Het ontstaan van de Gereformeerde Kerk te Broeksterwoude (2)

De Doleantie in Broek (1887).

( < Naar deel 1 ) – Zoals door het Gereformeerd Kerkelijk Congres in januari 1887 al was aangegeven, was de kerkenraad van Broek niet over één nacht ijs gegaan.

Het toegangskaartje voor bezoekers van het ‘Gereformeerd Kerkelijk Congres’, dat in januari 1887 gehouden werd.

Het doel van de Vereniging van Vrienden-met-de-lange-naam was de hervormde kerk  c.q. de hervormde gemeente op het rechte spoor terug te brengen: weg van de vrijzinnigheid, weg van de overheersende Algemeene Synode. Daarvoor was nodig dat de hervormde kerkenraad de ‘synodale hiërarchie’ overboord zette (en dus het in 1816 ingevoerde Algemeen Reglement) en terugkeerde tot de gereformeerde kerkregering zoals die was verwoord en geregeld in de aloude Dordtse Kerkorde.

Het bestuur van de Vereniging probeerde verscheidene keren de kerkenraad daartoe te bewegen, ook schriftelijk nam men daarover contact op met de kerkenraad. Maar de kerkenraad peinsde er niet over. Integendeel: degenen die de brief ondertekend hadden werden uit het lidmatenboek verwijderd en anderen werd meegedeeld dat met hen hetzelfde zou gebeuren als ze zich niet aan de kerkelijke reglementen hielden.

Zo werkte de synodale hiërarchie volgens ‘De Heraut’, het kerkelijk weekblad van dr. A. Kuyper (1837-1920).

Dat was voor het verenigingsbestuur én voor Feitsma aanleiding genoeg te besluiten uit de hervormde kerk te treden, ‘het juk van de synodale hiërarchie af te werpen en wederom kracht en geldigheid te verlenen aan de Dordtse Kerkorde van 1618-1619’. De steunbetuiging die het bestuur op 4 juni 1887 aan de Amsterdamse ‘benauwde broederen’ – de afgezette Amsterdamse kerkenraadsleden – richtte, sprak boekdelen.

De bestuursleden gingen vervolgens – geheel overeenkomstig de adviezen van het Gereformeerd Kerkelijk Congres – met intekenlijsten het dorp rond om ‘vertrouwbare personen’ te vragen door ondertekening instemming te betuigen met het ‘ter hand nemen van de reformatie der kerk’. Feitsma had in de voorgaande jaren op talloze plaatsen gepreekt met als vergoeding de opbrengst van een collecte, die voor de komende Dolerende kerk in Broeksterwoude bestemd was: fl. 1.015. “Feitsma dy koe sa preekje dat de skjipkes yn ‘e Broekpôllen los spatten fan ‘e line” (‘Feitsma kon zo preken dat de scheepjes in de Broekpollen losschoten van de touwen’).

De kerkenraad gekozen en bevestigd.

Ds. J.J.A. Ploos van Amstel (1835-1895). Foto: Archief Ploos van Amstel.

En zo kwam ds. J.J.A. Ploos van Amstel (1835-1895) van Reitsum – ondanks dat zijn eerdere advies in de wind geslagen was – op 9 juni 1887 naar Broek onder Akkerwoude, naar de woning van evangelist Feitsma. De predikant sprak eerst over Jeremia 3 de verzen 22 tot 25, sprak verder over de kerkelijke toestanden en welke de oorzaken waren dat in Amsterdam en elders de kerkelijke strijd tot de Doleantie geleid had. Daarna werd Timotheüs 3 gelezen en werd gebeden. En vervolgens kwam het tot het doel van de bijeenkomst: de verkiezing van ambtsdragers. Drie ouderlingen werden aangewezen: S. Visser, J. Witteveen en natuurlijk R. Feitsma. Als diakenen werden gekozen J. Haanstra, S. Meekma en R. de Boer. Desgevraagd stemden ze allen in met hun verkiezing en namen hun benoeming aan.

Ds. G.H. van Kasteel (1850-1931).

Overeenkomstig de Kerkorde moesten de namen van de verkozenen eerst ordentelijk worden afgekondigd, zodat eventueel bezwaren konden worden ingediend. Die kwamen niet. Dus kon op 19 juni 1887 de kerkenraad bevestigd worden, waarmee de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) te Broek onder Akkerwoude een feit was. Deze bevestiging vond plaats onder leiding van en door ds. G.H. van Kasteel (1850-1931) van Kollum.

En verder…

Zoals het Gereformeerd Kerkelijk Congres enkele maanden eerder had aanbevolen werd door de kerkenraad de Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’ opgericht. Dat was nodig, omdat de Dolerende Kerk op grond van toen geldende wettelijke regels geen rechtspersoonlijkheid kon verkrijgen. Maar een vereniging kon dat wél. Daarom had het Congres aangeraden die Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’ de rechtspersoonlijkheid vereisende handelingen namens de kerkenraad te laten verrichten.

Feitsma ook oefenaar in de kerk (vanaf 1887).

Evangelist Riemer J. Feitsma.

Riemer Feitsma was al jaren lang aan Broek verbonden; eerst als evangelist in de Evangelisatievereniging-met-de-lange-naam en daarna als leider van de Doleantie in Broek! Ook fungeerde hij als scriba en penningmeester. En bovendien trok hij door zijn prediking mensen aan: de kerk moest niet voor niets vergroot worden. Maar wat was vanaf 19 juni 1887 de positie van Feitsma? Men wilde hem natuurlijk graag als oefenaar houden, maar wie moest hem betalen? De kerkenraad of de classis, of beide? Dat laatste was nodig, want de Dolerende Kerk van Broek kon het jaartraktement niet zonder hulp opbrengen.

De classis wenste natuurlijk dat ook in Broek regelmatig gepreekt werd en stond daarom toe dat ook oefenaren vooralsnog gesalarieerd aan een gemeente verbonden waren, maar niet dan nadat hij door de classis zou zijn ‘onderzocht’. Ds. Ploos van Amstel was Feitsma’s examinator. Hij slaagde. Zijn traktement was fl. 500, al kon hij daarvan maar nauwelijks rondkomen. Ondanks herhaalde verzoeken werd zijn salaris pas in 1891 verhoogd naar fl. 600. Eens in de drie maanden kwam een ‘heuse predikant’ langs om de sacramenten te bedienen, belijdenis van het geloof af te nemen, enz.

2. De Gereformeerde Kerk te (Broek onder) Akkerwoude (1892).

Ds. S. van Velzen (1809-1896).

Inmiddels waren landelijke onderhandelingen begonnen tussen de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken, respectievelijk afkomstig uit Afscheiding en Doleantie. Er moesten weliswaar vele hobbels genomen worden, en ook de schriftelijke en mondelinge bejegening van elkaar duidde erop dat er stevige meningsverschillen waren, maar uiteindelijk kon op 17 juni 1892 in de Keizersgrachtkerk te Amsterdam de eenwording van beide kerken geproclameerd worden. Namens de Christelijke Gereformeerde Kerk was onder meer de hoogbejaarde ds. S. van Velzen (1809-1896) aanwezig (een van de eerste Afgescheiden predikanten in ons land) en namens de Nederduitsche Gereformeerde Kerken dr. A. Kuyper (1837-1920). Als teken van verbondenheid reikten beide mannen elkander de broederhand. De naam van de verenigde kerken was in het vervolg De Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). Ook de kerk van (Broek onder) Akkerwoude sloot zich daarbij aan.

Dr. A. Kuyper (1837-1920).

Feitsma probeert dominee te worden.

In 1896 probeerde Feitsma op grond van Artikel 8 van de Dordtse Kerkorde (‘singuliere gaven’) predikant te worden. Dat was overigens op advies van de kerkvisitatoren. Daarvoor zou hij natuurlijk moeten studeren. Vandaar dat de gemeenteleden gevraagd werd hem wat te ontzien. Hem zou door de kerkenraad ook zoveel mogelijk werk uit handen genomen worden. Zo namen ze bijvoorbeeld ook het huisbezoek op zich. Toen hij op 24 maart 1897 voor de Particuliere Synode voor zijn examen zakte was in Broek de droefheid dan ook duidelijk merkbaar. Anderzijds vonden de broeders dat Feitsma nu weer wat geregelder in de gemeente aan de arbeid moest, omdat de gemeente niet eindeloos op een geestelijk houtje kon blijven bijten.

Sommigen in de gemeente hadden tussen 1898 en 1901 trouwens de steeds duidelijker klinkende wens om ondanks alles een predikant te beroepen (ook de classis vond dat nodig). Maar het streven daarnaar bracht onrust in de gemeente teweeg. Toen in 1901 de pas benoemde hoofdonderwijzer van de Christelijke School (C. van Vliet) een geharnast voorstander van het beroepen van een predikant bleek, ontstond grote verdeeldheid in de kerk, die door de kerkenraad maar ternauwernood kon worden gesust. In april dat jaar organiseerde de kerkenraad dan ook een gemeentevergadering – aanwezig 107 belijdende- en doopleden – om over de beroepingskwestie te spreken. Wel werd nog getracht Feitsma opnieuw examen te laten doen, maar of dat gebeurd is of niet, is niet duidelijk.

De gereformeerde kerk aan de Kavelweg te Broek onder Akkerwoude,  lang geleden…

Hoe dan ook, in 1906 herdachten Feitsma en zijn gemeente te ‘Akkerwoudsterbroek’ zijn vijfentwintigjarig oefenaarsjubileum! Hij hield een ‘gedachtenisrede’ naar aanleiding van psalm 77, waarna een gezellig samenzijn was gepland. Consulent ds. T. Algera (1877-1911) van Murmerwoude was er ook bij.

Scheuring in de Gereformeerde Kerk… (1910).

Ondertussen waren de bezwaren tegen Feitsma kennelijk dermate opgelopen dat allerlei beschuldigingen tegen hem werden ingebracht die op een serie emotionele vergaderingen werden besproken. De classis adviseerde hem ontslag te nemen, wat hij – onder voor hem overigens gunstige voorwaarden – ook deed, zij het onder protest.

Maar Feitsma wilde blijven prediken. In een schuur op de Haaiehoek belegde hij samenkomsten. Dit was er de oorzaak van dat de Gereformeerde Kerk te Broek zo ongeveer in tweeën splitste. 187 sympathisanten (27 belijdende- en 160 doopleden) van de geliefde prediker volgden hem; in de Gereformeerde Kerk bleven 167 leden over (47 belijdende- en 120 doopleden). Bovendien waren er nog bijna tachtig andere doopleden die geregeld bij Feitsma gingen luisteren.

Feitsma stichtte toen naast de Gereformeerde Kerk te Vereeniging tot Evangelisatie. In die tijd liet hij zich buiten de Gereformeerde Kerken  examineren om op Art. 8 DKO predikant te worden. Dat lukte deze keer, en toen stichtte hij de Oud Gereformeerde Gemeente, waar hij predikant werd. Deze gemeente noemde de Gereformeerde Kerk ‘scheurmakers’; de twisten hebben ook in het dorpsleven de nodige onrust gebracht. De Oud Gereformeerde Gemeente noemde zich later Christelijke Gereformeerde Gemeente.

Oefenaar R.F. Kuiper (van 1910 tot 1920).

Oefenaar R.F. Kuiper (1862-1939).

Ruurd Folkerts Kuiper (1862-1939) had eerder de Dolerende Kerk van Oudemirdum en de Gereformeerde Kerken van Hantum en Schiermonnikoog als oefenaar gediend en deed op 20 november 1910 intrede in de kerk van (Broek onder) Akkerwoude op een jaartraktement van fl. 700, met vrijdom van belasting en kosteloze overtocht vanaf Schiermonnikoog. De kerkenraad zou de pastorietuin onderhouden en in de winter zou de kerkenraad kleiaardappelen voor hem inkopen en betalen. Per jaar kreeg Kuiper drie vakantieweken.

De gereformeerde kerk aan de Kavelweg te Broek onder Akkerwoude, lang geleden…

Een nieuw lokaal achter de pastorie (1911).

De pastorie was dezelfde als waar ook oefenaar Feitsma gewoond had. Vóór 1911 vergaderden de broeders in een afgeschoten ruimte in het kerkgebouw zelf, waar tot 1908 geen kachel was. In oktober 1911 besloot de kerkenraad een nieuw lokaal te bouwen in de tuin van de pastorie. Daar vergaderde dus ook de kerkenraad. Als de dienst in de kerk zou beginnen liepen oefenaar en kerkenraad ‘in ganzenpas’ over het zandpad (‘De Trije’ geheten – tegenwoordig de Meester Hamstraat) bij de pastorie naar de kerk, vlakbij. Het lokaal had een belangrijke sociale functie in het dorp, want niet alleen kerkelijke bijeenkomsten werden er gehouden, maar ook de begafenisvereniging, de kiesvereniging, de zangvereniging de CBTB (Christelijke Boeren- en Tuinders Bond) en het schoolbestuur maakten er gebruik van, terwijl er ook cursussen gegeven werden.

Het in 1911 gebouwde lokaal achter de pastorie (foto: ‘Omdat zij de ere Gods beoogden’).

De eerste ‘echte dominee’ K. Oussoren (van 1922 tot 1938).

Op 1 januari 1922 werd de eerste predikant van Broek onder Akkerwoude in het ambt bevestigd door ds. L.M. Wynia (1892-1971) van Murmerwoude. Het was ds. K. Oussoren (1868-1942) van  het Noord-Hollandse Huizen; hij hield zijn intreepreek naar aanleiding van Jacobus 1 de verzen 21b en 22 (“Ontvangt met zachtmoedigheid het Woord dat in u geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zalig maken.En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende“).

Vier vergeefse beroepen op andere predikanten waren nodig geweest alvorens ds. Oussoren het op hem uitgebrachte beroep aannam. Even woonde de predikant in de oude pastorie, waar ook de oefenaars gewoond hadden, maar in 1922 begon men met de bouw van een nieuwe predikantswoning, die in 1923 gereed kwam. De oude pastorie werd verkocht aan schoolhoofd J. Ham.

De predikant had het nadeel dat de financiële situatie van de kerk niet florissant was. Daardoor kon zijn traktement nogal eens niet op tijd worden uitbetaald. Dit veroorzaakte zo nu en dan spanningen tussen kerkenraad en predikant. Maar ondanks alles was ds. Oussoren zestien jaar lang aan de gemeente verbonden; op 17 april 1938 nam hij afscheid wegens verkregen emeritaat.

Ds. K. Oussoren (1868-1942).

En verder…

  • We besluiten dit tweeluik over deze kerk met enkele belangrijke zaken uit de jaren daarna.

Na ds. Oussoren kwamen meerdere andere predikanten naar de kerk van (Broek onder) Akkerwoude, die overigens vanaf 1965 Gereformeerde Kerk te Broeksterwoude heette.

Een nieuwe kerk (1956).

Ds. P.W. van der Veen (1907-1997) op latere leeftijd.

Tijdens de ambtsperiode van ds. P.W. van der Veen (1907-1997), die op 5 februari 1939 intrede in Broeksterwoude deed, werd de nieuwe kerk aan de Ds. Feitsmawei gebouwd. In 1940 was het oude kerkgebouw wegens enkele gebreken al eens onderzocht door architect Van der Kooi. Deze zei dat een flinke opknapbeurt weliswaar wel zou kunnen, maar hij adviseerde toch tot nieuwbouw. Dat besluit werd genomen toen in de jaren ’50 bleek dat men door het bloeiende kerkelijke leven te weinig vergaderruimte had. Bijeenkomsten werden nogal eens in de pastorie of bij de kerkenraadsleden thuis gehouden, wat natuurlijk geen acceptabele zaak was. In 1954 kwam de bouwvergunning af.

De kerk zoals deze er nu uit ziet.

De bouw verliep voorspoedig. Op donderdag 12 januari 1956 was de kerk zover klaar dat deze door de Bouwcommissie aan de kerkenraad kon worden overgedragen. De eerste kerkdienst werd er op 15 januari 1956 gehouden.

Natuurlijk vonden in de loop van de tijd allerlei aanpassingen in het kerkgebouw plaats. Zo werden in 1962 gaskachels aangelegd omdat de bij de bouw geplaatste infraroodkachels niet voldeden. In 1977 werd de kerktelefoon met tien aansluitingen in gebruik genomen. In hetzelfde jaar bouwde men een vergaderruimte onder de galerijen en knapte de jeugd het lokaal achter de kerk op (in 1983 werd het opnieuw stevig gerenoveerd). De kerk werd in 1979 flink opgeknapt, door onder meer nieuwe betimmering en een nieuwe preekstoel aan te brengen. De banken waren nog goed genoeg om te blijven staan. Tijdens de verbouwing werden de diensten gehouden in het Dorpshuis.

De vrouwenverenigingen Trifena en Trifosa brachten geld bijeen voor de aanschaf van een avondmaalsstel en nieuwe collectezakken. De ijverige dames hielden vaker acties, waardoor in enkele jaren fl. 25.000 bijeengebracht werd! Dat geld kwam vast en zeker goed van pas toen de kerkenraad in 1977 besloot de pastorie voor fl. 100.000 te verbouwen, waaraan gelukkig ook een aantal vrijwilligers meewerkte. In 1987 werd de kerk opnieuw verbouwd, onder meer door een ontmoetingsruimte, een garderobe en toiletten aan te brengen.

Ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Broeksterwoude.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Broeksterwoude van 1906 tot 2016 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

T.J. Bierma, e.a., ‘Omdat zij de ere Gods beoogden’. [Geschiedenis van De Gereformeerde Kerk te Broeksterwoude]. Heerenveen, 1987

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

© 2021. GereformeerdeKerken.info