde voorstel van ds. Prins werd aangenomen, als antwoord aan de Commissie voor Evangelisatie te Drachtster Compagnie. Het luidde: “De Classis, gehoord hebbende uwe Commissie, verzoekende zondagsmiddags door de Classis gediend te worden in de prediking voor de evangelisatie, heeft gemeend aan dat verzoek niet te moeten voldoen omreden, dat er dienst des Woords is te Rottevalle in de kerk, waartoe de gelovigen ten uwent behooren, en meent u in overweging te moeten geven u in contact te stellen met de kerkenraden der drie kerken te Rottevalle, Drachten en Ureterp”.

De Classis vond dus dat de evangelisatie in Drachtster Compagnie niet haar taak was, maar die van de drie genoemde kerken, die dicht in de buurt van Drachtster Compagnie lagen.

Naar deel 2 >

© 2022. GereformeerdeKerken.info