Uit de pers (60) – 1963 Nieuws uit de kerken

In het nummer van 24 en 31 augustus 1963 van het Centraal Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Nederland kwamen we onder meer de volgende berichten tegen over plaatselijke Gereformeerde Kerken.

De redactie van GereformeerdeKerken.info plaatste de illustraties en [tussen vierkante haakjes] enkele aanvullende opmerkingen en/of gegevens.

Groei van Drachten.

De vroegere Drachtster Noorderkerk, na de ingrijpende verbouwing in 1957.

Het dynamische Drachten streeft heel wat gemeenten in Friesland in zielental voorbij. In deze provincie is de Gereformeerde Kerk van oud-Leeuwarden  het grootst, daarna volgt Drachten, dat een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt heeft. De kerk in Drachten werd in 1844 geïnstitueerd als Christelijke Afgescheidene Gemeente. In 1892 verenigden zich de Afgescheidenen van 1834 en de Dolerenden van 1886, en van die tijd af bestaat de Gereformeerde Kerk van Drachten. In januari 1920 kreeg men in Drachten in de persoon van ds. C.J. Hakman [1885-1956] de tweede predikant. Men had toen een zielental van ongeveer 1500. Onder de bezielende prediking van ds. Hakman begon het zaad, door de trouwe ds. H. Siertsema [1852-1933] gestrooid, rijke vrucht te dragen. Zo werd in 1925 een nieuwe kerk gebouwd, de Zuiderkerk.

Ds. C.J. Hakman (1885-1956).

In 1940 telde de kerk 2.700 zielen, doch direct na de Tweede Wereldoorlog daalde de curve van het zielental als gevolg van de kerkelijke geschillen [de Vrijmaking]. In 1948 werd het dieptepunt bereikt: de kerk telde toen nog slechts 2.100 zielen. Daarna nam het ledental weer toe, zodat in 1956 een zielental van 2.500 bereikt was. Dan vestigt Philips zich in Drachten. De rustige gemeente wordt een ‘drok Drachten’ en het aantal inwoners gaat met sprongen omhoog. Die dynamische groei deelt zich uiteraard ook mee aan de kerk. In 1957 2.850 leden, en dan jaarlijks toenemend tot 3.200, 3.600, 3.940, 4.200, 4.580, 4.830. En vorige week werd het cijfer 5.000 bereikt!

De gereformeerde Zuiderkerk die in 1925 in gebruik genomen werd. Deze is nog steeds als protestantse kerk in gebruik (foto: Reliwiki, Marlie van Oostveen).

De groei van Drachten houdt nog steeds aan en de Gereformeerde Kerk groeit mee. In 1958 doet ds. H.E. Wijnja [1926-1918] zijn intrede als derde predikant. Twee jaar later wordt ds. C. van der Giessen [1924-2013] als vierde predikant bevestigd, en binnenkort zal ds. K. Ubels [1923-2012] de vijfde predikant van Drachten zijn! Om de drie jaren kan men in deze Friese gemeente rekenen op de vestiging van een nieuwe predikantsplaats.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Drachten vanaf 1895 tot 2005 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

En als men nu nog weten wil hoe het in Drachten met de kerkgang gesteld is, dan kunnen wij u een percentage geven. Op zondag 28 april [1963] werden de kerkgangers geteld en dit was het resultaat: in de morgendiensten ging 41,8% van de leden naar de kerk en in de middagdiensten 48,4%. Dit gaf een daggemiddelde van 44,1%. Vorig jaar werd omstreeks dezelfde tijd een telling verricht: het dagresultaat was toen 47,1%. Een achteruitgang derhalve van 3%.

(24 augustus 1963)

Slordige kerkeraden?

Er schijnen nog altijd aardig wat slordige kerkeraden te zijn die er met het invullen en afgeven van attestatieformulieren maar een beetje met de pet naar gooien; dit blijkt uit het feit dat de Particuliere Synode van Zuid-Holland-West zich genoodzaakt heeft gezien er bij de generale synode op aan te dringen dat laatst genoemde synode zich nogmaals (let op het ‘nogmaals’ – red. CW) tot de kerkeraden wendt met het volgende vermaan:

  1. toch vooral ernst te maken met het afgeven van attestaties, en de ontvangende kerk in voorkomende gevallen zo volledig mogelijk in te lichten aangaande alles wat voor een goede pastorale bearbeiding dienstig kan zijn;
  2. de nodige voorzichtigheid te betrachten met het toelaten tot de gemeenschap der kerk van hen die van buiten de Gereformeerde Kerken komen en zich tevoren bij voorbeeld door het stellen van een proeftijd te vergewissen van hun kerkelijke trouw.

Het besluit werd genomen naar aanleiding van een voorstel van de classis ‘s-Gravenhage inzake het kerkelijk handelen met zogenaamde ‘randleden’. Dit voorstel werd niet aangenomen. Wel werd besloten zich met bovenstaande punten tot de generale synode te wenden. Ook werd een commissie ingesteld met de opdracht heel het stuk van de tuchtoefening, speciaal over ‘randleden’, nog eens te bezien en op de volgende particuliere synode te komen met voorstellen hoe de problemen die hier liggen het vruchtbaarst kunnen worden aangevat en hoe de tuchtoefening over deze leden dient te geschieden.

(24 augustus 1963)

Deskundige diakenen.

De toenmalige gereformeerde kerk te Elburg, later vervangen door de huidige Ichthuskerk.

In verband met de uitspraak van de Generale Synode van Leeuwarden 1955, dat de diakenen het tot hun verantwoordelijkheid zullen rekenen voor de nodige deskundigheid te zorgen, opdat zij goede raad en voorlichting kunnen geven en bij het ontmoeten van de overheid de zelfstandigheid en de waardigheid van de dienst de kerk weten te handhaven, besloot de kerkeraad van Elburg op voorstel van de praeses dat de diakenen voortaan acht jaar zitting zullen hebben.

(24 augustus 1963)

Spreken met Rome.

De Maranathakerk te Nijmegen, die in 1963 in gebruik genomen werd, en nog steeds als protestantse kerk dienst doet.

De kerk van Nijmegen heeft in een vergadering van de classis Arnhem de zaak van het gesprek met Rome ter tafel gebracht. Deze kerk denkt in de richting van het beroepen van een speciale predikant met bijzondere opdracht voor de evangelisatie onder rooms-katholieken. Dit zou moeten geschieden in samenwerking met de Deputaten Reformatie-Rome van de classis. Op verzoek van de kerk van Nijmegen zal de classis Arnhem hierop de aandacht vestigen bij de komende generale synode.

(24 augustus 1963)

De kleervrijheid.

De in 1939 in gebruik genomen gereformeerde kerk te Bennebroek.

In de kerkeraadsvergadering van Bennebroek werd besloten ten aanzien van de ambtsdragers wederom vrijheid omtrent de kleding tijdens de dienst in te stellen. Kleervrijheid dus, zoals ds. [C.] Klapwijk [1925-2005] het uitdrukte. Overigens is de instelling van deze kleervrijheid onderworpen aan één beperking en wel: behoudens bijzondere gelegenheden. Jammer genoeg verklapt ons het kerkeraadsverslag niet, wat onder ‘bijzondere aangelegenheden’ moet worden verstaan.

(24 augustus 1963)

Kerk en zwaluw.

“Papa, u moet een zwaluw in de kerk doen”, zo gaf een zesjarig kind van ds. A.C. Scherpenisse [1922-2010] te Scheveningen aan haar vader de raad. Het kind was pas met vakantie geweest en had een dienst meegemaakt in een kerk, waar tijdens de preek een zwaluw naar binnen gevlogen was. De predikantsspruit had door die zwaluw kennelijk een kostelijke dienst gehad! Ds. Scherpenisse vertelt dit in een artikel over ‘Kinderen in de kerk’, gepubliceerd in de Kerkbode voor Scheveningen.

(24 augustus 1963)

Offervaardigheid op Soemba.

Zendingskaart van Nederlands-Oost-Indie. Bij de pijl: Soemba (uit ‘Ons Zendingsboek’ door dr. J.H. Bavinck).

De gemeente te Langgairoe telt nu 425 leden totaal, en moet voor eigen kerkelijk leven in 1963 35.000 rupiah opbrengen, dat is ruim 80 rupiah per persoon. ‘Maar we zijn vol goede moed’, schrijft ds. Ndoeroemana. “Zelfs de weduwen in de gemeente geven met blijdschap 10 tot 25 rupiah als vaste bijdrage. Op 31 maart 1963 hadden 20 leden hun vaste bijdrage voor 1963 al voldaan”.  Toch zijn ze voor het merendeel geheel afhankelijk van hun tuin en rijstveld. Maar ze doen het met ijver en blijdschap.

(24 augustus 1963)

Mits een goed volume.

In de jaren ’60 was dit (tot 1969) de gereformeerde kerk in de Wilhelminastraat te ‘s-Gravenhage-Loosduinen. Daarna vervangen door een modern kerkgebouw.

De kerkeraad van ’s-Gravenhage-Loosduinen heeft uitgesproken, er geen bezwaar tegen te hebben als de op de 8 september [1963] te houden jeugdzondag de collecte voor het Jeugdcentrum door de jeugd zelf tijdens de nazang wordt gehouden. Eveneens sprak men uit er geen bezwaar tegen te hebben dat in deze dienst de Schriftlezing door jeugdigen wordt verzorgd, mits deze jeugdigen over een voldoende geluidsvolume beschikken.

(24 augustus 1963)

Nou, nou…

De toenmalige Noorderkerk (achter de pastorie) te Dokkum (foto: Reliwiki, mevr. A. Stok-Britting).

In Dokkum blijken sommige jeugdige kerkgangers een nare gewoonte te hebben. We lezen er over in de Friese Kerkbode. Speciaal de jeugd wordt vermaand niet in de banken te snijden. Beoefen de houtsnijkunst buiten de kerk, zo wordt verzocht. Maar dan volgt in een naschrift: ‘Binnen de kerk heb je nodig: je hart en je oren en je portemonnee; buiten de kerk: je mes’. En dit lezende denken wij: ‘Nou, nou…’. Daarbij herinneren we ons in een roman van Anne de Vries gelezen te hebben, dat iemand aan een jongeman, die op vrijersvoeten zal gaan, vraagt: ‘Heb je ’t mes en de buusdoek?’ Wij persoonlijk opereren ook buiten de kerk, maar liever zonder mes.

(24 augustus 1963)

Hogeschool en Kerk.

De Vereniging ‘Voor Hoogeschool en Kerk’ is thans weer in de gelegenheid een beperkt aantal nieuwe aanvragen om aanvullende geldelijke steun voor studenten aan de Theologische Hogeschool te Kampen in overweging te nemen.

De advertentie van de Vereniging  ‘Hoogeschool en Kerk’.

Het bestuur van de vereniging werd hiertoe in staat gesteld doordat enkele studenten met hun studie thans zo ver zijn gevorderd, dat zij deze steun niet langer behoeven. Eventuele gegadigden voor een aanvullende steun, kunnen zich tot uiterlijk 2 september a.s., met een uitvoerige toelichting, wenden tot de secretaris van de vereniging.

Naar wij vernemen zijn aan de toekenning van steun door de Vereniging ‘Voor Hoogeschool en Kerk’ geen andere voorwaarden verbonden dan dat men bij het betrekken van de pastorie lid wordt van de vereniging tegen een jaarlijkse contributie die van een dergelijke hoogte is dat deze voor niemand een bezwaar kan zijn. Het bestuur is ook bevoegd tot steunverlening wanneer men thuis afstudeert. Verder kan een bescheiden bijdrage worden toegekend voor de aankoop van boeken.

(23 augustus 1963)

Telegram van Kennedy voor Geref. Oec. Synode.

De Gereformeerde Oecumenische Synode die in Grand Rapids (in de Amerikaans staat Michigan) bijeen is geweest, heeft van de president van de Verenigde Staten, John F. Kennedy, een telegram ontvangen waarin de beste wensen voor de gedelegeerden naar de synode werden uitgesproken en voor het werk dat zij hadden te verrichten.

Het agendum en de Acta van de Gereformeerde Oecumenische Synode van 1963.

President Kennedy wees er op dat meer dan ooit tevoren de wereld behoefte heeft aan mensen met een sterke morele overtuiging en mensen met een talent om leiding te geven. De kerken der gereformeerde gezindte hebben door de eeuwen heen getoond dat deze zaken hun en hun kerken ter harte gaan.

President Kennedy zei in zijn telegram ervan overtuigd te zijn dat de resultaten van deze oecumenische synode zeker niet zullen nalaten een doordringende morele invloed uit te oefenen op de mogelijkheden ter oplossing van de vraagstukken die de mensheid vandaag bezighouden.

(24 augustus 1963)

Voorlichting aan de broeders en zusters.

De gereformeerde kerk te Schoonrewoerd.

Wij zeggen het in alle liefde, maar het is soms bar en boos op welke wijze de gemeente wordt ingelicht over kerkeraadsvergaderingen. Zo lezen wij bijvoorbeeld in een in de kerkbode van de classis Gorinchem afgedrukt verslag van een kerkeraadsvergadering te Schoonrewoerd: “De geestelijke stand der gemeente wordt besproken. Als de kerkvisitatoren zijn vertrokken, wordt nog een diaconale zaak besproken. Nog worden een paar zaken betreffende het orgel besproken”. En tenslotte meldt het verslag ook nog: “Met de rondvraag worden nog een paar zaken behandeld”.

De broeders en zusters van Schoonrewoerd weten nu tenminste dat de kerkeraad niet doelloos vergaderd heeft. Integendeel, de kerkeraad heeft besproken en behandeld. En wat heeft ze besproken? Zaken, broeders en zusters, zaken!

(31 augustus 1963)

Het scribaat.

Ergens in ons land was een scriba die nooit notulen maakte van kerkeraadsvergaderingen. Hij zei, dat hij alles in zijn hoofd had. Men wees hem er op dat, uit hoofde van een waardevolle overlevering aan het nageslacht, schriftelijke vastlegging van de hoofdzaken noodzakelijk was, maar dat hielp niet. Ten einde raad besloot de kerkeraad tot harde maatregelen over te gaan. Men ging tot hoofdelijke stemming over en kwam tot het voor vast en bondig te houden besluit, dat voortaan de scriba verplicht was, notulen te maken. Er was één stem tegen: die van de scriba. Uiteindelijk legde de scriba zich neer bij het besluit, want naar goed gereformeerd kerkrecht heeft de minderheid zich te conformeren aan de meerderheid. Op de eerstvolgende kerkeraadsvergadering las de scriba de volgende notulen: “Notulen van de kerkeraadsvergadering, gehouden op 26 juni 1963. 1. De vergadering wordt geopend; 2. De te behandelen zaken worden behandeld; 3. De vergadering werd gesloten”.

Bovenstaande geschiedenis lazen wij in de Gereformeerde Kerkbode voor de classes Barendrecht en Dordrecht en wij dachten: Jammer genoeg heeft deze scriba in feite veel navolgers…

(31 augustus 1963)

Goedkoper.

De toenmalige Ontmoetingskerk te Rozenburg.

In de kerkeraadsvergadering van Rozenburg werd gesproken over de eventuele aanschaffing van een geluidsinstallatie. Het bleek, dat een dergelijke installatie duizend of vijfhonderd gulden zal vergen. Toen werd het advies gegeven: vooraan zijn nog plaatsen vrij, laten dus degenen, die het achterin de kerk minder goed kunnen horen, naar voren lopen. De kerkeraadsverslaggever tekent hierbij aan: ’Als u naar de bakker gaat, blijft u toch ook niet bij de deur staan, maar loopt u door naar de toonbank om brood in ontvangst te nemen? Nu het gaat om het ware brood des levens moeten we er immers nog meer bij zijn. Of is uw plaats u meer waard?’

(31 augustus 1963)

Toen was er nog maar één…

De toenmalige Oosterkerk te Dokkum.

Onder de mededelingen van de kerk van Dokkum lazen we: “In de Oosterkerk was zondagmiddag slechts één ouderling aanwezig. Naar men mij meedeelde moesten er tien zijn. Een trieste zaak. Ik dacht, dat als een dienstdoende ambtsdrager wettig verhinderd is, hij zelf zorgt dat een ander zijn plaats inneemt. Waar waren de negen anderen?”

(31 augustus 1963)

Bron:

Centraal Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Nederland, augustus 1963