Bouwhistorisch rapport van ‘Oude Kerk’ Meppel

Omdat de protestantse (voormalig gereformeerde) Oude Kerk te Meppel t.z.t. zal worden gerestaureerd (de Oude Kerk wordt  de PKN-kerk van Meppel), is door Het Oversticht (link) een bouwhistorisch rapport opgesteld.

Het pas verschenen rapport.

Het pas verschenen 50-pagina’s tellende ‘Definitief rapport Oude Kerk Meppel’ noemt de als provinciaal monument beschermde kerk ‘van algemeen belang vanwege cultuurhistorische, architectuurhistorische en stedenbouwkundige waarden’. Het bouwhistorisch onderzoek moest worden ingesteld omdat onder meer vastgesteld moest worden welke monumentale waarden het gebouw na de voorgaande (soms ingrijpende) restauraties nog heeft, en waarmee rekening gehouden moet worden bij de komende restauratie.

De inhoud van het rapport.

Het rapport beschrijft de ‘stedenbouwkundige ontwikkeling’ van het kerkgebouw alsmede ‘de cultuurhistorische context’, waarbij men uiteraard terecht komt bij de geschiedenis van het kerkgebouw als gereformeerde kerk, die op 19 februari 1897 in gebruik genomen werd na de samenvoeging van de Christelijke Gereformeerde Gemeente (sinds 1892 Kerk A) uit de Afscheiding, en de Nederduitsche Gereformeerde Kerk  (sinds 1892 Kerk B) uit de Doleantie.

De gefuseerde Gereformeerde Kerken A en B besloten  samen een nieuwe kerk te bouwen aan de Groenmarktstraat.

Voorts wordt een overzicht gegeven van de architectuurhistorie, waarbij de loopbaan van architect Roelof Egbert Kuipers (1855-1922) aan de orde komt als bouwer van de kerk, waarbij natuurlijk ook een overzicht gegeven wordt van zijn werk in Meppel. Ook worden de in de loop der jaren uitgevoerde restauraties en ‘opknapbeurten’ van de Oude Kerk vermeld.

Verder wordt in het rapport weergegeven welke  onderdelen van het kerkgebouw volgens de onderzoekers een ‘hoge’, een ‘positieve’ of  een ‘indifferente’ monumentwaarde hebben. Men komt tot de conclusie dat de cultuurhistorische waarde van de kerk hoog is, ‘gezien de (voor-) geschiedenis van de Gereformeerde Kerk in Meppel’. Bovendien neemt de kerk nog altijd een beeldbepalende plek in. De toevoegingen door de restauraties in 1924 en 1972 worden grotendeels positief gewaardeerd. Bij die  aanpassingen en verbouwingen zijn het exterieur en (de ruimtewerking van) het interieur grotendeels in tact gebleven.

Het interieur van de ‘Oude kerk’ aan de Groenmarktstraat, lang geleden, nadat de stoelen voorin de kerk weggehaald waren.

Een ‘hoge waarde’ wordt toegekend aan het casco (met name de voor- en zijgevels), de kap, het dak, de open kerkzaal, het Walcker-orgel, de trappen in beide torens en de gaanderijen uit 1924. Een ‘positieve waarde’ wordt toegekend aan het bankenplan met de kerkbanken, de preekstoel en de ophoging van de zijportalen. Verder wordt aan  enkele onderdelen een ‘indifferente waarde’ toegekend, zoals de invulling van de hoge vensters met kozijnen van aluminium en glasramen, de afwerking van de achtergevel met spaanplaat, enz.

Verder wordt in het rapport aangegeven welke onderdelen van het kerkgebouw ‘zo weinig mogelijk’ moeten worden veranderd (het casco, het houten kerkplafond en de constructie ervan, het roostervenster in de voorgevel, enz.). Andere onderdelen mogen ‘slechts beperkt’ aangepast worden, zoals de inrichting van de kerkzaal met kerkbanken, de invulling van de gaanderijen uit 1924, het liturgisch centrum enz. Verder mag een aantal andere, relatief eenvoudig te realiseren aanpassingen verricht worden ‘zonder bijzondere waarden aan te tasten’, zoals het liturgisch centrum, de aanbouw van het zalencentrum Trias bij de kerk en de casco en inrichting daarvan, en vernieuwde ramen in de kerkvensters.

Het orgel uit 1913. Let ook op de stoelen voorin de kerk.

Aanbevelingen.

Het rapport besluit met conclusies en aanbevelingen. Zo verdient het ‘grote aanbeveling om tijdens de verbouwings- en restauratiewerkzaamheden aandacht te besteden aan de kleurafwerking van de wanden en de kleurstelling van het houtwerk van de gaanderijen. Het houten plafond van de kerkzaal was oorspronkelijk onbeschilderd.  Verder kan bekeken worden hoe de achtergevel nieuw elan kan krijgen na verwijdering van de spaanplaatdecoratie, die is aangebracht om de lichtinval te dempen’.

Tot slot.

Het rapport is voorzien van 79 afbeeldingen van het exterieur van de kerk, het interieur, de directe omgeving, en van vele details van de buitengevels. Als bronnen voor het bouwhistorisch onderzoek werd onder meer gebruik gemaakt van het archief van de Gereformeerde Kerk te Meppel en van een tweetal boeken over de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken in Nederland (‘Van Afscheiding tot Wederkeer?‘) en over de Gereformeerde Kerk te Meppel (‘Die verenigde wat gescheiden was‘), beide samengesteld door de redactie van GereformeerdeKerken.info.