De geschiedenis van de gereformeerden op Terschelling

‘Steken wij af naar dieper water’

Op 14 april 2018 presenteerden archivaris Jan de Ruiter (1950) en journalist Arjen Bakker (1980) hun boek Steken wij af naar dieper water, over de ruim 125-jarige geschiedenis van de Gereformeerde Kerken op Terschelling. Een mooi moment om ook op deze website aandacht te geven aan de historie van deze kerken, tegenwoordig verenigd in de Protestantse Gemeente ET-10. [De redactie van GereformeerdeKerken.info voegde de illustraties toe.]

Door Arjen Bakker

Het is de geboren eilander ds. Cornelis Anes Kuijper (1847-1901), predikant in de Haarlemmermeer (Nieuw-Vennep), die in 1878 begint met het verkondigen van de gereformeerde leer op Terschelling. Directe aanleiding is het feit dat de baptistenpredikant uit Franeker óók bezig is Terschellingers uit de Hervormde Kerk los te weken. Dat kan hij niet over zijn kant laten gaan!

Ds. C. Kuijper (1847-1901).

Kuijpers preken vinden weerklank bij een klein clubje Oost-Terschellingers, onder wie zijn eigen (schoon)familie. Als in 1884 onder auspiciën van de kerk van Harlingen de eerste ledenlijst wordt opgesteld prijken daarop onder meer zijn zusters Anna en Taike met hun echtgenoten. De geloofsgemeenschap – officieel een evangelisatiepost van de classis Franeker – komt vanaf het einde van 1884 samen in een nieuw gebouwd kerkje aan de Zuidmidslandweg, onder leiding van ‘lerend ouderling’ Johan Frederik Tuinstra (1826-1898) uit Franeker.

Oefenaar Tuinstra (1826-1898).

De groep krijgt al snel versterking van enkele Friese gereformeerde gezinnen, die zich op West hebben gevestigd voor de schelpenzuigerij. In 1889 organiseren deze families zich onder leiding van Anne van der Wal en Reinder Klein tot een eigen Gereformeerde Kerk op West, met een op eigen kosten gebouwd kerkje aan de Zeevaartschooldwarsstraat (nu Klaas van Urkstraat). Als in 1892 Tuinstra vertrekt, volgt ook in Midsland de instelling van een officiële kerk. Samen beroepen de kerken in 1894 ds. Arjan Nawijn (1864-1910) uit Amsterdam, die in 1899 weer vertrekt, naar Oosterbierum. Nawijn vestigt zich in Midsland (de pastorie zit onder hetzelfde dak als de kerk) en preekt de ene zondag twee keer daar, en de andere twee keer op West. In dat geval verpoost hij overdag bij Klein.

‘De geheele kerkenraad drijft op het water’

Met name in de kerk van West is het in de eerste jaren maar lastig om een beetje geregeld gemeenteleven op poten te zetten. De eerste kerkenraad bestaat uit Van der Wal, Klein, Hessel van der Veen en Freerk Munniksma en die zitten alle vier zes dagen in de week op zee. Er gaan soms maanden voorbij tussen twee kerkenraadvergaderingen, maar dat lijkt hen niet erg in de weg te zitten. Als dat wel zo was, hadden ze namelijk zelf wel bedacht wat ds. Nawijn in 1895 voorstelt: vergaderen op zondag na de dienst. Dan is immers iedereen thuis; werken op zondag is iets onvoorstelbaars.

Als het een enkele keer toch voorkomt dat één van de broeders op zondag uitvaart – bijvoorbeeld voor een berging – is dat steevast aanleiding tot breedvoerige discussie. Zo is er in januari 1905 een broeder Van Urk die op zaterdag naar Vlieland vaart en op zondagochtend vóór kerktijd terug is. Enkele medegelovigen vinden dat zo erg dat zij niet ter kerke komen. ‘Mocht Van Urk hiermee gezondigd hebben tegen het vierde gebod, de broeders die de kerk verzuimden hebben zich zeker niet minder bezondigd; onderlinge verzoening is in alle gevallen de wijste weg’, concludeert de kerkenraad achteraf.

Een straat in Midsland lang geleden….

Overigens is het ook veel later nog wel eens lastig dat veel gemeenteleden een beroep op zee uitoefenen. In de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw komt het geregeld voor dat de kerk van West tijdens de dienst deels leegloopt omdat ‘het guusjen is’. Dat is een typisch Terschellinger uitdrukking om aan te geven dat zeesleper Holland moet uitvaren om een schip uit de problemen te helpen. Kapitein Klaas van der Wielen – tevens ouderling – heeft op zo’n moment zelfs eens een leespreek onderbroken. ‘Ik wees de ouderling van dienst aan waar ik was in de tekst en hop, daar ging ik.’

Doodigheid en dorheid

In Midsland wordt veel geordender vergaderd, maar daar maken de eerste ouderlingen Cornelis Cornelis Schaap en Reltje Cornelis Lieuwen zich nogal wat zorgen over het geestelijk peil van de gemeente.

Ds. H. van der Wal (1863-1922).

Het helpt tegen de ‘doodigheid en dorheid’ niet dat de tweede predikant ds. Harm van der Wal (1863-1922), die van 1902 tot 1909 op Terschelling staat, een wat afstandelijke man blijkt die niet graag bij zijn gemeenteleden op huisbezoek gaat. En het is natuurlijk al helemaal fnuikend dat er na hem maar liefst 21 jaren zonder dominee volgen.

De oorzaak van die lange vacante periode moet deels gezocht worden in onmin tussen de Westers en de Midslanders over waar de predikant moet wonen. De controverse wordt net zo lang in stand gelaten tot ze zichzelf oplost. Als men – aangemoedigd door de classis – in 1928 eindelijk besluit serieus met beroepingswerk aan de gang te gaan, wordt de pastorie in Midsland al lang door anderen bewoond en ook niet meer geschikt bevonden. De gemeenten besluiten een nieuwe woning te bouwen op de hoek van de Burgemeester Reedekersstraat op West. Dat huis is nog altijd de ambtswoning van de gereformeerde predikant, maar ziet er nu totaal anders uit. In 1969-1970 wordt de bovenverdieping – een puntdak – afgebroken om plaats te maken voor een rechte etage met een zolder daarboven.

Vlieland

Ds. W.J. van Hoek (1902-1968).

De eerste bewoners van de pastorie op West zijn in 1930 ds. Willem Johannes van Hoek (1902-1968) en zijn vrouw Cornelia van Hoek-Groenveld (1904-1943). Hij blijft tot 1946 op het eiland. Het isolement tijdens de Tweede Wereldoorlog blijkt voor de kerken een voordeeltje te bevatten, omdat er nu geen ‘hoorcommissies’ van kerken aan de vaste wal kunnen komen om de dominee mogelijk weg te kapen. In die lange periode weet Van Hoek de beide gemeenten in rustiger vaarwater te loodsen. Er komt ook ruimte voor een meer geregeld contact met Vlieland, waar al sinds de vestiging van het gezin Anne van der Wal in 1897 een soort dochtergemeente actief is, maar die decennia geen enkele aandacht heeft gehad.

Ds. W. Stuursma (1919-2010).

De opkomst van het toerisme na de oorlog betekent dat de gemeenten onder ds. Willem Stuursma (1949-1952) op zoek moeten naar nieuwe huisvesting. Ook de bouwvallige staat van de eerste kerkjes speelt een rol bij het besluit om in beide dorpen een nieuwe kerk te bouwen. Het zijn investeringen die de gemeenten – met respectievelijk 125 en 105 leden – nooit op eigen kracht kunnen doen.

De voormalige gereformeerde kerk te West-Terschelling.

Dankzij financiële steun van walgemeenten en kerkelijke fondsen lukt het echter alsnog om op 23 november 1951 een kerk te openen aan de Burgemeester Reedekerstraat op West en op 15 mei een aan de Oosterburen in Midsland.

De vroegere gereformeerde kerk aan de Oosterburen te Midsland.

Later (19 april 1963) zal nog een splinternieuw kerkgebouw volgen op Vlieland, voordat die gemeente op 22 november 1968 zelfstandig wordt.

En natuurlijk bouwen de Terschellinger gereformeerden samen met de speciaal opgerichte Stichting Protestants-Christelijk Recreatiewerk Terschelling in 1996-67 ET-10 in Midsland-Noord. Met name in Midsland en in ET-10 worden de kerkdiensten in de jaren zestig en zeventig zo druk bezocht, dat er dubbele of zelfs driedubbele diensten nodig zijn. Zo lang ET-10 nog niet beschikbaar is, houdt de gemeente ook vaak openluchtdiensten op het terrein van Wuxalia.

ET10 in Midsland-Noord.

Samensmelting.

Zoals overal in het land wordt vanaf de jaren zeventig geloof en kerkgang minder vanzelfsprekend. West bereikt zijn hoogtepunt qua ledental al in 1966 (256), Midsland blijft tot 1991 licht groeien tot een maximum van 223 leden. Het is daar vooral het teruglopend aantal badgasten in de diensten dat zich laat voelen (in collecteopbrengsten). Vanaf de jaren tachtig zoeken de gemeenten steeds meer toenadering tot elkaar – en met name op West ook tot de hervormden.

Het leidt in 1996 tot een informele samensmelting en per 1 januari 1998 tot een fusie tot één Gereformeerde Kerk van Terschelling. Op West wordt de kerk verhuurd aan de Stichting Zeeschuim die er museum/antiquariaat De Kraak in vestigt. (Inmiddels houdt een evenementenbureau er kantoor). De leden hier kerken voortaan naar keuze met de hervormden in de Westerkerk of met de Midslanders in ET-10. De kerk aan de Oosterburen in Midsland is namelijk in mei 1996 verkocht aan kunstenaar Louis Hagen, die er zijn atelier/galerie in vestigt.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerken op Terschelling en Vlieland (bron: Jaarboeken GKN en PKN).

Aanvankelijk werken de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente toe naar een fusie tot Protestantse Gemeente te Terschelling. Die samenwerking wordt echter in 2014 beëindigd. Sindsdien noemt de Gereformeerde Kerk zich naar buiten toe de Protestantse Gemeente ET-10. Onder aanvoering van de huidige predikant ds. Mathilde de Graaff (sinds 2001) heeft de gemeente ‘gastvrijheid’ als hoogste doel gesteld. Ze biedt ruimte aan iedereen – eilander en gast – die bezig wil zijn met levensvragen, spiritualiteit en religie. ‘Hij of zij wordt uitgenodigd maar niet gedwongen, laat staan onder valse voorwendselen naar binnen gelokt. Gastvrijheid is niet een middel tot een doel, maar doel in zichzelf. Liefde tot de vreemdeling is nergens goed voor; zij is goed in zichzelf. De gastvrouw of gastheer laat de gast vrij’, zegt De Graaff erover in het boek Steken wij af naar dieper water.

Boek

Het pas verschenen boek over de geschiedenis van de gereformeerden op Terschelling.

Dat boek bevat naast een nog veel uitgebreider overzicht van de geschiedenis van de kerken en het recreatiewerk in ET-10, ruim dertig portretinterviews met (oud-)gemeenteleden. Daarnaast herinneringen aan en van de predikanten en kaderteksten over belangrijke gebeurtenissen in de eilander samenleving, zoals de ramp met de Loodsschoener in 1925, de Tweede Wereldoorlog en de opkomst van het toerisme. Dit alles gelardeerd met veel foto’s. Bovendien is een uitgebreide index in het boek opgenomen, wat de toegankelijkheid zeer vergemakkelijkt. Het boek is voor 29,95 euro plus verzendkosten verkrijgbaar via www.arjenbakker.nl