Uit de pers (28) – 1961 Nieuws uit de kerken

In de nummers van 25 februari, 4, 11, 18 en 25 maart en 8 april 1961 van het ‘Centraal Weekblad ten dienste van De Gereformeerde Kerken in Nederland’ kwamen we de volgende berichten aangaande plaatselijke Gereformeerde Kerken tegen.

De redactie van GereformeerdeKerken.info heeft de illustraties toegevoegd, evenals, ter verduidelijking, hier en daar [tussen vierkante haakjes] enkele aanvullende gegevens.

Verbetering gewenst.

De kerkeraad van Rheden-De Steeg heeft zich tot de classis Arnhem gewend met het verzoek er bij de meerdere vergaderingen op aan te dringen dat maatregelen zullen worden genomen om verbetering te brengen in het orgelspel in de Gereformeerde Kerken, dat naar het oordeel van deze raad op het ogenblik in veel gevallen niet voldoet aan redelijke eisen die aan de eredienst mogen worden gesteld. Een vijftal punten wordt in het verzoek met name genoemd:

De toenmalige gereformeerde kerk aan de Arnhemsestraatweg.
  1. Meer belangstelling dient getoond te worden voor de kerkmuziek, ook door de officiële kerkelijke instanties;
  2. De organisten behoren een geldelijke beloning te ontvangen al naar gelang hun prestaties;
  3. Leden der kerken die kerkorgel willen leren spelen, ontvangen zo nodig financiële steun;
  4. Het kerkorgel mag door organisten en aanstaande organisten gebruikt worden voor studie en het geven van lessen;
  5. Als in een kerk geen orgel is voor studiedoeleinden, stelt een nabijgelegen kerk haar orgel ter beschikking voor serieuze organisten, afkomstig uit die kerk waar een geschikt orgel ontbreekt.

De kerkeraad van Rheden-De Steeg verwacht een gunstige invloed van deze maatregelen op het zingen der gemeente. Tevens zullen naar zijn oordeel goede gereformeerde organisten niet zo gauw overgaan naar andere kerkgenootschappen, wat nu nog wel eens gebeurt. En bovendien zullen jonge mensen die zich op de muziekbeoefening willen toeleggen in het organistenschap een bescheiden basis vinden voor hun bestaan in een geschikte omgeving.

(25 februari 1961)

Jubbega behoeft evangelisatiegebouw.

De kerk van Hoornsterzwaag heeft een rapport laten verschijnen over de evangelisatiewerkzaamheden in Hoornsterzwaag-Jubbega.

Ds. H. Retel (1886-1966) was van 1928 tot 1946 de grote stimulator van het evangelisatiewerk in Zuidoost Friesland dat door de kerk van Hoornsterzwaag werd verricht.

(…) Verheugend is het daarom dat van de gemeente die in een dergelijk moeilijk gebied de fakkel van het evangelie brandende moet houden, in het rapport kan worden gezegd dat zij ‘evangelisatie-minded’ is: ’De commissie legt een grote activiteit aan de dag’.

Niettemin zijn de resultaten van deze activiteiten niet bijzonder groot. Om het werk deskundiger en beter te kunnen opzetten komt het rapport tot de conclusie dat er een evangelisatiegebouw nodig is en wel te Jubbega, waar in de toekomst de bevolking meer en meer wordt geconcentreerd. Hiervoor zijn reeds verschillende acties opgezet, o.a. een folderactie aan de bedrijven en een bazar. Tevens is er schreeuwend behoefte aan een goede, ervaren evangelisatiekracht. Momenteel wordt het werk gedaan door medewerk(st)ers uit de eigen gemeente, maar deze taak gaat eigenlijk boven hun krachten. Immers een zekere opleiding is hiervoor stellig vereist in een gebied waar het zozeer aankomt op de techniek van de evangelisatie, een opleiding die de huidige vrijwillige medewerk(st)ers uiteraard moeten ontberen.

(4 maart 1961)

[Opmerking van de redactie van GereformeerdeKerken.info – In ‘Hepkema’s Courant’ van 26 oktober 1932 werd verhaald over de opening van het gereformeerde evangelisatiegebouw ‘aan den weg’ te Hoornsterzwaag. Dat gebeurde  op 23 oktober dat jaar (dit houten gebouw brandde in februari 1959 echter tot de grond toe af. Vandaar dat er een nieuw evangelisatiegebouw moest komen).

Deze kerk werd gebouwd ter vervanging van het houten evangelisatiegebouw uit 1932 dat in 1959 afbrandde. Op 6 november 2005 werd er de laatste dienst gehouden (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Hepkema schreef: “Het gebouw is geheel van hout op steenen fundament en met pannen gedekt. Het geheel is van buiten in carbolineum gehouden, behalve goten, deurposten, deuren, kozijnen en ramen, die in groen, oranje en geel geschilderd worden. Als het terrein vóór en achter en om het lokaal geheel is aangelegd, met heesters en bloemen beplant, zal het gebouw een zeer goeden indruk maken.

Van binnen is het een lust voor de oogen. Het plafond is geolied, met grijsgroene lijsten in vakken afgezet. De wanden zijn van boven in lichtcrème geverfd en dan rustend op zachtroode lambriseering met zwarten lijst. Het spreekgestoelte (platvorm) is van triplex in mahoniekleur gewreven; de achterwand van dit platvorm is in de crème-kleur van de wanden, met breede zwarte omlijsting. Terzijde van het platvorm, aan elken kant, twee banken en in het lokaal twee rijen banken door een middenpad gescheiden. De banken zijn grijsgroen gekleurd en er zijn honderdveertig zitplaatsen. Voegen wij hierbij de keurige electrische booglampen en de passende cocosvloerbekleeding en vermelden we nog, dat het buitenlicht door stemmig glas-in-lood binnenvalt, dan is misschien eenigszins van het gezellig interieur eene voorstelling te maken”.

“Het geheel kostte ongeveer f 2.500 en wijl de Geref. Kerk ter plaatse niet in staat was dat bedrag te betalen, werd in heel ons land hulp gevraagd. Met geestdrift was van alle kanten gegeven, getuige de vele hartelijke brieven die binnenkwamen. Vooral kleine giften (‘bouwsteentjes’) kwamen rijkelijk. Zoo kon het werk zonder schuld voltooid worden. De heeren Visser, Post en Van Dam, die resp. het timmerwerk, het verven en den lichtaanleg uitvoerden, werden geprezen om de uitnemende wijze en de toewijding waarmede zij het werk deden. Niet minder de leden van de Geref. Kerk, die gratis het grondwerk en den buitenaanleg verzorgden”.

De vervangende kerk werd aan de Schoterlandseweg 30 gebouwd. In november 2005 werd er de laatste dienst gehouden. Het gebouw staat er nog, maar daarmee is alles gezegd.]

Radicaal verwerpelijk.

De toenmalige gereformeerde kerk op Schiermonnikoog, later vervangen door nieuwbouw.

Naar aanleiding van op de huisbezoeken gestelde vragen heeft de kerkeraad van Schiermonnikoog zich beraden over de moderne dans. Hoewel over ‘dit ingewikkelde vraagstuk’ de meningen enigszins uiteenliepen was de raad het eens over de volgende punten: het dansen, zoals dat in de praktijk geschiedt, is radicaal verwerpelijk in verband met de grote gevaren die hierin schuilen. Dansen in openbare gelegenheden alsmede de parendans worden scherp afgekeurd.

(11 maart 1961)

Kanselboodschap.

In Velp heeft de kerkeraad een boodschap van de kansel doen voorlezen, gericht tegen de beweging ‘Stromen van Kracht’, welke beweging ook onder de gereformeerden daar sympathie ontmoet. In de boodschap wordt gewaarschuwd voor de gevaarlijke weg die aldus wordt bewandeld. Het rusten in het volbrachte werk van Christus en daarin alleen, wordt van zijn kracht beroofd als men de zekerheid des geloofs bindt aan uiterlijke tekenen van gebedsgenezing en tongentaal.

De toenmalige gereformeerde kerk aan de Parkstraat te Velp. Deze brandde op 11 november 1964 af en werd vervangen door nieuwbouw.

Ook waarschuwde de kerkeraad ernstig tegen de onschriftuurlijke zondebeschouwing, die leidt tot vermindering van zondebesef en tegen miskenning van de kerk, de ambten en de sacramenten. Het is ten aanzien van de gebedsgenezing, volgens de kerkeraad, onschriftuurlijk te leren dat de vrucht des geloofs daarin moet openbaar worden, dat wij de gave der genezing hebben. Evenzeer om te leren dat ziekte door gelovig gebed steeds geneest en uitblijven van genezing op niet voldoende geloof wijst. Ook is het onschriftuurlijk te zeggen dat de tongentaal een noodzakelijk kenmerk is van de werking van de Heilige Geest in een mensenhart. De kerk heeft het volle Woord van God en voor haar geldt vandaag in dubbele mate: weest nuchter en waakt.

Wat de leer van ‘Stromen van Kracht’ betreft vermaant de kerkeraad de gemeente de geesten te beproeven of ze uit God zijn, want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan. De gemeente moet door de Geest het spoor houden en die Geest wijst ons de koers naar de zeer stille wateren, waar de Here onze Herder is’.

(11 maart 1961)

Varken voor de kerk.

Ds. D.A. Vogel (1906-1985).

Ds. D.A. Vogel [1906-1985] uit Geleen vertelde aan zijn gemeente: “’k Kon mijn ogen haast niet geloven toen jl. zaterdagavond iemand me in de pastorie een varken kwam aanbieden voor de kerk. Het beest was al geslacht en gekeurd, bijna had ik gezegd panklaar. Mijn verwondering zult u kunnen begrijpen. Van de kerkschaapjes van vroeger heb ik wel eens gehoord, maar van kerkvarkens en dan geslacht en wel nog nooit. Met dankbaarheid heb ik natuurlijk deze prachtige gift aanvaard. Maar daarmee was het probleem nog niet opgelost. De kerkeraad leverde een vrijwilliger op, die dit varkentje wel eens zou wassen, en zojuist kreeg ik een telefoontje, dat het in zijn geheel reeds verkocht is. Opbrengst: fl. 150.

(11 maart 1961)

[Opmerking van de redactie van GereformeerdeKerken.info – Het was in de eerste tijd na de Afscheiding – zo lazen we menigmaal in de archieven – niet ongebruikelijk dat de predikant eens per jaar voorzien werd van een varken of iets dergelijks om daarmee zijn schrale traktement aan te vullen.]

Ds. L. Oranje overleden.

Op 58-jarige leeftijd is te Oberhofen in Zwitserland overleden ds. L. Oranje Czn. [1902-1961]. Ds. Oranje, wiens vader, wijlen ds. C. Oranje [1870-1907], eveneens predikant in ‘s-Gravenhage is geweest, werd 8 oktober 1902 geboren. Hij bezocht het gymnasium te Sneek en studeerde aan de Vrije Universiteit theologie. Op 7 augustus 1927 werd hij te Laren (N.H.) in het predikambt bevestigd.

Ds. L. Oranje (1902-1961).

In juli 1932 vertrok hij naar Groningen en 2 juni 1937 deed hij intrede te ’s-Gravenhage, waar hij predikant werd bij de kerk van ‘West’. In april 1950 bond ds. Oranje zich opnieuw aan de kerk van Laren, die hem uitzond voor het werk onder de verstrooide gereformeerden in Zwitserland. Als zodanig heeft ds. Oranje pionierswerk gedaan en zich een goede reputatie verworven. Hij was ook leraar aan de christelijke H.B.S. te ’s-Gravenhage en vanwege de generale synode deputaat voor het verstrooidenwerk in Zwitserland en voor samenspreking met de Nederlandse Hervormde kerk, na de [invoering van de] nieuwe kerkorde van deze kerk [in 1951].

In Zwitserland redigeerde ds. Oranje tot aan zijn dood een eigen blad voor het verstrooidenwerk, getiteld: ‘Van het hoofdkwartier’. Daarnaast schreef hij verschillende boeken als ‘Nehemia, de held Gods’; ‘Kerksplitsing geen tovermiddel, wel probaat medicijn’; ‘Het gezag in de kerk van Christus’. Hij publiceerde een bijdrage in het belijdenisboek van de gereformeerde predikanten van ‘s-Gravenhage-West en werkte mee aan verschillende periodieken en bijbelse dagboeken.

Het boekje van ds. Oranje over ‘kerksplitsing’, in die tijd ook in Groningen diepgaand in bespreking. Oorlog en Vrijmaking zorgden dat de kerksplitsing daar pas in 1957 werd gerealiseerd. Er kwamen in Groningen toen vier zelfstandige Gereformeerde Kerken.

In de bezettingsjaren heeft hij zich verdiensten verworven voor wat hij gedaan heeft voor de voedselvoorziening in zijn wijk rondom de Valkenboskerk. Met hem is een prediker van geheel eigen origine heengegaan, die zich in de oorlogstijd onverschrokken wakker betoonde en preken heeft gehouden in de Valkenboskerk die op velen diepe indruk gemaakt hebben.

De teraardebestelling van het stoffelijk overschot heeft inmiddels te Laren plaats gehad na een rouwdienst in de hervormde kerk aldaar. Voorganger was ds. J. van der Meulen [1892-1966], emeritus predikant te Kockengen.

(18 maart 1961)

P.v.d.A-prof. in Kampen?

Aan de grote, neutrale dagbladen in ons land schijnen journalisten te werken die zich ook wel eens met kerkelijk nieuws bezighouden, zonder dat zij er ook maar een greintje van weten. Zo kon het gebeuren dat onlangs het volgende werd meegedeeld: “Te Kampen heeft drs. C. van der Woude [1896-1983] aan de Theologische Hogeschool der Gereformeerde Kerken in Nederland dinsdag j.l. het ambt van hoogleraar aanvaard met een rede over Grotius en Pietas. Prof. Van der Woude gaat, als opvolger van prof. [G.M.] den Hartogh [1899-1959], kerkrecht en kerkhistorie doceren. Hij is 28 januari 1921 geboren, is gehuwd en heeft drie kinderen. Hij is remonstrants en lid van de Partij van de Arbeid”.

Dr. C. van der Woude (1896-1983) op jongere leeftijd.

Het Amsterdams Kerkblad, leverde hierbij het volgende commentaar: ‘Een al te haastige journalist heeft zijn kaartenbak verkeerd geraadpleegd en de remonstrantse theoloog Van der Woude in het gereformeerde vakje gestopt. Wél gelukgewenst, hooggeleerde P.v.d.A.-Remonstrant aan de school der Kerken! Hoe lang zullen de kerken dat dragen?’

(18 maart 1961)

Dr. Feenstra naar Kongo.

De generale Zendingsdeputaten hebben dr. Y. Feenstra van Rotterdam-Charlois aangezocht om een benoeming te aanvaarden als hoogleraar aan de Theologische Faculteit in Elisabethstad in Kongo. Dr. Feenstra heeft de benoeming aanvaard. Het is de bedoeling dat dr. Feenstra ter beschikking wordt gesteld van de Evangelisch Presbyteriaanse Kerk van Ruanda, die participeert in de Theologische Faculteit in Elisabethstad. Dr. Feenstra zal het vak Dogmatiek doceren.

Geregeld werd door het gereformeerd Zendingscentrum over de zending (ook in Rwanda) gerapporteerd.

Dr. Feenstra die, wat zijn kerkelijke positie betreft, voorlopig aan de kerk van Rotterdam-Charlois verbonden zal blijven, hoopt in het najaar naar Ruanda te vertrekken, waar hij eerst kennis zal hebben te nemen van het leven en de problemen van de kerk in Ruanda. Zoals bekend zullen de Gereformeerde Kerken, in het kader van de Société Belge de Missions Protestantes au Congo binnenkort een tweetal missionaire predikanten uitzenden, terwijl nog naar een jeugdleider wordt gezocht.

Door in te gaan op het verzoek van de Theologische Faculteit in Elisabethstad hebben de Gereformeerde Kerken naast de vier taken in West-Pakistan, Ruanda-Urundi, Brazilië en Argentinië er een taak bij gekregen.

(25 maart 1961)

Hulpprediker voor Velp.

In verband met de groei van de kerk van Velp (reeds meer dan 1.200 leden) heeft de kerkeraad besloten om te zien naar een emeritus-predikant die bereid is twee jaar hulpdiensten te komen verrichten. Het werd financieel nog niet mogelijk geacht thans tot het beroepen van een tweede predikant over te gaan.

(25 maart 1961)

Eredienst in jonge gemeente.

De kerkeraad van de jonge kerk van Amsterdam-Slotervaart/Osdorp heeft zich uitvoerig beziggehouden met de liturgie in de eredienst.

‘Het Open Hof’ aan de Pieter Calandlaan in Amsterdam (Slotervaart). Inmiddels al jaren buiten gebruik (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Alvorens tot definitieve besluiten te komen was men het erover eens dat over dit punt eens afzonderlijk moet worden gesproken, waarbij iemand uit de Werkgroep voor de Liturgie zal worden uitgenodigd zijn visie te geven. Inmiddels was men het er thans over eens dat gestreefd moet worden naar een veelvuldiger avondmaalsviering. Omdat geen der concrete voorstellen het tot een meerderheid kon brengen, werd besloten de ene maand het avondmaal te vieren in Slotervaart en de andere maand in Osdorp. Hierbij zullen de leden van de ene kerk van harte welkom zijn in de andere, zodat zowel aan de voor- als aan de tegenstanders van meer avondmaalsvieringen wordt tegemoetgekomen.

Verder werd besloten dat bij doopbediening slechts eenmaal per maand het onderwijzend gedeelte van het formulier zal worden gelezen. Deze beperking werd wenselijk geacht met het oog op de in de jonge gemeente zeer veelvuldige bediening van dit sacrament. Intussen werd aan de blokouderlingen opgedragen het onderwijzend gedeelte van het formulier te lezen bij hun bezoek aan de [doop-] ouders.

De gereformeerde kerk ‘De Opgang’, Tussenmeer, Amsterdam Osdorp. Vervangen (foto: Reliwiki, JvN).

Tenslotte werd nog besloten bij wijze van proef van tijd tot tijd aan de avonddiensten een afwijkend karakter te geven. Er zal dan meer worden gezongen, terwijl de kinderen speciaal bij de prediking zullen worden betrokken.

(25 maart 1961)

Gezamenlijk bouwen?

De kerkeraden van de Gereformeerde Kerk en van de Hervormde Gemeente in Hengelo voeren op het ogenblik besprekingen  over de vraag of niet tot gezamenlijke kerkbouw (en daarna natuurlijk ook gezamenlijk gebruik) kan worden overgegaan. Beide kerken hebben plannen om kerken te bouwen in Drienen, Veldwijk en Berflo-Es. Voor Klein-Drienen hebben de hervormden reeds een ontwerp gereed.

Aan het Berfloplein in Hengelo werd in 1966 de gereformeerde ‘Sionskerk’ in gebruik genomen. De kerk doet nog steeds dienst als protestants kerkgebouw in Hengelo-Zuid, en wel als ‘Bethelkerk’ (foto: Reliwiki).

Ook wil men van die zijde een kerk bouwen aan de Berfloweg, terwijl de gereformeerden de aandacht richten op Veldwijk. Men vraagt zich thans af of de gereformeerden niet het medegebruik in Klein-Drienen kunnen krijgen, waarna de hervormden gebruik zouden kunnen maken van de gereformeerde kerk die in Veldwijk zal worden gebouwd.

(8 april 1961)

[Opmerking van de redactie van GereformeerdeKerken.info – Aan het Berfloplein werd in 1966 de gereformeerde Sionskerk in gebruik genomen. Bij het Samen-op-Wegproces met de hervormde gemeente werd dit gebouw de centrale protestantse kerk in Hengelo-Zuid. De naam veranderde toen in Bethelkerk. Zo veranderde per 1 september 2001 ook de naam van de hervormde kerk De Hoeksteen aan de Drilscholtenstraat – ook in het kader van het Samen-op-Wegproces – in Ontmoetingskerk. Dat werd de centrale kerk van de wijk Centrum.]

Plannen in Assen.

De ‘Marturiakerk’ in Assen werd in 1964 in gebruik genomen. Inmiddels buiten gebruik en gesloopt.

Na lezing en bestudering van een door het Gereformeerd Sociologisch Instituut te Amsterdam uitgebracht rapport koestert de kerkeraad van Assen plannen tot de bouw van een kerkcentrum in het zogenaamde Luchiesland. Dit complex zou moeten omvatten een kerkzaal voor 500 à 600 personen, een grote vergaderzaal voor maximaal 150 personen, met bijbehorend podium dat ook zelfstandig als vergaderlokaal kan worden gebruikt, een catechisatielokaal, een kerkeraadskamer, een doopkamer of predikantenkamer, een keuken met buffet en een souterrain waarin twee of drie ruimten voor evangelisatiearbeid. Bij dit complex zouden moeten worden gebouwd een kosterswoning en een overdekte rijwielstalling.

(8 april 1961)

Vreugde in Helmond.

‘De Ark’ te Helmond (foto: B. Stok, Krommenie).

De gemeente van Helmond heeft haar nieuwe kerkgebouw [De Ark] aan de Pres. Rooseveltlaan [hoek Eisenhowerlaan] in gebruik genomen. Oorspronkelijk was er nog aan gedacht het oude bedehuis te restaureren, maar bij nader inzien bleek dat niet mogelijk. Daarom werd in de winter van 1956 gestart met een vijfjarenplan, dat inhield dat men vijf jaar lang 2% van het inkomen bijeenbracht bóven de gewone vrijwillige bijdragen. Zo zag Helmond kans in vijf jaar tijd fl. 80.000 bijeen te sparen. Voor een 270 zielen tellende gemeente een voortreffelijke prestatie! Namelijk bijna fl. 300 per ziel per vijf jaar. De nieuwe kerk is ontworpen door architect K.L. Sijmons Dzn. uit Amsterdam, die geboortig is uit Helmond en nog in de oude kerk werd gedoopt. Het bedehuis telt 131 vaste zitplaatsen.

(8 april 1961)

[Opmerking van de redactie van GereformeerdeKerken.info – De kerk is inmiddels buiten gebruik gesteld en is nu als woning in gebruik].

Geen kwaad van geref. broeders!

De gereformeerde kerk te Bergambacht, die nog steeds als zodanig in gebruik is.

In ‘Blijde Klanken’, het maandblad van de hervormde gemeente te Ammerstol, schreef ds. P.C. Schoonenboom naar aanleiding van de restauratieplannen voor de gereformeerde kerk te Bergambacht: “Bij voorbaat wensen we onze gereformeerde broeders en zusters hiermee geluk. Nu zou ik er hier op deze plaats niet over beginnen als er ook nog niet wat anders aan vast zat. Ik lees namelijk dat een groot gedeelte van het werk door gemeenteleden in vrijwillige arbeid zal worden verricht. Ik lees nog meer.

De kerk werd uitgebreid en gemoderniseerd. Rechts het eigenlijke kerkgebouw.

Er staat ook nog in dat de totale kosten zijn begroot op fl. 18.000 en dat de gemeente, die uit veertig niet kapitaalkrachtige gezinnen bestaat, reeds fl. 10.000 aan giften en toezeggingen heeft opgebracht. Kijk, beste mensen, als ik dat lees, word ik stil. Dan vraag ik: wat hebben wíj voor onze kerk, nee voor onze Heer Jezus Christus over? En dan neem ik me heilig voor, al ben ik het niet in alles met ze eens, om nooit meer iets kwaads van mijn gereformeerde broeders te zeggen!”

(8 april 1961)

[Opmerking van de redactie van GereformeerdeKerken.info – De Gereformeerde Kerk te Bergambacht telde in 2016 ongeveer 750 leden.]