De Gereformeerde Kerk te Scheemda (3)

Ds. W. Kreuzen (van 1943 tot 1947).

( < Naar deel 2 ) – Op 29 september 1943 deed ds. W. Kreuzen (1910-1992), hulppredikant van Bergentheim-Vroomshoop, intrede in de kerk van Scheemda.

Ds. W. Kreuzen (1910-1992).

* Het overige van de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Scheemda beschrijven we in snelle vogelvlucht aan de hand van enkele belangrijkere onderwerpen.

De Vrijmaking (1944).

Al in de jaren ’30 was in de Gereformeerde Kerken onenigheid ontstaan over onder meer de visie op Doop en Verbond. Toen de generale synode van 1942 besluiten nam over die zaak, was een aantal predikanten en gemeenteleden het daarmee niet eens en onttrok men zich in 1944 onder leiding van prof. K. Schilder (1890-1952) van Kampen aan de Gereformeerde Kerken, en stichtte de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). In Scheemda had de Vrijmaking – ‘mede door de preken van ds. Diemer’ – nauwelijks invloed. Toen de synode dr. Schilder schorste werd dat besluit door de kerkenraad op 8 juni 1944 zonder noemenswaardige discussie goedgekeurd. Na de oorlog hield ds. Diemer als emeritus predikant over de leergeschillen op verzoek van de kerkenraad een preek. Deze werd in 1945 bij Jan Haan in druk uitgegeven.

Ds. Kreuzen nam op 7 april 1947 afscheid en vertrok naar de kerk van Heerenveen en daarna naar die van Delft, waarna hij in 1975 met emeritaat ging.

Ds. G. Schrovenwever (van 1947 tot 1954).

Ds. G. Schrovenwever (1907-2001).

De opvolger van ds. Kreuzen was ds. G. Schrovenwever (1907-2001) van de Altreformierte Kirche in het Duitse Wilsum; hij deed op 28 september 1947 intrede in Scheemda, zodat de kerk van Scheemda nog geen half jaar vacant was geweest. Ds. Schrovenwever “en zijn gezin hebben in de oorlogsjaren [in Duitsland] een zware tijd meegemaakt. Ook hij werd als predikant voor de militaire dienst opgeroepen. Dankbaar was hij voor het feit dat hij na zes jaar oorlogservaringen, aan het front en in krijgsgevangenschap, in 1945 weer thuis mocht komen bij vrouw en kinderen. (…) Ds. Schrovenwever was een man van stijl, netheid, correctheid en humor. In het kerkelijk leven werd vaak een beroep gedaan op zijn wijsheid en diplomatieke aanpak. Oecumenisch ingesteld zocht hij de ruimte van de kerken. Zelf gaf hij de mensen de ruimte en hield niet van oordelen en veroordelen. Tot op hoge leeftijd bleef hij betrokken bij de kerkelijke en theologische ontwikkelingen”.

Over zijn arbeid in Scheemda zijn verder weinig bijzonderheden bekend. Op 28 november 1954 nam hij afscheid en vertrok naar de kerk van Stadskanaal.

Ds. W.C. van Hattem (van 1955 tot 1960).

Ds. W.C. van Hattem (1924-1985).

De opvolger van ds. Schrovenwever deed op 1 mei 1955 intrede in Scheemda. Het was ds. W.C. van Hattem (1924-1985) uit het Friese Wolvega. Ondertussen was de Gereformeerde Kerk van Scheemda gewoon doorgegroeid en bleek na verloop van tijd dat de kerk aan de Molenstraat te klein werd. Dat werd vooral in de oorlogsjaren duidelijk ‘toen de kerk voor velen een toevluchtsoord was’. In 1944 werd uiteindelijk tot nieuwbouw (opnieuw aan de Molenstraat) besloten, al was ‘direct bouwen’ uitgesloten vanwege de oorlogstoestand. Wel werd alvast een bouwfonds gesticht; door middel van een busjesactie wilde men geld bijeen brengen. In 1945 was fl. 11.000 bijeengebracht.

Een nieuwe kerk (1959).

De oude kerk aan de Molenstraat met (op de foto links) de pastorie en op de foto rechts de vergaderlokalen.

Tien jaar later was er nog weinig gebeurd, behalve dat in dat jaar een ‘commissie nieuwbouw‘ werd ingesteld. Ook moest er meer geld komen (op dat moment was fl. 30.000 ontvangen): “Wil men een kerk, dan moet men offeren. Thans moeten briefjes van fl. 100 enz. op tafel worden gelegd”. Inmiddels waren er vijf mogelijke locaties op het oog; de Molenstraat viel al snel af; de nieuwe locatie was een terrein aan de Poststraat, dat verkregen werd via grondruil. De nieuwe kerk moest ongeveer 425 zitplaatsen tellen terwijl voor de zekerheid rekening gehouden moest worden met de mogelijkheid om t.z.t. eventueel een galerij in de kerk te kunnen bouwen. De gemeenteleden schrokken wel even toen de prijs van de kerk meegedeeld werd: tegen de fl. 180.000 zou nodig zijn, terwijl er ‘nog maar’ fl. 70.000 binnen was. Er moest nog fl. 60.000 bij komen om een verantwoorde lening te kunnen afsluiten. Dat lukte gelukkig allemaal.

De nieuwe kerk in de Poststraat (foto: Reliwiki, J. Sonneveld, Leidschendam).

Tijdens de gemeenteavond van maart 1958 lagen de bouwtekeningen ter inzage! De omvang van de kerk zou ongeveer zeventien bij zeventien meter zijn met een muurhoogte van bijna zes meter en een nokhoogte van acht meter. Behalve de kerkzaal werden ook vergaderruimten, een hal, een kerkenraadskamer enz. in het gebouw opgenomen. De gemeentevergadering werd besloten met het zingen van psalm 150 vers 1.

De aanbesteding van de door architect Reitsma ontworpen nieuwbouw vond plaats op 28 juni 1958 en aannemer Gunster uit Scheemda mocht de klus van de hoofdbouw klaren, terwijl de kapconstructie verzorgd werd door Z. Dijkhuis en het schilderwerk door A. Sportel. H.P. Tiggelaar zorgde voor gas, elektriciteit en waterleiding. Het orgel uit de Molenstraatkerk ging mee naar de nieuwe kerk, maar het uiterlijk werd in moderne zin aangepast door orgelbouwer Ruiter.

Op 26 juni 1959 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen. “Over de vormgeving van het kerkgebouw werd erg verschillend geoordeeld. Sommigen vonden het gebouw prachtig, terwijl anderen het een smakeloos bouwwerk vonden”. De oude kerk aan de Molenstraat werd eind maart 1969 voor fl. 7.000 aan een drukkerij verkocht.

Het orgel uit de oude kerk werd in gemoderniseerde vorm in de Poststraatkerk geplaatst (foto: ‘150 jaar Gereformeerde Kerk Scheemda’).

Niet erg lang daarna nam ds. Van Hattem op 24 januari 1960 afscheid en vertrok naar de kerk van Terneuzen, waarna hij in 1964 emigreerde naar Brazilië, alwaar hij predikant werd bij de Igreja Evangelica Reformada.

Ds. F. van den Bos (van 1960 tot 1964).

Ds. F. van den Bos (1915-2002) uit Goes deed op 20 maart 1960 intrede in de kerk van Scheemda. Veel bijzonderheden zijn over deze periode niet te vertellen. Maatschappelijke veranderingen waren er overigens genoeg in die tijd: het aardgas deed zijn intrede, net als de ‘kiekkast van de duivel’, de televisie. In het jaar van zijn vertrek waren ‘al heel wat kijkkasten in de gereformeerde huizen’. De kerkenraadsvergadering in februari 1962 werd niet gehouden in de kerkenraadskamer maar in de pastorie, om “tussen de bedrijven door te luisteren naar een ruimtevaartprogramma rondom astronaut John Glenn”. Het bleef toen in de pastorie dus nog slechts bij ‘luisteren’.

Jaarlijks schreef de predikant een uitgebreid verslag over het kerkelijk leven in Scheemda. In 1964 zette hij zijn kerkelijk leven in zijn nieuwe gemeente te Nieuw Lekkerkerk voort, want op 6 december dat jaar nam hij afscheid van Scheemda.

De predikanten vanaf 1965.

Het interieur van de Poststraatkerk na de plaatsing van het nieuwe orgel in 1981 (foto: Reliwiki).

Achtereenvolgens stonden de volgende predikanten in de Gereformeerde Kerk te Scheemda: ds. A.C. Langedijk van 1965 tot 1971; ds. J.J. Sonneveld van 1972 tot 1977; ds. A.G. Bosma van 1978 tot 1981; ds. G. Douma van 1983 tot 1989; ds. P.B. Buikema van 1991 tot 1994; ds. J. van der Goot van 1996 tot 2003 (in 2006 ontstond de Protestantse Gemeente Scheemda e.o.).

En verder…

Inmiddels was het in Scheemda de gewoonte geworden dat catechisaties niet meer (alleen) door de predikant werden gegeven, maar met een catecheseteam gewerkt werd. Verder “proefde je direct” – zo schreef ds. Douma later – “dat er binnen de gemeente verschillen waren. Dat was bijv. hieraan te merken, dat er telkens wel iemand was, die je aan de mouw trok om dit of dat goed in de gaten te houden. De kerk leek wel wat op een scheepje dat werd heen en weer geslingerd door de storm en overgeleverd was aan de krachten der natuur. Je had bij de prediking het gevoel: zou het wel ooit lukken een woord te spreken voor iedereen, en doe je het niet bij voorbaat altijd fout?”

In 1981 werd het oude orgel in de Poststraatkerk vervangen door een nieuw instrument (foto: De Orgelsite.nl, Willemijn Hissink).

In de jaren ’80 ontstonden ook zorgen over de toekomst van de kerk. Een onderzoek wees uit dat onder gereformeerde jongeren een geruisloze kerkverlating plaatsvond. Volgens dat onderzoek was er met de geloofsbeleving van veel volwassen gereformeerden iets aan de hand, dat de uittocht van de jongeren zou verklaren. “Hoe het ook zij”, schreef ds. Douma, “meer dan ooit komt het vandaag, ook binnen onze gemeente, aan op een van binnenuit leven met God”.

In 1989 werd de gedenksteen uit de Molenstraatkerk alsnog overgebracht naar de Poststraatkerk (foto: Prot. Gemeente Scheemda).

Ook in de kerk van Scheemda kreeg men te maken met het zgn. conciliair proces. Een aantal catecheseavonden, een kerkdienst en een gemeenteavond stonden in het teken van ‘gerechtigheid, vrede en zorg voor de schepping‘. “Het komt er op aan dat wij als gelovigen onze verantwoordelijkheid in deze beseffen”, schreef ds. Douma.

Kinderen aan het avondmaal?

In de jaren ’80 werden ook gesprekken gevoerd over de vraag of kinderen mochten deelnemen aan het avondmaal. Nadat op 28 november 1977 van de toenmalige kerkenraad een antwoordbrief was uitgegaan naar de synode, met het verzoek de toelating tot het avondmaal los te maken van het doen van belijdenis van het geloof, werd na jaren van stilzwijgen dit onderwerp weer punt weer onderwerp van gesprek, ook in de kerk van Scheemda. Tijdens de huisbezoeken in het seizoen 1986-1987 werd er aandacht aan besteed, in het voorjaar van 1987 werd er een gemeenteavond over gehouden en wijkavonden in 1988. Uiteindelijk leidde dat tot het principebesluit van de kerkenraad om ‘bewust toe te groeien naar deelname van kinderen aan het avondmaal’. De kerkenraad zou dat proces stimuleren.

Ds. F. van den Bos (1915-2002).

Protestantse Gemeente Scheemda (2006).

In het begin van de jaren ’70 werden de eerste formele contacten gelegd tussen de Hervormde Gemeente Eexta en de Gereformeerde Kerk te Scheemda. Gestart werd met een zorgvuldig voorbereide gezamenlijke kerkenraadsvergadering. Veel verder dan het houden van enkele gemeenschappelijke zangdiensten op de tweede feestdagen kwam het vooralsnog echter nog niet.

In 1985 verklaarden beide kerkenraden dat men samen op weg wilde gaan om toe te groeien naar de eenwording van beide kerkelijke gemeenten. Op zondag 2 november 1986 werd voor het eerst gezamenlijk het avondmaal gevierd. In die periode werd ook een aantal ‘gezamenlijke diensten’ gehouden. De contacten tussen het gereformeerde en het hervormde jeugdwerk (in de vorm van de GJV en de CJV) kregen steeds meer gestalte.

Het liturgisch centrum van de Poststraatkerk (foto: Protestantse Gemeente Scheemda).

De samenwerking met Vrijzinnig Hervormd Scheemda verliep minder vlot. De Raad van Kerken werd de verbindende schakel. Ze organiseerde een kerstsamenkomst in de sporthal en maandsluitingen in het verpleeghuis Nieuw Vredenhoven.

Toen de hervormde ds. W.A. van Binsbergen en de gereformeerde ds. J. van der Goot in 2003 vertrokken besloten beide kerkenraden officieel om samen te gaan en te fuseren tot Protestantse Gemeente Scheemda. De fusie werd vanaf december 2006 een feit.

De Poststraatkerk buiten gebruik gesteld.

De gereformeerde kerk aan de Poststraat werd enige tijd later buiten gebruik gesteld en in 2010 gesloopt nadat ook de hervormde Eexterkerk aan de Kerklaan afgebroken was, en de bouw van een nieuwe kerk op die plaats voltooid was.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Scheemda.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Scheemda van 1896 tot 2006 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

De Bazuin, Stemmen uit de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Kerk. Kampen, div. jrg.

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

J.P. Koers, 150 jaar Gereformeerde Kerk Scheemda. Scheemda, g.j. [plm. 1990]

H. Veldman, Hendrik de Cock en de 87 door hem gestichte gemeenten. Deel 2 van: Hendrik de Cock, 1801-1842, Biografie & Theologie. Kampen, 2009

J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Groningerland. Deel II, De classes Appingedam en Pekela van de Afgescheiden Kerken. Groningen, 1977

© 2022. GereformeerdeKerken.info