De Gereformeerde Kerk te Zijldijk

Eerder schreven we iets over de nieuwe bestemming van het gereformeerde kerkje in het Groningse Zijldijk; nú iets meer over haar geschiedenis, vooral betreffende de bouw van het kerkje en de instituering van de Gereformeerde Kerk in dat dorp.

Kaart: Google.

De gereformeerden in Zijldijk behoorden altijd al tot de Christelijke (Afgescheidene) Gereformeerde Gemeente in het naburige ’t Zandt (vanaf 1892 ‘Gereformeerde Kerk’ genoemd; daarover straks meer). Kennelijk vonden de Zijldijkster gereformeerden de afstand tussen Zijldijk en ’t Zandt op een gegeven moment te groot, en wilde men ook graag als Zijldijkster gereformeerden onderling zo nu en dan voor bijv. verenigingswerk bij elkaar komen. Vandaar dat aan de kerkenraad van ’t Zandt gevraagd werd toestemming te geven voor de bouw van een eigen kerkje.

De Zijldijksters maakten ernst met hun eigen financiële bijdrage voor de realisering van hun wens: ze tastten diep in de buidel en toonden grote offervaardigheid. Met medewerking van de kerkenraad kon men de bouw ter hand nemen. De plannen waren gemaakt door de architecten Wieringa en Van Eerden. Wel hadden de mannenbroeders in ’t Zandt als voorwaarde gesteld dat door het gebruik van het kerkje de eenheid van de gemeente niet verbroken mocht worden. Want de Zijldijksters waren en bleven gewoon lid van de Gereformeerde Kerk van ’t Zandt.

Het kerkje in gebruik genomen (1886).

Ds. L. Meijering (1827-1889) had de leiding bij de ingebruikneming van het kerkje te Zijldijk.

Op 24 augustus 1886 kon de kerk in gebruik genomen worden! Het was ‘een klein, eenvoudig doch net zaalkerkje’. Boven de hoofdingang was een gedenksteen aangebracht met de tekst uit Genesis 28 vers 17: ‘Dit is niets dan een Huis Gods’.

Groot feest dus in Zijldijk! Ds. L. Meijering (1827-1889) van ’t Zandt zou de ‘inwijdingsdienst’ uiteraard leiden. In de tot de nok toe gevulde kerk luisterden de dorstigen naar het Woord met grote belangstelling naar de preek van ds. Meijering. Maar de toehoorders misten iets! Toen de predikant noemde waarvoor het kerkje gebruikt zou gaan worden, maakte hij alleen melding van de catechisaties, de zondagsschool en de vergaderingen van de Jongelings- en de andere verenigingen. Hij ‘vergat’ er bij te zeggen dat er op zondagavond ook kerkdiensten gehouden zouden worden! Want dat was uitdrukkelijk afgesproken met de kerkenraad.

De gedenksteen boven de hoofdingang van het kerkje in Zijldijk (foto: Reliwiki).

Enige onenigheid…

Maar dominee Meijering had met die beslissing kennelijk geen vrede. Want tijdens de kerkenraadsvergadering van 6 september 1886 verklaarde hij zich nader: Het zat hem dwars dat “de broeders te Zijldijk zonder de eigen Leeraar of de kerkenraad er over te hebben gesproken en geraadpleegd, om niet te zeggen gevraagd, elken Zondagavond een naburig Leeraars lieten komen om daar te preeken”. Ds. Meijering vond dat ‘onkerkelijk handelen’. Niet iedereen in de kleine kerkenraad van ’t Zandt was het met de ontboezemingen van de predikant eens. Twee broeders waren er niet zo zeker van dat de predikant gelijk had. Er werd uitvoerig over gesproken, maar men kwam er niet uit.

Het kerkje in Zijldijk (foto: Reliwiki, Rene de Bie, Oosterland).

Toen een van de gemeenteleden de kerkenraad in ’t Zandt vroeg of zijn kind, en ook die van andere Zijldijkster gereformeerden,  in het kerkje in Zijldijk gedoopt mochten worden, was de kerkenraad als één man tegen. Dat zou de eenheid van de gemeente breken, daarvan waren ze overtuigd. “De kinderen der gemeente behoren ook in het midden der gemeente opgedragen en door de doop in haar ingelijfd te worden”.

De predikanten: wisselingen van de wacht (van 1890 tot 1948).

Ds. L.R. Hummelen (1848-1931).

Mogelijk was ds. Meijering in die tijd al ziek; hoe dan ook, na een langdurige ernstige ziekte overleed hij op 1 september 1889. Zijn opvolger was ds. L.R. Hummelen (1848-1931) van Burum. die op 15 juni 1890 intrede deed in ’t Zandt, en maar liefst ruim vierentwintig jaar aan de kerk van ’t Zandt verbonden was: in 1914 ging hij met emeritaat. Hij werd in 1916 opgevolgd door ds. J.E. Reijenga (1870-1934) van Siddeburen, die op 2 juli dat jaar intrede deed en ruim vier jaar in Garrelsweer werkzaam was. Nadat deze op 24 oktober 1920 afscheid genomen had wegens vertrek naar de kerk van Ureterp, deed ds. H.A. Kievits (1880-1960) van Midwolda op 10 september 1922 intrede, wat inhield dat de kerk van ’t Zandt bijna twee jaar vacant was. Maar ds. Kievits maakte alles weer goed door ruim drieëntwintig jaar – tot 1948 – aan de kerk van Garrelsweer verbonden te blijven. Hij was het dus die de instituering te Zijldijk en wat daaraan voorafging meemaakte en begeleidde.

Ds. J.E. Reijenga (1870-1934).

De Gereformeerde Kerk te ’t Zandt (1892).

Op 17 juni 1892 vond in de Amsterdamse Keizersgrachtkerk de officiële constituering plaats van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Na enkele jaren van overleg, dat niet van een leien dakje ging, kwam men in 1892 tóch tot het officiële besluit om de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken (respectievelijk afkomstig uit Afscheiding en Doleantie) te verenigen tot De Gereformeerde Kerken in Nederland. Daarbij sloot ook de kerkenraad van ’t Zandt zich aan. Sindsdien heet deze kerk dan ook De Gereformeerde Kerk te ’t Zandt , mét een steeds groter wordend groepje gereformeerden in Zijldijk.

Een nieuw armenhuis in Zijldijk (1906).

In 1922 kreeg de kerk van ’t Zandt elektrische verlichting, al zijn de lampen hier niet bijzonder goed te zien (foto: ‘150 jaar GK ’t Zandt’).

De Christelijke Gereformeerde Gemeente van ’t Zandt had vele jaren eerder niet alleen in ’t Zandt, maar ook in Zijldijk een armenhuis laten bouwen, waar behoeftige, door de diakenen ondersteunde gereformeerde gemeenteleden mochten wonen tegen een bescheiden huurprijsje. Dit armenhuis was intussen verouderd en niet meer goed bewoonbaar. Vandaar dat het in 1909 werd afgebroken en er een nieuw diaconiehuis (ook ‘gasthuis’ genoemd) neergezet werd, bestaande uit drie woninkjes. Behoeftige gereformeerden konden er onderdak vinden, maar als die er niet waren mochten ook anderen daarvan gebruik maken.

Ondertussen werden in Zijldijk meestal avonddiensten gehouden met als voorganger de predikant van ’t Zandt, een classispredikant of soms een ouderling die een preek las. Ondanks het feit dat in 1914 de ‘Grote Oorlog’ was begonnen, kon in 1915 in de kerk van ’t Zandt voor fl. 7.775 centrale verwarming worden aangelegd, terwijl dat jaar bovendien een consistorie werd gebouwd, wat fl. 1.660 kostte. In 1919 werd bovendien besloten de consistorie aan te sluiten op het elektriciteitsnet; de kerk moest zich vooralsnog behelpen met de aloude olielampen. Maar in 1922 werd ook de kerk voorzien van elektrische verlichting.

Het toenmalige gereformeerde kerkje van ’t Zandt rond 1925. Kennelijk kwamen velen met het rijtuig ter kerke (foto: ‘150 jaar GK ’t Zandt’).

De School met den Bijbel gesticht (1913).

Het bleef niet bij de bouw van het kerkje aan de Fivelweg. Ongeveer drie jaar eerder dan in ’t Zandt werd in Zijldijk een School met den Bijbel geopend, compleet met onderwijzerswoning. Aanvankelijk was er één Schoolvereniging voor christelijk onderwijs in Zijldijk en ’t Zandt. Maar in 1916 werd ook in ’t Zandt een christelijke schoolvereniging opgericht en een eigen school in gebruik genomen. De school in Zijldijk bestond zeventig jaar, want in 1983 maakte het geringe antal leerlingen opheffing noodzakelijk.

De School met den Bijbel te Zijldijk (1913-1983).

Zijldijk op weg naar zelfstandigheid (vanaf 1935).

Dat we in het bovenstaande sinds de bouw en ingebruikneming van het Zijldijkse kerkje er nauwelijks iets over horen is niet vreemd: het kerkelijk leven speelde zich immers af in de kerk in ’t Zandt, al reisde de predikant elke week soms meerdere malen naar Zijldijk om daar catechisatie te geven, en al preekte de predikant van ’t Zandt ook geregeld tijdens de avonddiensten in het kerkje van Zijldijk. Alleen het verenigingsleven, waarbij we dan vooral denken aan het jeugdwerk en aan de evangelisatiesamenkomsten en de zondagsschool, speelde zich in het kerkje in Zijldijk af.

Maar langzamerhand werd het verlangen zichtbaar om ook in Zijldijk een zelfstandige Gereformeerde Kerk te vormen, los van ‘t Zandt. Het aantal gereformeerden bewoog zich in 1935 richting de honderd, en ook financieel gezien zou men zich als zelfstandige kerk kunnen bedruipen, was de stellige overtuiging van de Zijldijksters. Vandaar dat het onderwerp van kerkinstituering in 1935 op de kerkenraadstafel terecht kwam. Een commissie – vertegenwoordigende alle gereformeerden te Zijldijk – vroeg de kerkenraad namelijk medewerking om in dat dorp een Gereformeerde Kerk ‘tot openbaring te brengen’.

Ds. H.A. Kievits (1880-1960) begeleidde de zelfstandig wording van de kerk van Zijldijk.

De kerkenraad kon zich echter toen nog niet met de plannen verenigen. Omdat de in Zijldijk woonachtige kerkenraadsleden zich van stemming onthielden, was het een unanieme kerkenraadsbeslissing om een en ander op de lange baan te schuiven. Want de zelfstandig wording van Zijldijk zou de kerk van ’t Zandt in de financiële problemen kunnen brengen doordat men dan van zo’n honderd Zijldijkster leden afscheid zou moeten nemen en ook van hun kerkelijke bijdragen en collecten.

Diaconiewoningen verkocht.

In 1940 nam de kerkenraad van ’t Zandt het besluit de inmiddels verouderde diaconiehuisjes aan de Molenweg in ’t Zandt en die te Zijldijk te verkopen. Het onderhoud en de exploitatie van de woninkjes kostten te veel. De opbrengst van de verkoop werd gebruikt voor de aflossing van de kerkelijke schuld, terwijl het restant ten goede kwam aan de diaconie van de kerk te ’t Zandt.

Hernieuwde pogingen.

Lange tijd werd het psalmgezang begeleid met een harmonium (foto: Reliwiki).

Een commissie uit Zijldijk  – bestaande uit de broeders J. Meijer, A. Visscher en A. Koens – hield echter vol, en bleef bij de kerkenraad op medewerking aandringen. Daarom besloten de mannenbroeders in ’t Zandt de kwestie aan de classis voor te leggen. Deze benoemde uiteraard ook een commissie, die voor- en tegenstanders van kerkinstituering hoorde.

Uiteindelijk kwam de classis tot de conclusie dat (1) erkend en gewaardeerd moest worden dat men in Zijldijk zo verlangde naar zelfstandig kerkelijk leven, maar (2) dat uit het zelfstandig worden van Zijldijk financiële gevolgen voortvloeiden waarvoor de classis verantwoordelijk zou zijn, omdat de (een of twee) hulpbehoevende kerken die daardoor ontstonden immers door financiële ondersteuning van de classis geholpen zouden moeten worden (het gevaar was groot dat door het verlies van zoveel leden de kerk van ’t Zandt financieel in de problemen zou komen en dat bovendien ook de kleine kerk van Zijldijk het hoofd niet boven water zou kunnen houden). En de classis kon in de crisisjaren ’30 geen extra kosten op zich nemen.

(3) Verder meende de commissie dat de afstand tussen beide dorpen geen probleem was of hoefde te zijn en dat de leden in Zijldijk ook voldoende pastorale begeleiding kregen, terwijl het evangelisatiewerk van de kerkenraad misschien zelfs nog zou toenemen. (4) Vandaar dat de commissie de classis voorstelde afwijzend te beschikken. Hetgeen geschiedde.

Het interieur van het kerkje van Zijldijk (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Een vergoeding voor de kerk van ’t Zandt?

De Zijldijkster commissie hield echter vol. Nog geen maand na de klassikale uitspraak stelde zij de kerkenraad van ’t Zandt voor jaarlijks een vergoeding van fl. 500 aan de kerk van ’t Zandt te betalen, waarvoor de predikant dan in Zijldijk catechisatie zou moeten geven, zou moeten voorgaan in begrafenisdiensten en eens per maand een kerkdienst in Zijldijk zou moeten leiden. De kerkenraad voelde er echter niets voor.

Dat was voor de Zijldijkster broeders aanleiding hulp te zoeken bij  de Particuliere Synode, die op 10 juni 1936 in Groningen bijeenkwam. De uitspraak kwam een jaar later, in juni 1937. De particuliere synode te Groningen stemde in met de conclusies van de classis Appingedam. En toen was het een paar jaar stil.

Een hulppredikant? (1943).

In april 1943 nam de Zijldijkster commissie opnieuw contact op met de kerkenraad in ’t Zandt. Kon in Zijldijk misschien ook een hulppredikant benoemd worden? Op die manier zou men in Zijldijk langzaam maar zeker kunnen toegroeien naar zelfstandigheid. De kerkenraad ging er weliswaar niet bij voorbaat mee akkoord, maar wilde afwachten of men in Zijldijk zelf ook bereid was daarvoor geld bijeen te brengen. En  dat waren ze zeker, want al gauw werd duidelijk dat men fl. 800 op tafel kon leggen. Dat was de reden dat de kerkenraad inderdaad besloot gedurende de winter van 1943/1944 een hulppredikant aan te stellen.

Het interieur van het kerkje in Zijldijk (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Het duurde niet lang of men had een hulppredikant gevonden in de persoon van ds. A. Douma (1909-1944) uit Cubaard, die in tijdelijke dienst benoemd werd. Dat de Zijldijksters daardoor nog meer verlangden naar volledige zelfstandigheid, spreekt voor zich. In Zijldijk en in het naburige Kolhol besloot men te laten zien dat men samen voldoende geld kon opbrengen om niet alleen een predikant te bekostigen maar ook te kunnen overgaan tot de bouw van een pastorie, als dat nodig zou zijn. Opmerkelijk is trouwens ook de grote financiële bijdrage die de gereformeerden in ’t Zandt en de daaronder ressorterende dorpen Leermens en Zeerijp leverden. De kerkenraad stemde toen in met het verzoek om tot kerkinstituering in Zijldijk over te gaan. Ook de classis Appingedam ging akkoord.

Het tweede orgeltje in het kerkje van Zijldijk (foto: ‘150 jaar GK ’t Zandt’).

De instituering van de kerk te Zijldijk (1944).

Op 25 juni 1944 vonden de verkiezingen voor ambtsdragers plaats. Gekozen werden als ouderlingen J. Brondijk, H. Dijksterhuis en D. Venekamp, terwijl als diakenen door de gemeenteleden werden aangewezen J. Danhof, S. Spijk en T.S. Wiersema. Op 16 juli werden zij in hun ambt bevestigd tijdens een dienst in het kerkje te Zijldijk, die onder leiding stond van ds. H.A. Kievits van ’t Zandt.

De eerste predikant: ds. G. Haaksma (van 1945 tot 1948).

Ds. G. Haaksma (1914-2008) op latere leeftijd.

Natuurlijk ging de nieuwe kerkenraad van Zijldijk spoorslags op zoek naar een eigen predikant. Deze vond men in de persoon van kandidaat G. Haaksma (1914-2008), die op 27 mei 1945 intrede deed. Zo kon de ongeveer 170 leden tellende Gereformeerde Kerk te Zijldijk een eigen kerkelijk leven beginnen.

De laatste dienst in de kerk werd overigens op 25 november 2009 gehouden. De Zijldijkster gereformeerden sloten zich meestal aan bij de Protestantse Gemeente te Roodeschool.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Zijldijk.

De ledentallen van De Gereformeerde Kerk te Zijldijk tussen 1949 en 2009 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Gemeenten en Predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

J. van Weerden, 150 jaar Gereformeerde Kerk ’t Zandt. 1835-1985. Groningen, 1985

© 2021. GereformeerdeKerken.info