De Gereformeerde Kerk te IJmuiden (2)

De tijd tot de fusie met IJmuiden-Oost in 1952.

De predikanten tot 1940.

( < Naar deel 1 )  – Na het vertrek van ds. Huizing nam de kerkenraad het beroepingswerk weer ter hand. Het op ds. N. Buffinga (1887-1954) van het Friese Oosthem  uitgebrachte beroep had succes; de predikant deed op 15 juni 1919 intrede in de kerk van IJmuiden.

Ds. N. Buffinga (1887-1954).

Hij diende de kerk tot 1922, toen hij naar Rotterdam vertrok. Ds. Buffinga werd opgevolgd door achtereenvolgens ds. Joh. Jansen (1873-1956) van Ten Boer, die van 1922 tot 1926 aan de kerk verbonden was; ds. S. van Leeuwen (1883-1928) van Franeker, die van 1926 tot zijn overlijden in 1928 predikant van IJmuiden was; ds. W. Seinen (1894-1964) van Opperdoes, die als tweede predikant van 1929 tot 1931 in IJmuiden werkte en toen naar Baarn vertrok; en ds. R.J. van der Meulen (1904-1994), die van 1928 tot 1929 hulpdiensten verrichtte maar op 24 februari 1929 intrede deed als predikant, en de kerk van IJmuiden vervolgens tot 1938 diende. Daarna vertrok hij naar de kerk van Zaandam. Ds. S.E. Wesbonk (1897-1992) van Hoorn deed op 28 augustus 1932 intrede en was zestien jaar, tot 1948, aan de kerk van IJmuiden verbonden. Toen vertrok hij naar de kerk van Wolvega. Ds. J. Kapteyn (1908-1942) diende de kerk van IJmuiden van februari 1939 tot juli 1941. Daarna vertrok hij naar de kerk van Groningen, waar hij wegens zijn anti-Duitse houding door de Duitse bezetters opgepakt werd en enige tijd daarna vermoord.

Ds. S. Wesbonk (1897-1992).

De Kerk van IJmuiden groeit.

De haven van IJmuiden was er de oorzaak van dat het dorp en  de Gereformeerde Kerk flink groeiden. Het logische gevolg daarvan was dat de kerkgangers in de kerk aan de Wilhelminakade steeds dichter op elkaar kwamen te zitten. De kerkenraad had steeds getracht het aantal zitplaatsen uit te breiden, maar uiteindelijk had men al in 1917 besloten voor ruim fl. 14.000 een stuk grond aan de Snelliusstraat aan te kopen, bestemd voor kerkbouw. Later bleek door het gemeentelijke uitbreidingsplan dat de grond voor kerkbouw niet meer beschikbaar was en ging kerkbouw op die locatie niet door.

In 1930 werd opnieuw over de kerkbouw gesproken. Nu ging het over een kerk aan de toenmalige James Wattstraat (die tegenwoordig Moerbergplantsoen heet), maar de plannen werden afgestemd. Dat was de reden dat de kerkenraad met ingang van 7 december 1930 kerkdiensten hield in het gehuurde gymlokaal van de Marnixschool aan de Nobelstraat, waar ongeveer 200 kerkgangers een plaats konden vinden. Na de kerkdiensten moesten de meubels weer verwijderd worden. De lerarenkamer werd benut als ‘consistorie’. De bezetting van de ‘hulpkerk’ was zo groot dat men besloot ook het Avondmaal daar te vieren, al was dat aanvankelijk niet de bedoeling. Overigens werd, ondanks de bouw van de kerk aan Rambonnetlaan (in 1939, waarover straks meer), ook ná de Tweede Wereldoorlog gebruik gemaakt van de locatie aan de Nobelstraat.

Van links naar rechts: pastorie, kerk en woning aan de Wilhelminakade.

Iets over het kerkelijk leven.

Landelijk speelde halverwege de jaren ’20 de kwestie-Geelkerken een belangrijke rol. Dr. J.G. Geelkerken (1879-1960) van Amsterdam-Zuid had in een preek de ‘zintuiglijke waarneembaarheid’ van de bomen in het paradijs en van de sprekende slang uit Genesis 3 in het midden gelaten, wat hem op een klacht van een van zijn gemeenteleden kwam te staan. Uiteindelijk liep de zaak zo hoog op, dat de predikant in 1926 werd afgezet. Samen met collega’s vormden zij de Gereformeerde Kerken in Nederland (in Hersteld Verband). In IJmuiden kwam de zaak weliswaar zo nu en dan in de kerkenraad aan de orde, maar veel rumoer ontstond er niet over.

De Gereformeerde Kerk van IJmuiden had ondertussen al de beschikking over een eigen kerkblad: Predikbeurten en Mededeelingen van de Gereformeerde Kerk te IJmuiden. In 1928 werd ook de Kerk van Velseroord (sinds 1927 IJmuiden-Oost genoemd) bij de uitgave van het blad betrokken, terwijl de Gereformeerde Kerk te Velsen vanaf  1935 ook aan het toen IJmuider Kerkbode geheten kerkblad meewerkte.

‘Het kerkje van Apekrom’ aan de Willebrordstraat in IJmuiden-Oost werd te klein. Daarom werd besloten een nieuwe kerk te bouwen aan de Velserduinweg (foto: ‘Van Geitenschuur tot Ichthuskerk’).

Kort intermezzo: De Gereformeerde Kerk te IJmuiden-Oost.

Wat de kerk van IJmuiden-Oost (het voormalige Velseroord) betreft, bleek dat het kerkgebouw aan de Willebrordstraat  (‘het kerkje van Apekrom‘)  langzaam maar zeker te klein werd. In 1926 kocht men daarom een stuk grond van 1200 m² aan de Velserduinweg, terwijl  architect Egbert Reitsma (1892-1972) uit Groningen opdracht kreeg daar een nieuwe kerk te bouwen. Aannemer Edo Kwant sleepte in oktober 1928 de aanbesteding binnen, en zo kon daar op 3 oktober 1929 de eerste dienst gehouden worden.

De kerk aan de Velserduinweg in IJmuiden-Oost (foto: Reliwiki; schilderij door J.H. Verhoog; foto daarvan door B.C. Scheffers).

Verenigingsleven etc. in IJmuiden.

Ook in de groeiende kerk van IJmuiden werd het verenigingsleven steeds omvangrijker. Er bestond een behoorlijk aantal clubs en verenigingen, voor jong en oud. Jeugdclubs hadden klinkende namen als Lenteklokjes, Floribunda, Meisjesroeping, Leer mij volgen, IJvert naar de beste gave en Wees een Zegen.

Ook de catechisaties werden druk bezocht. Er waren veel groepen geformeerd, gerangschikt naar leeftijd en de jongens en de meisjes apart. Het Kort Begrip werd gebruikt als beknopte weergave van het christelijk geloof en natuurlijk moesten ‘vragen en antwoorden’ uit de Heidelbergse Catechismus (een van de drie belijdenisgeschriften van de Gereformeerde Kerken) uit het hoofd geleerd worden. Daarnaast waren er ook groepen voor belijdeniscatechisanten.

Niet iedereen bezocht de catechisaties overigens altijd even trouw. Zo werd in 1925 in het kerkblad een overzicht gegeven van het verzuim in enkele weken tijd, waaruit kon worden opgemaakt dat soms de helft van de jongens afwezig was. ‘Willen de ouders er mee rekening houden dat, als er geen catechisatie is, dit wel officieel bekend gemaakt wordt in ’t blaadje of van den kansel?’

Kerkzang.

De kerkenraad voerde de uitbreiding van de bundel ‘Eenige Gezangen’ op Eerste Kerstdag 1934 in.

Gereformeerden hadden nooit veel op met het zingen van gezangen. In de tijd van de   Afscheiding had dat al tot roerige tonelen geleid. De 150 psalmen, die regelrecht uit de Bijbel kwamen, waren toch meer dan genoeg? En die gezangen konden immers volgens velen de toets der kritiek niet doorstaan? Tóch was in de Gereformeerde Kerken een flinterdun bundeltje Eenige Gezangen in gebruik met eigenlijk ook rechtstreeks uit de bijbel gehaalde liederen, zoals de Lofzang van Maria. Dat bundeltje Eenige Gezangen werd met instemming van de synode in 1933 uitgebreid werd tot een negenentwintigtal liederen. Voor- en tegenstanders van het zingen van gezangen namen elkaar in brochures en kerkbladartikelen stevig de maat. Uiteindelijk besloot de kerkenraad van IJmuiden de uitgebreide gezangenbundel met ingang van de Eerste Kerstdag van 1934 in de kerkdiensten in te voeren.

Voortgaande groei in IJmuiden.

Ds. R.J. van der Meulen (1904-1994).

Ondertussen bleef de kerk van IJmuiden lekker doorgroeien. Dat was dan ook de reden dat hulppredikant R.J. van der Meulen in 1929 werd beroepen als tweede predikant. Nadat achtereenvolgens kerkbouwplannen aan de Snelliusstraat (1917) en aan de James Wattstraat (1930) niet doorgingen en een ‘hulpkerk’ in gebruik genomen werd in een gymlokaal, kwam uiteindelijk halverwege de jaren ’30 een nieuw plan voor kerkbouw op tafel. Aan de Burgemeester Rambonnetlaan (tegenwoordig de Kompasstraat, op de hoek met de Snelliusstraat) zou dan toch een nieuwe kerk gebouwd worden. Allerlei mogelijkheden werden bedacht om geld bij elkaar te krijgen, zoals de ‘Vrouwenactie Nieuwe Kerken’, die in 1938 werd opgericht. Deze commissie verspreidde spaarbusjes in gereformeerde gezinnen, waarin men geregeld gaven kon deponeren.

De kerk aan de Rambonnetlaan, later ‘Ichthuskerk’ genoemd.

Als architecten voor het nieuwe kerkgebouw werden aangetrokken H.J.W. Meyran en N.C. ten Broeke, terwijl als aannemers uit de bus kwamen de fa. Gebr. Dienaar. Welke naam de kerk zou krijgen was aanvankelijk nog niet bekend; vooralsnog sprak men van ‘de kerk aan de Rambonnetlaan’. Later zou het ‘Ichthuskerk’ worden, maar dan zijn we al na de oorlog aanbeland. Hoe dan ook, de bouw vorderde voorspoedig en de IJmuidenaren konden in hun krant van 2 maart 1939 precies lezen hoe de kerk er van binnen uitzag:

IJmuider Courant, 2 maart 1939.

Op 24 april 1939 werd de kerk overgedragen aan de kerkenraad in aanwezigheid van vele gemeenteleden. Er waren in de kerk die avond 450 zitplaatsen en 200 staanplaatsen; ook was de kerk de twee volgende dagen te bezichtigen. Van deze plechtigheid in ‘het  ‘overvolle kerkgebouw’ gaf de IJmuider Courant een uitvoerig verslag:

IJmuider Courant, 25 april 1939.

De Tweede Wereldoorlog.

In de oorlogsjaren was van 1941 tot 1943 kandidaat J. Haitsma (1913-2007) als hulppredikant aan de kerk van IJmuiden verbonden.

In opdracht van de bezetters moest een groot deel van het westelijk deel van IJmuiden ontruimd worden in verband met de verdediging van de kustlijn en de havenmond. Daardoor moesten maar liefst 3.000 woningen worden afgebroken terwijl bombardementen nog vele andere woningen beschadigden of vernietigden. Veel bewoners, onder wie de meeste kerkleden namen de wijk naar diverse plaatsen in de omgeving of trokken verder weg, voorzien van een reisattestatie. Een van hen was ds. Wesbonk die in die tijd als hulppredikant in Drachten werkzaam was. Verder naastten de bezetters de kerken, die vóór 1 januari 1943 leeg moesten zijn. De Commissie van Administratie (zoals de Commissie van Beheer toen heette) bracht zoveel mogelijk onderdelen van het interieur van de kerken in veiligheid. De oude Sint Bavokerk diende als opslagplaats voor kerkelijke eigendommen. Het orgel uit de kerk aan de Koningin Wilhelminakade werd door een orgelfirma gedemonteerd en veilig opgeborgen (overigens was de Koningin Wilhelminakade op last van de Duitsers omgedoopt tot Noorderkade…). Wat de kerk aan de Rambonnetlaan betreft: deze diende voor de Duitsers als paardenstal.

De kerkenraad hield zijn vergaderingen dus elders. Aanvankelijk kwam men bij elkaar in de grote Kloppersingelkerk te Haarlem en kort na de oorlog eerst in de consistorie van de gereformeerde kerk van Santpoort en daarna in de Marnixschool te IJmuiden.

Grote schade aan de kerkgebouwen.

De kerk aan de Wilhelminakade werd verwoest (foto: ‘Van Geitenschuur tot Ichthuskerk’).

De schade aan de beide kerken was enorm. Hoewel de Ichthuskerk van buiten vrijwel onbeschadigd leek was het interieur ‘een grote ruïne’. Ook de pastorie van de Ichthuskerk was flink beschadigd. Nog veel erger was de kerk aan de Wilhelminakade er aan toe. Ze was door geallieerde bombardementen zeer zwaar beschadigd, in feite vernield. Aan herbouw viel niet te denken. Vandaar dat na de oorlog besloten werd de kerk aan de Rambonnetlaan te herstellen en samen met de kerk van IJmuiden-Oost (het vroegere Velseroord) ’twee nieuwe kerken te bouwen’.

Hoe dan ook, van beide beschadigde c.q. verwoeste kerken kon voorlopig geen gebruik gemaakt worden. Gelukkig konden de kerkdiensten gehouden worden in de hervormde kerk aan de Kanaalstraat, in de Goede Herderkerk aan de Velserduinweg en in het gymlokaal van de Marnixschool.

Herstel van de kerk aan de Rambonnetlaan.

IJmuider Courant, 7 december 1949.

In oktober 1949 viel het besluit om in ieder geval de kerk aan de Rambonnetlaan in de oorspronkelijke staat – zij het met enkele wijzigingen – te herstellen. Het aantal zitplaatsen werd met honderd vergroot naar 620 en op 22 december 1950 kon de kerk weer in gebruik genomen worden. Nu had het kerkgebouw ook zijn  definitieve naam gekregen: Ichthuskerk. Meteen na de her-ingebruikneming  werd achter de kerk ook een verenigings- annex jeugdgebouw neergezet. Op 23 december 1950, een dag nadat de Ichthuskerk in gebruik genomen was, werd daarvoor de eerste steen gelegd. Om geld bij elkaar te krijgen werden natuurlijk weer acties georganiseerd, zoals de verkoop van bouwstenen onder de treffende slogan: ‘Allen in touw voor het verenigingsgebouw’. Op 3 september 1951 kon het gebouw in gebruik genomen worden. De uitkomst van een naamgevingsprijsvraag was dat het gebouw ‘Ichthusburcht’ zou gaan heten.

De Vrijmaking (1945).

Ds. E.G. van Teylingen (1903-1980).

De onenigheid over een aantal ‘leergeschillen’ die sinds de jaren ’30 in de Gereformeerde Kerken besproken werden liep steeds verder op. Ook in IJmuiden waren gemeenteleden die zich niet konden verenigen met de besluiten die de generale synode genomen had over onder meer de zienswijze op Doop en Verbond. Vlak voordat de kerkenraad zijn vergaderingen in verband met de oorlogsomstandigheden moest staken werd in juli 1944 nog melding gemaakt van het feit dat er ‘gisting in het kerkelijk leven’ was. Afgesproken werd dat de kerkenraden van IJmuiden en IJmuiden-Oost na de oorlog gezamenlijk de zaak in de gemeenten verder zouden bespreken. Ds. E.G. van Teylingen (1903-1980) van IJmuiden-Oost hield toen tijdens een gemeentevergadering een goed doortimmerd betoog waarin de zaak van alle kanten werd bekeken. Zijn toespraak werd later in druk uitgegeven.

Het boekje van ds. Van Teylingen.

Toch bleef een aantal gemeenteleden het met de synodebesluiten oneens en handhaafde het verzoek aan de kerkenraad om de besluiten van de synode niet ‘voor vast en bondig’ te houden, maar zich ervan los te maken. De kerkenraad ging op dat verzoek niet in. Een aantal gemeenteleden in IJmuiden maakte zich toen in navolging van hun leidsman dr. K. Schilder (1890-1952), hoogleraar in Kampen  ‘vrij’, en op 19 december 1945 werd in IJmuiden dan ook een ‘vrijgemaakte’ Gereformeerde Kerk geïnstitueerd. Daaruit kon worden geconcludeerd dat door de Vrijmaking in IJmuiden nogal wat  leden vertrokken waren. In 1946 was het ledental van de vrijgemaakte kerk nog 87, een jaar later waren er honderd meer.

Fusie van de kerken van IJmuiden en IJmuiden-Oost (1952).

De predikanten van IJmuiden-Oost.

Ds. G.J. Wissink (1875-1939).

Sinds de instituering van de Gereformeerde Kerk te Velseroord, later IJmuiden-Oost genoemd, dienden achtereenvolgens de volgende predikanten deze kerk: ds. G.J. Wissink (1875-1939) van 1919 tot 1925; ds. H. Holtrop (1899-1965) van 1926 tot 1929; ds. Chr.W.J. Teeuwen (1898-1964) van 1930 tot 1934; ds. E.G. van Teylingen (1903-1980) van 1934 tot 1946; ds. J. van Buuren (1911-2001) van 1946 tot 1951 en ds. J.A. Tiemens (1908-1970) van 1951 tot de fusie met de kerk van IJmuiden, die per 1 april 1952 plaatsvond. Daarna was ds. Tiemens nog tot zijn overlijden in 1970 aan de kerk van IJmuiden verbonden.

Ds. J.A. Tiemens (1908-1970).

Over het ontstaan (in 1917)  van de Gereformeerde Kerk te Velseroord, later IJmuiden-Oost genoemd,  verhaalden we al in deel 1 van dit artikel. Eigenlijk was die zelfstandigwording het gevolg van de sluiting van de kerk aan  de IJmuidensestraatweg, toen de kerk aan de Wilhelminakade geopend werd. Toen de Tweede Wereldoorlog voorbij was ontstonden echter plannen om weer samen te gaan ‘en samen twee kerken te bouwen’.

De Kerk Velserduinweg afgebroken.

De kerk aan de Velserduinweg.

De Kerk van IJmuiden-Oost had – zoals we al eerder aangaven – in 1929 een grotere kerk aan de Velserduinweg gekregen met vijfhonderd zitplaatsen. De kerk was op 3 oktober 1929 in gebruik genomen. In de Tweede Wereldoorlog moest een deel van de woningen in IJmuiden-Oost in opdracht van de bezetters worden ontruimd en afgebroken. Ook de kerk aan de Velserduinweg lag in dat gebied, zodat op 25 december 1944 de laatste dienst gehouden werd. Zoveel als mogelijk was werd de inventaris, inclusief het orgel, uit de kerk verwijderd en elders opgeslagen. Gelukkig konden de gereformeerde kerkdiensten sindsdien enige tijd in de hervormde Goede Herderkerk, ook aan de Velserduinweg, gehouden worden.

De Bethelkerk in gebruik genomen (1952).

Aan de Zeeweg, in de buurt van de Lariksstraat, verkreeg de kerkenraad van IJmuiden-Oost na de oorlog een stuk grond. Al in 1948 werd een architect gevraagd een ontwerp te maken voor een nieuwe kerk. Tegenover de kerk werd een stuk grond voor een pastorie verkregen. Door allerlei omstandigheden kon de aanbesteding pas in december 1950 gehouden worden;  nog geen maand later bleek dat de laagste inschrijver C.J. van Heijst was, die de opdracht voor fl. 176.500  in de wacht sleepte. Op 15 januari 1951 begon hij met de bouw. Ook werd voor de prijs van ruim fl. 20.000 een orgel gebouwd door de fa. B. Pels & Zoon te Alkmaar. Voor deze kerk werd net als voor de Ichthuskerk in IJmuiden een naamgevingsprijsvraag uitgeschreven. Uiteindelijk werd uit de ingekomen inzendingen  de naam Bethelkerk gekozen. Op 5 maart 1952 werd de kerk in gebruik genomen onder leiding van ds. J.A. Tiemens.

De nieuwe Bethelkerk in IJmuiden-Oost.

Ook kerkleden uit het nabijgelegen Driehuis, behorend tot de Gereformeerde Kerk te Velsen, bezochten enige tijd na de ingebruikneming de Bethelkerk. Ze hadden namelijk sinds de Tweede Wereldoorlog eigen kerkdiensten gehad in de koffiekamer van Begraafplaats Westerveld. Maar per 1 januari 1952 werden Driehuis en een jaar later ook de villawijk Velserbeek toegevoegd aan het territoir van de kerk van IJmuiden.

Na de fusie: De Gereformeerde Kerk te IJmuiden (1952).

Per 1 april 1952 werd de fusie van de Gereformeerde Kerk te IJmuiden (met 1402 leden) en die te IJmuiden-Oost (met 901 leden) een feit. De naam van de kerk werd De Gereformeerde Kerk te IJmuiden. Want of je nou in ‘Oost’ of in ‘West’ woonde, het was allebei IJmuiden.

Naar deel 3 >

© 2020. GereformeerdeKerken.info