“Het Kerkblad”

Officieel Orgaan der Gereformeerde Kerken in Nederland.

Toen de  Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken (resp. uit de Afscheiding en de Doleantie) zich op 17 juni 1892 verenigden tot De Gereformeerde Kerken in Nederland, besloot de generale synode tevens een officieel orgaan in het leven te roepen, onder de naam ‘Het Kerkblad’. Een beknopt overzicht.

Uit de eerste jaargang.

‘Het Kerkblad’ begon – vooralsnog als weekblad – haar eerste jaargang op 1 juli 1892 met de tekst van de Acta van de Generale Synode 1892 te Amsterdam, waarin het woordelijk verslag van de verenigingssynode op 17 juni dat jaar was opgenomen. Tijdens die bijeenkomst werden – naast een aantal officiële toespraken – allerlei organisatorische maatregelen genomen voor de gang van zaken in de nu verenigde Gereformeerde Kerken.

Enkele daarvan waren de vaststelling van het officiële verenigingsbesluit, het bericht daarover aan de Regering, de genomen besluiten over ‘wat de classen van juli 1892 in ieder geval te doen hebben’, teneinde het voor het eerst bijeenkomen ervan vlekkeloos te laten verlopen, en hetzelfde voor de Particuliere Synoden van augustus 1892. Ook werd uitvoerig stilgestaan bij de vereiste vermelding van de Vereniging van de Kerken in de notulenboeken van de voormalige Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken, en hetzelfde voor de vergaderingen van de verenigde classes en der particuliere synodes.

Het tweede nummer van ‘Het Kerkblad’, dat op 8 juli 1892 verscheen, meldde de indeling van de plaatselijke kerken in classes en particuliere synodes. Ook werd per kerkelijke vergadering de zgn. ‘roepende kerk’ vermeld, d.w.z. de kerk die de eerstvolgende classis- resp. synodevergadering diende bijeen te roepen en te organiseren.

Nummer 3 van ‘Het Kerkblad’ vermeldde een groot aantal synodebesluiten betreffende onder meer de grensregeling tussen de plaatselijke kerken en over hetgeen de kerken behoorden te doen ten aanzien niet alleen van bijvoorbeeld de zending, maar ook wat hun roeping was ten aanzien van de ‘achtergeblevenen’, d.w.z. ten aanzien van hen die zich nog niet hadden aangesloten bij de Gereformeerde Kerken in Nederland; daarmee werden vooral bedoeld de hervormde broeders en zusters, maar ook degenen die – vanwege bezwaren tegen de Vereniging van 1892 – zich hadden georganiseerd in de ‘voortgezette’ Christelijke Gereformeerde Kerk.

Een van de vermelde besluiten was ook de oprichting van een ‘Kerkelijk Orgaan’:

“Art. 1. Er wordt door de Kerken een officieel orgaan uitgegeven, dat de naam draagt van: ‘Kerkblad, Officieel Orgaan der Gereformeerde Kerken in Nederland’. Het wordt uitgegeven in octavo boekformaat.

“Art. 2. De Generale Synode benoemt den redacteur  voor dit Kerkblad en voegt hem een secundus toe. [Ds. W.H. Gispen (1833-1909) werd aanvankelijk als redacteur benoemd, maar deze functie werd per 1 januari 1897 overgenomen door de heer C. Mulder te Kampen.]

Ds. W.H. Gispen (1833-1909), de eerste redacteur van ‘Het Kerkblad’.

“Art. 3. De uitgave van dit blad wordt opgedragen aan de redactie en administratie van De Bazuin [het officieel orgaan van de Theologische School te Kampen] die het als bijblad bij haar eigen blad kan uitgeven, mits in boven bepaald formaat en met verkrijgbaarstelling van exemplaren, die den titel van Bijblad van De Bazuin níet voeren.

“Art. 4. De redacteur zal, totdat eene Generale Synode anders mocht besluiten, zorg dragen dat de Redactie van De Heraut [het weekblad van de vroegere kerken uit de Doleantie, maar sinds 1892 dat van c.q. voor ‘De Gereformeerde Kerken in Nederland’, nog steeds onder redactie van dr. A. Kuyper (1837-1920)] zóo tijdig een voorlopigen afdruk ontvange, dat ook dit blad in staat zij, het als bijblad, mits in boekformaat, af te drukken, ofwel er den inhoud geheel of gedeeltelijk van over te nemen.

“Art. 5. De Generale Synode zal drie Deputaten benoemen, om het noodige contract, loopende tot op de eerstvolgende Generale Synode, te sluiten mits daarin bepaald worde: dat 1 juli 1892 het eerste nummer het licht zie; dat in dit eerste nummer de besluiten der Generale Synode gepubliceerd worden; en dat alle baten die uit deze uitgave mochten voortvloeien, in dezelfde kas vloeien, die de baten van De Bazuin ontvangt”.

De officiële lijst van kerken.

Nummer 4 van Het Kerkblad publiceerde de officiële lijst van kerken per provincie, waarbij opvalt dat in verreweg de meeste plaatsen de vroegere Christelijke Gereformeerde Gemeenten en Nederduitsche Gereformeerde Kerken zonder meer verenigd waren, voor zover er in die plaatsen althans sprake was van twee verschillende Gereformeerde Kerken, wat lang niet altijd zo was. In totaal vermeldt de lijst van Kerken precies 700 Gereformeerde Kerken.

A, B en C…

Daaronder bevinden zich ook de vermeldingen van de Gereformeerde Kerken A (meestal die uit de Afscheiding) en de Gereformeerde Kerken B (over het algemeen die uit de Doleantie), en enkele Gereformeerde Kerken C (kerken met een wat ingewikkelder historische achtergrond), voor zover deze ter plaatse nog niet verenigd waren. In de provincie Groningen waren dat vier kerken (die dus elk twee keer vermeld worden, als A en B), in Friesland veertien kerken, in Drenthe drie, in Overijssel veertien kerken, in Gelderland twaalf, in Utrecht tien, in Noord-Holland zestien (waarvan in Haarlem de kerken A, B en C), in Zuid-Holland achtentwintig kerken (waarvan in Leiden en Dordrecht kerken A, B en C gevestigd waren), in Zeeland negen (met in Middelburg A, B en C-kerken) en tenslotte in Noord-Brabant en Limburg twee.

In totaal waren er in juni 1892 dus honderdtwaalf steden en dorpen waar nog ineensmelting moest plaatsvinden en waar dus in afwachting van die vereniging, nog twee of zelfs drie Gereformeerde Kerken bestonden.

De inhoud.

De voorpagina van Het Kerkblad, 11 mei 1894.

In datzelfde vierde nummer van Het Kerkblad begint ook de doelstelling van het blad tot uitdrukking te komen: de vermelding van nieuws betreffende plaatselijke kerken en de publicatie van verslagen van classicale en provinciale vergaderingen, in die volgorde (al laat de eerste categorie het aanvankelijk nog even afweten). Ook werden onder meer mededelingen van de Theologische School gepubliceerd en werden ontvangsten voor allerlei kerkelijke doeleinden in het blad verantwoord, zoals die voor de Theologische School, de evangelisatiearbeid van plaatselijke kerken, enz.

Met ingang van het zesde nummer van 1892 moest voor toezending van het blad betaald worden, al zouden de abonnees op De Bazuin het als bijblad natuurlijk gratis thuis gestuurd krijgen. In 1896 besloot de synode in het vervolg aan elke kerk één gratis exemplaar toe te zenden, te weten aan (één van) de plaatselijke predikant(en) van wie een adres bekend was. Verscheidene jaren liep het blad op deze manier geregeld door, al was het niet altijd mogelijk wekelijks een nummer uit te brengen.

Na verloop van tijd kwamen via kerken en classes verzoeken binnen om de frequentie van het blad te verminderen of zelfs helemaal met het blad te stoppen. De kosten van Het Kerkblad werden namelijk uitgesmeerd over de kerken. Men vond het dubbel werk. Ook De Heraut en De Bazuin konden dat nieuws immers wel opnemen. net als – nog enkele jaren – het blad De Vrije Kerk. Daar was geen aparte uitgave voor nodig.

Maandblad.

In 1899 besloot de Generale Synode van Groningen op voorstel van de Curatoren van de Theologische School in Kampen het blad in het vervolg met ingang van oktober dat jaar eens per maand te laten verschijnen. Het Kerkblad zou bovendien daarna geen agenda’s van classes en particuliere synodes meer opnemen en ook zouden de verantwoordingen van ontvangsten voor allerlei kerkelijke doeleinden gestopt worden. “Het Kerkblad zal alleen nog opnemen: Korte berichten van formaties en ineensmeltingen van kerken, en voorts korte mededeelingen van Handelingen en Besluiten van Classen, Synoden en hare Deputaten”. Er zouden geen berichten meer worden gepubliceerd over het in gebruik nemen van kerkgebouwen, de intrede of het afscheid van de predikanten of hun jubilea, enz., zoals tot die tijd wel gebeurde.

Inderdaad werden daarna de opgenomen berichten over nieuws uit de plaatselijke kerken een stuk korter, zó kort zelfs dat uitsluitend nog sprake was van de rubrieken: Beroepen, Bedankt en Aangenomen met vermelding van de namen der predikant en de betreffende plaatsnamen. Ook de verslagen van de classes en de particuliere synodes werden compacter.

Het blad verscheen zo nu en dan bovendien minder regelmatig. Het aantal berichten nam af en de omvang van het blad werd geringer. Uiteindelijk werd het in 1910 opgeheven.

Toch zijn de in de eerste jaren in Het Kerkblad opgenomen berichten van plaatselijke kerken soms interessant en bruikbaar voor kerkhistorisch onderzoek. We zullen in de toekomst zo nu en dan een bloemlezing uit die berichten op deze website opnemen.