De Gereformeerde Kerk te Buiksloot (2)

( < Naar deel 1 – De kerk op de Ringdijk werd te klein. De gemeente groeide. Op advies van ds. Schweitzer werd in 1910 daarom een tweetal commissies in het leven geroepen, waarvan één bedoeld was om geld bij elkaar te krijgen voor de bouw van een nieuwe kerk. Natuurlijk werden in de kerk ook collectebussen opgehangen.

Ds. A. Schweitzer (1872-1943) was van 1916 tot 1936 predikant te Buiksloot.

Een nieuwe kerk (1913).

De kerkenraad hield ondertussen goed in de gaten of ergens een geschikt stuk grond te krijgen was. In 1911 diende die gelegenheid zich aan: niet ver van de oude kerk, ook op de ringdijk, naast de destijds in gebruik zijnde pastorie stond een huis te koop dat als pastorie kon worden gebruikt en een houten huisje dat als kosterswoning zou kunnen dienen. Meer naar achteren, beneden aan de dijk, aan het Meerpad, was ruimte genoeg om de bouw van een kerk te realiseren. Inclusief grond, bouw en inrichting zou wel ruim fl. 23.000 moeten worden opgebracht. Gelukkig kon de oude kerk verkocht worden voor fl. 5.350, terwijl de inrichting (stoelen en banken) voor fl. 60 van de hand gedaan werden. Uiteindelijk moest fl. 19.500 geleend worden.

Op 16 mei 1913 werd door ds. Schweitzer de eerste steen gelegd, maar niet dan nadat hij had uitgelegd wat de betekenis van die gewoonte was. Na het bedanken van architect en werklieden zong men uit volle borst psalm  121 vers 1, waarna de predikant de handeling van de eerstesteenlegging verrichtte. De plechtigheid werd beëindigd met het zingen van psalm 27 vers 1.

De nieuwe kerk (1913-1916). 1 = oude kerk; 2 = tijdelijke pastorie; 3 = nieuwe pastorie; 4 = kosterswoning; 5 = de nieuwe kerk, die in 1913 in gebruik genomen werd (illustratie: ‘De Gereformeerde Kerk van Buiksloot’).

De 40-jarige architect (en gemeentelid) P. Zuidland had in de Gemeente Buiksloot een functie bij – wat wij zouden noemen – ‘bouw- en woningtoezicht’, en hij had de opdracht gekregen een kerk met 300 zitplaatsen te bouwen voorzien van een torentje. Gemeentesecretaris Pieter Pauw hield namens de kerkenraad een oogje in het zeil. Op 25 februari 1913 werd de aanbesteding gehouden en kreeg aannemer F. de Bruin de klus, waarvoor hij fl. 13.780 rekende. Maar architect Zuidland zou de voltooiing van zijn arbeid niet meer meemaken, want hij stierf in september 1913 na een ‘lange, slepende en ongeneeslijke ziekte’.

Op de inrichting van de kerk zou echter bezuinigd moesten worden, omdat de kosten fl. 3.500 hoger werden dan begroot: geen matten en goedkope gordijnen dus. Maar de Jongedochtersvereeniging liet dat niet gebeuren en organiseerde een bazaar die fl. 140 opleverde. Probleem opgelost. Kerk en pastorie werden trouwens meteen ook op het elektriciteitsnet aangesloten. Heel modern waren de zes doventelefoons voor hardhorende kerkgangers!

Ondertussen werd ook het gekochte huis tot pastorie verbouwd en qua uiterlijk in overeenstemming gebracht met dat van de kerk. Ook de bouw van deze predikantswoning viel duurder uit, maar de predikant vond verdere verbouw niet nodig. Het geld was op, en op=op. Koster Stolwijk betrok de houten woning tegen een huur van fl. 3 per week.

Buiksloot in de winter, lang geleden…

De ingebruikneming van de kerk.

Natuurlijk was er op 6 november 1913, de dag van de ingebruikneming, heel veel belangstelling, zodat de kerk tot de rand toe vol zat. Ds. Schweitzer liet de verzamelde menigte zingen psalm 150 vers 1 en 2, waarna hij psalm 84 voorlas. De Waterlander deed verslag van de bijeenkomst maar – hoewel de verslaggever vond dat zowel het in- als het uitwendige van de kerk een aangename indruk maakte – hij vond de muren van de kerk ’te wit, waardoor het interieur enigszins ongezellig en koud van toon’ was. Wel vond hij ‘de inwendige kleurschakering zeer gelukkig getroffen’. In ieder geval vond de ingebruikneming van de kerk ‘in een zee van licht’ plaats; misschien leken de muren daardoor wel erg wit.

Het eerste deel van psalm 84 vers 2 was de tekst voor de preek: ‘Hoe liefelijk zijn Uwe woningen, O Heere der heirscharen’. Na de preek en de gebruikelijke dankbetuigingen, het zingen van psalm 84 vers 1 en 2 en de collecte (waarvan de opbrengst bestemd was voor de verdere inrichting van het kerkgebouw), werden nog verscheidene toespraken gehouden door genodigden.

Maar… de kerk zou slechts drie jaar dienst doen…!

In de aanloop naar de ramp.

Ds. B. van Schelven (1847-1928) hield de feestrede bij het vijfentwintigjarig bestaan van de kerk te Buiksloot.

Aanvankelijk ontwikkelde het kerkelijk leven in Buiksloot zich naar wens. Voor de beroepen die ds. Schweitzer van andere kerken ontving bedankte hij telkens; hij zou tot 1936 aan de kerk van Buiksloot verbonden blijven. Ook ds. B. van Schelven (1847-1928) keerde nog eens terug naar de kerk die hij op weg naar de instituering geleid had: op 21 december 1913 was hij de feestredenaar bij de herdenking van 25 jaar Doleantie in Buiksloot. En toen de eigen predikant het jaar daarop zijn 12½-jarig predikantsjubileum herdacht vierden de gemeenteleden van harte mee.

De Gereformeerde Kerk te Buiksloot stelde in 1914 ook een Zendingscommissie in. Dat was echter tegen het zere been van de Jongedochtersvereeniging, want de meisjes bezorgden De Heidenbode, dat in februari 1895 het Zendingsblad van De Gereformeerde Kerken in Nederland was geworden. Besloten werd daarom ook enkele ‘jongedochters’ als lid van de Zendingscommissie te benoemen. Overigens werd vier jaar later ook de ‘kinderzending’ opgericht. Jongens en meisjes van de lagere school gingen met zendingsbusjes bij de gemeenteleden langs om een bijdrage voor de zending te vragen. Een gewoonte die nog lang zou voortleven.

Buiksloot, lang geleden…

Er was dat jaar nog ander ‘commissienieuws’: de Vereeniging ‘De Kerkelijke Kas’, die in de Doleantietijd was opgericht om namens en onder verantwoording aan de kerkenraad de stoffelijke belangen van de Dolerende (en later Gereformeerde) Kerk te behartigen, werd in 1914 omgezet in ‘Commissie van Beheer’, zoals op veel andere plaatsen ook gebeurde. Er waren namelijk intussen geen problemen meer met betrekking tot overheidserkenning, zoals destijds.

De kerk van Buiksloot was nu zó ‘verlicht’ dat zelfs ‘lichtbeelden’, waar men in gereformeerde kring in die tijd niet verzot op was, geen aanstoot gaven. In 1915 hield de evangelisatievereniging De Heere is onze Banier namelijk een avond over John Bunyan en diens wereldbekende boek De Pelgrimsreis naar de Eeuwigheid. Daarbij werden ook lichtbeelden (wij zouden zeggen dia’s) vertoond. ‘Allen waren over het vertoonde voldaan’.

De stormramp van 1916.

Een kaart van het rampgebied.

Die opgetogen stemming veranderde in de nacht van 13 op 14 januari 1916, toen zich in ons land rond de Zuiderzee een stormramp voltrok. De stormvloed viel samen met een hoge waterafvoer op de rivieren. Als gevolg daarvan braken de waterkeringen op tientallen plaatsen en was daarnaast op veel plaatsen sprake van schade aan de dijken. In de provincie Noord-Holland vielen 19 doden, terwijl er bij diverse scheepsrampen op zee nog eens 32 mensen omkwamen.

Het ergste moest toen nog komen. Terwijl het water steeds hoger kwam en al dagenlang een harde wind over het land striemde, voegde zich daar in de nacht van 22 op 23 februari ook nog een sneeuwstorm vanuit het noordoosten bij. Gemeentesecretaris Pieter Pauw van Buiksloot deelde het Algemeen Handelsblad mee: “Het is een vreselijke nacht geweest. De storm stond pal op ons dorp en nog nooit heeft het zo te lijden gehad als thans.” Van wat er na een maand watersnood nog overeind stond, werden die nacht volgens de krant vijftien huizen tot wrakhout geslagen. Daarbij behoorde ook de kerk.

De kerk vernield en gesloopt (1916).

Ansicht van de in 1913 in gebruik genomen kerk die door de watersnood van 1916 onder water stond.

De kerk bleef namelijk niet gespaard voor het geweld van water en wind. De kranten beschreven de tragische gebeurtenissen uitvoerig: ‘Vijf tot zes meter water stond er. Het wrakhout, de raamkozijnen, planken, balken, stukken hout van vernielde boerderijen en schuren in de polders beukten tegen de stenen muur van de kerk en eindelijk bezweek de achtermuur, terwijl de zijmuren, afgekarteld, nog bleven staan. Al het hout, de kerkbanken, dreven weg’.

Ook H.M. Koningin Wilhelmina bezocht de rampgebieden, en ook de vernielde gereformeerde kerk, ‘van welke eigenlijk nog slechts gedeeltelijk de muren staan. Het binnenwerk is geheel ingestort; ook het dak is zwaar beschadigd. Waarschijnlijk zal zij van den grond af opnieuw moeten worden opgebouwd’. De koningin heeft de kerk zelfs van binnen gezien, ‘hetgeen niet zonder gevaar was, daar de vloer hier en daar was opgebroken’.

De kerk zoals die er totaal vernield na de storm uit zag.

Nadat het water gezakt was kon de door ds. Schweitzer met twee collega’s opgerichte Watersnood-Commissie te Buiksloot op 10 juni de schade berekenen. De schade aan kerk, pastorie en kosterswoning bedroeg ruim fl. 9.900. Van het interieur was ook weinig meer over, schade bijna fl. 1.100, zodat de commissie tot een totaal van bijna fl. 11.000 kwam. Gemeentelid Hartog kreeg opdracht de kerk voor fl. 450 te slopen; voor het afbraakmateriaal betaalde hij fl. 500.

Hoe verder?

De predikant kwam in een huurwoning aan de andere kant van het IJ in Amsterdam-Noord terecht en tijdens een kerkenraadsvergadering in de openbare school aan de Havikslaan zette men alles op een rijtje. De kerkdiensten werden sindsdien gehouden in het gymlokaal van de openbare school, weliswaar geen grote ruimte, maar veel Buiksloters waren geëvacueerd, zodat men vooralsnog met minder ruimte kon volstaan. Maar uiteindelijk moest er natuurlijk een nieuwe kerk komen. Omdat elders bouwen teveel kostte besloot men op dezelfde plaats een nieuwe kerk te bouwen, waarvoor het landelijke Watersnoodcomité alvast fl. 26.000 toezegde. Wel eiste het Comité dat Zunderdorp kerkelijk bij Nieuwendam gevoegd werd, met als gevolg dat ds. Schweitzer in het vervolg per 1 november 1916 alleen van Buiksloot predikant was.

De nieuwe kerk (1917).

De bekende kerkbouwarchitect Tjeerd Kuipers bouwde de nieuwe kerk in Buiksloot.

De bekende kerkarchitect Tjeerd Kuipers kreeg opdracht op de geheide fundamenten van de oude kerk een nieuw bedehuis te bouwen. De inschrijving leverde op dat de fa. Lutter & Lotgering uit Amsterdam de klus voor uiteindelijk fl. 25.500 mochten klaren. Zuinigheid stond voorop, dus werd het een kerk zonder toren. Maar de bouw verliep ondanks alles goed en snel. Want al op 21 oktober 1917 kon de nieuwe gereformeerde kerk, met daarnaast de vernieuwde pastorie, in gebruik genomen worden. Boven de ingang van de kerk werd op voorstel van de predikant een gedenksteen aangebracht: 14 jan. 1916 Verwoest – Herbouwd 21 oct. 1917 – Ps. 29:104 – De Heere heeft gezeten over den watervloed.

Voor die gelegenheid kwam ds. B. van Schelven uit Amsterdam naar Buiksloot om in de kerk de openingstoespraak te houden. De Gereformeerde Kerk te Buiksloot had weer een eigen kerkgebouw met pastorie!

Hoe het verder ging.

De nieuwe kerk en de opgeknapte pastorie die in 1917 in gebruik genomen werden.

Aanvankelijk ontwikkelde het kerkelijk leven zich langs rustige banen. Het evangelisatiewerk van de kerk van Buiksloot in Ilpendam en Watergang ging met nieuwe kracht voort door geregelde verspreiding van traktaatjes en door huisbezoek, terwijl in Ilpendam bovendien elke zondag een evangelisatiesamenkomst met volwassenen gehouden werd en daar bovendien een zondagsschool werkte.

Maar in 1930 ontstond in Buiksloot commotie omdat een van de ouderlingen tijdens een kerkenraadsvergadering plotseling met kritiek op de preken van ds. Schweitzer kwam aanzetten. Buiksloot was inmiddels in 1921 al onderdeel van de gemeente Amsterdam geworden en het aantal stadsmensen in Amsterdam-Noord was sterk gegroeid. Zij  wilden volgens de ambtsdrager een ander soort preken dan ds. Schweitzer op de kansel ten beste gaf. Hij moest ook – vond de ouderling – een meer onderwerpelijke prediking geven, meer het gemoedsleven van de gemeenteleden er bij betrekken, in plaats van zich vooral toe te leggen op voorwerpelijke prediking, de tekstverklaring.

Het probleem was hier vooral dat de ouderling op grond van Matth. 18 zich niet eerst met de predikant in verbinding had gesteld, maar meteen de kerkenraad erbij haalde. Ds. S.J. Popma (1899-1988) van Nieuwendam nam toen een aantal preken onder de loep en constateerde dat de beschuldiging van de ouderling kant noch wal raakte. Deze kon dan ook geen weerwoord bieden.

De Mospleinkerk (1925-1943).

De Mospleinkerk (hulpkerk) met op de achtergrond de dr. A. Kuyperschool.

Zoals al opgemerkt groeide Amsterdam zozeer naar het noorden dat Buiksloot langzamerhand in ’s Lands hoofdstad werd opgenomen. Ook de Gereformeerde Kerk te Buiksloot groeide. Het aantal leden bedroeg in 1926 maar liefst 1.260, met nog steeds alleen ds. Schweitzer als enige predikant.  Aanvankelijk werd in september 1919 in de Sijtjesstraat hoek Putterstraat een benedenhuis gehuurd, waar om de veertien dagen een kerkdienst gehouden werd en ook verder allerlei kerkelijke activiteiten plaatsvonden, zoals een zondagsschool.  Vanaf 11 april 1920 werd in een school aan de Ranonkelkade drie jaar lang tweemaal per zondag een kerkdienst gehouden, maar omdat de diensten daar vaak verstoord werden verkaste men in 1923 naar het gymlokaal van de dr. A. Kuyperschool, waar op 8 april 1923 de eerste dienst gehouden werd.

Ook de pers berichtte over de bouw van de Mospleinkerk.

Maar dat was natuurlijk allemaal lapwerk. Er moest een nieuwe kerk komen. Desnoods een hulpkerk. Voor die laatste optie werd gekozen, en besloten werd vlak bij de dr. Kuyperschool aan de Mosstraat een houten hulpkerk met 500 zitplaatsen te bouwen. Architect en gemeentelid E. Drewes verrichtte zijn diensten om niet. De bouwkosten bedroegen uiteindelijk fl. 25.000 plus fl. 5.500 aan inrichtingskosten. Op 28 oktober 1925 werd de kerk in gebruik genomen, waarbij ds. Schweitzer uiteraard de leiding had.

Gereformeerde Kerk te Amsterdam-Noord Buiksloot (1927).

Intussen was de naam van de Gereformeerde Kerk te Buiksloot veranderd. Besloten werd namelijk om per 8 april 1927 de kerk ‘Gereformeerde Kerk te Amsterdam-Noord Buiksloot’ te noemen. Er vonden in de jaren daarna echter nog verscheidene andere veranderingen plaats, die we kortheidshalve samenvatten.

Door de groei van de kerk van Amsterdam-Noord Buiksloot werd besloten tijdelijk een hulppredikant aan te trekken om ds. Schweitzer bij te staan. Het was kandidaat W.F.M. Lindeboom (1902-1980), die hulpdiensten verrichtte van 1 januari 1929 tot 4 mei 1930. Hij vertrok toen naar de kerk van Serooskerke.

Ds. B. Hagenaar (van 1931 tot 1946).

Vervolgens werd als tweede gemeentepredikant ds. B. Hagenaar (1894-1971) van Meppel beroepen, die dit aannam en op  22 maart 1931 intrede deed. Ook daarna werd nog een hulpprediker aangetrokken, namelijk kandidaat M. de Wit (1902-1990), die in 1934 hulpdiensten verrichte en toen naar de kerk van Rotterdam vertrok.

Ds. B. Hagenaar (1894-1971) op latere leeftijd (foto via G. Kuiper, Appingedam).

Ds. Schweitzer vroeg eind 1935 emeritaat aan, wat hem per 1 maart 1936 verleend werd. In 1943 overleed hij, die door zijn langdurige predikantschap de gemeente van Buiksloot met vaste hand bestuurde. Om ds. Hagenaar bij te staan werd kandidaat A. Verschoor (1912-1991) benoemd, die van 1 juni 1939 tot 1  juli 1940 hulpdiensten verrichte. Daarna vertrok hij naar de gecombineerde kerken van Sint Pancras  en Heerhugowaard.

Van Mospleinkerk naar Maranathakerk.

De Mospleinkerk mocht, zo was destijds met de Gemeente Amsterdam overeengekomen, vijftien jaar blijven staan. Maar in 1940 werd de vergunning desondanks verlengd. Bij een geallieerde luchtaanval op de Fokkerfabrieken werd de kerk op 28 juli 1943 echter totaal vernield. Zo was de kerk van Amsterdam-Noord Buiksloot – wat de gebouwen betrof – weer terug bij af, zodat naast de Buikslootkerk de gymnastieklokalen van de dr. A. Kuyper- en dr. H. Bavinckschool weer dienst gingen doen.

Het Mosplein met links de kerk, die in de oorlog vernield werd.

Ds. Hagenaar nam op 24 februari 1946 afscheid wegens vertrek naar de kerk van Bolsward. Zijn opvolger werd ds. Joh. de Boer (1899-1984) van Zuid-Beijerland en deze diende de kerk vanaf 26 januari  1947, terwijl hij op 17 oktober 1954  afscheid nam en  naar het Groningse Bierum vertrok.  Intussen was ds. M.J. van Dijken (1905-1988) van Nunspeet in 1949 aan de kerk van Buiksloot verbonden, die – na ruim twintig jaar – op  5 april 1970 afscheid nam wegens verkregen  emeritaat.

Ds. M.J. van Dijken (1905-1988).

Ondertussen bleef het echter niet bij de vernielde houten Mospleinkerk. Tijdens de ambtsperiode van ds. Van Dijken besloot de kerkenraad van Amsterdam-Noord Buiksloot namelijk tot de bouw van een definitief stenen kerkgebouw, dat op dezelfde plaats als de noodkerk kwam. Dit bedehuis kreeg de naam Maranathakerk. De kerk had beneden ontmoetingsruimten en daarboven een grote kerkzaal. Bovenin de voorgevel werd een klein rond raam aangebracht en in de zijramen werden glas-in-loodvoorstellingen verwerkt. De Maranathakerk werd in  1952 in gebruik genomen.

De Buikslootkerk gerestaureerd (1954).

De Buikslootkerk werd in 1954 gemoderniseerd (foto: ‘De Gereformeerde Kerk van Buiksloot’).

De Buikslootkerk werd vervolgens in 1954 vooral door vrijwilligerswerk van de gemeenteleden gerestaureerd. Het interieur kreeg een moderner aanzien, zo meldde een krant: het doophek voor de preekstoel en de voorlezerslessenaar werden weggebroken, zodat een platform ontstond dat iets hoger lag dan de kerkvloer. Er kwam een nieuwe preekstoel van licht gekleurd hout, met daarachter een blauwe wand, omgeven door een brede witte rand. Dat laatste deed men ook bij de deuren aan weerszijden van de preekstoel. Boven de ene deur werd de tekst ‘Och Here, geef toch  heil’ aangebracht, boven de andere de woorden ‘Op deze plaats zal ik heil geven‘: smeking en verhoring. Boven de kansel kwam een wit kruis terwijl de donkere achterwand van de kerkzaal vervangen werd door gestreept glas. De kerkbanken hadden een lichtere kleur gekregen terwijl in de kerkzaal fraaie verlichting werd aangebracht.

Besloten werd de Buikslootkerk per 10 februari 1954 ‘Immanuelkerk’ te noemen;  de enkele jaren daarvoor gereed gekomen nieuwe kerk had al eerder de naam ‘Maranathakerk’ ontvangen. Deze kerk werd in de jaren ‘70 trouwens bekend door de vele, door veel vrijwillig(st)ers verrichte, activiteiten voor de buurt.

Het einde van de Immanuelkerk (1963).

De Buikslootkerk (sinds 1954 ‘Immanuelkerk’) na de restauratie (foto: ‘De Gereformeerde Kerk van Buiksloot’).

Op dinsdagavond 8 januari 1963 werd in de Immanuelkerk de laatste dienst gehouden, waarin ds.M.J. van Dijken voorging. Als tekst voor zijn preek had hij gekozen Openbaring 4 de verzen 1 tot 6a. De gemeente zong onder meer ‘Rust mijn ziel uw God is Koning’. Aan het eind van de dienst overhandigde de predikant de sleutels van de kerk aan een lid van de Commissie van Beheer en maakten predikant en gemeente onder het zingen van psalmen een laatste rondgang door de kerk.

Ter vervanging werd in 1967 aan de Aakstraat in Amsterdam-Noord een nieuwe kerk in gebruik genomen, De Ark genaamd. Deze kerk doet nog steeds dienst als kerkgebouw van de Protestantse Gemeente te Amsterdam.

De huidige protestantse, voormalig gereformeerde kerk ‘De Ark’ in de Aakstraat te Amsterdam, als opvolger van de Buikslootkerk.

De Gereformeerde Kerk te Amsterdam-Noord (1975).

Op 1 jan 1975 werd de Gereformeerde Kerk te Amsterdam-Noord Buiksloot samengevoegd met die van Amsterdam-Nieuwendam en Tuindorp-Oostzaan onder de naam Gereformeerde Kerk te Amsterdam-Noord. Daarmee kwam in 1975 dus een eind aan het zelfstandig bestaan van de Gereformeerde Kerk te Buiksloot, c.q. de Gereformeerde Kerk te Amsterdam-Noord Buiksloot. Overigens werd de Maranathakerk begin jaren ’80 buiten gebruik gesteld en verkocht aan de Koptisch-Orthodoxe kerk.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te (Amsterdam-Noord) Buiksloot.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te (Amsterdam-Noord) Buiksloot (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Gemeenten en predikanten van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Leusden, 1992

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

M. Visser, De Gereformeerde Kerk van Buiksloot. De Gereformeerde Kerk van Buiksloot (link). Mannenbroeders van Buiksloot. Buiksloot, 2013²

© 2020. GereformeerdeKerken.info