De Gereformeerde Kerken op Tholen

door J.P.B. Zuurdeeg.

Tholen is een klein (schier-)eiland in het oosten van Zeeland. De Gereformeerde Kerken van Tholen ressorteerden in de jaren ’80 [van de vorige eeuw] en later weliswaar tot de classis Noord-Brabant. Maar de geschiedenis is Zeeuws. En Tholen ook.

Kaart: Google.

De Afscheiding te Oud-Vossemeer.

Op 18 oktober 1836 schrijft de Officier van Justitie te Zierikzee een brief aan het gemeentebestuur van Oud-Vossemeer, waarin hij vraagt of aldaar de wet niet wordt overtreden, omdat meer dan twintig separatisten een ongeoorloofde godsdienstige samenkomst zouden hebben bijgewoond. De officier verzoekt nauwkeurig opgave van namen en adressen met vermelding van dag, plaats en uur waarop de leden, die zich van de hervormde gemeente hebben afgescheiden, bijeenkomen. In zijn antwoord meldt het gemeentebestuur dat er in Oud-Vossermeer minder dan twintig Afgescheidenen zijn.

Eind 1835 heeft de 52-jarige metselaar Johan François de Later aan de hervormde kerkenraad verzocht hem als lidmaat te schrappen. Hij woont al geruime tijd de godsdienstoefeningen niet meer bij. Spoedig volgen enkele anderen. Het gemeentebestuur kan een lijst van totaal 13 Afgescheidenen samenstellen. Plaats van samenkomst is [van 1836 tot 1848] het woonhuis van De Later aan de Ring. Ds. H.J. Budding [1810-1870], predikant van verschillende Zeeuwse Afgescheiden gemeenten, wordt [in 1837]  ook in Oud-Vossemeer benoemd.

Een tekening van ds. H.J. Budding (1810-1870).

De bijeenkomsten worden langzamerhand drukker bezocht. Op 30 juni 1837 treffen burgemeester en wethouders in gezelschap van de Middelburgse officier van justitie 29 personen in de woning van De Later aan. Dat is meer dan het toegestane aantal. Drie ouderlingen worden voor de rechter gedaagd. Maar alleen De Later wordt beboet met fl. 50. De bijeenkomsten gaan door: als Budding op 15 oktober 1837 voorgaat, telt men ’s morgens 70 tot 80 personen en ’s middags zelfs 170. Maar slechts 31 mensen hebben zich officieel als lidmaat van de hervormde gemeente laten schrappen. Tot 1850 zijn er geen uittredingen [uit de hervormde gemeente] meer.

De woning van Johan de Later in Oud-Vossemeer, waar van 1836 tot 1848 Afgescheiden kerkdiensten gehouden werden (de woning werd inmiddels enigszins verbouwd).

Mogelijk heeft de stichting van een rooms-katholieke kerk in Oud-Vossemeer de hervormde gelederen gesloten. Anderzijds doen moeilijkheden tussen de gemeente en Budding de zaak ook geen goed. Budding staat erop, dat de Psalmen van Datheen worden gezongen. Oud-Vossemeer houdt echter vast aan de berijming van 1773.

De eerste kerk van de Afscheiding en de eerste christelijke school.

Na een aantal jaren stilstand kwam er opnieuw beweging. In juli 1851 werd het eerste kerkgebouw van de Afscheiding op Tholen te Oud-Vossemeer in gebruik genomen. In 1854 komt ds. H. van den Oever [1826-1900] naar Oud-Vossemeer. Zijn vader is een bekend Kruisdominee in Rotterdam. Eén van Van den Oevers eerste daden is dan ook aansluiting te zoeken bij het landelijk verband van de Gereformeerde Kerk onder het Kruis. [Dit landelijke kerkverband ontstond rond 1838 door afsplitsing van de hoofdstroom van de Afscheiding, de Christelijke Afgescheidene Kerk.]

De gereformeerde kerk te Oud-Vossemeer, die in 1871 in gebruik genomen werd en dienst deed tot in 1975 een nieuwe kerk gebouwd werd.

Als in 1866 zes huisgezinnen naar Amerika verhuizen, vermindert het aantal lidmaten sterk. In 1869 wordt de gemeente omgedoopt tot een Christelijke Gereformeerde Gemeente. Men voelt zich, twintig jaar na de bouw van het eerste kerkje, in 1871 sterk genoeg een geheel nieuwe kerk en pastorie neer te zetten.

Het oude kerkgebouw aan de Molenstraat wordt hierna als school ingericht, waar meester J. van de Putte in 1872 voor eigen rekening les gaat geven. Maar in 1884 wordt de school al opgeheven. Oorzaak zijn de te hoge kosten. Het gebouw wordt een bewaarschool. Vanaf 1910 mogen ook de Oud-Gereformeerden er gebruik van maken.

De in 1975 in gebruik genomen gereformeerde kerk te Oud-Vossemeer, die nog steeds als zodanig dienst doet.

Na ruim honderd jaar wordt in 1975 het kerkje aan de Achterweg, later Hofstraat genoemd, afgebroken. In een jaar tijd verschijnt op bijna dezelfde plaats – met hulp van vrijwilligers – de huidige kerk met het piramidevormige dak. Een nieuw bedehuis, waarop lang is gewacht en waarvoor veel arbeid werd verricht…

Een aarzelend begin in het dorp Tholen.

In oktober 1835 vraagt de hervormde ouderling De Lange in de plaats Tholen, of ‘teregtbrenging of bestraffing’ nodig is van personen die zich willen afscheiden. Op 12 januari 1836 komt een brief binnen: W.J. Schot, P. Baay en J. Wessels willen worden uitgeschreven als lidmaten van de hervormde gemeente. Het zijn, volgens een classicaal rapport, vissers ‘arm aan kennis en goederen’.

Vanaf eind 1836 vinden in Tholen bijeenkomsten van Afgescheidenen plaats, eerst bij bewaarschoolhoudster Neeltje Vernet, later op de hofstede van Willem Tichelaar. Als op 8 april 1838 proces-verbaal wordt opgemaakt bij een door ds. Budding geleide bijeenkomst, zijn er meer dan vierhonderd mensen aanwezig. Maar ook hier geldt: veel belangstelling voor Budding, maar weinig uittredingen uit de hervormde kerk.

Het Afgescheiden kerkje aan de Hoogstraat 38 te Tholen dat op 22 augustus 1852 in gebruik genomen werd. De gevel onder de bogen werd inmiddels veranderd (met dank aan de predikant en de scriba van Tholen).

Pas op 28 oktober 1851 zijn er voldoende leden om een Christelijke Afgescheiden Gemeente te institueren. Een bouwvallige woning en een stal aan de Hoogstraat worden tot kerk verbouwd [die op 22 augustus 1852 in gebruik genomen werd].

Een Christelijke Gereformeerde Gemeente te Sint-Maartensdijk.

In 1852 – een jaar nadat voor het eerst van Afgescheidenen te Sint-Maartensdijk wordt gesproken – wordt op de gedempte stadsvest achter de Keethil een houten loods of schuur gebouwd en ‘opzettelijk’ ingericht voor het houden van godsdienstoefeningen. In 1865 komt er een stenen kerk, die er nu nog is en thans wordt gebruikt door de Oud-Gereformeerde Gemeente. Het is een echte schuilkerk, niet aan de openbare weg, maar alleen via een pad te bereiken. De gevelsteen boven de deur vermeldt M. Steketee als de stichter. Zij nichtje Johanna Cornelia Adriaanse, dochtertje van de veldwachter, legt op 21 juni 1865 de eerste steen.

Het in 1865 in Sint Maartendijk gebouwde Afgescheiden kerkje, dat later in gebruik kwam bij de Oud-Gereformeerde Gemeente in Nederland.

Pas op 3 maart 1872 wordt een zelfstandige Christelijke Gereformeerde Gemeente gesticht. Dat is de nieuwe naam van de Christelijke Afgescheiden Gemeenten en de Kruisgemeenten, die in 1869 zijn samengegaan. Sint-Maartensdijk heeft nooit een eigen predikant gehad. Eenmaal per maand – soms vaker – komt er een dominee van elders.

Doleantie in Sint-Maartensdijk en Tholen.

Op 15 september 1887 wordt in Sint-Maartensdijk een Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) geïnstitueerd. Slechts een klein deel van de christelijke gereformeerden sluit zich er bij aan. Ook de Doleantiekerk gebruikt het gebouw achter de Keethil. Maar door daling van inkomsten worden rente en aflossing een niet meer te dragen last. Daarom wordt het gebouw in 1896 verkocht aan de Oud-Gereformeerde Gemeente. De godsdienstoefeningen van de Gereformeerde Kerk zijn daarna gestaakt. Bij de laatste kerkvisitatie tekenen de predikanten ds. O. Los [1842-1909] en ds. J. de Koning [1826-1907] aan, dat de zaken er treurig voor staan. Er is grote verwarring. Kort daarna sluit men zich weer aan bij de hervormde gemeente.

De Doleantiekerk van 1889 aan de Doelweg. Deze werd in 1956 grondig verbouwd.

Op 17 oktober 1888 wordt de Doleantie in Tholen een feit. Men neemt al spoedig het besluit een houten noodkerk te bouwen. Al op 29 juli 1889 kan men de ‘kerkekamer’ in gebruik nemen.

Landelijk verenigen de kerken van Afscheiding en Doleantie zich in 1892 tot de Gereformeerde Kerken in Nederland. Maar de Doleantiekerk blijft in Tholen tot 1908 nog bestaan. De kerk aan de Hoogstraat wordt dan verkocht. Het gebouw aan de Doelweg is nog steeds in gebruik. In 1962 is het ingrijpend verbouwd. Er komen onder meer een klokkentoren en een geheel vernieuwd interieur.

In 1956 werd de Doleantiekerk aan de Doelweg in Tholen ingrijpend verbouwd met als resultaat deze Ichthuskerk.

Afgescheidenen in Poortvliet zoeken contact met Oud-Vossemeer.

In 1865 krijgt de Gereformeerde Kerk onder het Kruis te Oud-Vossemeer van een aantal in Poortvliet woonachtige leden het verzoek om de predikant voor twaalf zondagen per jaar te mogen ‘lenen’. Men wijst dit af, maar ouderling L. Aarnoudse wordt samen met de predikant [ds. C. Kloppenburg (1813-1876)], afgevaardigd om hulp te bieden bij het tot stand komen van een gemeente te Poortvliet. Het jaar daarop geeft de burgerlijke gemeente toestemming in de Stoofstraat naast het armenhuis een kerk van 17 bij 9 meter te stichten. Spoedig heeft men ook een predikant. Het is ds. H. de Vries [1805-1862] die van Oosterland komt. Enige tijd later wordt hij [in 1861] opgevolgd door ds. H. van den Oever [1826-1900]. Als deze in 1864 vertrekt is er gedurende dertig jaar geen vaste dominee.

Dr. C. Steenblok in Poortvliet.

Dr. C. Steenblok (1894-1966) scheidde zich in 1943 af van de Gereformeerde Kerken en ging over naar het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten.

Na de eeuwwisseling kan men weer regelmatig oefenaars en predikanten aantrekken. Onder hen is ds. C. Steenblok {1894-1966}, beroepen in 1941. Als prediker van de bevindelijke waarheid krijgt hij al spoedig moeilijkheden. Vanaf 1942 zijn er contacten met de Gereformeerde Gemeente. Op 20 januari 1943 volgt de breuk. De notulen vermelden dat 30 van de 32 op de vergadering aanwezige mensen, waaronder twee leden van de kerkenraad, met de Gereformeerde Kerk breken. Er blijven nog 67 lidmaten over. Steenblok wordt beroepen bij de Gereformeerde Gemeente te Poortvliet. Hij blijft tot de evacuatie van het eiland in 1944 ’s zondags in de gereformeerde kerk preken. Dat wekt de nodige beroering. De Gereformeerde Kerk laat in 1943 beslag leggen op de roerende goederen. Na een proces van enkele jaren wijst de rechter in 1949 het kerkgebouw definitief aan de Gereformeerde Kerk toe.

Het Afgescheiden kerkje uit 1866 aan de Stoofstraat in Poortvliet, dat door een V2 beschadigd werd.

Lang wordt het gebouw echter niet meer gebruikt. In 1945 is de kerk door het ontploffen van een Duitse V2 beschadigd. In 1951 wordt het verkocht aan een handelaar in brandstoffen die het als bergplaats gebruikt. De gemeente laat in 1952 een klein kerkje aan het Zuidplantsoen bouwen, dat in 1979 is uitgebreid tot in totaal 140 zitplaatsen. Het aantal leden is dan inmiddels sinds 1952 verdubbeld. De verbouwing wordt in 1982 met hulp van veel vrijwilligers voltooid. De Ontmoetingskerk staat er…

Zo ziet de nog steeds als zodanig in gebruik zijnde gereformeerde Ontmoetingskerk aan het Zuidplantsoen in Poortvliet er tegenwoordig uit.

Interkerkelijke contacten?

Onze tocht langs de Gereformeerde Kerken op Tholen zijn we in Oud-Vossemeer begonnen. We eindigen er ook. Daar is in de Tweede Wereldoorlog al een eerste begin van interkerkelijke contacten. De Gereformeerde Kerk aldaar biedt dan onderdak aan een commissie bestaande uit leden van verschillende plaatselijke kerkgenootschappen, die in navolging van elders en op initiatief van burgemeester J.J. Versluijs is opgericht. Men wil op bijeenkomsten predikanten van verschillende richtingen laten spreken om zo de eenheid te bevorderen. Er zijn nogal wat moeilijkheden; eind 1948 haakt ook de Gereformeerde Kerk af.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerken te Oud-Vossemeer, Poortvliet en Tholen.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerken te Oud-Vossemeer, Poortvliet en Tholen, tussen 1896 en 2016 (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Bron:

J.P.B. Zuurdeeg, Tholen, in: Anderhalve eeuw gereformeerden in stad en land, deel 2, Zeeland. Kampen, 1984 (dit artikel is overgenomen met toestemming van Uitgeverij Kok in Kampen).

De redactie van GereformeerdeKerken.info voegde de ‘links‘, de illustraties en het overzicht van de ledentallen toe, en tussen [vierkante haakjes] enkele aanvullende opmerkingen.

Literatuur onder meer:

J.W. Gunst, Eene bladzijde uit de geschiedenis der Scheiding [te Oud-Vossemeer]. Leiden, 1891

J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Zeeland. Deel 2, Walcheren, Schouwen-Duiveland, Tholen en Sint Philipsland. Barneveld, 1989

C. van Winkelen, Kerken op Tholen en St. Philipsland. Deel 1. Oud-Beijerland, g.j. [1989]