De Gereformeerde Kerk te Pernis (3)

Ds. C. Stam (van 1929 tot 1946).

( < Naar deel 2 ) – Ruim een half jaar na het vertrek van ds. Tollenaar nam ds. C. Stam (1900-1961) van Alteveer diens plaats op de kansel over. De eerste jaren van zijn predikantschap stonden vooral in het teken van allerlei bouwperikelen.

Dr. C. Stam (1900-1961).

Zo stelde de Commissie van Beheer in 1929 voor de opgang van het kerkgebouw naar de dijk, die ook bij de school in gebruik was, te verbreden. Daartoe zouden twee panden aan de oostkant van de kerkstoep moeten worden aangekocht. Inderdaad besloot de kerkenraad daartoe, maar de beide woningen werden pas in 1937 daadwerkelijk gesloopt. Vijf meter van het verworven perceel werden gebruikt om de kerkstoep te verbreden en voor de aanleg van een plantsoentje, waardoor vrij uitzicht op het kerkgebouw verkregen werd, gezien vanaf de dijk. De rest van de grond zou weer worden gebruikt als bouwgrond. Wat dat betreft stelde de kerkenraad de voorwaarde dat in de daar eventueel te bouwen winkels geen nering bedreven mocht worden die tegenstrijdig was aan de gereformeerde beginselen.

De gereformeerde kerk.

Een Jeugdgebouw (1931).

Terwijl de aangekochte panden nog recht overeind stonden gaf de kerkenraad gehoor aan de steeds luider klinkende wens een jeugdgebouw annex vergaderruimte te bouwen, omdat de activiteiten van de groeiende kerk onvoldoende tot hun recht kwamen in de te geringe kerkruimten. De plannen werden gemaakt door architect Zwanenburg (daar hebben we hem weer!) en in oktober 1931 kon ds. Stam ’de eerste steen’ leggen. De bouw vorderde zeer voorspoedig, zodat het Jeugdgebouw op 10 december al in gebruik genomen kon worden. Om het benodigde meubilair te kunnen aanschaffen werd een vierdaagse bazaar gehouden, en bovendien werd een programma gemaakt met een muziek- en zanguitvoering, waarbij ook de reciteervereniging haar aandeel had. De medewerking van gemeenteleden was enorm, en de onbekende opbrengst van een en ander zal ongetwijfeld verbazingwekkend geweest zijn. De bouwkosten inclusief de bijbehorende woning waren fl. 20.000.

Het jeugdgebouw (foto: ‘150 jaar GK Pernis’).

Door het bestuur werd meteen een conciërge aangesteld. Overigens nam de Commissie van Beheer de exploitatie van het Jeugdgebouw in 1947 over. De kerkenraad liet de exploitatie vóór 1947 niet zonder meer aan het bestuur over (het gebouw was immers door de kerk betaald en gebouwd). Soms moest de kerkenraad bestuursbesluiten terugdraaien, zodat exploitatie van het geheel door de Commissie van Beheer uiteindelijk een betere optie was.

De kerk groeit.

Aan alles was te zien dat de Gereformeerde Kerk te Pernis stevig doorgroeide; er waren rond 1940 zo’n 1.600 leden; teveel voor één predikant. Daarom werd om te beginnen van maart tot juli 1939 een hulppredikant aangesteld in de persoon van H.J. Swierts (1912-2002), die in 1941 predikant te Tholen werd. Bovendien werd het kerkgebouw te klein om alle kerkgangers van een plaats te voorzien. Een commissie had een onderzoek ingesteld, en deze kwam tot de conclusie dat een tweede predikant zou moeten worden beroepen, of dat in het Jeugdgebouw kerkdiensten gehouden zouden worden en dat daarvoor een hulppredikant aangesteld zou worden. Ook opperde men de mogelijkheid in de kerk drie diensten te houden (dubbele diensten in de ochtend).

Een proef met het houden van kerkdiensten in het Jeugdgebouw  was succesvol. Vandaar dat besloten werd ook in het Jeugdgebouw diensten te houden. Deze gingen door tot 1969. Voor de diensten in het Jeugdgebouw werd een hulpprediker benoemd in de persoon van kandidaat E. Verburg (1906-1995) uit Abcoude.

Het interieur, gezien voor de preekstoel, omstreeks 1940 (foto: ‘150 jaar GK Pernis’).

De Tweede Wereldoorlog.

Op 10 mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit. In het kort kunnen daarover enkele zaken naar voren gehaald worden. Nadat ds. Stam op 21 mei 1941 door de Duitsers verhoord was in verband met de verdenking van verzetswerk, werd de predikant vervolgens opgesloten in het Huis van Bewaring. De predikant werd enkele weken later weer vrijgelaten en kon op 13 juli de kerkenraad leiden. In oktober 1943 bleek dat Duitse soldaten de meisjes van de meisjesvereniging lastigvielen als ze daar ’s avonds vandaan kwamen. De kerkenraad besloot toen die bijeenkomsten ’s middags te laten plaatsvinden.

Een nieuwe pastorie (1941).

De nieuwe pastorie, in 1941 in gebruik genomen en in 1950 verbouwd.

De kerk kreeg in 1941 een wel heel mooi cadeau van wijlen gemeentelid Wilhelmina Stehouwer. Uit dankbaarheid had ze haar woning aan de Burgemeester Van Esstraat (op nr. 58) aan de kerk vermaakt, hetgeen door de kerkenraad in dankbaarheid werd aanvaard. De kerk van Pernis had daarmee de beschikking over twee predikantswoningen: die aan de Nieuwedijk en deze pastorie aan de Van Esstraat.

Ds. E. Verburg (van 1942 tot 1947).

De groei van de kerk bleek verder uit het feit dat kandidaat Verburg op 11 oktober 1942 de inmiddels ingestelde tweede predikantsplaats ging bezetten. Hij en ds. Stam werkten eendrachtig samen.

Maar ondertussen duurde de oorlog voort en in verband met de mogelijkheid dat luchtaanvallen zouden plaatsvinden besloot de kerkenraad de gemeenteleden mee te delen dat bij luchtalarm de kerkdiensten een kwartier na het afblazen van het alarm zouden beginnen.

De Duitse bezetters hadden in oktober 1940 de zgn. Winterhulp Nederland opgericht, met de bedoeling alle maatschappelijke hulpverlening van de overheid, en van particuliere en kerkelijke organisaties over te nemen. De kerkenraad dacht er natuurlijk niet aan daaraan mee te werken, maar toch waren er ook enkele gereformeerde gezinnen die gebruik maakten van de door Winterhulp aan kinderen verstrekte maaltijden. De kerkenraad riep de diakenen op deze gezinnen te bezoeken en er op te wijzen dat zij geen bijstand van de Winterhulp moesten vragen, maar bij de diaconie behoorden aan te kloppen.

In december 1944 werd door de kerkenraad opnieuw aandacht gevraagd voor het lot van de kinderen, en werden mogelijkheden besproken om op een of andere manier nood te lenigen. Met  het ‘Groene Kruis’ sprak de kerkenraad af, dat als de kinderen de meeste baat hadden bij hulp van het Groene Kruis, ze door die vereniging geholpen zouden worden, en anders zou de kerkenraad zich over hen ontfermen.

De Vrijmaking (1944).

Ds. K. Schilder (1890-1952).

Al in de jaren ’30 waren binnen De Gereformeerde Kerken in Nederland problemen ontstaan over bepaalde ‘leergeschillen’, onder meer over de visie op Doop en Verbond en de besluiten die de synode van 1942/1943 daarover nam. In een eindeloze reeks van brochures en kerkbladartikelen werden de problemen besproken en vooral ook beoordeeld door zowel predikanten als gemeenteleden. Van meerdere kanten werd gewaarschuwd tegen de toon die uit die geschriften sprak.

Ook o.a. dr. K. Schilder (1890-1952), hoogleraar in Kampen, had bezwaren tegen synodebesluiten. Hij werd uiteindelijk geschorst en afgezet, en onttrok zich daarna op 11 augustus 1944 tijdens de ‘Vrijmakingsvergadering’ in Den Haag aan het verband van de Gereformeerde Kerken. Hij en zijn medestanders stichtten de ‘Gereformeerde Kerken in Nederland (onderhoudende Art. 31 KO)’; dat laatste als ‘tijdelijke toevoeging om postale redenen’.

Ook enkele kerkenraadsleden uit Pernis woonden de Vrijmakingsvergadering in Den Haag bij. Nadat de oorlog voorbij was kwamen de ‘bezwaarden’ in actie en trachtten de kerkenraad ervan te overtuigen zich achter dr. Schilder op te stellen en de Gereformeerde Kerken te verlaten. De kerkenraad was daar in overgrote meerderheid tegen en trachtte door het organiseren van voorlichtingsavonden de kerkelijke moeilijkheden bespreekbaar te maken en te laten uitleggen. Uiteindelijk traden dat jaar zo’n dertig gemeenteleden uit de Gereformeerde Kerken en voegden zich bij de vrijgemaakte kerk, die in Pernis op 16 september 1945 geïnstitueerd werd. In 1947 telde die kerk 148 leden.

De naoorlogse predikanten tot 1970.

Ds. J.H. van Halsema stond van 1954 tot 1962 in Pernis (foto: ‘150 jaar GK Pernis’).

Als opvolger van ds. Stam (die op 24 maart 1946 afscheid nam en naar de kerk van Goes vertrok) deed op 25 augustus 1946 ds. H.C. Voorneveld (1907-1976) van Haamstede intrede in Pernis. Tot 1970 waren achtereenvolgens (of gelijktijdig) ook de volgende predikanten aan de Gereformeerde Kerk te Pernis verbonden: ds. W. de Graaf (1898-1984) van 1948 tot 1950; ds. J.H. van Halsema van 1954 tot 1962; ds. A. van Leeuwen (1926-2015) van 1963 tot 1968, en ds. A.I. Koffeman (1906-1970) van 1968 tot 1970.

Een eigen kerkblad (1956).

We schreven al eerder over het kerkblad dat sinds 1922 ten behoeve van de kerken van Pernis, Maassluis en Vlaardingen verscheen. Vier jaar later kreeg Pernis een eigen blad, de Pernische Kerkbode, waarvan de uitgave in de oorlog noodgedwongen werd gestaakt. Na de oorlog verscheen tot 1956 weer een wekelijkse kerkbode onder de naam ‘Kerkblad van de Gereformeerde Kerk te Pernis’. Daarna verscheen het kerknieuws achtereenvolgens in het ‘Gereformeerd Kerkblad voor de Zuidhollandse eilanden’ en later in het blad ‘Belijden en beleven’. Sinds 1956 bestaat het kerkblad ‘De Luidklok’.

De kerk verbouwd (1959).

De gereformeerde kerk.

Terwijl een vooral uit dames bestaand restauratiecomité aan de slag ging om geld in te zamelen voor het aanpassen van het te klein geworden kerkgebouw (ze kregen in negen jaar tijd fl. 120.000 bij elkaar!), sprak de kerkenraad in de eerste helft van de jaren ’50 regelmatig over het probleem: moest er een nieuwe kerk op een andere locatie gebouwd worden? Moest verbouw plaatsvinden? Verscheidene plannen passeerden de kerkenraad, maar de broeders konden er hun goedkeuring niet aan hechten. Uiteindelijk werd gekozen voor de goedkoopste mogelijkheid: de kerk opknappen en opnieuw inrichten, zonder het gebouw groter te maken. Een tweede kerk bouwen kon altijd nog, als het ledental c.q. het kerkbezoek er aanleiding toe zouden geven. Het kwam er niet van.

De verbouwwerkzaamheden begonnen in augustus 1958, en sinds die tijd kerkten de gereformeerden in het ter beschikking gestelde hervormde kerkgebouw. De architecten Swaneveld en Goslinga maakten de plannen en aannemer A. Hirschman werd uitvoerder en opzichter. Het meubilair in de kerkzaal werd geheel vervangen. Sommige elementen van preekstoel en orgel werden vervangen, (het doopvont en enkele glas-in-loodramen verdwenen spoorloos!), en nog hetzelfde jaar werd het orgel voorzien van een nieuwe kast. In 1992 werd ook de preekstoel vervangen door een nieuwe kansel, vervaardigd door gemeenteleden, en gemaakt van hetzelfde materiaal als waarmee eerder de orgelkas was opgeknapt.

Verdere bouwperikelen…

Ds. A. van Leeuwen (1926-2015) stond van 1963 tot 1968 in Pernis (foto: ‘150 jaar GK Pernis’).

Het Jeugdgebouw bleek in 1964 ook te weinig ruimte te hebben voor de uitdijende activiteiten. Weliswaar sprak men enige tijd over de bouw van een nieuw gebouw voor dat doel, maar uiteindelijk werd het Jeugdgebouw met een vergaderzaal uitgebreid. Zo kon men er weer een aantal jaren tegen.

De pastorie aan de Nieuwedijk werd hetzelfde jaar vervangen door de bouw van een predikantswoning aan de Ring, die in 1967 gebouwd werd en tot 1974 dienst deed. Toen in 1972 besloten werd de tweede predikantsplaats op te heffen (ds. H. Kuyk (*1936) was dat jaar predikant in algemene dienst geworden) kon deze bungalow weer van de hand gedaan worden.

  • Tot slot in snelle vogelvlucht…

Intussen was er een speciale jeugdouderling aangetreden die het aanspreekpunt werd voor het jeugdwerk. Het jeugdwerk liep goed: behalve de JV’s en de MV’s waren er in 1960 maar liefst acht meisjesclubs en zes clubs voor de jongens. Er kwamen jeugddiensten en in 1970 werd de eerste ‘kinderkerkdienst’ gehouden.

Gemeentezondag 1988, afscheid van ds. P. van Hall (die sinds 1982 in Pernis stond). Foto: ‘150 jaar GK Pernis’).

Er waren in de jaren ’60 ook gezamenlijke diensten georganiseerd met de hervormden, die gehouden werden op ’tweede feestdagen’. Maar verdere samenwerking bleef daarna grotendeels achterwege. Een opgerichte ‘Samen-op-Wegcommissie’ werd in 1992 ontbonden en daarna ging het overleg tussen de beide moderamina verder.

Wel werd op het gebied van de evangelisatie zo nu en dan samengewerkt, bijvoorbeeld door het houden van een tentcampagne, waarvoor vooral bij buitenkerkelijken veel belangstelling bestond.

In 1970 werd de eerste vrouwelijke diaken in het ambt bevestigd.

Ondertussen volgden vanaf 1970 de predikanten elkaar op. Door hen werd getracht de gemeente meer bij het kerkewerk te betrekken. Daartoe kwam er een commissie ‘Kerk in Perspectief’, die in 1974 opging in de Toerustingscommissie. Het jaar daarvoor was ook de Werkgroep Pastoraat gevormd, die bezoeken regelde voor hen die daar behoefte aan hadden. In 1980 werd de Werkgroep Gemeenteopbouw ingesteld die de kerkenraad adviseerde in zaken betreffende het ‘samen gemeente zijn’. Ook bij de kerkdiensten werd de gemeente steeds meer betrokken. In de jaren ’80 kwam ook de kindernevendienst tot leven. Want de kinderen hoorden er net zo goed bij!

In november 1990 werd een boekje uitgegeven met veel informatie over de geschiedenis van de orgels in de gereformeerde kerk te Pernis.

Een orgelcommissie kreeg de zorg voor alles wat met het kerkorgel te maken had. Ze verrichtte veel werk door van 1989 tot 1991 te zorgen dat het orgel stevig opgeknapt werd en met een derde klavier werd uitgebreid!

Het liturgisch centrum (foto: Reliwiki).

De eerste Gemeentezondag gaf een grote betrokkenheid van de gemeenteleden te zien. Later verminderde de deelname daaraan. Veranderingen in de liturgie werden niet door alle gemeenteleden op prijs gesteld, wat overigens ook gold voor uitspraken van de synode over kerkelijke ontwikkelingen. Zeker de gesprekken over de vraag of kinderen aan het avondmaal konden deelnemen (voor het eerst in 1977) veroorzaakte nogal wat ophef. Ongeveer 35 doop- en belijdende leden vertrokken om die reden naar andere kerken. In 1986 werd besloten kinderen tot het avondmaal toe te laten.

Rond 2010 werd de Eben Haëezerkerk aan de Pastoriedijk opnieuw ingericht. Nog steeds doet deze kerk dienst als bedehuis van de Gereformeerde Kerk te Pernis.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Pernis.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Pernis tussen 1896 en 2016 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Joh. den Arend en Jan Pilkes, 150 jaar Gereformeerde Kerk Pernis. Pernis, november 1992

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

N.N., Gereformeerd Pernis en het orgel. Pernis, 1990.

C. Smits, De Afscheiding van 1834. Zevende deel, Classes Rotterdam en Leiden. Dordrecht, 1986

© 2021. GereformeerdeKerken.info