De Gereformeerde Kerk te Sexbierum (3)

Ds. L. van Urk (1923 tot 1950).

( < Naar deel 2 ) – Na het vertrek van ds. Balhuizen had de kerkenraad al spoedig succes met het beroepingswerk, toen ds. L. van Urk (1891-1973) van Westmaas  het op hem uitgebrachte beroep aannam.

Ds. L. van Urk (1891-1973).

Hij werd  op 28 oktober 1923 door prof. dr. T. Hoekstra (1880-1936) van ‘Kampen’ in het ambt bevestigd en deed diezelfde dag in de middagdienst intrede. De predikant zou maar liefst 27 jaar aan de kerk van Sexbierum verbonden blijven!

Een nieuwe kerk (1927).

Meteen werd duidelijk dat de beperkte plaatsruimte in de kerk aan de Terp een blijvend probleem was. Daarom stelde de kerkenraad een bouwfonds in, met de bedoeling de eerder in de ijskast geschoven of soortgelijke uitbreidingsplannen alsnog tot uitvoering te brengen. Men haalde er een architect bij om te onderzoeken hoe de uitbreiding het best kon worden gerealiseerd in de toch beperkte tuinruimte. De architect deed wat van hem verwacht werd, en de plannen werden – na aan de gemeentevergadering te zijn voorgelegd – goedgekeurd. Maar er gebeurde niets.

Op 19 mei 1927 legde ds. Van Urk ‘de eerste steen’ voor de nieuwe kerk.

Kennelijk twijfelde men toch; de uitbreidingsplannen waren jaren daarvoor niet voor niets op niks uitgelopen.  Toen echter aan Heerenstreek (de huidige de Tsjerk Hiddesstrjitte) voor fl. 14.000 een notariswoning met een grote tuin te koop was, tastte de kerkenraad meteen door. Een rondgang door de kerkelijke gemeente was voldoende om het benodigde geld bij elkaar te brengen, terwijl de verkoop van de pastorie op de hoek van de Nije Buorren en de Terp in totaal fl. 8.500 opbracht. De nu gekochte notariswoning zou de pastorie worden en in de grote tuin zou de nieuwe kerk gebouwd moeten worden!

Architect A. Nauta had zijn plannen inmiddels klaar en berekende de bouwkosten plus de inrichting op in totaal bijna fl. 47.000. Dus werd de aanbesteding gehouden. Het bleek dat de laagste inschrijver de kerk voor fl. 34.500 wilde bouwen, terwijl twee schilders alles voor bijna fl. 3.000 zouden voorzien van een fris verfje. Op 9 mei 1927 kon  ds. Van Urk in het bijzijn van vele gemeenteleden de ‘eerste steen’ leggen.

De ‘eerste steen’…

Tijdens deze plechtigheid zong de verzamelde gemeente uit volle borst psalm 121 vers 1. In december dat jaar werd de nieuwe kerk in gebruik genomen, Het gebouw was aanmerkelijk groter dan de vorige twee bedehuizen, maar dat moest ook wel, want de kerkelijke gemeente telde inmiddels zo’n 650 leden. De onberijmde psalm 118 vers 24 stond die dag centraal: ‘Dit is de dag dien de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen en verblijd zijn’. Ongetwijfeld heeft men de berijmde psalm 118 vers 12 op die dag ook gezongen, begeleid door het orgel dat meegenomen was uit de oude kerk aan de Terp. Al snel bleek het instrument echter te klein te zijn voor de grote kerk, reden waarom het werd gerestaureerd en vergroot.

Een nieuwe gereformeerde school.

Er kwam in Sexbierum niet alleen een nieuwe kerk, maar ook een nieuwe gereformeerde school! In 1928 moest een nieuw onderkomen worden gebouwd omdat de oude school ongeschikt geacht werd om nog als schoolgebouw te dienen. Inmiddels was in 1920 namelijk – na een ongeveer tachtig jaar durende ‘schoolstrijd’ – de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onderwijs bij wet geregeld, zodat voor de bouw op subsidie gerekend kon worden. Aannemer Hoekstra uit Sexbierum schreef als laagste in en mocht de klus uitvoeren. In 1931 werd de nieuwe school geopend.

De nieuwe gereformeerde school die in 1931 in gebruik genomen werd.

Crisis en  oorlog.

Maar de jaren ’30  waren  de ‘crisisjaren’! Door de Beurskrach in 1929 in New York raakte de wereld verzeild in een grote economische crisis. Ook voor de kerk en haar leden was het geen makkelijke tijd: armoede,  werkloosheid en een verhoogde activiteit van de diaconie waren het gevolg. En aan het eind van de jaren ’30 pakten zich opnieuw donkere wolken boven Nederland samen, door oorlogsdreiging vanuit het oosten, Duitsland. Het leger werd onder de wapenen geroepen en ook mannen uit Sexbierum werden voor de militaire dienst opgeroepen.

Op 10 mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit. Aanvankelijk bleef de kerk nog gespaard voor droeve gebeurtenissen. Zo werd in 1943 kandidaat C. van der Waal (1919-1980) als hulppredikant voor de Evangelisatie in Wijnaldum aan de kerk van Sexbierum verbonden. Zo kon het werk in Wijnaldum beter worden uitgevoerd.

De nieuwe gereformeerde kerk aan de Tsjerk Hiddesstrjitte en de pastorie.

Eind 1943 werd ouderling Westra echter door de bezetter meegenomen  en moest ouderling Bruinsma vluchten. Ook waren in andere gezinnen ‘mannen of broeders’ door de Duitsers gevangen genomen en weggevoerd.

De Vrijmaking (1944).

En juist in die tijd kwam in ons land de kerkstrijd – die we de Vrijmaking van 1944 zijn gaan noemen – tot een dieptepunt. Al sinds de jaren dertig was onder theologen in de Gereformeerde Kerken opnieuw onenigheid ontstaan over onder meer de betekenis van de Doop en het Verbond. Over die meningsverschillen had de Generale Synode besluiten genomen waarmee sommigen zich niet konden verenigen en zich – in navolging van hun leider, dr. K. Schilder (1890-1952) van ‘Kampen’ – ‘vrijmaakten’ van de synodale besluiten.

In Sexbierum werd ook over de problemen gediscussieerd. Door de wijze leiding van ds. Van Urk kon de gemeente bijeengehouden worden, zodat in het dorp geen vrijgemaakte Gereformeerde Kerk ontstond. Wel werd op 30 mei 1948 in Franeker een vrijgemaakte Kerk geïnstitueerd, waar ook een paar gereformeerden uit Sexbierum zich bij aansloten. Die kerk – die zich Gereformeerde Kerk Franeker-Sexbierum noemde en nog steeds noemt – telde in 1949 nog geen veertig leden en bleef tot 1977 (toen er rond de negentig leden waren) zonder predikant.

Bij de ‘inwijding’ van de nieuwe kerk op 8 december 1927 ging de kerkenraad op de foto. Zittend v.l.n.r. K. Roorda, M. Ploegstra, B. Zijlstra, ds. I. van Urk, B. Wielinga en A. Veenstra. Staande v.l.n.r.: J.T. Bruinsma, H. Westra, J. Miedema, D. Mollema en J. Sijtsma.

Ds. Van Urk gevangen genomen.

Midden in de kerkstrijd kreeg ook ds. Van Urk met de Duitsers te maken. In oktober 1944 werd hij gevangen genomen. Nadat hij enige tijd opgesloten gezeten had en dwangarbeid had moeten verrichten, kon hij ontvluchten en kon hij zich bij een bevriende familie tot de bevrijding schuilhouden. In die tijd had kandidaat Van der Waal het werk van de predikant overgenomen. Toen kandidaat Van der Waal in juni 1945 door de kerk van Pingjum en Zurich beroepen werd nam hij die roeping aan en nam in juli 1945 afscheid.

In 1947 ging hij trouwens met de Vrijmaking mee en werd predikant in de vrijgemaakte kerk te Sneek. Zijn werk in Wijnaldum werd gedurende vele jaren overgenomen door de theologisch student Bosch. We komen op onze website later uitvoeriger terug op de evangelisatiearbeid die door de kerk van Sexbierum in Wijnaldum is verricht.

Eind 1947 overleed de echtgenote van ds. Van Urk. Toen hij in 1950 een beroep kreeg van de kerk van Haastrecht, nam hij dit aan en nam op 7 mei dat jaar afscheid van de kerk van Sexbierum.

Ds. C. Bos (1951 tot 1965).

Ds. C. Bos (1906-1965).

De kerkenraad ging dus op zoek naar een opvolger. Men vond deze in ds. C. Bos (1906-1965) van Murmerwoude, die op 15 april 1951 bevestigd werd en intrede deed. Ook hij bleef langere tijd – bijna veertien jaar – aan de kerk van Sexbierum verbonden. Het werd een tijd van veranderingen. Zo verloor de kerk van Sexbierum in 1951 vijfenzestig leden door emigratie of verhuizing naar elders.

Er waren nog andere veranderingen in het kerkelijk leven: toen in 1951 voorgesteld werd ook de vrouwelijke gemeenteleden te laten meestemmen in de gemeentevergaderingen, werd daartoe vrijwel meteen besloten. Minder vlot ging de invoering van het ritmisch zingen. Tot dan toe was de gemeente gewend de psalmen op lange noten (isoritmisch) te zingen, maar door de ‘beproeving’ van een nieuwe psalmberijming, werden de psalmen zo nu en dan ritmisch gezongen, als ze op het psalmbord met een ‘R’ werden aangegeven. Niet iedereen vond dat goed; sommigen vonden het oneerbiedig en ‘onstichtelijk’; je hoorde de psalmen immers langzaam en gedragen te zingen, op lange noten, vonden ze! Maar in 1953 werd op de ledenvergadering desondanks voorgesteld de psalmen in het vervolg allemaal ritmisch te zingen. Die kant ging het uiteindelijk ook op.

De invoering van de Nieuwe Vertaling van de bijbel, in het begin van de jaren ’50, viel evenmin bij iedereen in goede aarde. De predikant moest op last van de kerkenraad de Bijbellezing in de oude vertaling blijven lezen en mocht aan het begin van de preek de betreffende tekst desnoods ook nog in de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap voordragen. De dames van de vrouwenvereniging ‘Dorcas’ vonden de bezwaren tegen de Nieuwe Vertaling maar niks en boden de kerkenraad nieuwe bijbels aan in de Nieuwe Vertaling! Verder werd in die tijd voor het eerst af en toe  een Friese dienst gehouden en kwamen ook jeugddiensten zo nu en dan voor.

De kerk wordt opgeknapt.

Kerk en pastorie.

In 1962 kreeg de kerk aan de Tsjerk Hiddesstrjitte een grote opknapbeurt. Dat was na 35 jaar zo langzamerhand wel nodig. Om houvast te hebben ging men de interieurs van de kerken van Nij Altoenae en Beetgumermolen bekijken. Uiteindelijk besloot men de ruiten te vervangen door Oudhollands glas met brandschilderingen. Ook werd het doophek voor de preekstoel verwijderd en werden de preekstoel en de traptreden bekleed met hardhout. Het sombere bruine kerkinterieur werd voorzien van een fris lichtgrijs verfje. Voor dat schilderwerk werden alle schilders uit de gemeente Barradeel ingeschakeld, die onder supervisie van huisschilder K. Roorda aan de arbeid togen. Het gevolg van de opknapbeurt was wel dat het avondmaal in het vervolg niet meer aan tafels voorin de kerk gevierd kon worden, zoals tot dan toe de gewoonte was.

Aanloop naar Samen-op-Weg.

Gedurende de twee maanden durende verbouwing, die in  de winter van 1961 op 1962 plaatsvond, werden de diensten in de hervormde kerk gehouden. Na afloop van de hervormde ochtenddiensten kwamen de gereformeerden aan de beurt en ’s middags ging het net zo. Gedurende deze tijd ontstonden de eerste echte contacten met de hervormde gemeente. Sindsdien werd trouwens steeds meer over ‘Samen-op-Weg’ gesproken, want in 1961 riepen negen  gereformeerde en negen hervormde predikanten in een gezamenlijke verklaring op om als kerken zo snel mogelijk samen te gaan. Ze noemden zich ‘De Achttien’ en publiceerden ter ondersteuning van hun verklaring een drietal boekjes, die in die tijd veel gelezen en besproken werden.

De drie bekendste geschriften van ´De Achttien’ (eigen foto).

Ds. Bos met emeritaat.

De ambtelijke werkzaamheden vielen ds. Bos ondertussen steeds zwaarder en uiteindelijk vroeg en verkreeg hij per 1 januari 1965 vervroegd emeritaat. “Wat heeft hij [in de gemeente van Sexbierum] zijn pastorale arbeid met liefde gedaan. Hij was een man volop van de praktijk. Omgang met mensen – met de jeugd, met zieken – dat lag hem, en ook zijn hartelijke prediking werd zeer gewaardeerd. Niet alleen aan zijn gemeente gaf hij zijn tijd en arbeidskracht, maar ook in breder verband wist men zijn gaven te waarderen”.

“(…) Leek het aanvankelijk dat hij zijn werk in ongebroken kracht jaren kon voortzetten – langzamerhand begon de afbraak te komen. Hij moest zich aan een keeloperatie onderwerpen en later kwamen er moeilijkheden met zijn hart, waardoor hij zijn werk moest onderbreken. Dat was een tegenslag, die hij eerst moeilijk kon verwerken. (…) Toen hij echter  genoodzaakt werd zijn werk neer te leggen en emeritaat aan te vragen, verzocht hij nog enkele kerkelijke functies te mogen blijven vervullen. Maar de afbraak zette door en de hoop, om nog weer ambtswerk te vervullen, zonk in”.  De predikant overleed op zondagavond 12 september 1965.

Ds. J. Tiersma (van 1967 tot 1974).

Ds. J. Tiersma (1929-2017).

De kerkenraad moest dus op zoek naar een opvolger. Deze werd gevonden in de persoon van kandidaat J. Tiersma (1929-2017), die op 9 april 1967 intrede deed, na door prof. C. van der Woude (1896-1983) van ‘Kampen’ in het ambt bevestigd te zijn. Ook tijdens zijn predikantschap veranderde er nog al wat in gereformeerd Sexbierum.

Een nieuwe pastorie en een nieuw orgel.

Ten eerste werd geconstateerd dat de pastorie naast de kerk, de vroegere notariswoning, te groot was en moeilijk te verwarmen. Vandaar dat de kerkenraad overwoog de woning te verbouwen en een stevige opknapbeurt te geven, maar uiteindelijk werd toch besloten de oude pastorie af te breken en een nieuwe te bouwen. De gemeentevergadering ging er mee akkoord.

De nieuwe pastorie naast de kerk.

Ondertussen was duidelijk geworden dat het orgel, dat uit de oude kerk aan de Terp was meegenomen naar de nieuwe kerk, nodig aan vervanging toe was. Verscheidene commissies lieten hun licht schijnen over de problemen, maar uiteindelijk werd het orgel in 1973 vervangen door een ander instrument, dat afkomstig was uit de hervormde kerk van Jutrijp. Het was in 1911 gebouwd  door de fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden; zij hadden het orgel in de kerk van Jutrijp in 1934 gerestaureerd. Toen de hervormde kerk in het dorp werd afgebroken en het tweeklaviers orgel te koop stond, werd het aangeschaft door de kerk van Sexbierum en eind 1972 naar het bedehuis aan de Tsjerk Hiddesstrjitte overgeplaatst. Daarvoor moest ook het orgelbalkon verbouwd worden. Veel vrijwilligers werkten mee aan de plaatsing van het nieuwe orgel.

Het nieuwe orgel (foto: Reliwiki).

Het geld voor de aankoop van het instrument werd mede door allerlei acties bijeengebracht, onder andere door bazaars. Ook verrichtten gemeenteleden inpakwerk in de spuitbussenfabriek Enna om zo geld bijeen te brengen.

De inpakvrijwilligers in de spuitbussenfabriek ‘Enna’ aan het werk.

Het ledental daalt.

Ondertussen was het ledental van de kerk van Sexbierum sinds de Tweede Wereldoorlog gaan dalen. Dat kwam onder meer door ontvolking van het platteland, en bovendien kregen de Gereformeerde Kerken in Nederland (maar ook andere kerken kampten ermee) te maken met ontkerkelijking. Ook veranderen hier en daar in de Gereformeerde Kerken theologische inzichten, waarover onder meer in de serie Cahiers voor de Gemeente voorlichting gegeven werd. Ds. Tiersma bracht die onderwerpen ook in de kerkenraad ter sprake en ook in de gemeente werd er over gesproken. Het ging bijvoorbeeld over onderwerpen als ‘Verhaal en feit in het Oude Testament’, en over ‘De betrouwbaarheid van de Evangeliën’.

Het interieur van de gereformeerde kerk te Sexbierum.

Het traditionele evangelisatiewerk (zondagsschool, lectuurverspreiding, bijbellezingen, enz.), sloeg steeds minder aan. Vanuit de landelijke kerk werd dan ook steeds meer de nadruk gelegd op vorming en toerusting van gemeenteleden ten behoeve van het evangelisatiewerk: het werk moest vooral door alle gemeenteleden ter hand genomen worden in persoonlijke contacten met anderen, deels in plaats van de hierboven genoemde activiteiten. Ook in Sexbierum was de teruggang van het evangelisatiewerk merkbaar. Het werk in Wijnaldum, waar immers het evangelisatiegebouw stond, liep terug. Ook het aantal gereformeerden in Wijnaldum verminderde, zodat men de twee zondagse diensten eerst terugbracht tot één, terwijl in 1972 besloten werd de evangelisatiepost in Wijnaldum te sluiten en het evangelisatiegebouwtje te verkopen. De gemeenteleden in Wijnaldum werden in het vervolg per speciaal vervoer naar de kerk in Sexbierum gebracht en na de zondagse dienst weer terug naar huis gereden.

Ds. Tiersma nam op 9 juni 1974 afscheid, nadat hij het beroep, dat door de kerk van Santpoort  op hem was uitgebracht, had aangenomen.

De jaren ‘80 en daarna:  in snelle vogelvlucht.

De kerk en de nieuwe pastorie.

Tussen 1975 en 1991 waren achtereenvolgens twee predikanten werkzaam in de Gereformeerde Kerk te Sexbierum. Al op 28 september 1975 werd kandidaat K.Th. Vaatstra (1949-2005) in het ambt bevestigd en deed die dag ook intrede. Toen hij op 31 mei 1981 afscheid nam en naar de kerk van Ridderkerk vertrok, was de kerk van Sexbierum ruim drie en een half jaar vacant. Maar er kwam uiteindelijk toch een opvolger in de persoon van kandidaat F.F. Omta (*1956) uit Amsterdam, die op 14 oktober 1984 intrede deed. Hij bleef tot 1991, en nam – wegens vertrek naar de Gereformeerde Kerk van Slootdorp – per 1 september 1991 afscheid van Sexbierums Gereformeerde Kerk.

Nieuwe lokaliteiten (1981), en verder…

Ondanks het nog steeds dalende ledental besloot de kerkenraad over te gaan tot de sloop van bestaande vergadergebouwen achter de kerk en tot de bouw van nieuwe lokaliteiten. Er waren verscheidene plannen ontworpen waaruit de gemeentevergadering uiteindelijk het meest kostbare en meest ingrijpende plan aannam. Dit hield in dat zowel de kosterswoning als het grootste deel van de bestaande vergaderruimten  werden afgebroken. Daarvoor in de plaats werden onder meer een grote vergaderruimte met podium  en  een kleiner vergaderlokaal gerealiseerd, terwijl ook de kerkenraadskamer werd aangepakt. Verder  werden een keuken en toiletten gebouwd, terwijl de kerk bovendien een grote ruime hal kreeg. Het bijzondere was dat veel vrijwilligers een groot deel van de werkzaamheden hebben uitgevoerd. Ze werkzaamheden werden mede betaald door het houden van allerlei acties.

De nieuwe lokaliteiten (foto: ‘De geschiedenis van de GK Sexbierum’).

– In de jaren ’80 namen sommige gemeenteleden afscheid van de Gereformeerde Kerk en sloten zich bij andere kerkgenootschappen aan, omdat ze zich om bepaalde redenen niet konden verenigen met de koers van de Gereformeerde Kerken. ‘Dat bracht veelal versobering in het gemeenteleven’.

– De contacten met de Hervormde Gemeente waren intussen zover voortgeschreden dat in de jaren ’80 gezamenlijke wijkavonden en interkerkelijke gespreksgroepen gehouden werden. En omdat ds. Vaatstra gedurende een jaar dienst deed als legerpredikant, nam de hervormde predikant het ziekenbezoek bij de leden van de Gereformeerde Kerk op zich.

Uiteindelijk kon men in 2007 besluiten tot het definitief samengaan  van de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente als Protestantse Gemeente Sexbierum-Pietersbierum. In die tijd was ds. J. de Vries (*1949) uit Doezum van 1993  tot zijn emeritaat in 2010  predikant van de Gereformeerde Kerk te Sexbierum.

De Protestantse Gemeente te Sexbierum-Pietersbierum had sindsdien de  beschikking over twee kerkgebouwen: de gereformeerde kerk en de hervormde Sixtuskerk aan het Kerkpad. De gereformeerde kerk kreeg toen de naam De Terskflier (Fries voor ‘De Dorsvloer’). Zoals we eerder meldden zal de gereformeerde kerk op termijn worden afgestoten.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Sexbierum.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Sexbierum tussen 1896 en 2006 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

A. Algra, De Historie gaat door Het Eigen Dorp. Leeuwarden, g.j.

Archief van de Classis Franeker der Gereformeerde Kerken. Leeuwarden, Tresoar

Jaarboeken ten dienste van De Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

N.N., De geschiedenis van de Gereformeerde Kerk Sexbierum. Sexbierum, 2017

J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Friesland, deel III, De classes Sexbierum (Franeker), Sneek en Tjalleberd (Heerenveen) van de Afgescheiden Kerken. Groningen, 1983

H. Westra, Gereformeerde Kerk Sexbierum, 1835-1985. Sexbierum, 1985

© 2019. GereformeerdeKerken.info