De Gereformeerde Kerk te Voorschoten

De Gereformeerde Kerk in het Zuid-Hollandse Voorschoten werd op 14 mei 1889 geïnstitueerd als Christelijke Gereformeerde Gemeente. Aan haar uiteindelijke instituering werkte in niet geringe mate mee de vestiging van de Goud- en Zilverfabriek van J.M. van Kempen (1814-1877) in Voorschoten, in 1858.

In dat jaar kreeg de fabriek van koning Willem III het predikaat ‘Koninklijk’, nadat het bedrijf al in 1841 toestemming had gekregen het koninklijk wapen te voeren. Omdat de werknemers van het oude bedrijfje in Utrecht meekwamen naar Van Kempens ‘eerste fabriek van enige omvang’ in Voorschoten, duurde het een aantal jaren voordat ook in Voorschoten de uitbreiding van de werkgelegenheid voor de eigen inwoners merkbaar werd. Voorschoten was een aanzienlijk dorp bestaande uit een brede straat, beplant met twee rijen lindebomen. Langs die Veurseweg/Leidseweg en enkele zijstraten woonden zo’n driehonderd gezinnen in tweehonderd huizen. Bovendien was er een aantal mooie buitenhuizen.

Van Kempen sluit zich aan bij de rechtzinnigen.

J.M. van Kempen.

Behalve dat Van Kempen in Voorschoten de stoom als drijfkracht voor machines introduceerde was hij ook begiftigd met groot sociaal gevoel ten aanzien van zijn werknemers. Zijn arbeiders kenden ziekengeld en pensioen al sinds vele jaren, en voor hen stimuleerde Van Kempen de bouw van woningen, de zgn. Voor- en Achterkazerne aan de Veurseweg in het zuiden van het dorp.

De zgn. Voorkazerne aan de Veurseweg in het zuiden van het dorp (foto: Cees Passchier).

Van Kempen voelde zich niet thuis in de hervormde gemeente van het dorp, maar zocht aansluiting bij een kleine groep orthodoxe hervormden, die op zondag aanvankelijk bijeenkwamen in het landgoed Oostbos, waarvan freule M.A.W.E. Gevers Deynoot eigenaar was. In het dorp bestond sinds 1866 een afdeling van de landelijke Confessionele Vereeniging. Deze zond evangelisten naar Voorschoten, die op het landgoed, maar later in het gebouwtje van de bewaar-, naai- en breischool tegenover de hervormde kerk evangeliseerden, catechiseerden (met bijna honderd catechisanten) en zeven zondagsschoolklassen hielden.

De fabriek van Van Kempen in Voorschoten, lang geleden.

Evangelist Heijnes komt naar Voorschoten.

Van 1867 tot 1870 was evangelist H.J. Heijnes (?-1887) op een jaartraktement van fl. 600 in Voorschoten komen werken. Hij hield zich ook bezig met de kerkenraadsverkiezingen, waarbij de grootgrondbezitters – meestal vrijzinnig-hervormd – grote invloed hadden. Dat was de reden dat Heijnes – erg gehinderd door tegenstanders – een eigen kiesvereniging oprichtte, want “volgens Heijnes staan op de andere kieslijst [die van de kerkenraad] dronkaards, vloekers en ontuchtigen”. De confessionelen werden geïntimideerd door de grootgrondbezitters. Vanuit de kerkenraad werden door de diaconie ondersteunde gemeenteleden bezocht en werden hun stembriefjes voor hen ingevuld. In die omgeving was de komst van Van Kempen weldadig voor de groep confessionelen. Na het vertrek van Heijnes – hij werd reizend evangelist – werkte ook D. Felix (1842-1921) er in 1870 een maand, en ook het vroegere schoolhoofd C.J. Verhoef werkte als evangelist  in Voorschoten.

Een christelijke school (1866).

Dankzij de (financiële en morele) steun van Van Kempen werd de  sinds 1870 kwijnende afdeling van de Confessionele Vereeniging weer levenskrachtig; deze werd ook ‘de Evangelisatie’ genoemd.  Deze besloot in Voorschoten een christelijke school te stichten. Voorschotense notabelen steunden het plan met royale bijdragen: Van Kempen gaf elk jaar een flink bedrag en freule Gevers Deynoot schonk zelfs ruim fl. 2.500 aan juwelen. Pontificaal naast de openbare school werd al snel de christelijke school gebouwd, waarvoor vermoedelijk de staatsrechtgeleerde mr. G. Groen van Prinsterer (1801-1876) in 1866  de eerste steen legde. De school draagt trouwens nog steeds de naam van Freule Gevers Deynoot.

Een eigen evangelisatiegebouw (1879).

Het evangelisatiegebouwtje dat een kerk werd (foto: ‘De GK te Voorschoten’).

Toen de christelijke school klaar was kwam de Evangelisatie in het vervolg daar bijeen. Toch vond de opvolger van de in 1877 overleden J.M. van Kempen, zoon Anton, het niet juist de school als evangelisatiegebouw van de Confessionele Vereniging te gebruiken. Men wilde immers met de christelijke school ook kinderen van de hervormde gemeente binnen de muren zien te krijgen. De christelijke school was immers het evangelisatiemiddel bij uitstek! Daarom werd besloten een kleine kerk te bouwen aan de Laan van Klein Langenhorst, in het noorden van het dorp, direct ten zuiden van de Tolstraat. Deze werd in 1879 in gebruik genomen. Er was nu dus een eigen evangelisatiegebouw!

Naar de classis.

De landelijke Confessionele Vereeniging – en dus ook de evangelisatie in Voorschoten – opereerde nog steeds binnen de hervormde kerk. Ook een aantal in Voorschoten woonachtige ‘buitenleden’ van de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Leiden bezochten gemakshalve de zondagse diensten in de Evangelisatie. En ook vanuit de hervormde gemeente – waar steeds minder vaak orthodoxe predikanten op de kansel stonden – ontstond steeds meer bezwaar tegen de koers van de Voorschotense gemeente;  de ambachtsheer van Duivenvoorde was degene die het collatierecht uitoefende, d.w.z. hij had het recht een predikant ter benoeming voor te dragen. Vandaar dat de zesendertig christelijke gereformeerde gezinnen en vierentwintig hervormde gezinnen zich in een schrijven van 22 februari 1889 richtten tot de classis Leiden van de Christelijke Gereformeerde Kerk.

De Christelijke Gereformeerde Gemeente geïnstitueerd (1889).

Ds. H. Beuker (1834-1900) van Leiden.

In de brief vroeg men behulpzaam te zijn om in Voorschoten een Christelijke Gereformeerde Gemeente te institueren. Door de classis werden op 14 mei 1889 een tweetal Leidse predikanten en twee ouderlingen, ook uit Leiden, naar Voorschoten afgevaardigd om ter plaatse een onderzoek in te stellen. Het waren ds. J. Holster (1826-1905) en ds. H. Beuker (1834-1900), en de ouderlingen J.H. Landwehr en P. van der Hans. Tevoren was in Voorschoten een gedrukt vlugschrift verspreid waarin de ‘ware belijders’ opgeroepen werden de vergadering bij te wonen.

Nadat de predikanten de aanwezigen hadden ingelicht over de betekenis van de instituering van een eigen gemeente en hun de vraag stelden of zij zich verenigden met de gereformeerde belijdenis en met de Dordtse Kerkorde als leidraad voor de kerkregering, ging men over tot de verkiezing van ambtsdragers. Gekozen werden de ouderlingen J. de Braal, A. Vermeulen en A. Warnaar en de diakenen Joh. De Bruin, J. Parmentier en C. Eggink.

Ds. J. Holster (1826-1905) van Leiden institueerde de Gereformeerde Kerk te Voorschoten.

Ds. J. Holster bevestigde hen die avond vervolgens in hun ambt. Daarmee was de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Voorschoten een feit.

Ds. J.P. Visscher (van 1889 tot 1892).

Eind september dat jaar werd als predikant beroepen ds. J.P. Visser (1862-1936) van Baarn. Hij deed op 25 december 1889 intrede en bleef tot 15 augustus 1892 aan de kerk van Voorschoten verbonden, toen hij afscheid nam en naar de kerk van Loosduinen vertrok.

Juist voordat hij in Voorschoten intrede deed, had op 17 juni 1892 in de Amsterdamse Keizersgrachtkerk de landelijke kerkenfusie plaats tussen de Christelijke Gereformeerde Kerk uit de Afscheiding van 1834 en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken uit de Doleantie van 1886. Beide synodes hadden besloten dat de naam van het verenigde kerkgenootschap in het vervolg zou zijn De Gereformeerde Kerken in Nederland. Zo deed ds. Visscher dus intrede in de Gereformeerde Kerk te Voorschoten.

Ds. J.P. Visscher (1862-1936), de eerste predikant van gereformeerd Voorschoten.

Gedurende diens korte verblijf in Voorschoten werd zijn traktement van f. 1.200 per jaar betaald door de heer Van Kempen, terwijl de kerkelijke gemeente van hem een woning huurde  die werd ingericht als pastorie. De woning stond in een rij huizen tussen de Tolstraat en de Laan van Klein Langenhorst. De kerkdiensten werden in het evangelisatiegebouw gehouden, dat in het vervolg dienst deed als gereformeerde kerk.

“In [zijn vorige gemeente] Baarn hield ds. Visscher het slechts een jaar uit. Geen wonder. Want in Baarn was toen het kerkelijk leven niet zoo rustig, getuige de Baarnsche kwestie op de synode van Assen in 1888. Gelukkig kreeg hij een beroep van de Kerk van Voorschoten en deed hij aldaar reeds intrede 25 december 1888. Het was hier te Voorschoten, dat hij benevens zijn herderlijken arbeid zijn wetenschappelijke capaciteiten bijzonder ontplooide. Hier toch gaf hij een periodiek uit, getiteld ‘Opstellen uit de Godgeleerdheid’. Als men bedenkt dat hij de kopie daarvoor alleen leverde dan krijgt men toch zeer zeker den indruk dat ds. Visschers capaciteiten ver boven het middelmatige uitgingen. Helaas heeft hij de uitgave van dit tijdschrift, dat onder anderen door prof. H. Bavinck (1854-1921) zeer gunstig werd beoordeeld, om financiële redenen moeten staken. Dat hij na deze desillusie op wetenschappelijk gebied het beroep naar Loosduinen aannam, laat zich alleszins verstaan”, waar hij overigens ook slechts een jaar verbleef. Daarna vertrok hij naar de kerk van Leeuwarden.

Ds. H.J. Kouwenhoven (van 1892 tot 1894).

Ds. H.J. Kouwenhoven (1862-1931).

Ook de tweede predikant bleef maar kort in Voorschoten: ds. H.J. Kouwenhoven (1862-1931) van Zaamslag  nam het beroep aan, deed op 24 juli 1892 intrede, maar nam op 13 mei 1894 al weer afscheid, wegens zijn vertrek naar de kerk van Groningen. Veel gegevens zijn over zijn werk in Voorschoten niet te vinden. Voor hem kocht de Gereformeerde Kerk een woning aan de Koningin Wilhelminalaan, op nr. 12.

Ds. H. Alting (van 1895 tot 1921).

Zes jaar na de kerkinstituering kwam dus al de derde predikant naar Voorschoten. Het was ds. H. Alting (1850-1930) van Westbroek. Hij deed op 28 april 1895 intrede, na door ds. J. Thijs (1854-1926) van Sassenheim in het ambt bevestigd te zijn. Zijn afscheid zou pas ruim zesentwintig jaar later plaatsvinden.

Tijdens zijn predikantschap behoorde ook Wassenaar tot zijn gemeente (daar werd de Gereformeerde Kerk pas op 10 juni 1915 geïnstitueerd). Dagen achtereen bezocht hij – steeds wandelend – de gemeenteleden daar, die soms op meer dan tien kilometer afstand woonden.

Ds. H. Alting (1850-1930).

De oude kerk wordt te krap.

Het kerkgebouw aan de Laan van Klein Langenhorst telde ongeveer honderdtwintig zitplaatsen. De gemeente nam in ledental echter steeds meer toe, zodat men de kinderen uiteindelijk maar vlak onder de preekstoel een plaats gaf (‘onder het spraakwater van de dominee’). Het gebouwtje werd voor fl. 225 per jaar gehuurd van het schoolbestuur, dat er – na het van de Evangelisatie te hebben overgenomen – eigenaar van was. Maar in 1890 werd het gebouwtje voor fl. 600 door de kerkenraad gekocht, inclusief de complete inrichting, zoals het orgel en de banken. Maar omdathet gebrek aan plaatsruimte uitbreiding nodig maakte, bouwde men er een stuk aan. Deze klus werd voor bijna fl. 4.500 geklaard door aannemer D. Yperlaan. In 1905 werd achter de kerk, aan de Tolstraat, een huis gebouwd dat deels als kerkenraadskamer gebruikt werd.

Ondertussen had de predikant te kampen met zware tegenslagen in zijn persoonlijk leven (hij verloor twee kinderen – een van 4 en een van 27 jaar jong – en zijn echtgenote, S.A. Borsboom). Daarnaast was ook zijn toenemende blindheid voor hem een grote beproeving. Vandaar dat hij uiteindelijk op 3 juli 1921 zijn ambtelijke arbeid neerlegde met een preek naar aanleiding van Hebreeën 13 de verzen 20 en 21. Hij bleef daarna in Voorschoten wonen en op zaterdag 13 december 1930 overleed hij. Hij werd in Voorschoten begraven.

Ds. P.N. Kruyswijk (van 1922 tot 1925).

Ds. P.N. Kruyswijk (1896-1985).

Binnen een jaar na het emeritaat van ds. Alting had Voorschoten een nieuwe predikant! Het was kandidaat P.N. Kruyswijk (1896-1985), die aanvankelijk voor onderwijzer gestudeerd had, maar daarna aan de Vrije Universiteit te Amsterdam voor predikant ging studeren. Op 26 maart 1922 deed hij intrede in Voorschoten.

Een nieuwe kerk (1924).

De nieuwe kerk aan de Schoolstraat kort na de ingebruikneming in 1924.

Juist in die tijd ontwikkelde de kerkenraad plannen voor de bouw van een nieuwe kerk, omdat het aantal zitplaatsen in de enkele keren vergrote kerk aan de Laan van Klein Langenhorst veel te klein werd en de kerkgangers opeengepakt zaten. Aan de tegenwoordige Schoolstraat, achter het huis van notaris Schoor, kocht de kerkenraad een stuk grond van 2000 m². De kerkenraad liet er geen gras over groeien en zo kon op 23 juli 1923 de eerste steen gelegd worden door ds. P.N. Kruyswijk himself.

De plannen voor de kerk werden ontworpen door architect H. Onvlee uit Baarn. De ornamenten van de verlichting in de kerk waren afkomstig uit een bioscoop in Groningen (“De geschiedenis vermeldt niet of de kerkgangers dat wisten”). Het interieur van de kerk was vooral bruin van kleur. Het orgel uit de oude kerk werd meegenomen naar de nieuwe kerk aan de Schoolstraat.

Het orgel (oorspronkelijk afkomstig uit de Wagenstraatkerk in Den Haag) werd uit het oude kerkje aan de Laan van Klein Langenhorst meegenomen naar de nieuwe kerk aan de Schoolstraat. Hier het interieur van de nieuwe kerk met het orgel, in 1925.

Het oude kerkje werd na de ingebruikneming op 16 mei 1924 verkocht en tegenwoordig wordt het gebouw, dat er nog steeds in volle glorie staat, als opslagplaats gebruikt.

Rond 1925 verbeterde het zicht op de kerk aanmerkelijk door de sloop van de notariswoning. Ds. Kruyswijk nam dat jaar op 12 juli afscheid van de kerk van Voorschoten, wegens vertrek naar Vlissingen.

Ds. D.K. Wielenga Gzn. (van 1925 tot 1929).

Ds. D.K. Wielenga Gzn. (1896-1972).

Nog geen drie maanden na het afscheid van ds. Kruyswijk had de kerk van Voorschoten een nieuwe dienaar des Woords. Het was ds. D.K. Wielenga Gzn. (1896-1972) van Baambrugge. De predikant gaf naast zijn herderlijke arbeid ook les aan het Christelijk Lyceum in Leiden. De predikantstraktementen waren dermate laag dat een domineesvrouw in Amsterdam de noodklok luidde en ‘het vrome volk vroeg of een predikant met zijn gezin dan maar alleen van apenootjes moest leven’. Hoe dan ook, ook ds. Wielenga bleef slechts enkele jaren aan de kerk van Voorschoten verbonden. Want op 11 mei 1929 nam hij afscheid wegens vertrek als predikant naar Bandoeng in Nederlands-Indië.

Ds. J.C. Houtzagers (van 1929 tot 1949).

Ds. J.C. Houtzagers (1896-1972).

Zijn opvolger stond nog geen drie maanden later, op 4 augustus 1929, op Voorschotens gereformeerde preekstoel om zijn intreepreek te houden. Het was ds. J.C. Houtzagers (1896-1972) van Reeuwijk en Sluipwijk. Hij verrichtte maar liefst gedurende twintig jaar lang zijn werk in Voorschoten.

Een nieuw orgel (1937).

In december 1937 werd in de kerk aan de Schoolstraat een nieuw orgel in gebruik genomen. De kerkenraad besloot namelijk de bekende orgel firma Valckx en Van Kouteren te Rotterdam opdracht te geven een pneumatisch instrument ‘met negentien sprekende stemmen’ te bouwen. Het toezicht op de bouw werd opgedragen aan de Vereeniging van organisten van de Geref. Kerken. “Dat dit orgel kan worden gebouwd, is te danken aan de groote offervaardigheid van de lidmaten van deze kerk. Behalve een legaat van f 500, is het benoodlgde bedrag bijeengebracht door het verjaardagsfonds en het wekelijksch ophalen van een klein bedrag in busjes bij leden van de kerk, door kleine meisjes”. Het orgel zou tot het laatst dienst doen.

Het liturgisch centrum met het nieuwe orgel (foto: Reliwiki, Maarten Rog).

Tijdens de ambtsperiode van ds. Houtzagers was kandidaat J.S. Greidanus (1908-1973) van december 1937 tot juni 1938 in Voorschoten werkzaam als hulppredikant. Dat gebeurde op grond van een landelijke regeling die ingesteld was in verband met het toenmalige overschot aan predikanten. Kandidaten die niet direct een beroep kregen, konden – financieel mogelijk gemaakt door de genoemde regeling – toch tijdelijk als hulppredikant aan een kerk verbonden worden, zij het met minder salaris, maar met de mogelijkheid ervaring op te doen. Ds. Greidanus werd in 1939 predikant in het Overijsselse Wijhe.

Ds. M. den Boer (van 1949 tot 1959).

Ds. M. den Boer (1897-1970).

Op 5 juni 1949 nam ds. Houtzagers afscheid wegens vertrek naar de kerk van Driebergen-Rijssenburg. Ruim een maand na zijn afscheid  stond zijn opvolger al op de kansel. Het was ds. M. den Boer (1897-1970) van Wezep, die op 19 juni 1949 intrede in Voorschoten deed. Hij bleef ruim tien jaar aan de kerk van Voorschoten verbonden.

“Reeds in zijn studententijd genoot hij enige bekendheid als spreker. Hij bezat de gave om mensen te boeien. Toch is hij geen spreker geworden, maar een prediker. (…) Ds. Den Boer was geen man van vergaderingen. Ook was hij niet de man van de vlotte omgang, zeker niet in een groot gezelschap. (…) Wel had hij er heel sterk behoefte aan, dat hij omringd werd door mensen, die hem begrepen, door een gemeente die hem droeg. Hij kon slecht tegen spanningen en disharmonie. Het valt te begrijpen dat een mens van deze aard lang heeft geaarzeld, aleer hij de pastorie inging. Jaren achtereen heeft hij rondgepreekt en in vacante gemeenten gecatechiseerd (catechiseren deed hij bijzonder graag), en toen eerst nog een hulppredikantschap in Haarlem aanvaardde, voordat hij zich eindelijk beroepbaar stelde”.

De  gereformeerde kerk ‘Het Kruispunt’ aan de Schoolstraat te Voorschoten na de vergroting van de entree (foto: Wikipedia, Michiel Verbeek).

In Voorschoten maakte hij daar nog net de uitbreiding van de kerk mee. In 1958 werden achter de kerk namelijk vergaderlokalen gebouwd, die later bekend zouden worden onder de naam ‘De Werf’.  Tijdens de verbouwingswerkzaamheden kon men de kerkdiensten houden in de hervormde kerk.

In 1964 herdacht de gemeente van de Gereformeerde Kerk van Voorschoten haar 75-jarig bestaan, wat niet ongemerkt passeerde. In 1974 werd de kerk opnieuw verbouwd, en werd ze voorzien van een mooie grote entree, ‘De Voorhof’, die aan de buitenkant van de kerk het uiterlijk van drie ingangen gaf.

De overige gereformeerde predikanten vanaf 1958.

Ds. D.J. Modderaar (1915-1996).

Nog voor het afscheid van ds. Den Boer, op 25 oktober 1959, waren achtereenvolgens of tegelijkertijd de volgende predikanten aan de kerk van Voorschoten verbonden: van december 1958  tot september 1966 ds. Kr. Smit (1926-2006), die in Voorschoten de tweede predikantsplaats bezette. Ds. D.J. Modderaar (1915-1996) was de opvolger van ds. Den Boer en diende de kerk van Voorschoten van september 1960 tot augustus 1969. Ds. G. de Zeeuw (*1928) was van 1967 tot 1989 predikant in Voorschoten (hij emigreerde in 1989 naar Amerika). Ds. P. Reedijk (1925-2015) deed in juni 1970 intrede en nam op 28 maart 1976 afscheid van Voorschoten. Ds. J.D.A. de Zwart (*1935) diende de kerk van 1977 tot 1996, terwijl ds. B. Ledegang (*1944)  van 1989 tot 2008  in Voorschoten op de gereformeerde c.q. protestantse kansel stond. Dr. F.L. Bakker (*1951) diende deze kerk van 1998 tot heden.

Het Kruispunt afgestoten…

‘Het Kruispunt’ wordt afgestoten…

Zo is de geschiedenis van de kerk van Voorschoten in vogelvlucht beschreven tot en met de bouw en aanpassing van het bijzondere kerkgebouw aan de Schoolstraat. Door het samengaan van de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente te Voorschoten ontstond de Protestantse Gemeente te Voorschoten.

De kerkenraad besloot in 2013 alleen de Dorpskerk in het vervolg nog voor de kerkdiensten te gebruiken. Daartoe moesten twee kerkgebouwen worden afgestoten: de hervormde Ontmoetingskerk en de gereformeerde kerk, die inmiddels Het Kruispunt genoemd werd. De Ontmoetingskerk kon al snel verkocht worden, maar uiteindelijk werd Het Kruispunt pas na zeven jaar verkocht. Om die reden wilden we ook op onze website aandacht besteden aan deze kerk, die de gereformeerden in Voorschoten vele jaren lang onderdak geboden heeft.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Voorschoten.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Voorschoten tussen 1894 en 2004 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

Jaarboeken (ten dienste) van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

G.J. Mink, Op het tweede plan. Evangelisten in de tweede helft van de negentiende eeuw. Leiden, 1995

J.H.M. Sloof, De Gereformeerde Kerk te Voorschoten. In: Leids Jaarboekje, Leiden, 1979

J.H.M. Sloof, Geref. Kerk Voorschoten, 14 mei 1889-1989. Voorschoten, 1989

© 2020. GereformeerdeKerken.info