De Gereformeerde Kerk te Nieuw-Buinen (2)

Deel 2 – In vogelvlucht verder.

Het verenigingsleven.

( < Naar deel 1 ) – Het verenigingsleven maakte een flinke start; in de eerste vijf jaar van het bestaan van de kerk werden een meisjesvereniging, een jongensvereniging, een zangkoor en een zondagsschool opgericht.

Kerk en pastorie.

En op 6 maart 1903 kwamen veertien initiatiefnemers bij elkaar om de mogelijkheden te bespreken van de oprichting van een ‘Vereeniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs’.

De school en de onderwijzerswoning.

In 1904 werd aan het Zuiderdiep ‘plaats 59’ gekocht en al snel begon men met bouwen. De opening van de gereformeerde school vond plaats op 29 december 1905.

Gestage groei.

Ds. Bartels maakte de opening van de school niet meer mee, want hij ging op 1 december 1903 met emeritaat.

Ds. Joh. Jansen (1873-1956).

Hij werd opgevolgd door ds. Joh. Jansen (1873-1956), die op 16 oktober 1904 intrede deed (twee uitgebrachte beroepen waren tevergeefs). In Nieuw-Buinen “vindt hij in Geertina Willemina Warringa een trouwe levensgezellin [en stichtte in het dorp] met veel voortvarendheid twee christelijke scholen.” Op 2 december 1906 nam de predikant na ruim twee jaar, op 2 december 1906, al weer afscheid wegens vertrek naar de kerk van Burum; in 1956 werd hij in Nieuw-Buinen begraven.

Ds. R. Middelveld (1873-1949) op latere leeftijd.

Ook voor diens opvolger waren drie beroepen nodig; het derde werd aangenomen door ds. R. Middelveld (1873-1949) van de kerk van Hijum en Finkum, die van 1907 tot 1912 aan de kerk van Nieuw-Buinen verbonden was. Ondertussen groeide de Gereformeerde Kerk gestaag. Er was kennelijk veel jeugd in de kerk; dat valt onder meer af te leiden uit het feit dat in 1911 van de 612 leden ‘slechts’ 223 belijdende leden ingeschreven waren. Het merendeel van de rest was jeugd. De catechisaties van ds. Middelveld trokken ruim 120 deelnemers!

Het kerkinterieur tot 1957. Toen kwam er een ander orgel (foto: ‘100 jaar GK Nieuw-Buinen’).

De diakenen deden wat ze konden om de veel voorkomende armoede in de gemeente te lenigen door financiële ondersteuning of giften in natura, zoals voedsel en kleding. De begintijd van de kerk kenmerkte zich ‘niet alleen door stoffelijke, maar ook geestelijke armoede’. De kerkenraad moest nogal eens werk maken van het uitoefenen van ‘opzicht en tucht’ over sommige gemeenteleden die onderling soms hoog oplopende meningsverschillen hadden of één of meer van de Tien Geboden overtraden.

Een orgel (1919).

Er komt een orgel (bron: ‘Het Orgel’, december 1919)

In de jaren 1913 tot 1921 was ds. J.A. Berghuis (1878-1949) predikant in Nieuw-Buinen. Tijdens zijn predikantschap werd een commissie ingesteld om de mogelijkheden van de aanschaf van een orgel te onderzoeken. De commissie was tot de conclusie gekomen dat een orgel ongeveer fl. 2.500 zou gaan kosten; de gemeenteleden hadden echter voor dat doel echter ‘slechts’ fl. 1.500 toegezegd. Vandaar dat de commissie in 1918 werd opgeheven. Maar kennelijk werd er doorgespaard, want in 1919 kon toch besloten worden tot de aankoop van een orgel, dat voor de eerder begrote fl. 2.500 werd gebouwd en geplaatst door de fa. A.S.J. Dekker te Goes. De eerste organisten waren de heer Van Eerden en mevrouw A. Nanninga.

Ds. J.A. Berghuis (1878-1949).

Tijdens het predikantschap van ds. Berghuis liet de Spaanse Griep zich in de jaren 1917 en 1918 ook in Nieuw-Buinen niet onbetuigd en ook daar vielen slachtoffers. “Er waren op een gegeven moment zoveel zieken, dat de kerkenraad het beter achtte de geplande Avondmaalsviering uit te stellen”. Ook de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de crisis in de jaren ’30 – die in 1929 begon met de ‘Beurskrach’ in New York – zorgden in het dorp en in de kerk voor veel armoede en zorgen

In de Tweede Wereldoorlog zorgde de diaconie voor de voedselvoorziening van onderduikers die weigerden in de verplichte Duitse oorlogsindustrie te gaan werken.

De Vrijmaking (1945) …

Ds. H. Drost (1887-1957).

Ds. Berghuis werd – nadat de kerkenraad tien vergeefse beroepen had uitgebracht op andere predikanten – opgevolgd door ds. H. Drost (1887-1957), die eenentwintig jaar lang, van 1924 tot 1945, aan de kerk van Nieuw-Buinen verbonden was! Op 16 september 1945 ging hij echter met de Vrijmaking mee: verschillen van inzicht over de betekenis van Doop en Verbond hielden sinds de jaren ’30 de gemoederen in de Gereformeerde Kerken bezig en leidden in 1944 tot de kerkscheuring die ‘Vrijmaking’ genoemd wordt. Ds. Drost – die zich niet kon verenigen met besluiten die de generale synode over de ‘leergeschillen’ genomen had – kondigde zijn vertrek in een aan zijn gemeenteleden gerichte brochure aan en kreeg aanvankelijk een behoorlijk aantal gemeenteleden achter zich: in 1946 telde de vrijgemaakte kerk te Nieuw-Buinen bijna 100 leden, van wie er overigens na enige tijd weer meerderen terugkeerden. De vrijgemaakte kerk in het dorp werd echter op 7 februari 1965 opgeheven en bij de zusterkerk van Stadskanaal gevoegd. Er zat geen groei in. In tegendeel: bij de opheffing waren er nog 56 leden.

… en daarna.

Ds. A. Mollema (1907-1976) bracht de rust in de kerk terug, al wilde dat niet zeggen dat er niets veranderde.

Ds. A. Mollema (1907-1976).

De predikant deed op 24 november 1946 intrede en bleef tot september 1953 aan de gemeente te Nieuw-Buinen verbonden. Tijdens zijn predikantschap werd besloten het zingen op lange noten af te schaffen en in het vervolg de ritmische zangwijze te gebruiken. Ook werd in 1953 in navolging van het synodale besluit aan de vrouwelijke gemeenteleden het stemrecht verleend om ambtsdragers te kiezen. En in 1968 gaf de generale synode toestemming om als vrouwelijk gemeentelid zélf als ouderling of diaken gekozen te worden. In Nieuw-Buinen werd de eerste vrouwelijke ambtsdrager in 1976 gekozen.

Ds. W.A.J. Dalmayer (1903-1970).

Ds. W.A.J. Dalmayer (1903-1970) volgde ds. Mollema op en was ongeveer veertien jaar aan de Gereformeerde Kerk van Nieuw-Buinen verbonden, namelijk van 1954 (op 4 juli deed hij intrede) tot zijn afscheid op 1 mei 1968. Tijdens zijn predikantschap werd in 1957 voor fl. 13.200 een nieuw orgel in de kerk geplaatst.

Het in 1957 geplaatste orgel (foto: ‘100 jaar GK Nieuw-Buinen’).

Het instrument was gebouwd door de bekende fa. Van Vulpen te Utrecht. En in 1963 werd het ‘Jeugdhonk’ naast de kerk in gebruik genomen.

De kerk en het jeugdhonk.

Aan het Noorderdiep werd in 1971 een nieuwe pastorie gekocht, omdat de oude bestemd werd als kosterswoning. Ds. H.P. Mulder (*1946) – opvolger van ds. Dalmayer – was de eerste predikant die zijn intrek nam in de nieuwe predikantswoning. Hij was aanvankelijk van oktober 1971 tot 23 juni 1974 als hulppredikant aan de kerk verbonden. Dat dienstverband werd op die dag omgezet in het predikantschap. Als zodanig bleef hij daarna nog precies vier jaar – tot zijn afscheid op 25 juni 1978 – in Nieuw-Buinen.

Tijdens zijn predikantschap werd in 1974 het nieuwe Liedboek voor de Kerken ingevoerd. Ook werd in die tijd een houten gebouwtje uit Friesland gehaald dat bij de kerk werd geplaatst om als jeugdhonk dienst te doen en dat bekend stond onder de naam ‘Het Keetje’. Ook werd in breder verband met andere kerken de evangelisatieactie ‘Geloof het maar’ georganiseerd.

De nieuwe kosterswoning, de kerk en het jeugdhonk.

Van 1979 tot 1984 stond ds. J.N. Jurjens (*1949) in de kerk van Nieuw-Buinen. In die tijd werd een nieuwe kosterswoning gebouwd, die in 1982 in gebruik genomen werd. In samenwerking met de hervormde gemeente werd de eerste gezamenlijke gemeentezondag georganiseerd. “Vanuit de hervormde consistorie gingen we als hervormde en gereformeerde kerkenraad samen op weg naar het tot kerkelijk centrum omgetoverd sportveld”. En natuurlijk waren er in die tijd ook de discussies over het thema ‘Oorlog en vrede’ die in de hele maatschappij, en dus ook in de Gereformeerde Kerken, veel soms verhitte discussies en spanningen veroorzaakten.

Na het vertrek van ds. Jurjens was van 1985 tot 1990 ds. B.C. van Wieren (*1957) predikant in Nieuw-Buinen; hij werd ruim een half jaar na zijn vertrek in december 1990 opgevolgd door ds. F.W. Kuipers (*1961), die tot 1995 aan de kerk verbonden was.  In 1988 werd ‘Het Keetje‘ vervangen door het jeugdgebouw ‘Ons Hörn‘.

Het nieuwe jeugdgebouw ‘Ons Hörn’, dat in 1988 – achter de kerk – in gebruik genomen werd.

Samen op Weg.

Intussen waren in de jaren ‘60 ook nauwere contacten ontstaan met de Nederlandse Hervormde Gemeente in Nieuw-Buinen. Het begon met gezamenlijk bejaardenwerk, waarna later ook het jeugdwerk en de catechisaties samen werden opgezet. Na verloop van tijd werd een begin gemaakt met kanselruil op ‘tweede feestdagen’ en uiteindelijk werd in 1982 een ‘Commissie Samen op Weg’ ingesteld die tot 1996 in overleg met de beide kerkenraden de verdere samenwerking stap voor stap uitwerkte. Daaruit vloeide in januari 1996 een federatieovereenkomst voort en werden jarenlang de kerkdiensten om en om in beide kerkgebouwen gehouden.

Besloten werd in 2002 het gereformeerde kerkgebouw af te stoten. De kerk aan de Kerklaan werd vervolgens verbouwd om als toekomstige plaats van samenkomst dienst te doen. Deze werd op 20 mei 2006 (opnieuw en vernieuwd) in gebruik genomen. Intussen waren beide kerken per 1 januari 2005 gefuseerd als ‘Protestantse Gemeente Nieuw- Buinen, Buinerveen en Drouwenermond’.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Nieuw-Buinen.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Nieuw-Buinen tussen 1894 en 2004  (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bronnen onder meer:

J. Deen, Een kerk in de Veenkoloniën. 150 jaar kerkgeschiedenis in een notedop. Nieuw-Buinen, 1987

Jaarboeken ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

W.H. van der Ploeg, Kijk op een kerk. De geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Stadskanaal van 1835 tot 1940. Stadskanaal, 1971

G. Venema, Gereformeerde Kerk te Nieuw-Buinen. 1891-1991, in: Tj. Tjeerdmsa (samensteller), 100 jaar Gereformeerde Kerk Nieuw-Buinen. 1891-1991. Nieuw-Buinen, 1991

© 2018. GereformeerdeKerken.info