De Gereformeerde Kerk te Paesens-Moddergat (2)

Paesens en Moddergat gaan samen (1889).

( < Naar deel 1 )  – Omdat Moddergat kerkelijk altijd bij de hervormde gemeente van Nes en Wierum had behoord, sloot men zich logischerwijze, nadat in Nes en Wierum de Doleantie had plaatsgevonden, zich bij de Dolerende Kerk van Nes en Wierum aan.

Het gebouw van de JV aan de Achterwei in Paesens, waar tot 1889 de Dolerende kerkdiensten gehouden werden (foto: ‘100 jaar Gereformeerde Kerk Paesens-Moddergat’).

Wat echter minstens even logisch was is het feit dat de Dolerenden van de twee zo dichtbij elkaar gelegen dorpen Paesens en Moddergat contact met elkaar zochten om in overleg tot één Dolerende kerk te komen. Men vond het vreemd dat zowel in Paesens als in Moddergat een Dolerende kerkplaats was (resp. het JV gebouw aan de Achterwei en de schuur van Van Kuiten) en bovendien zou de kerk van Paesens aanmerkelijk versterkt kunnen worden als het ‘volkrijke Moddergat’ zich bij haar zou aansluiten.

Maar, ook logisch, daartegen had men in Nes en Wierum bezwaar! Hun (ook financiële) draagkracht zou daardoor immers worden aangetast. Uiteindelijk kwam de zaak op de classis, waar zowel de broeders te Moddergat als die te Nes en Wierum hun argumenten aandroegen. Moddergat vond dat men al geregeld in Paesens in het JV-lokaal kerkte omdat hun dorp veel dichter bij Paesens lag dan bij Nes. Maar ouderling Van der Meulen uit Nes merkte op dat Nes en Wierum destijds met de Doleantie waren meegegaan onder voorwaarde dat Moddergat bij hen zou behoren. Daarmee was preses ds. Langhout het niet eens: ‘Daarvan is destijds geen sprake geweest’, zo wist hij te melden.

Een vergadering in Wierum.

Ds. G.H. van Kasteel (1850-1931).

Om de zaak met de manslidmaten van de kerk van Nes en Wierum te bespreken werd op 8 maart 1889 in het evangelisatielokaal in Wierum een bijeenkomst gehouden die onder leiding stond van consulent ds. G.H. van Kasteel (1850-1931) van Kollum. Ds. J.J.A. Ploos van Amstel (1835-1895) van Reitsum schreef de notulen. Men wilde er tot een vreedzame oplossing van de kwestie komen. Natuurlijk hadden alle manslidmaten van Nes en Wierum een uitnodiging gekregen, en bijna iedereen was dan ook aanwezig: behalve de volledige kerkenraad ook eenentwintig manslidmaten.

Het evangelisatiegebouw uit 1875 te Wierum (later – tot 2002 – gereformeerde kerk).

Uit de discussie bleek dat de manslidmaten niet alleen verzwakking van de kerkgang te Nes en Wierum vreesden (daar waren op zondag normaliter ruim zestig kerkgangers in het evangelisatielokaal in Wierum), maar ook achteruitgang van de zondagsschool, die door zo’n vijfentachtig leerlingen bezocht werd. Wel gaf men toe dat de bezwaren zouden wegvallen als men ook in Nes een fatsoenlijk kerkgebouw zou hebben. Zowel ds. Ploos van Amstel als ds. Van Kasteel waren het met die wens van harte eens, maar wezen er met nadruk op dat zij geen garantie konden geven dat dit ook zou lukken! Daar moest de classis immers over beslissen.

Ds. J.J.A. Ploos van Amstel (1835-1895).

Het resultaat van de uiteindelijke stemming was, dat de vergadering ‘met volkomene eenparigheid de wenselijkheid uitsprak dat Nes een lokaal voor godsdienstoefening verkrijge’. Nadat de beide predikanten beloofd hadden alles te zullen doen wat in hun vermogen lag om dit te laten gebeuren, sprak de vergadering zich bovendien uit voor aansluiting van Moddergat  bij de kerk van Paesens. En dat met ingang van heden, 8 maart 1889.

De gereformeerde kerk te Nes (inmiddels buiten gebruik).

Ook de classis ging vervolgens akkoord en zo kreeg men in 1890 in Nes niet slechts ‘een lokaal’, maar een prachtige kerk! Ook werd er een predikant beroepen die in de persoon van ds. H.K. Zijlstra (1834-1913) van Kooten op 2 maart 1890 intrede deed.

Kerkbouw in Moddergat (1889).

Sinds 8 maart 1889 was de naam van de kerk van Paesens dus veranderd in ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk te Paesens-Moddergat’. Onmiddellijk ging men aan de slag, want men had de sterke wens een behoorlijk kerkgebouw in eigen beheer te hebben. Het lokaal van de JV aan de Achterwei voldeed voor de groeiende kerk niet meer. De kerkenraad maakte intekenlijsten en ging bij de deuren van de gemeenteleden langs om een gift te vragen om dat doel te bereiken. In elk geval weten we dat de vissers uit de beide dorpen ‘op ieder schip met achttien lijnen visten, waarvan er zes  bestemd waren voor de kerk, ook al zat er aan de overige lijnen niets’. Hoeveel de opbrengst van deze en andere  acties in totaal was weten we niet, maar in ieder geval ‘werd een deure van hope geopend’, al was het niet voldoende, omdat men nog ‘een som te kort kwam’.

De gereformeerde kerk van Paesens-Moddergat (foto: Reliwiki, Jelle Visser, Dokkum).

Hoe dan ook, voor fl. 325 kocht de Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’ een ‘perceel bouwland aan de Kustweg (tegenwoordig De Oere) te Moddergat’- niet in Paesens! Tussen haakjes: de Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’ fungeerde als een soort van Commissie van Beheer. Die vereniging was (net als in talloze andere Dolerende Kerken) opgericht op advies van het ‘Gereformeerd Kerkelijk Congres’, dat van 11 tot en met 14 januari 1887 in Amsterdam gehouden werd. Het probleem was in die tijd namelijk dat Dolerende Kerken op grond van de toen geldende wettelijke regels geen overheidserkenning, en dus geen rechtspersoonlijkheid, konden verkrijgen, maar een vereniging wél. Rechtspersoonlijkheid had men nodig voor officiële handelingen.

Ds. P.D. de Groot (1858-1923) leidde op 5 december 1889 de eerste dienst in de nieuwe gereformeerde kerk van Paesens-Moddergat.

Kennelijk verliepen aanbesteding en kerkbouw heel vlot, want al op 5 december 1889 stond er een flinke kerk! De kerkenraad vroeg ds. P.D. de Groot (1858-1923) van Rinsumageest op die dag de eerste dienst in de nieuwe kerk te leiden, wat hij graag deed.

Een eigen predikant: ds. H.M. Dethmers (van 1891 tot 1900).

Ds. H.M. Dethmers (1864-1938).

De kerkenraad liet er ook verder geen gras over groeien, maar nam – na goedkeuring van de manslidmaten – het beroepingswerk ter hand. Kandidaat H.M. Dethmers (1864-1938) werd beroepen, nam het beroep aan en deed op 12 juli 1891 intrede. Hij zou ongeveer negen jaar aan de kerk van Paesens-Moddergat verbonden blijven. Tijdens zijn ambtsperiode vonden enkele belangrijke gebeurtenissen plaats.

De pastorie (1891).

Ten eerste de bouw van een pastorie. Toen duidelijk werd dat kandidaat Dethmers het beroep had aangenomen overlegde de kerkenraad over de bouw van een predikantswoning. Op een vergadering in januari 1891 werden al klaar liggende tekeningen besproken en werden intekenlijsten samengesteld waarop de aanwezigen konden aangeven hoeveel ze konden en wilden geven. Allen namen aan de inschrijving deel. Nog geen maand later werd de pastoriebouw besproken met de architecten Booyenga en Douma én met de aanstaande predikant en zijn verloofde. Booyenga uit Metslawier was degene die bij de inschrijving de laagste prijs berekend had,  en zo kon de bouw voor bijna fl. 3.000 een aanvang nemen. De pastorie was keurig op tijd klaar, want vier dagen na de intrede van de dominee werd de eerste kerkenraadsvergadering onder zijn leiding in de predikantswoning gehouden.

De Gereformeerde Kerk te Paesens-Moddergat (1892).

De tweede bijzondere gebeurtenis  vond in juni 1892 plaats: de landelijke ‘Vereniging’ tussen de kerken uit Afscheiding en Doleantie. Weliswaar waren de onderhandelingen niet zo vlot verlopen, omdat het wederzijdse vertrouwen niet huizenhoog was, maar uiteindelijk kon op 17 juni 1892 de landelijke ineensmelting toch worden geproclameerd.

In de Amsterdamse Keizersgrachtkerk werd de ‘Vereniging’ tussen Christelijke Gereformeerden en Dolerenden bekrachtigd  (foto: Gebroeders Douwes).

Dat gebeurde tijdens een synodevergadering in de Amsterdamse Keizersgrachtkerk, waar dr. A. Kuyper (1837-1920) namens de Dolerende Kerken en de hoogbejaarde ds. S. van Velzen (1809-1896) namens de Christelijke Gereformeerde Kerk elkaar de broederhand reikten. Ook de kerk van Paesens-Moddergat sloot zich bij ‘De Gereformeerde Kerken in Nederland’ aan (want dat was de nieuwe naam van de verenigde kerken).

Ook in 1892 werd in Paesens-Moddergat trouwens de Naaivereniging ‘Ruth/Dorcas’ opgericht. Het doel was het maken van kleding ten behoeve van de diaconie. Natuurlijk werden de vergaderingen begonnen met gebed en bijbellezing, maar daarna werden resoluut de breipennen ter hand genomen en terwijl een van de meisjes tussendoor uit een of ander boek voorlas, breiden de anderen lustig voort.

De christelijke school (1895).

Zowel Moddergat als Paesens hadden een openbare lagere school die echter beide door gebrek aan leerlingen werden opgeheven, resp. in 1909 en 1918. Dat kwam ook door de oprichting van de christelijke school, die in 1895 in Moddergat geopend werd. Meerdere kinderen uit de beide dorpen bezochten trouwens al enige tijd de christelijke school in Oosternijkerk, een van de oudste christelijke scholen in Friesland.

De stichting van de christelijke school in Moddergat had een lange voorgeschiedenis. Toen in 1878 de nieuwe onderwijswet door de Koning getekend werd, betekende dat voor de christelijke scholen in ons land een nieuwe tegenslag. Hoewel de christelijke scholen het toch al zonder subsidies moesten stellen, eiste de nieuwe wet vele dure aanpassingen: bijv. aan het schoolgebouw (het aantal lokalen) en  aan het aantal onderwijzers dat de school bij een bepaald aantal leerlingen verplicht moest hebben.

De Amsterdamse hoofdonderwijzer N.M. Feringa, een van de organisatoren van het Volkspetitionnement van 1878.

Daarom werd vooral door de inspanningen van dr. A. Kuyper en de Amsterdamse hoofdonderwijzer N.M. Feringa in 1878 een landelijke handtekeningenactie opgezet, het Volkspetitionnement genaamd, die vooral plaatselijk werd georganiseerd. Daarin werd aan de koning gevraagd de nieuwe onderwijswet niet te tekenen. Honderdduizenden handtekeningen werden opgehaald en deze werden in grote leren banden gebonden aan de koning aangeboden. De koning tekende de wet echter toch  (in 1848 was diens macht door de nieuwe grond wet immers aan banden gelegd).

De aanbieding van de honderdduizenden handtekeningen aan de koning (1878).

De actie leek mislukt, maar de plaatselijke comités, die de handtekeningenactie hadden georganiseerd, sloten zich nog hetzelfde jaar aaneen en zouden in het vervolg jaarlijks in de week van 17 augustus (de dag dat de koning de wet tekende) een collecte houden, die later bekend werd onder de naam ‘Uniecollecte’. Met de opbrengst daarvan werden de in nood verkerende christelijke scholen financieel gesteund.

Ds. J. Langhout (1848-1908).

Dit Volkspetitionnement maakte onder leiding van onder anderen ds. Langhout (toen nog hervormd predikant) ook de mensen in Moddergat actief. In maart 1880 werd een Christelijk-Nationale Schoolvereniging opgericht en de plannen waren om ook een school te bouwen. Dit werd echter mogelijk ook door de vreselijke ramp in Paesens-Moddergat (1883) vertraagd. De vissersramp van Paesens-Moddergat vond plaats in de nacht van 5 op 6 maart 1883.

De Friese tekst luidt in het Nederlands als volgt: “A.D. 1883 kozen van deze plek 109 vissers met 22 schepen de zee. In een zware storm zijn 83 man en 17 schepen gebleven. Als de dood het schip betreedt, dan is er geen ontkomen. O water, o onzeker element! De zee heeft gegeven, heeft genomen. 1883 – 6 maart – 1958” (foto: Bouwe Brouwer).

De vissersvloot werd toen geteisterd  door een zware voorjaarsstorm. Tijdens deze storm vergingen zeventien vissersschepen en kwamen maar liefst drieëntachtig dorpelingen om in de golven van de zee, ten noorden van de Waddeneilanden. De beide dorpen én de kerk van Paesens-Moddergat werden in diepe rouw gedompeld.

De gereformeerde school met onderwijzerswoning te Moddergat.

Toen de school in Oosternijkerk te klein werd en men plannen beraamde om tussen dat dorp, Paesens en Nes een nieuwe school te bouwen, ondernamen ds. Dethmers, A. Tamsma en F. Adema collectereizen in de wijde omgeving waarmee fl. 4.500 opgehaald werd. Afgesproken werd de nieuwe christelijke school aan de Seewei in Moddergat te bouwen. Zo gezegd zo gedaan: nadat de bouw op 3 augustus 1894 was aanbesteed kon de school al op 2 januari 1895 door ds. J. Hania (1861-1929) van Oosterbierum geopend worden.

Dr. J. Hania (1861-1929) van Oosterbierum opende de christelijke school te Moddergat.

De school had een gereformeerd karakter; geen wonder, want de initiatiefnemers waren lid van de Gereformeerde Kerk, maar ze werd ook door leerlingen uit hervormde gezinnen bezocht.

Het orgel (1909).

Nadat ds. Dethmers in 1900 afscheid genomen had wegens vertrek naar de Gereformeerde Kerk te Sneek, kwamen achtereenvolgens nog vele predikanten naar de kerk van Paesens-Moddergat. Ds. C. Vermaat (1874-1960) diende van 1900 tot 1907 (en vertrok toen naar Makkum) en ds. J. Oosterveen (1883-1961) van 1908 tot 1914 (wegens vertrek naar de kerk van Geesteren en Gelselaar).

Het orgel dat in 1910 in de kerk geplaatst werd (foto: De Orgelsite.nl, Wim Verburg).

Tijdens zijn ambtsperiode werd in 1909 een orgel in de kerk geplaatst. Tot dan toe was Marten de Vries voorzanger, die de te zingen psalmen moest voorzingen en de toon moest aangeven Maar de orgelfirma Bakker en Timmenga kreeg in 1909 opdracht een orgel te bouwen dat fl. 1.800 ging kosten. Het instrument – dat in 1910 in gebruik genomen werd – doet nog steeds dienst in de Gereformeerde Kerk te Moddergat. Het eerste lied dat op het nieuwe instrument gespeeld werd was psalm 68 vers 5. Het orgel werd in 1971 gerestaureerd en onderging natuurlijk geregeld een onderhoudsbeurt.

Na het vertrek van ds. Oosterveen volgde dr. S. Greijdanus (1871-1948) van 1915 tot 1917 (hij werd daarna hoogleraar aan de Theologische School in Kampen). Ds. C.J. van der Boom (1877-1953) van Uithuizermeeden volgde hem in 1918 op, tot hij in 1921 vertrok naar de kerk van Overschie. Ook in zijn ambtsperiode werden de zitplaatsen in de kerk nog verhuurd, wat tot gevolg had dat zij, die geen plaatsen in huur hadden, zich al vroeg bij de kerk meldden om zo een plaats te kunnen vinden in de nog onbezette niet verhuurde banken.

Maar in 1918 waren alle banken enige tijd onbezet terwijl er geen vroege kerkgangers voor de deur stonden: de Spaanse griep verhinderde het houden van diensten in de kerk. Ongeveer tien gemeenteleden bezweken aan de ziekte.

Na zijn vertrek uit Paesens-Moddergat werd ds. D.G.A. Brouwer (1894-1971) legerpredikant (foto: ‘100 jaar Geref. Kerk Paesens-Moddergat’).

Ds. D.G.A. Brouwer (1894-1971) van Oostwold kwam in 1922 naar Paesens-Moddergat en tijdens zijn ambtsperiode, die tot 1927 duurde, werd in 1923 de studievereniging voor meisjes ‘Mirjam’ opgericht, terwijl het jaar daarop, in 1924, de kerk verbouwd werd!

De kerk verbouwd (1924).

Enkele gemeenteleden leenden fl. 5.000 aan de kerk ten einde het mogelijk te maken de kerk een grondige verbouwing te laten ondergaan. Tijdens de verbouwing werd gekerkt in de schuur van A. Steegstra aan de Meinsmaweg.

Zo zag de plattegrond van de kerk er uit vóór de verbouwing van 1924 (ill.: ‘100 jaar Geref. Kerk Paesens-Moddergat’).

Ondertussen gingen de timmerlui D. Visser en G. de Graaf aan de slag, net als schilder Veenstra uit Zwaagwesteinde. Gekleurde glas-in-loodramen kwamen er! De preekstoel werd verplaatst en op de oude plaats van de preekstoel werd een galerij gebouwd, terwijl de banken aangepast werden. Ook werd een vergaderlokaal aangebouwd, zodat de Jongelingsvereniging haar lokaal aan de Achterwei voor fl. 500 kon verkopen en in het vervolg in de kerk kon vergaderen. Vijfhonderd zitplaatsen telde de kerk in Moddergat nu. Natuurlijk werd de kerk ook later nog geregeld aangepakt. Zo kwamen er in 1958 elektrische leidingen en een oliestookverwarming in de kerk; die laatste werd in 1976 vervangen door centrale verwarming.

In 1927 werd een Zangvereniging opgericht die aan allerlei wedstrijden meedeed en zo nu en dan ook met een mooie prijs naar huis kwam.

Enkele predikanten.

Na het vertrek van ds. Brouwer naar Rozenburg kwam ds. P.M. Veldhuijzen (1903-1976) in 1928 naar Paesens-Moddergat en vertrok in 1935 naar de kerk van Monster. Tijdens zijn predikantschap werd de meisjesvereniging ‘Talitha Kumm’ opgericht, aanvankelijk bestemd voor meisjes van 12 tot 16 jaar, later voor meisjes van 15 jaar en ouder. Ds. J.J. Oranje (1908-1996) was van 1936 tot 1940 predikant in Paesens-Moddergat: een tijd vol armoede vanwege de grote economische crisis waarin de wereld, Nederland en ook de kerken ondergedompeld waren.

Oorlog…

Ds. Y. Feenstra (1913-2003). Foto: ‘100 jaar Geref. Kerk Paesens-Moddergat’.

Ds. Y. Feenstra (1913-2003) stond gedurende de oorlogsjaren in Paesens-Moddergat, van 1940 tot 1946. Zijn eerste Friese les kreeg hij in de bus van Leeuwarden naar Dokkum, waar hij naast een gemobiliseerde soldaat kwam te zitten. Het bleek Rein Boomgaardt te zijn, die later directeur van het Friesch Dagblad werd en evenals zo velen vurig voorstander van het Fries was.

Het werd oorlog! “Nog zie ik”, zo schreef de predikant later, “de jongens met de klompen in de hand door de kerk hollen, toen tijdens de dienst onraad werd gemeld en het er om ging een goed heenkomen te zoeken! Op den duur werden er toch jongens betrapt en meegevoerd, de ouders en ons allen met hen achterlatend in zorg en spanning. Marten Buurmans keerde niet terug”. De gereformeerde pastorie werd gedurende enige tijd gedeeld met de hervormde predikant en zijn echtgenote, die door de Duitsers hun predikantswoning moesten verlaten, omdat die door de bezetters gevorderd was.

Een deel van het interieur van de kerk te Moddergat, in 2009 gefotografeerd (foto: De Orgelsite.nl, Wim Verburg).

De jeugdverenigingen mochten op last van de Duitsers vanaf 1942 niet meer samenkomen. Prompt werden de bijeenkomsten ‘catechisaties’ genoemd en konden de vergaderingen gewoon doorgang vinden. De kerkenraad negeerde uiteraard de verplichting het bordje ‘Verboden voor Joden’ op de deur van de vergaderlokalen te hangen. De viering van het avondmaal raakte ook in de problemen omdat op een gegeven moment geen wijn meer te krijgen was. Van bevriende zijde kreeg de predikant vierentwintig flessen toegespeeld. ‘Maar de ene na de andere fles knalde open omdat de wijn niet uitgegist was!’

Ondertussen was in de Gereformeerde Kerken ook een kerkstrijd aan de gang, doordat theologen (daarin na verloop van tijd druk bijgestaan door theologisch geïnteresseerde gemeenteleden) onenigheid kregen over synodebesluiten betreffende Doop en Verbond. Dit alles leidde tot de Vrijmaking in 1944. In Paesens-Moddergat kwam daardoor de eenheid van de gemeente echter niet in gevaar.

Het interieur van de gereformeerde kerk te Paesens-Moddergat (foto: Orgelsite.nl, Wim Verburg).

En verder…

Gedurende het predikantschap van ds. L.G. Pleijsant (1922-2005) (van 1947 tot 1950) werd de vrouwenvereniging ‘Onderzoekt de Schriften’ opgericht. Na hem waren aan de kerk van Paesens-Moddergat de volgende predikanten verbonden: ds. D. Brilman (1876-1972) van 1952 tot 1955; ds. A.A. Klapwijk (1929-2000) van 1956 tot 1960; ds. H. Boswijk (*1937) van 1962 tot 1967; ds. A.E.N. Bruin (*1948) van 1972 tot 1976 en  de heer A.J. Fraanje, die hulpdiensten verrichtte van 1977 tot 1982. Pastoraal assistent (later ds.) J. Dijkstra (*1951) volgde hem in 1984 op, en was tot 1992 aan de kerk verbonden.

Ds. K. Snijder (*1952) volgde hem na een lange vacante periode in 1998 op (hij was tegelijk ook predikant van het nabijgelegen Lioessens). In 2002 nam hij afscheid en werd predikant bij de Gereformeerde Kerk te Sint Jansklooster(in 2012 verliet hij de Protestantse Kerk in Nederland en sloot zich aan bij het kleine kerkverband van de voortgezette Gereformeerde Kerken, vGKN, en werd predikant bij de vGKN-kerk te Harkema. Deze kerk voegde zich overigens later bij de Vrije Evangelische Gemeenten). De heer J.Y. van der Wal verrichtte sinds 2012 in de kerk van Paesens-Moddergat hulpdiensten.

Inmiddels noemt de Gereformeerde Kerk te Paesens-Moddergat zich sinds enige jaren ‘Protestantse Gemeente te Paesens-Moddergat’ en worden de kerkdiensten afwisselend gehouden in de hervormde kerk en de gereformeerde kerk. Het gereformeerde kerkgebouw droeg inmiddels de naam ‘It Anker’.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Paesens-Moddergat.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Paesens-Moddergat tussen 1896 en 2016 (bronnen: Jaarboeken GKN en PKN en scriba mevr. Weidenaar).

Bronnen onder meer:

A. Algra, De Historie gaat door Het Eigen Dorp, deel V. Leeuwarden, g.j.

J. Dijkstra, 100 jaar Gereformeerde Kerk Paesens-Moddergat. g.p., 1897

G.H. van Kasteel, Voor vijf-en-twintig jaren. Bladzijden uit de geschiedenis der Doleantie in Friesland. Sneek, g.j.

© 2020. GereformeerdeKerken.info