De Gereformeerde Kerk te Tweede Exloërmond (2)

Inleiding.

In deel 1 verhaalden we over het ontstaan van de Gereformeerde Kerk in het Drentse Tweede Exloërmond, de kerkbouw,  en over het wel en wee in de tijd van de eerste vier predikanten.

De gereformeerde kerk uit 1908 en de pastorie uit 1910.

Dr. N.H. Ridderbos (van 1939 tot 1943).

Ds. Van Bruggen werd opgevolgd door dr. N.H. Ridderbos (1910-1981) die van 1939 tot 1943 aan de kerk van Tweede Exloërmond verbonden was. In mei 1939 deed kandidaat Ridderbos intrede.

Dr. N.H. Ridderbos (1910-1981) op latere leeftijd.

Behalve dat de avonddiensten verplaatst werden naar de middag in verband met de eis van de Duitse bezetters om de kerk bij donker te verduisteren, ging het kerkelijk leven vrij normaal haar gang. Vlak voordat de kerkstrijd die zou uitlopen op de Vrijmaking van 1944, vertrok de predikant naar Voorburg.

Ds. C. Stam (van 1943 tot 1945).

Nog hetzelfde jaar werd dr. Ridderbos opgevolgd door ds. C. Stam (1913-2006), hulppredikant van Lichtenvoorde, die op 1 augustus 1943 intrede deed. Hij werd in het ambt bevestigd door ds. P. de Feyter (1896-1978) van Zwartsluis.

De veiligheid in de kerk werd in de oorlogsjaren zo goed mogelijk gewaarborgd door de aanstelling van personen die bij een eventuele luchtaanval de daarvoor opgestelde ontruimingsregelingen ten uitvoer zouden moeten brengen, zodat het verlaten van de kerk – indien gewenst – ordelijk zou kunnen geschieden.

De Vrijmaking.

Maar in de jaren ’30 waren in de Gereformeerde Kerken – althans tussen gereformeerde theologen – verschillen van inzicht ontstaan over allerlei zaken betreffende de leer, zoals over de doop en het Verbond; de generale synode had leeruitspraken gedaan – waarop we in dit bestek niet verder ingaan – waarmee bezwaarden zich niet konden verenigen. Ook ds. Stam was het met de synodebesluiten niet eens. Hoewel in samenwerking met de kerkenraad van Musselkanaal door het verwoorden van een compromisvoorstel getracht werd de partijen tot elkaar te brengen, mocht dat niet baten. De kerkenraad zag geen andere mogelijkheid dan de predikant op grond van Art. 79 en 80 van de kerkorde voor de tijd van drie maanden te schorsen.

Artikel 79 en 80 van de Kerkorde gaven als reden voor de schorsing van een predikant onder meer ‘het bedrijven van grove zonden’, zoals ‘openbare scheurmaking’ en ’trouweloze verlating van zijn dienst’.

Ds. C. Stam (1913-2006) op latere leeftijd.

Op 26 augustus 1945 hield de predikant een preek waarna de hij op 4 september definitief geschorst werd. Nog geen etmaal na het begin van de schorsing deelde de predikant mee zich aan de Gereformeerde Kerken te onttrekken. 6 september 1945 was de laatste dag van zijn predikantschap in gereformeerd Tweede Exloërmond en werd de vrijgemaakt Gereformeerde Kerk in het dorp geïnstitueerd. Zeven gezinnen, onder wie een ouderling, volgden de predikant. “Ds. Stam zal nu met getrouw gebleven leden in eigen kerkdiensten samenkomen”, zo berichtte De Reformatie van 14 september 1945.

De vrijgemaakte gereformeerden kwamen aanvankelijk bijeen in een gehuurde ruimte en al snel daarna in een kerkje aan de Middenlaan in het dorp. In 1947 telde de kerk 75 leden, maar allengs verminderde het aantal naar 58 in 1970 tot 39 in 1985 en in dat jaar viel het doek. Ds. Stam was de eerste en enige predikant van de kleine vrijgemaakte gemeente in het dorp, namelijk van 6 september 1945 tot 8 juni 1947, toen hij intrede deed in de vrijgemaakte kerk te Ermelo. De vrijgemaakte kerk van Tweede Exloërmond bleef daarna tot haar opheffing vacant.

De vrijgemaakt-gereformeerde kerk die tot 1985 dienst deed (foto: Reliwiki, J. Sonneveld, Leidschendam).

Weliswaar probeerde de gereformeerde kerkenraad aanvankelijk door correspondentie de geslagen breuk met de vrijgemaakten te helen, maar dit had geen resultaat. Het avondmaalstel was in handen van de vrijgemaakte kerk gebleven, zodat door middel van een rondgang door de gemeente geld ingezameld moest worden om een nieuw stel aan te schaffen, waarbij de Meisjesvereniging goede diensten verleende.

Na de Vrijmaking.

De kerkenraad slaagde er in september 1948 in de heer J. Visch uit Amsterdam bereid te vinden als lerend ouderling op te treden, zodat in de vacatureperiode het pastoraat en de prediking – 1 keer per zondag – konden doorgaan. Na verloop van enige tijd gaf de heer Visch te kennen dat hij graag op Artikel 8 van de Kerkorde (‘singuliere gaven’) predikant zou willen worden. De kerkenraad steunde hem daarin, maar helaas werd hij daarvoor afgewezen. In juni 1950 ging het echtpaar Visch terug naar Amsterdam.

Ds. N. Korenhoff (van 1951 tot 1955).

Pas in 1951 kon de nieuwe predikant bevestigd worden. Al in februari 1946 was het eerste beroep uitgebracht op kandidaat L. Zwanenburg (1918-2005) uit het Friese Katlijk, maar deze nam het niet aan, evenals de volgende zes beroepen predikanten c.q. kandidaten.

Ds. J. Korenhoff (1928-2012).

Maar het beroep dat in februari 1956 uitgebracht werd op kandidaat N. Korenhoff (1928-2012) uit Leiden leidde er toe dat deze op 3 juni dat jaar in het ambt bevestigd kon worden. De pastorie kreeg in die tijd een flinke onderhoudsbeurt, omdat de kerkenraad gemerkt had dat het interieur van de grote predikantswoning voor aanstaande predikanten niet aantrekkelijk was. Er werd een rondgang onder de kerkleden gehouden, waardoor een bedrag bijeengebracht werd om de interne opknapbeurt mee te financieren.

Tijdens het predikantschap van ds. Korenhoff werd ook de uit 1908 daterende gereformeerde kerk in 1954 van een fris verfje voorzien. De kerkdiensten werden toen tijdelijk verplaatst het kerkgebouw van de hervormde gemeente terwijl de overige kerkelijke vergaderingen gehouden werden in de schuur van gemeentelid Wind. Overigens was de predikant toen gedurende een jaar als legerpredikant ‘uitgeleend’; gemeentelid H.J. Meinders stemde er in toe in die tijd de catechisaties te houden. Een beroep van de kerk van Appingedam leidde er toe dat de predikant op 5 juni 1955 afscheid nam.

Ds. A. IJkema (van 1955 tot 1959).

Al enkele maanden later – op 2 oktober – kon kandidaat A. IJkema (1927-2017) als predikant in het ambt bevestigd worden. Dat gebeurde door ds. Y. van der Zee (1888-1967) van Nieuw-Vennep.

Juist in die tijd werd het verveningswerk rond het dorp beëindigd. Het gevolg daarvan was dat gedurende verscheidene jaren een behoorlijk aantal gemeenteleden vertrok (er was zelfs een jaar waarin 41 leden om die reden naar elders afreisden!). Ook de landbouw veranderde in die jaren door steeds verdergaande mechanisatie, waardoor arbeidsplaatsen overbodig werden; dat had tot gevolg dat velen moesten proberen elders een werkkring te vinden, vaak in een ander vak.

Ds. A. IJkema (1927-2017) op latere leeftijd.

Op zondag 29 september 1957 werd tijdens een kerkdienst het vijftigjarig bestaan van de kerk herdacht. Ter gelegenheid daarvan ging ds. IJkema’s preek over Psalm 127 vers 1: ‘Als de Here het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan’. De dag daarna werd een feestelijke bijeenkomst gehouden, die begonnen werd met het zingen van psalm 68 vers 1 in de oude berijming. De heer H.J. Meinders verzorgde ‘een prettig en humoristisch overzicht’ van de geschiedenis van de kerk. Ook prof. N.H. Ridderbos, de vroegere predikant en inmiddels hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, hield een toespraak. Verder gaven afgevaardigden van verscheidene kerkgenootschappen uit de omgeving acte de présence.

In 1958 besloot de kerkenraad het in 1929 aangekochte gebouw ‘Ons Huis’ te verkopen. In verband daarmee besloot men de consistorie te vergroten met extra vergaderruimte. Om de kosten te drukken werd door veel gemeenteleden meegeholpen. Een rondgang door de gemeente zorgde dat een deel van het benodigde geld er kwam. Het verenigingsgebouw kon op 2 maart 1959 in gebruik genomen worden.

Toen ds. IJkema op 20 september 1959 afscheid nam wegens vertrek naar de kerk van Putten, overwoog de kerkenraad samen met de kerk van Valthermond een predikant te beroepen. Valthermond ging daarmee echter niet akkoord, zodat de kerkenraad het beroepingswerk zelfstandig ter hand nam.

Ds. W.F. Koelee (van 1960 tot 1963).

Kandidaat W.F. Koelee (*1932) uit Den Haag-West nam het beroep naar Tweede Exloërmond aan. Hij werd op 13 maart 1960 door zijn vroegere leermeester dr. N.H. Ridderbos in het ambt bevestigd.

Het interieur met het orgel van de gereformeerde kerk te Tweede Exloërmond (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

In 1962 werd het orgel onder handen genomen, onder toezicht van de Gereformeerde Organistenvereniging. Daartoe werd een orgelfonds opgericht, dat alvast van de nodige pecunia werd voorzien door een rondgang door de kerkelijke gemeente te houden. Deze bracht bijna fl. 2.200 op. Ook werd een aantal andere acties gehouden.

Op 8 september 1963 nam ds. Koelee afscheid in verband met zijn vertrek naar de kerk van Ens in de Noordoostpolder. Het duurde tot 1968, dus vijf jaar, tot men een nieuwe hulppredikant kon aanstellen.

In de vacaturetijd (van 1963 tot 1968).

In de tussenliggende jaren – van 1963 tot 1968 – hield de kerkenraad zich onder meer bezig met de predikantswoning. Men was namelijk nog steeds niet tevreden over de grote pastorie. De vraag was of misschien een nieuwe predikantswoning gebouwd moest worden. Toch bleek uiteindelijk de meerderheid in te stemmen met verbouw van de oude pastorie. Een stuk grond achter de predikantswoning en achter een aangrenzende (eerder aangekochte) woning werd verkocht aan de burgerlijke gemeente. De verbouwde pastorie werd achtereenvolgens aan verscheidene personen verhuurd.

Omdat kerken met minder dan driehonderd leden – zoals die van Tweede Exloërmond – volgens een besluit van de ‘meerdere kerkelijke vergaderingen’ niet meer in aanmerking kwamen voor financiële bijstand als ‘hulpbehoevende kerk’, overlegde de kerkenraad met de gemeenteleden hoe men dacht over de mogelijkheid om voor het beroepen van een predikant samen te werken met de kerk van Valthermond. De gemeente ging akkoord om met die kerk overleg te plegen. Het plan ging echter niet door. Gedurende de vijfjarige vacatureperiode gingen vaak predikanten uit de classis en ook van kerken buiten de classis in de diensten voor. Als er geen predikant beschikbaar was, nam men de toevlucht tot het ‘preeklezen’.

De heer H.J. van Dalen (van 1968 tot 1974).

Na een aantal vergeefse beroepen kwam men in contact met de heer H.J. van Dalen (1928-1994) uit Apeldoorn. Men besloot met hem verder te gaan. Een kennismakingsavond met de gemeenteleden werd belegd, waar hij een stichtelijk woord sprak. Dat beviel goed. Op 10 november 1968 werd de heer Van Dalen als evangelist-voorganger bevestigd. Dat gebeurde door ds. J. Kleine (1913-1985) uit Apeldoorn.

Ds. H.J. van Dalen (1928-1994).

Besloten werd in 1969 medewerking te verlenen aan het evangelisatiewerk ten behoeve van de campinggasten op een te stichten recreatieterrein in de gemeente Odoorn. Ook andere kerken werd gevraagd daar aan deel te nemen, zodat het werk gezamenlijk kon worden aangepakt. Het evangelisatiewerk hield onder meer in het jaarlijks houden van tentsamenkomsten, zoals in de jaren ’30 en daarna ook gedaan was. De kosten rezen echter na verloop van tijd de pan uit, zodat besloten moest worden met ingang van 1972 geen tentsamenkomsten meer te organiseren. De bijeenkomsten zouden in het vervolg gewoon in de kerkgebouwen van de deelnemende kerken worden gehouden.

Een tent van de vroegere ‘Zuider Tentzending’.

Een ander punt dat in deze periode aan de orde kwam was de verandering van de avondmaalviering: na veertig jaar het avondmaal aan tafels vóór in de kerk te hebben gevierd, werd in 1970 besloten dit in het vervolg weer ‘in de banken’ te houden (brood en wijn werden aan elkaar doorgegeven); op die manier was de viering in 1907 ook begonnen.

Omdat voorganger Van Dalen in 1972 slaagde voor zijn studie als predikant, werd na overleg met de kerkelijke gemeente besloten hem als predikant te beroepen. Dat gebeurde tijdens de gemeentevergadering van 13 december 1971. Kandidaat Van Dalen nam het beroep aan en werd op 5 maart in het ambt bevestigd door ds. P. van der Veen (1929-1976) van Terneuzen. Tijdens de intrededienst preekte ds. Van Dalen over Corinthiërs 3 vers 7: “Daarom, noch wie plant, noch wie begiet, betekent iets, maar God, die de wasdom geeft”.

Pastoraal werkers.

Op diezelfde gemeentevergadering in december 1971 werd besloten de kerk een stevige opknapbeurt te geven, die ongeveer fl. 15.000 zou gaan kosten. De gelden werden opgebracht door een renteloze lening van 150 ‘aandelen’ van fl. 100 met een looptijd van 15 jaar. Daarnaast werd een geluidsinstallatie aangeschaft en ook werd een bandrecorder in gebruik genomen waarmee de zondagse kerkdiensten werden opgenomen, zodat zieken en bejaarden die de samenkomsten niet konden bijwonen, deze toch op een later tijdstip konden volgen. Op 11 maart 1972 kon het vernieuwde kerkgebouw weer in gebruik genomen worden.

Ds. S. de Vries (1912-1989).

Op zondag 30 juni 1974 nam de predikant afscheid wegens zijn vertrek naar de kerk van Zuidland. Sindsdien bleef de kerk van Tweede Exloërmond vacant, al werd tussen 1978 en 1981 emeritus-predikant S. de Vries (1912-1989) van Bennekom benoemd tot hulppredikant, die dit ambt van 29 januari 1978 tot 24 mei 1981 uitoefende. Later werden pastoraal werkers aangetrokken in de persoon van G. de Klein (van 7 september 1986 tot 26 juni 1988) en later J. Oostijen van Hoogeveen, die per 1 maart 1990 werd aangesteld. ‘Zieken, mensen in verzorgingshuizen en verpleeghuizen zullen als eersten moeten worden bezocht. Pastoraat rondom sterven en rouwverwerking heeft een hoge prioriteit’.

‘Samen-op-Weg’.

In 1983 werd een Commissie ‘Samen-op-Weg’ opgericht, om de samenwerking met de plaatselijke Hervormde Gemeente vorm te geven. Daaruit vloeide in de jaren ’90 een officieel samenwerkingsverband met de hervormde gemeente voort. Besloten werd gezamenlijke hervormd/gereformeerde diensten te houden op verscheidene zondagen en kerkelijke feestdagen. De jeugdclubs en de catechisaties werden samengevoegd. Drie keer per waar waren er bovendien gezamenlijke diensten waar ook de Baptisten aan mee deden. Ook andere ‘bijzondere diensten’ vonden plaats, zoals zendings-, evangelisatie- en gezinsdiensten. Na verloop van tijd werden zo nu en dan ook gezamenlijke kerkenraadsvergaderingen gehouden.

Het interieur van de gereformeerde kerk te Tweede Exloërmond (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Ondertussen liep het ledental van de Gereformeerde Kerk – net als trouwens dat van de hervormde gemeente – terug, zodat in 1995 besloten werd de middagdiensten in de gereformeerde kerk te laten vervallen. Deze kerk telde toen nog ruim 110 leden.

Het Samen-op-Wegproces liep uit op samenwerking in federatieve vorm, al was niet iedereen er blij mee: ‘Er zijn gemeenteleden die er niet telkens aan herinnerd willen worden. Mensen die een leven lang zijn opgegroeid binnen een bepaalde kerk, ook gebonden aan een kerkgebouw, kunnen moeilijk blij zijn met de gedachte dat het eens allemaal gaat veranderen. (…)’.

Er was echter naar de overtuiging van beide kerkenraden geen andere optie: ‘Misschien was de nood ons ook wel opgelegd. We hebben elkaar nodig. Het wordt steeds moeilijker kaderleden te vinden’. Ook de kosten van het onderhouden van twee gebouwen speelden een rol. Besloten werd uiteindelijk dat de officiële federatieve samenwerking tussen beide gemeenten per 11 januari 1998 zou ingaan. De heer J. Oostijen had al meegedeeld dat hij, zodra de federatieve samenwerking een feit zou zijn, zou vertrekken om de hervormde predikant de nodige ruimte te geven. Op 1 juni 1998 nam hij afscheid.

De laatste dienst (2002).

De (toekomstige) financiële situatie van de gefedereerde gemeente en de bezetting van de kerkgebouwen leidde er toe dat op 3 februari 2002 de laatste kerkdienst gehouden werd in de gereformeerde kerk van Tweede Exloërmond. De Protestantse Gemeente te Tweede Exloërmond werd enkele jaren later officieel gevormd. In 2016 telde deze verenigde Protestantse Gemeente in totaal 244 leden.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Tweede Exloërmond.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Tweede Exloërmond tussen 1914 en 2004 (bron: Jaarboeken GKN) …

Bronnen onder meer:

Jaarboeken ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Goes, div. jrg.

J. Lamberts, Om Woord en Sacrament. De geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Mussel (Onstwedder Mussel) 1861-1961. Mussel, 1961

J. Oostijen, Het kerkelijk leven van de Gereformeerde Kerk te Tweede Exloërmond. Tweede Exloërmond, 2002

W.H. van der Ploeg, Kijk op een kerk. De geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Stadskanaal van 1835 tot 1940. Stadskanaal, 1971

© 2018. GereformeerdeKerken.info