De Bergsingelkerk te Rotterdam (2)

De Vrijmaking (1944).

( < Naar deel 1 ) – Terwijl de strijd tegen de duistere machten uit het Oosten voortging, woedde in de Gereformeerde Kerken een kerkstrijd.

Gemeentelid P. Luitse vroeg de kerkenraad in een brochure de schorsing van prof. Schilder niet te erkennen.

Dr. K. Schilder (1890-1952), hoogleraar aan de Theologische Hogeschool in Kampen, had met vele anderen bezwaren tegen de besluiten over Doop en Verbond van de synode 1943-1945. De strijd, die aanvankelijk in woord en geschrift vooral tussen theologen gevoerd werd, plantte zich ook in de kerken voort, zo ook in Rotterdam-Centrum. Een van de bezwaarschriftschrijvers was gemeentelid P. Luitse, die de kerkenraad vroeg de synodebesluiten over de schorsing (en later afzetting) van dr. K. Schilder te verwerpen. De kerkenraad ging daar niet op in. Uiteindelijk verlieten maar liefst zevenhonderd leden de Gereformeerde Kerken en voegden zich bij de Vrijgemaakte kerk, die in Rotterdam op 17 september 1944 geïnstitueerd werd. Daaronder waren ook veel gemeenteleden die tot de wijk van de Bergsingelkerk behoorden. Er gingen overigens geen predikanten met de Vrijmaking mee.

Het voorlichtingsboekje voor de gemeenteleden.

De predikanten van Rotterdam (-Centrum) schreven namelijk samen het boekje ‘Bouwen… of breken? Een woord tot onze kerkleden door de predikanten van de Geref. Kerk van Rotterdam’, waarin zij gemeenteleden uitlegden wat er aan de hand was en waar de geschillen over gingen. Het boekje ontstond omdat de predikanten bij hun voorlichtingswerkzaamheden in de gemeente merkten dat vele bezwaarden  ‘eenvoudige onderwijzing’ nodig hadden. Die werd gegeven in de vorm van lezingen tijdens gemeentevergaderingen en  later op verzoek in brochurevorm gepubliceerd.

Na de oorlog.

Na de oorlog werd het kerkelijk leven  langzaam weer opgebouwd. Het ledental was door de vele slachtoffers en door de Vrijmaking sterk achteruitgegaan. Na de oorlog nam het aantal geboorten toe, waardoor het ledental in 1951 toch weer ruim 9.300 bedroeg. Ds. P. Robbers (1906-1971) was in 1946 als zevende dienstdoende predikant naar Rotterdam gekomen, de eerste predikant  die na de oorlog beroepen werd.

Op 23 januari 1953 werd de (tweede) Nieuwe Oosterkerk aan de Boezemweg  in gebruik genomen, die in de plaats was gekomen van de in de oorlog verwoeste kerk van dezelfde naam aan de Goudseweg; er konden  zo’n 1.000 kerkgangers een plaats  vinden. De dubbele diensten in de Bergsingelkerk konden daardoor met ingang van 26 januari weer worden afgeschaft.

Koster Metz overleed in 1950; hij werd door zijn zoon Izak opgevolgd, die tot 1979 dienst deed.

Ds. P. Robbers (1906-1971) op latere leeftijd.

Kerkklokken en de rest (1955).

Omdat in 1915 voor het aanbrengen van kerkklokken in de toren van de Bergsingelkerk geen geld was, moest dat worden uitgesteld tot 1955, toen in de grote toren maar liefst vier klokken van verschillende grootte en klank werden opgehangen. Het luiden ging elektrisch.

Omdat men toch bezig was werden ook meteen de plannen voor het opknappen van het kerkinterieur ter hand genomen. De sombere donkere kleur die in de kerkzaal de overhand had wilde men veranderen. De bruine banken werden door schilder en gemeentelid Weggeman in een fris groenblauw verfje gezet, terwijl het hout aan de voorkant van de preekstoel zwart, en de achterzijde crème geschilderd werd.

Achteruitgang.

De nieuwe buitenwijken van Rotterdam lonkten! Veel gemeenteleden die de oude wijken rondom de Nieuwe Noorderkerk in de Snellemanstraat bewoonden, trokken naar de nieuwe stadsperiferie, terwijl de ontkerkelijking in de Maasstad ook haar tol begon te eisen waardoor de financiën steeds beperkter werden.

De Nieuwe Noorderkerk aan de Snellemanstraat te Rotterdam werd afgestoten.

Het kon daarom ook niet uitblijven dat de kerkenraad besluiten zou moeten nemen  ten aanzien van buitengebruikstelling van een of meer van de vijf kerkgebouwen. Toen in 1966 het gerucht de ronde deed dat de nieuwste kerk van de Rotterdamse Gereformeerde Kerk, de (tweede) Nieuwe Oosterkerk aan de Boezemweg  het onderspit zou delven, leidde dat tot grote onrust bij de gemeenteleden. Men spande alle krachten tot het uiterste in om te zorgen dat de kerk ook financieel kon blijven voortbestaan. De kerkenraad besloot uiteindelijk in april 1966 dat de oudste kerk, de uit 1901 daterende Nieuwe Noorderkerk zou worden gesloten. De kerkgangers van die kerk – woonachtig in het Oude Noorden – werden ingedeeld bij de Bergsingelkerk, terwijl de bewoners van Crooswijk verzocht werden in het vervolg in de Nieuwe Oosterkerk de diensten bij te wonen.

Ds. Robbers en de provo’s (1966).

In oktober 1966 bezocht een groepje provo’s, ‘jongens en meisjes in ongebruikelijke kledij’, de middagdienst waarin ds. Robbers voorging. Aanvankelijk leek het dat zij geen woord van het Woord wilden missen, want  vanaf de galerij  riepen ze de predikant niet te kunnen verstaan, zodat ze werden uitgenodigd om dan maar vooraan in de kerk plaats te nemen. Daar aangekomen wilden ze graag met de predikant in discussie gaan, maar ze werden met zachte hand de kerk uit gezet, dit ‘tot spijt van de dienstdoende predikant, die gaarne op een later tijdstip met de jongeren in debat had willen gaan’.

Verdere kerksluitingen en verbouwingen (1968 tot 1986).

De Nieuwe Zuiderkerk ging dicht.

Niet alleen de Nieuwe Noorderkerk werd gesloten; ook ‘Rotterdams fraaiste gereformeerde kerkgebouw’, de Nieuwe Zuiderkerk ontkwam in 1968 niet aan buitengebruikstelling. De kerkgangers werden opgevangen in de  kerkzaal van gebouw Atrium aan de Karel Doormanstraat, in 1959 als gereformeerde kerk gebouwd.

Uiteindelijk werd duidelijk dat in 1975 niet meer dan twee kerkgebouwen nodig zouden zijn, want het ledental bleef in sneltreinvaart teruglopen. Omdat de middagdiensten steeds minder kerkgangers trokken werd besloten met ingang van 1 januari 1973 nog slechts in twee kerkgebouwen middagdiensten te houden: in het noordelijk deel van de kerk om en om  in de Bergsingelkerk en de Statensingelkerk, terwijl men in het zuiden van de de kerk voor de middagdiensten  de beschikking over de Nieuwe Oosterkerk en de locatie Atrium. Dit laatste onderkomen werd in 1973 overigens niet meer voor kerkdiensten gebruikt, maar bleef nog wel eigendom van de kerk.

Gebouw Atrium in de jaren ’60, nu Zorgcentrum Atrium (foto: Lelie Zorggroep).

In feite telde de Gereformeerde Kerk van Rotterdam in 1976 nog drie kerkgebouwen: de Statensingelkerk, Nieuwe Oosterkerk en de Bergsingelkerk. Besloten werd toen deze bedehuizen te verbouwen. Zo werd in de Bergsingelkerk onder de galerij tegenover de preekstoel een zaal aangelegd, terwijl het podium werd uitgebreid. Ook kwam er een keuken, wat ten koste ging van de plaatsen van ouderlingen en diakenen. De Nieuwe Oosterkerk werd in het voorjaar van 1978 verbouwd.

De (tweede) Nieuwe Oosterkerk werd in 1953 in gebruik genomen en in 1980 verkocht.

Maar ondanks alles was de dalende trend in de ledentallen niet te stuiten. Dat hield in dat al in 1980 de Nieuwe Oosterkerk werd verkocht aan de Pinkstergemeente, wat ongeveer fl. 2.000.000 opleverde. De kerk kon echter nog tot september 1985 voor de gereformeerde ochtenddiensten gehuurd worden. De kerkzaal van Atrium aan de Karel Doormanstraat, waar de diensten in 1975 gestaakt waren, werd door de vermindering van de kerkgebouwen weer in gebruik genomen, na te zijn aangepast. Maar ook dat duurde niet lang; de zaal werd verkocht aan de Gereformeerde Bejaardenstichting, eigenaar van Atrium, en vervolgens is de functie van kerkzaal niet weer aan de orde geweest.

Nog was het einde van de neergang niet bereikt. Weliswaar kon in het zuidelijk deel  van Rotterdam-Centrum de aula van de Ammanstichting aan de Boezemweg, tegenover de Nieuwe Oosterkerk, vanaf voorjaar 1987 nog vele jaren worden gehuurd voor kerkdiensten,  maar in het noorden moest opnieuw een kerk worden afgestoten: gekozen moest dus worden tussen de Statensingelkerk en de Bergsingelkerk; de eerstgenoemde werd in november 1986 gesloten. De Bergsingelkerk werd dat jaar toegankelijk gemaakt voor rolstoelen door aan de zijkant van het kerkgebouw een oprit te maken, zodat de rolstoelbezitters de kerk makkelijk konden bereiken.

Intermezzo.

Al jaren was de “Gereformeerde Kerk te Rotterdam” lang niet de enige Gereformeerde Kerk in het Rotterdamse. In 1985 bestonden op het Rotterdamse grondgebied – behalve de Gereformeerde Kerk van Rotterdam (-Centrum) – maar liefst veertien andere zelfstandige Gereformeerde Kerken, alle met hun eigen predikanten en kerkgebouwen. De vorming van een paar van die gemeenten ging ten koste van het ledental van de Gereformeerde Kerk van Rotterdam (-Centrum), maar ook de ontkerkelijking ging gewoon door. Het aantal predikantsplaatsen van de Gereformeerde Kerk te Rotterdam (-Centrum) verminderde dan ook langzamerhand.

Een nieuw orgel (het derde)!

Het derde orgel  van de Bergsingelkerk (foto: Reliwiki, Job van Nes, Zaandam).

Toen de Statensingelkerk gesloten werd vroeg men zich af wat er met het orgel gebeuren moest. Weliswaar waren er belangstellenden voor, maar over de prijs werd men het niet eens. Toch wilde men het mooie en in uitstekende staat verkerende instrument behoeden voor de ondergang. En omdat het orgel in de Bergsingelkerk al weer verscheidene gebreken vertoonde besloot men het orgel uit de Statensingelkerk over te plaatsen naar de Bergsingelkerk. De afbraak van beide orgels en de opbouw van het orgel uit de Statensingelkerk werd uitgevoerd door de fa. Pels & Van Leeuwen te  ‘s-Hertogenbosch. De opstelling van de pijpen van het tweeklaviers-orgel-met-pedaal werd aangepast, zodat een nieuw orgelfront ontstond. Het orgel bleek erg in trek voor het houden van concerten, wat dan ook geregeld gebeurde.

Wim Kooij, die in 1943 benoemd werd tot organist – als opvolger van Frits Tollig – begeleidde de diensten tot zijn overlijden in 1979. Everhard Zwart volgde hem op en hield ook geregeld concerten op het orgel. In 1987 vertrok hij naar elders en werd Jet Dubbeldam in 1988 aangesteld. Anderen kwamen na haar.

Samenwerking met de hervormden?

Ds. Th.W.A. Rijper (1928-1985).

Hoewel de meeste predikanten van Rotterdam (-Centrum) in het begin van de jaren ’60 niet erg enthousiast waren over een eventuele samenwerking met de hervormden, stond ds. Th.W.A. Rijper (1928-1985), wijkpredikant van de Bergsingelkerk, er positief tegenover; hij was van 1966 tot 1975 aan de Bergsingelkerk verbonden. De samenwerking met de twee hervormde wijkgemeenten (de Opstandingskerk aan het Lisplein en de Prinsekerk aan de Schepenstraat) bleef echter tot ongeveer 1985 vrij beperkt. Vooral door ds. A.S.J. Smilde (*1946), die in 1985 naar de Bergsingelkerk kwam, werd de samenwerking – die ook landelijk al flink op gang gekomen was – vlot getrokken.

Maar ondertussen had het kerksluitingsspook Rotterdam nog steeds niet verlaten: toen in 1986 de Statensingelkerk de poorten sloot bleek dat de meeste gereformeerden tegenstander waren van het samen gebruiken van de hervormde Prinsekerk. Later werd de samenwerking met de Opstandingskerk afgebouwd,  door de komst van een andere hervormde predikant. De samenwerking tussen de Prinsekerk en de Bergsingelkerk bleef vooralsnog bestaan. Hoe dan ook, de beide kerkbodes werden samengevoegd tot Nieuw Rotterdams Kerkblad, terwijl de moderamina van de overkoepelende gereformeerde en hervormde kerkenraden een paar keer per jaar samen vergaderden, waarbij zich later ook de Evangelisch-Luthersen aansloten (als mede-partner van het intussen zogenoemde ‘Samen-op-Wegproces’).

De Bergsingelkerk in gevaar?

De Bergsingelkerk (foto: Reliwiki, Job van Nes, Zaandam).

Na de sluiting van de Statensingelkerk was  de Bergsingelkerk in de Gereformeerde Kerk te Rotterdam (-Centrum) eenzaam achtergebleven. Maar was het gezien de dalende ledentallen eigenlijk wel mogelijk de Bergsingelkerk nog open te houden?! En hoe ging het met de twee hervormde kerkgebouwen, de Prinsekerk (vlak bij de Statensingelkerk) en de Opstandingskerk (vlak bij de Bergsingelkerk)? Slechts zeshonderd kerkgangers bevolkten de in totaal 2.600 zitplaatsen in die drie kerkgebouwen. Geen wonder dat de SoW-kerken een commissie in het leven riepen die moest nagaan welke maatregelen het best genomen konden worden.

De gereformeerde en de hervormde kerkenraden zagen wel been in de conclusie van de commissie: breek de Bergsingelkerk en de Prinsekerk af en bouw op die plaats twee nieuwe, veel kleinere kerken. Maar… een onverwachte gift van fl. 1,2 miljoen van een royaal hervormd gemeentelid gooide in 1990 roet in het eten. Het cadeau was namelijk bestemd voor het onderhoud van de beide hervormde kerkgebouwen. De gift werd – zonder voorafgaand overleg met de gereformeerde kerkenraad – geaccepteerd. Niet erg vreemd dat het plan van de commissie niet door ging.

Plannen tot behoud van de Bergsingelkerk.

Het interieur van de Bergsingelkerk in 1998 gefotografeerd (foto: Reliwiki, Job van Nes, Zaandam).

Als reactie op een en ander richtte een drietal gemeenteleden van de Commissie van Beheer van de Bergsingelkerk (van wie Joh. Okkema de drijvende kracht was) in 1991 op persoonlijke titel de Stichting Kerkbehoud Rotterdam-Centrum op, om gelden bijeen te brengen voor de redding  van de Bergsingelkerk. De kerkenraad besloot in 1993 om de kerk nog vijf jaar in stand te houden en in die tijd te bekijken welke maatregelen genomen moesten worden. De kerkenraad was er echter in een half jaar al  uit: de kerk zou worden gehandhaafd als vierplek van de Gereformeerde Kerk te Rotterdam-Centrum. Ook werd afgesproken te bekijken hoe de kerk kon worden opgeknapt, waarbij ook gedacht werd aan het op de begane grond inbouwen van vergaderzalen met gelijktijdige verkleining van de kerkzaal, en op de volgende etage  de realisatie van woningen. Die plannen gingen niet door, want  de kosten daarvan rezen de pan uit.

Het interieur van de Bergsingelkerk gefotografeerd in 1998 (foto: Reliwiki, Job van Nes, Zaandam).

Maar er kwam een nieuw voorstel: met algemene instemming van gemeenteleden en kerkenraad werd besloten de Bergsingelkerk te verkopen en af te breken, onder voorwaarde dat op die plaats een nieuw kerkelijk centrum gebouwd zou worden behorend tot een appartementencomplex. Het plan lekte echter uit en er ontstond grote tegenkanting tegen de voornemens, vooral bij buurtbewoners.

Daarop deed de burgerlijke  Deelgemeente Noord – eveneens voorstander van het behoud van de kerk – het aanbod een andere locatie te zoeken om een nieuwe kerk te bouwen, zodat de Gemeente Rotterdam de Bergsingelkerk zou kunnen kopen. Die koop, zo bleek al snel, ging niet door. Sterker: de Bergsingelkerk werd op 5 mei 2000 aangewezen als gemeentelijk monument. Bezwaren die de kerkenraad daartegen inbracht werden ongegrond verklaard.

Het interieur van de Bergsingelkerk gefotografeerd in 1998 (foto: Reliwiki, Job van Nes, Zaandam).

Een groot restauratieplan.

Juist in die tijd bestond de Bergsingelkerk op 8 april 2000 vijfentachtig jaar. Dat werd niet alleen aanleiding voor een grote feestelijke herdenking, maar ook voor de start van een actieplan om de kerk drastisch te restaureren. Letterlijk alles zou onder handen genomen worden: van de fundamenten tot de torens en de daken. Om geld bijeen te krijgen werd de werkgroep ‘Vrienden van de Gereformeerde Kerk van Rotterdam-Centrum’ opgericht. Samen met twee andere commissies zou alles gedaan worden om de restauratie van de kerk tot een goed einde te brengen. En dat lukte wonderwel! Zo kon in 2015 het honderdjarig bestaan van de Bergsingelkerk gevierd worden!

En nog steeds is de Bergsingelkerk het kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk te Rotterdam (-Centrum).

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Rotterdam (-Centrum).

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Rotterdam (-Centrum).

Bronnen onder meer:

Jaarboeken ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. Jrg.

J.H. Landwehr, Beknopte Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Rotterdam van af 1835 tot heden. Rotterdam, 1905

Noodcommissie van de Gereformeerde Kerk van Rotterdam-C. ‘Hulp voor Allen’, Oorlogswinter 1944-1945. Rotterdam, 1945

Joh. Okkema, Een geliefd kerkgebouw in een rustige buitenwijk. Rotterdam, 2001 –

  • Voor het samenstellen van dit artikel is vooral van het laatstgenoemde interessante boek veel gebruik gemaakt. 

© 2020. GereformeerdeKerken.info