De Gereformeerde Kerk te Soest (2)

Ds. H. van Andel (van 1939 tot 1941).

( < Naar deel 1 ) – Zo begon de Gereformeerde Kerk te Soest onder de oude naam aan haar tweede leven. Ds. Alkema had op 24 april 1938 afscheid genomen en was met emeritaat gegaan.

Ds. H. van Andel (1907-1984).

De kerkenraad nam dus het beroepingswerk weer ter hand en de hoorcommissie ging predikanten horen. De juiste was al snel gevonden in de persoon van ds. H. van Andel (1907-1984) van Krommenie, die op 9 januari 1939 intrede deed. Consulent ds. S. Wouters (1902-1974) van Soestdijk kon zich toen weer geheel op zijn eigen gemeente toeleggen, terwijl ds. Van Andel ook het werk van ds. Chr. Bruins (1870-1957) van Breukelen overnam als geestelijk verzorger van patiënten met tuberculose in Zonnegloren.

Zonnegloren, waar ook ds. Van Andel geestelijk verzorger was.

De Tweede Wereldoorlog.

Donkere wolken pakten zich al enige jaren samen boven ons land en de rest van Europa door de dreiging uit het oosten. De Duitse inval volgde op 10 mei 1940 waarmee voor ons land de Tweede Wereldoorlog een aanvang nam. Aanvankelijk had de mobilisatie in 1939 en begin 1940 voor het kerkelijk leven tot gevolg dat de kerkenraadskamer werd ingericht als militair tehuis voor Nederlandse soldaten. Maar daardoor werd het verenigingsleven wel gehinderd. Men was bovendien juist begonnen met het evangelisatiewerk en de kerkenraad probeerde het daarvoor benodigde bezoekwerk op te starten. Ook een evangelisatiekoor zou pas later worden opgericht.

Trouwens, de predikant nam op 19 oktober 1941 afscheid als predikant van Soest en vertrok naar de kerk van Arnhem. In 1954 emigreerde hij overigens vanuit de kerk van ‘s-Gravenhage-West naar Canada, waar hij predikant werd bij de Christian Reformed Church. Aan Soest dacht hij vanuit Canada later ‘met veel genoegen’ terug. Soest was “een leraarlievende gemeente. Nergens stroomde de pastorie zo vol als in Soest. Toen op onze eerste verjaardag in Soest ’s middags de zestigste bezoeker kwam, vreesden we dat er niets meer te presenteren viel. Maar geen nood, niet minder dan vier bakkers zorgden automatisch voor aanvulling”.

Ds. H.W. Wierda (van 1942 tot 1946).

Ds. H.W. Wierda (1912-2003).

Ds. H.W. Wierda (1912-2003) uit Haarlemmermeer-Vijfhuizen was  van 1942 tot 1946 aan de kerk van Soest verbonden en deed op 15 februari intrede. De Tweede Wereldoorlog was intussen in volle gang. De predikant deed zijn uiterste best zijn gemeente zo goed mogelijk door de oorlogsjaren heen te helpen en speelde ook een rol met betrekking tot de voedselvoorziening tijdens de hongerwinter. Hij schreef later: “De nog jonge kerk van Soest werd een strijdende kerk, wat zich bij uitstek manifesteerde in de campagne-jaren van de Tweede Wereldoorlog”.

“De plaatselijke situatie bracht met zich mee, dat honderden onderduikers in de Soester dreven hun toevlucht zochten en de illegale arbeid zich hier sterk ontplooide. Van de burgemeester Des Tombe met zijn politie- en ambtenarenapparaat tot de kleinste Soester ‘knollen’  in de boodschappendienst, vormde de burgerij een hecht geheel in het verzet, waarbij in eigen kring stille werkers bergen werk verzetten. Tallozen uit eigen kring werden aan een schuilplaats geholpen. De familie De Gooyer bood aan de buurman-pastor in groot geheim een schuilplaats. En dat was allemaal hard nodig, want de razzia’s waren niet van de lucht”.

De jeugdverenigingen mochten van de bezetters niet meer bijeenkomen, maar op advies van de landelijke gereformeerde Jeugdbonden werd het verenigingswerk – net als elders in het land – omgezet in Bijbelkringen, die onder leiding stonden van de jeugdouderlingen Van den Arend en Brouwer en de jeugdleiders mevr. Gillebaard en de heer Veltman.

‘De Gouden Ploeg’.

“Begin september 1944 werd een kerkdienst verstoord door het bombardement van Soesterberg.  Het orgel zweeg, wij zongen en baden. Ja de bidstonden in de week en de kerkdiensten – later voortgezet in De Gouden Ploeg – waren hoogtepunten”, schreef ds. Wierda.

Op zondag 6 mei werd Soest bevrijd. De preek handelde toen over Jesaja 30 vers 18: ‘De Heere wacht op ons, wij wachten op Hem’. En ’s middags werd in de bevrijdingsdienst een preek gehouden over Handelingen 26 vers 22: ‘Hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op deze dag’.

De Vrijmaking.

Tijdens zijn predikantschap waren in De Gereformeerde Kerken in Nederland al jaren lang moeilijkheden met betrekking tot enkele ‘leergeschillen’, zoals bijvoorbeeld over de ‘pluriformiteit der kerk’ (bestaat er naast en buiten de Gereformeerde Kerken nog een ‘ware kerk’?) en natuurlijk over de geschillen betreffende de visie op de Doop en het Verbond. Omdat over dat laatste in de kerk van Baarn problemen gerezen waren werd de kerkenraad van Soest erbij betrokken, die daar, als ‘genabuurde kerk’, hulp en bijstand verleende; gemeenteleden hadden zich met hun bezwaren tegen de synodebesluiten over dat onderwerp tot de Baarnse kerkenraad gewend. Besloten werd toen “deze broeders te schorsen in hun diensten op grond van valsche leer en ketterij, met de bede dat zij zich van deze dwaalleer alsnog bekeeren”.

Prof. dr. K. Schilder tijdens de Vrijmakingsvergadering in Den Haag, 11 augustus 1944, waar hij zich losmaakte uit het verband van de Gereformeerde Kerken.

Maar ook in Soest waren enkele gemeenteleden het oneens met de synodebesluiten die over de ‘leergeschillen’ genomen waren en zij deelden de kerkenraad mee dat ze de wegens verzet tegen de synodebesluiten afgezette prof. dr. K. Schilder (1890-1952) van Kampen volgden, en zich aan het kerkverband onttrokken. Op 1 december 1946 werd in Soest een ‘vrijgemaakte kerk’ geïnstitueerd, die in 1947 veertig leden telde.

Ds. Wierda vertrok in 1946 naar de kerk van ‘s-Gravenhage-Loosduinen en nam op 3 maart 1946 afscheid van de kerk van Soest.

Ds. H. van den Berg (van 1946 tot 1949).

Al twee maanden later, op 12 mei 1946, deed ds. H. van den Berg (1911-1981) van Scharendijke intrede in Soest. Het jeugdwerk van de kerk ging weliswaar gewoon verder, maar de oudercommissie, die de zaken van de jeugdclubs regelde, functioneerde eigenlijk nog nauwelijks, zodat de jeugdclubs later het ‘bestuur’ van de clubs overnamen.

Ds. H. van den Berg (1911-1981).

Ook in Soest werd de gezinszorg ter hand genomen; langzamerhand werd duidelijk dat de oorlog veel schade had aangericht. “De crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog hadden diepe sporen nagelaten in ons land, ook in het sociale leven. “Het gezin is verbroken en uit elkaar gerukt, de school is buiten functie gesteld, de arbeid is ontredderd, de omgangsvormen verruwd, de moraal op ontstellende wijze gezakt, de misdaad heeft overal de kop opgestoken en toont openlijk zonder schroom het schaamteloze gelaat. Kortom, het geestelijk leven in ons dierbaar vaderland is ernstig ziek en het is dringend nodig middelen te beramen om de geestelijke volksgezondheid weer op peil te brengen”, zo schreef het Maandblad Geestelijke Volksgezondheid. Geen wonder dat op meerdere plaatsen in ons land – onder meer in de provincie Groningen en in de provincie Drenthe, maar ook elders – regionale en plaatselijke gereformeerde stichtingen voor Maatschappelijk Werk werden opgericht en dat ook in Soest de gezinszorg ter hand genomen werd, ‘ter behartiging van moeilijke gevallen’.

Ook werd de evangelisatiearbeid weer aangepakt, onder meer doordat op initiatief van ds. Van den Berg door een groot aantal gemeenteleden in 1948 werd meegewerkt aan de zgn. ‘Zaaiweek’, een intensieve evangelisatiecampagne, die jaren lang jaarlijks in het hele land werd gehouden.

Ds. Van den Berg vertrok eind 1949 naar Sassenheim, nadat hij op 13 november dat jaar afscheid genomen had van Soest.

Ds. A.A. Leenhouts (van 1950 tot 1952).

Ds. A.A. Leenhouts (1915-2001).

Ds. A.A. Leenhouts (1915-2001) van Enschede volgde ds. Van den Berg op. De predikant deed op 5 maart 1950 intrede.

In Enschede was zijn leven ingrijpend veranderd. Daar kreeg hij naar eigen zeggen ‘een visioen van Godswege over de eindtijd’: “Plotseling bemerkt Leenhouts in zijn studeerkamer een laaiend vuur en in zijn geest hoorde hij een geweldige storm. Een stem zegt: ’Elia Kom!’ Later heeft hij vaak verteld dat hij niet op dat visioen zat te wachten. ‘Heer’, zei hij, ’roep maar een ander. Laat een ander maar voor gek lopen…’ In zijn geest wordt hij op Golgotha voor het kruis gezet en hoort de massa schreeuwen: ‘Ha, ha, hij roept Elia ….’ Leenhouts krijgt dan de voorzegging van de Heer dat Hij Israël dit nóg eens zal laten roepen. Daarop wordt hij door een onzichtbare hand achter zijn bureau gedrukt om te schrijven. God begint door hem heen te spreken” (met boodschappen voor de Gereformeerde Kerken en andere kerkgenootschappen). Ds. Leenhouts werd dan ook een ‘apocalyptisch profeet’ genoemd.

Maar in Enschede was meer gebeurd. Vlak voordat ds. Leenhouts naar Soest zou komen, “ontlastte [hij] op een kerkeraadsvergadering [in Enschede] zijn consciëntie door in vlijmscherpe woorden zijn toorn uit te gieten over de synodale schorsingen en afzettingen. Mede door toedoen van zijn collega ds. H. Volten [1902-1966] (…) was reeds een genabuurde kerk geïnviteerd om ds. Leenhouts te schorsen. Maar de professoren Ridderbos en Den Hartog traden tusschenbeide. En men liet de zaak zooals ze was”. Volgens ds. Leenhouts was de vrijgemaakten in liefde tekort gedaan.

Prof. dr. G.M. den Hartogh (1899-1959).

Om die reden zocht ds. Leenhouts in Soest naar een mogelijkheid om met de Vrijgemaakten ondanks de scheiding het avondmaal te vieren. Aanvankelijk stond de Soester kerkenraad in grote meerderheid achter hem, maar men werd vanuit de classis teruggefloten. Leenhouts kon zich daar niet in vinden. En uiteindelijk liep de zaak in Soest op een schorsing uit. “Hij voelde zich eenzamer dan ooit”.

Ds. Leenhouts vertrok na zijn schorsing naar Castricum, waar hij uiteindelijk ook geschorst werd (naar eigen zeggen kwam dat door onenigheid over het wel of niet toepassen van tucht over een broeder die de kerkdiensten verzuimde) en hij buiten het kerkverband kwam te staan.

Ds. Leenhouts schreef vele boeken, die voor een groot deel ook in het Engels vertaald werden. Ze hadden vooral te maken met zijn profetieën over de eindtijd. Zelfs werd door de Zuid-Afrikaan dr.  Wouter van Herwijnen aan de ‘Universiteit van Suid-Afrika’  een vuistdik proefschrift verdedigd over ds. Leenhout en diens profetieën, onder de titel ‘Rentree van de profetie’ .

Hoe dan ook, ds. Leenhouts nam op 11 juli 1952 afscheid van Soest.

Ds. J.A.C. Rullmann (van 1953 tot 1959).

Ds. J.A.C. Rullmann (1898-1971).

Op 16 september 1953, ruim een jaar na het vertrek van ds. Leenhouts, werd de zendingspredikant ds. J.A.C. Rullmann (1898-1971) als hulppredikant aan de kerk van Soest verbonden. In die tijd verrichtte hij trouwens ook zendingstaken in ons eigen land. De predikant zei ‘ja’ op het verzoek van de kerkenraad van Soest om daar als hulppredikant te dienen, omdat hij dan dichtbij het Zendingscentrum te Baarn was. ‘Want buiten alle discussie stond steeds, dat ik prioriteit zou geven aan wat de Zending van mij vroeg’. In het begin viel het werk in Soest hem overigens niet mee, zo schreef hij later, wat natuurlijk betrekking had op de gerezen onrust in de voorgaande periode. De predikant verbleef in die tijd trouwens ook nog ongeveer een half jaar in Argentinië, als waarnemer voor de zending.

Tijdens het predikantschap van ds. Rullmann verscheen in 1955 het eerste mededelingenblad onder de titel Kerknieuws. Ook werden voor het eerst wijkavonden gehouden ter versteviging van de onderlinge band. Voor de band met de jeugd werd in 1956 voor het eerst een jeugdouderling benoemd terwijl niet lang daarna plannen voor een jeugdgebouw annex gemeentecentrum werden gemaakt. Ook werd als voortzetting en uitbreiding van het al eerder begonnen gezinswerk de plaatselijke gereformeerde Stichting Gezinszorg opgericht. Minder goed lukte volgens de deskundigen overigens de restauratie van het orgel.

Na zijn afscheid merkte ds. Rullmann op: “Eens koos ik Soest, omdat het dicht bij Baarn ligt. Nu is een van de goede dingen in Baarn, dat het dicht bij Soest licht, dicht genoeg althans om belangstellend te kunnen meeleven”.

Ds. C.M. van der Loo (van 1960 tot 1966).

Ds. Rullmann nam op 1 oktober 1959 afscheid van de kerk van Soest om als conrector van het Zendingsseminarie in Baarn te gaan werken. Hij werd opgevolgd door ds. C.M. van der Loo (1904-1981) uit Dordrecht.

Ds. C.M. van der Loo (1904-1981).

Verscheidene vernieuwingen in de liturgie vonden in deze tijd plaats. Daarmee in verband werd ook een Commissie Kerkinterieur ingesteld, die opdracht kreeg mogelijkheden aan te reiken voor vernieuwingen van het kerkinterieur in verband met de veranderde liturgische inzichten. Zo werd gesproken over het invoeren van ‘het ene offer’, het meewerken aan de diensten van het kerkkoor, onder meer ter ondersteuning en verbetering van de gemeentezang. Een begin werd ook gemaakt met het zingen van de Geloofsbelijdenis en  begonnen werd met de uitbreiding van het diaconale werk naar het Werelddiaconaat. Ten behoeve van de gezinszorg werd een Zusterkring in het leven geroepen die in de gaten hield of ergens gezinshulp nodig was.

De Wilhelminakerk en erachter De Rank, van boven gezien.

In 1961 vond een belangrijke gebeurtenis plaats: de eerstesteenlegging voor het jeugd- annex gemeentecentrum De Rank! Ds. Van der Loo verrichtte deze daad op 30 mei dat jaar, en op 4 oktober kon De Rank in gebruik genomen worden. Ds. Van der Loo nam op 6 november 1966 afscheid van Soest en vertrok naar de kerk van Sliedrecht.

De beide Gereformeerde Kerken gefuseerd (1970).

Per 1 januari 1970 werden de twee zelfstandige Gereformeerde Kerken in Soest weer samengevoegd, na een samengaan van net geen tweeëndertig jaar. De Julianakerk en de Wilhelminakerk behoorden in het vervolg tot de ongedeelde Gereformeerde Kerk te Soest.

De predikanten van wijk ‘Noord’ (van rond 1970 tot 2017).

De Julianakerk in Soest-Noord.

De wijk rond de Julianakerk in Soest-Noord werd tot 2001 gediend door de volgende predikanten: ds. G. Rang (1931-2000) kwam per 1 januari 1970 van Soestdijk en vertrok in 1976 naar Nieuw-Vennep; ds. M. Wilschut (1913-1977) kwam per 1 januari 1970 van Soestdijk en ging in 1976 met emeritaat; ds. Joh. C. Baumfalk (1928-1984) kwam in 1977 van Diemen-WatergraafsmeerBijlmer en overleed in 1984.

Ds. Joh. C. Baumfalk (1928-1984).

Ds. D. Land (1935-2017) kwam in 1976 van Ruinerwold-Koekange en vertrok in 1987 naar Dokkum; ds. J. van Buuren (*1939) kwam in 1985 van Delft-Abtswoude en vertrok in 1994 naar Kollum; ds. J.P. Schouten (*1949) kwam in 1988 van Halsteren-Nieuw-Vossemeer en nam in 1997 afscheid wegens vertrek naar de kerk van Bloemendaal; ds. P. van Winden (*1962) kwam in 1995 uit Duivendrecht en diende in 2006 de Protestantse Gemeente te Soest.

De predikanten van wijk ‘Zuid’ (van rond 1970 tot heden).

De Wilhelminakerk (foto: Wikipedia).

De predikanten die de gemeente rond de Wilhelminakerk in Soest-Zuid tot 2017 dienden waren achtereenvolgens ds. D.H. Borgers (1928-2012), die in 1967 van Nijverdal naar Soest kwam en in 1972 naar Den Ham vertrok; ds. J. Rinzema (*1931) kwam in 1973 van Leeuwarden en vertrok in 1983 naar Utrecht-West; ds. H. van Heijst (*1943) kwam in 1984 uit Parijs en ging in 1990 naar Almkerk; ds. J.W. Huisman (*1944) kwam 1991 uit Baarn en ging in 2004 met emeritaat; de hervormde interim-predikant mevr. ds. M.M.C. Koole (*1975) diende de kerk van Soest van 2002 tot 2005; ds. W.L. Kievit (*1956) van Ugchelen kwam in 2006 naar Soest.

Een deel van het liturgisch centrum van de Wilhelminakerk.

Verder diende ds. H.J. Veltkamp (*1947) van 1979 tot 1980 als predikant van de Gereformeerde Kerk te Soest voor de missionaire dienst en was ds. J. van Veen (*1965) van 1987 tot 1992 als legerpredikant aan de kerk van Soest verbonden.

Momenteel zijn aan de Protestantse Gemeente te Soest als predikanten verbonden ds. K. Bregman, ds. W. Kievit en ds. G. Olsman, en als kerkelijk werker mevr. J. Bron.

Hoe het verder ging…

  • Uit de verdere geschiedenis vermelden we nog een paar punten die van belang zijn:
De Open Hof aan de Veenbesstraat.

1971 – De Open Hof aan de Veenbesstraat dateert uit 1971. Vanaf het begin besloten gereformeerden en hervormden ‘Samen Op Weg’ te gaan, waaraan in de nieuwsmedia behoorlijk wat aandacht besteed werd, omdat het in die tijd nog niet veel voorkwam. Uiteindelijk was de samenwerking in het midden jaren ’80 zover gevorderd dat in de praktijk sprake was van een federatieve gemeente. Het gebouw onderging in de loop der jaren verschillende aanpassingen.

Het interieur van De Open Hof.

Eerst kwamen er ruimten voor de jongeren bij en in 1994 werd de kerkzaal vergroot en verhoogd tot een lichte ruimte. In november 1997 werd het nieuwe Nijsse-orgel in gebruik genomen. Sinds 1 mei 2004 behoort De Open Hof, net als de andere wijkgemeenten in Soest, tot de Protestantse Kerk in Nederland.

1995 – In 1995 werd in Soest-Noord de Samen-op-Weg-gemeente gevormd. Aanvankelijk werden de gereformeerde Julianakerk en de hervormde Emmakerk beide gebruikt, maar dat werd financieel onhoudbaar. In februari 2001 werd, naar een ontwerp van architectenbureau Valk, een begin gemaakt met de verbouwing en aanpassing van de Emmakerk en het bijbouwen van nevenruimten. Op 2 december 2001 kon de eerste kerkdienst gehouden worden. De officiële ingebruikname vond plaats in het weekend van 19/20 januari 2002. De Julianakerk is najaar 2001 verkocht aan de Evangeliegemeente Soest.

2006 – Rond de eeuwwisseling leidde het ‘Samen-op-Weg’-proces tot het plan om bij de Oude Kerk een ondergronds dienstencentrum te bouwen en de Wilhelminakerk te verkopen. Het plan strandde en de Oude Kerk en Wilhelminakerk gingen daarna weer hun eigen weg. Het landelijk fusieproces van de Gereformeerde Kerken, de Nederlandse Hervormde kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden ging ondertussen natuurlijk wel gewoon door en in 2006 fuseerden ook in Soest de wijkgemeenten van de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente tot de Protestantse Gemeente Soest.

Het interieur van de Wilhelminakerk.

2008 – De Wilhelminakerk en De Rank werden met hulp van de medewerking van veel gemeenteleden grondig verbouwd. De kerkzaal kon daarna de toets der kritiek weer ruimschoots doorstaan en de grote betrokkenheid van vele leden zorgde mede voor een hechte gemeenschapsvorming.

2017 – Op 1 december 2017 werden de wijken Soest-Noord en Soest-Zuid opgeheven en kreeg de Protestantse Gemeente Soest één kerkenraad.

Doopschaal en paaskaars in de Wilhelminakerk.

2020 – Besloten werd dat de Wilheminakerk per 1 janauri 2021 buiten gebruik gesteld zal worden. Dat dit voor veel gemeenteleden een zeer bittere pil was laat zich raden. De laatste kerkdienst zal vermoedelijk – als dit althans door de gang van zaken met betrekking tot het Corona-virus mogelijk is – plaatsvinden op 31 januari 2021.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Soest.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk van Soest, Soest (1938-1970) en Soestdijk (1938-1970). Bron: Jaarboeken GKN en PKN.

Bronnen onder meer:

D. van Arkel, e.a., 75 jaar Christelijke Gereformeerde Kerk Soest. 1923-1998. Soest, 1998

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

B. Hooghwerff, Jacob de Ruig uit Soest, een vergeten oefenaar. In: Oude Paden, december 2011.

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

v.d. P. e.a., Jubileum van de Gereformeerde Kerk van Soest. 1938-1963. Soest, 1963

© 2020. GereformeerdeKerken.info