De Gereformeerde Kerk van Curaçao (1935-1984) – 2

door ds. G.H. Renting

Inleiding.

In deel 1 schreef de auteur over het ontstaan van de Verenigde Protestantse Gemeente (VPG) en de Gereformeerde Kerk op Curaçao, en over de aanvankelijke moeizame onderlinge verhoudingen.

De gereformeerde kerk was gevestigd in de Laufferstraat in de wijk Mundo Nobo op Curaçao (kaart: Google).

Eenheid des geloofs.

Een jaar later – in 1936 – blijkt de gereformeerde kerkenraad gelukkig in te zien op een verkeerde weg te zijn beland, nadat zich nóg een pijnlijk voorval had voorgedaan. Hij schreef toen (op 28 oktober 1936) een uitvoerige, verzoeningsgezinde brief. Hij geeft daarin impliciet toe dat Nederlandse kerkelijke verhoudingen hem indertijd voor ogen gestaan hebben. Het doet hem leed, dat de incidenten verwijdering gebracht hebben. De VPG moet echter aan de goede wil van de gereformeerden niet twijfelen. De kerkenraad schrijft in deze brief de historische woorden (in 1936!): “Uit liefde tot Jezus Christus en Zijn Gemeente hebben wij elkaar te zoeken en mogen wij niet rusten voor we elkander in eenheid des geloofs gevonden hebben”. We slaan deze bladzijden uit de archieven nu maar liever snel om. De VPG heeft dit al jaren geleden gedaan.

Toen de VPG in 1962 het initiatief nam tot de oprichting van een plaatselijke Raad van Kerken kreeg de Gereformeerde Kerk ook een uitnodiging. Die werd toen wél aanvaard en dit markeert in feite het begin van de opbouw van een hartelijke relatie tussen de beide gemeenten. Onze toenmalige predikant ds. Herman Wiersinga [*1927] werd zelfs gekozen tot voorzitter van de Raad.

Deze Raad van Kerken bestaat nog steeds; in 1984 stond hij onder voorzitterschap van de energieke VPG-predikant ds. Neville Smith. Typerend voor de veelkleurige kerkelijke situatie waren in 1984 lid: de Rooms-Katholieke Kerk, de Verenigde Protestantse Gemeente, de Evangelische Broedergemeente, de Methodistische Kerk, de Anglicaanse Kerk, de Gereformeerde Kerk en de Noorse Zeemanskerk. Bij bijzondere gelegenheden deed de Joodse Gemeente mee als waarnemer.

Bloeitijd.

De jaren ’40 en ’50 waren voor de Gereformeerde Kerk een bloeitijd. Curaçao kende volop werkgelegenheid en de kerk bereikte het ledental van om en nabij de zeshonderd zielen. De predikant in die tijd was ds. Bram Wymenga [1904-1959], die het kerkgebouw vergrootte tot haar uiteindelijke afmetingen.

Ds. A.W. Wymenga (1904-1959).

De gemeente kenmerkte zich door een veelheid van activiteiten: opvang van hier gelegerde militairen, jeugd- en evangelisatieclubwerk, bijbelkringen, radio-uitzendingen, gemeenteavonden, de jaarlijkse uitgaansdag op Tweede Pinksterdag, enz. Bovendien ging het Koopvaardijwerk zelfstandig en volop functioneren toen daarvoor in 1952 een eigen predikant uit Nederland overkwam, ds. Frans Kraan [1919-1998]. Hij heeft in de Curaçaose haven gepionierd en het koopvaardijwerk door ontelbare scheepsbezoeken en een eigen radioprogramma de vaste basis geschonken waarop het nog steeds bestaat.

Ds. F.D. Kraan (1919-1998).

De leden van de gemeente waren in hoofdzaak Hollandse gereformeerden, hoewel ook anderen dan zij zich steeds tot deze bloeiende kerk hebben aangetrokken gevoeld. Aan het eind van de jaren ’50 begint de werkgelegenheid op Curaçao te verminderen. De kerk gaat door repatriëring leden verliezen. De gemeente telde in 1984 nog ongeveer 350 zielen.

Interkerkelijke samenwerking.

In de jaren ’60 zien we dat er steeds meer samenwerking met andere kerken komt en dat het eigen kerkelijk leven niet meer het enige is dat de belangstelling heeft. Nieuwe, veelbelovende initiatieven worden hierdoor mogelijk. De deelname in de Curaçaose Raad van Kerken is al vermeld. Een tweede is dat de kerk op Mundo Nobo aan diaconie gaat doen.

In 1934 waren gewoontegetrouw diakenen benoemd, maar ongeveer tien jaar later weer verdwenen, omdat in de gemeente niemand noodlijdend was. In 1962 realiseert de kerkenraad zich dat dit buiten de gemeente wel eens anders zou kunnen liggen en komt er samenwerking met de VPG-diaconie. En een jaar later wordt het diakenambt in ere hersteld.

De vergrote gereformeerde kerk op Curaçao.

In de kerkbladen van die tijd gaan we nu ook lezen over interkerkelijke gesprekskringen en uitnodigingen tot predikanten van andere kerken om op gemeenteavonden te spreken. De Gereformeerde Kerk participeert in de protestantse radio- en televisieprogramma’s.

Er wordt een Protestantse Vrouwengroep opgericht en de kerkenraad zendt op uitnodiging waarnemers naar de vergaderingen van de Unie van Protestantse Gemeenten, de voorloper van het tegenwoordige kerkverband met de naam Iglesia Protestant Uni.  In de jaren ’60 wordt een aantal Antilliaanse gezinnen lid van de gemeente.

Ds. C. Brouwer (1921-1997) op latere leeftijd.

De jaren zeventig.

In de jaren ’70 zullen deze lijnen daadkrachtig worden doorgetrokken. Uit de jaren ’50 zijn geërfd: militairenwerk, koopvaardijwerk, eigen jeugdclubwerk en de jaarlijkse uitgaansdag. Het evangelisatieclubwerk werd voortgezet door de VPG. De ontwikkelingen na 1960 hebben opgeleverd: een veelheid van interkerkelijke contacten en een zich ontplooiende diaconie.

De banden met de VPG worden steeds meer in aantal. In 1971 wordt de Stichting Oecumenische Diaconie opgericht om een aantal activiteiten van de deelnemende diaconieën te bundelen en elkaar te ondersteunen in de eigen werkzaamheden. In 1972 besluiten de VPG en de Gereformeerde Kerk samen een kerkblad te gaan uitgeven met de toepasselijke naam: ‘Gids tot Eenheid’.

Gereformeerde waarnemers zijn intussen niet meer weg te denken van de vergaderingen van het kerkverband in oprichting van de ‘Protestantse Gemeenten van Aruba, Bonaire en Curaçao’. De gereformeerden worden in 1978 toegelaten als een soort ‘gastlid’ tot dit kerkverband om de samenwerking te bevorderen en krijgen in 1981 een vertegenwoordiger in het Breed Moderamen van de Synode. Zo zou er nog meer te noemen zijn (een ‘integratiemodel’ halverwege de jaren ’70 bijvoorbeeld), maar we wenden ons liever naar de tijd van het samengaan van de Gereformeerde Kerk en de VPG.

Echter niet zonder eerst nog de ongenoemd gebleven namen te vermelden van de predikanten die dit alles meegemaakt en begeleid hebben: de domini Cees Brouwer [1921-1997], Jan Helderman [*1936], Gerard Kerssies [*1935] en Gerke Renting [*1944] als gemeentepredikanten, en de koopvaardijpredikanten Jaap Bakker [*1932] en Maurits Boot [*1929]. In de jaren ’80 waren Paul Dondorp [1940-2004] als vlootpredikant en Wybe Plantinga [1948-1984] als koopvaardijpredikant op Curaçao werkzaam.

Samengaan in 1984.

Het interieur van de vergrote en vernieuwde gereformeerde kerk.

In september 1982 nodigde de kerkenraad van de VPG op een gezamenlijke moderaminavergadering ons uit eens uitdrukkelijk te praten over hoe het in de toekomst met de relatie tussen onze beide kerken zou moeten gaan. Al snel kwamen we tot de conclusie dat de vanzelfsprekende visie van de gereformeerden op de gegroeide samenwerking was: een samengaan van de beide gemeenten in de Verenigde Protestantse Gemeente. De VPG zegde toe dit in haar wijkraden te gaan bespreken om meningen te horen. Begin 1983 zouden we elkaar ontmoeten.

In januari 1983 kwam via ‘Deputaten Caraïbisch Gebied’ door, dat de Generale Synode zich uit bezuinigingsnoodzaak wel eens gedwongen zou kunnen voelen de steunverlening aan Curaçao en Paramaribo drastisch te verminderen. We hebben dit in april eerlijk aan de VPG meegedeeld en haar reactie was dat er dan nu maar eens spijkers met koppen geslagen zouden moeten worden. In mei al ontvingen we een brief, waarin het verheugende bericht stond, dat de Gereformeerde Kerk als groep welkom was binnen de VPG.

Dezelfde maand hebben we op een gemeenteavond de historische beslissing genomen de uitgestoken hand van onze zustergemeente van ganser harte te grijpen en het eigen zelfstandige bestaan te willen beëindigen. We hebben een gezamenlijke commissie in het leven geroepen om met voorstellen voor een vorm voor deze integratie te komen en deze commissie kwam in één avond vergaderen tot een unaniem advies. Met dit voorstel zijn we na de grote vakantie verder gegaan: de gereformeerden kunnen lid worden van iedere wijk van de VPG, maar één wijk, rondom de Tamarijn, krijgt in het bijzonder de taak hen binnen het nieuwe kerkverband op te vangen en een aantal van de activiteiten over te nemen zodat die zoveel als mogelijk en wenselijk is, kunnen doorgaan.

Deze Tamarijn is oorspronkelijk een wijkgebouwtje, maar werd een aantal jaren eerder opgeknapt en in gebruik genomen als kerkgebouw. Doordat er niet zo heel veel kerkgangers komen en vooral de jonge gezinnen ontbreken, sloot een binnenkomst van de Mundo Nobo-leden goed aan en kon die completeren wat tot dan toe node gemist werd.

Een nieuw begin.

De laatste kerkdienst in de gereformeerde kerk werd gehouden op 10 juni 1984 (foto: ‘Op Mundo Nobo valt een orgel stil’)..

Op Pinksterzondag 10 juni 1984 werd de laatste kerkdienst in het kerkgebouw Mundo Nobo gehouden. Daarna was de Gereformeerde Kerk van Curaçao verleden tijd. Voor beide kerken had dit samengaan iets van een nieuw begin. We kenden elkaar al jaren, maar gingen nu in één huis wonen. Kerkelijk werk waarin tot dan toe samengewerkt werd ging nu alleen meer in één verband gebeuren. Van beide kanten zagen we er met spanning en verwachting naar uit. De VPG is een kerk met een lange historie en met diepe en sterke wortels in de Curaçaose samenleving. De Gereformeerde Kerk heeft meer aan de zijkant van het kerkelijk en sociaal gebeuren gestaan, als kerk voor een groep mensen waarvan de meerderheid maar tijdelijk op Curaçao woonde. De gemeente was echter de laatste twintig jaar altijd zeer actief en beweeglijk geweest met een prijzenswaardige inzet zowel voor het eigen kerkelijk leven als voor de samenleving.

Vijftig jaar na 1934 verlieten de Curaçaose gereformeerden het kerkverband van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Ze verdwenen niet in het niets, ze gingen over naar de Verenigde Protestantse Gemeente van Curaçao. De Curaçaose kerkgeschiedenis kon een bladzijde omslaan. Velen verheugden zich hierover, alhoewel ze met weemoed nog wel eens zullen hebben teruggebladerd. Wij hebben dit in dit overzicht een beetje gedaan.

Ledentallen van de Gereformeerde Kerk van Curaçao.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk van Curaçao.tussen 1955 en 1985 (bron: Jaarboeken GKN).

Bron:

Het bovenstaande verhaal is met toestemming van de auteur, ds. G.H. Renting te Zuidhorn, enigszins aangepast overgenomen uit het Centraal Weekblad, Opinie- en informatieblad voor de Gereformeerde Kerken van 27 april 1984.

Enige literatuur over het onderwerp:

P. van Beek, Archief van de Gereformeerde Kerk Curaçao, 1930-1984. In: Inventaris nr. 70 Rijksarchief Utrecht, Gereformeerde Kerken Londen en Curaçao, en de classis België. Utrecht, 1988

A. Brobbel, e.a. (red.), Op Mundo Nobo valt een orgel stil. Meer dan een halve eeuw gereformeerd kerkelijk leven op Curaçao. Curaçao, 1984

R. van Buiren en P. Saraber, Jubeljaar in de Passaat. [Uitgegeven ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Emmakerkwijkgemeente van de Verenigde Protestantse Gemeente van Curaçao], Curaçao, 1982

J. Hartog, Mogen de eilanden zich verheugen. Geschiedenis van het protestantisme op de Nederlandse Antillen. [Uitgegeven ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Fortkerk door de kerkeraad van de Verenigde Protestantse Gemeente van Curaçao], Curaçao, 1969

J. Helderman, Kalendarium van een kerk overzee. Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Curaçao, 1935-1984. In: Jaarboek voor de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken in Nederland, jrg. 1, Kampen, 1987

T.E.M. Krijger, Tot in ’t verste oord, trouw aan ’s Heren Woord. De totstandkoming, uitbouw en identiteitsontwikkeling van de sedert de vorming van de Gereformeerde Kerken in Nederland (1892) tot deze denominatie behorende gemeenten in Nederland, België, Argentinië, Brazilië, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederlands West-Indië. Utrecht, 2011