Het ontstaan van De Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos

Inleiding.

In het (toen nog Groningse) dorp Stroobos werd in 1845 de ‘Christelijke Afgescheiden Gemeente’ geïnstitueerd (vanaf 1869 ‘Christelijke Gereformeerde Gemeente’ geheten). Toen op 17 juni 1892 de landelijke vereniging plaatsvond tussen de van oorsprong  Afgescheidenen en Dolerenden, en de ’Gereformeerde Kerken in Nederland’ ontstonden, werd ook de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Stroobos ‘Gereformeerde Kerk te Stroobos’ genoemd.

Kaart: Google.

In het aangrenzende Friese tweelingdorp Gerkesklooster werd op 19 oktober 1886 de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ geïnstitueerd. Vanaf 17 juni 1892 – de landelijke vereniging tussen de Afgescheidenen en Dolerenden – werd deze kerk ‘Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster’ genoemd.

Pas later begonnen de twee kerkenraden onderhandelingen om de beide Gereformeerde Kerken samen te voegen. Dat leidde er op 24 oktober 1917 toe dat de Gereformeerde Kerk te Stroobos in het vervolg ‘Gereformeerde Kerk Gerkesklooster-Stroobos A’ genoemd werd, en de Gereformeerde Kerk van Gerkesklooster ‘Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos B’.

Op 7 augustus 1925 werden beide kerken samengevoegd als ‘Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos’.

1. De Afscheiding te Stroobos.

Voordat ds. H. de Cock (1801-1842) te Ulrum zich in 1834 met zijn gemeente afscheidde van de Nederlandse Hervormde Kerk bezochten de inwoners van Stroobos de hervormde kerk in Gerkesklooster. Dit was oorspronkelijk het brouwhuis van het in 1240 opgerichte klooster Jeruzalem, in die streek beter bekend als ‘Gerckes Klooster’, genoemd naar de stichter. Dit klooster was in opdracht van de Friese Staten in 1580 afgebroken. In 1629 kreeg men toestemming om het gespaard gebleven brouwhuis als kerkgebouw te gebruiken.

De hervormde kerk te Gerkesklooster (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Toen ook in het Groningse (sinds 1993 Friese) Stroobos gemeenteleden zich in 1834 van de hervormde gemeente afscheidden, ging men voor de kerkdiensten naar de kerk van de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Grootegast. Deze was op 20 juni 1835 door ds. H. de Cock geïnstitueerd. Daar was Derk Derks Drukker uit Stroobos een van de mannen van het eerste uur en ook een van de eerste ouderlingen. Na diens verhuizing naar Ulrum (in 1840) ging hij theologie studeren, en werd op 11 september 1844 bij de Christelijke Afgescheidene Gemeente in Dokkum als predikant in het ambt bevestigd.

Zelfstandig.

Ds. E van de Berekamp (1821-1904) stond van 1852 tot 1898 in Grootegast.

De afstand tussen Stroobos en de kerk in Grootegast was echter behoorlijk! Vandaar dat ouderling Jacobus van Weringh uit Stroobos in de kerkenraad van Grootegast voorstelde om ook in Stroobos kerkdiensten te mogen houden. De afstand naar Grootegast was vooral voor ouderen en zwakken erg groot en bovendien zou de prediking van de Christelijke Afgescheiden Kerk aan kracht winnen wanneer op zoveel mogelijk plaatsen gemeenten gesticht zouden worden!

De kerkenraad aarzelde. Als men dat recht aan Stroobos gaf, zouden bijvoorbeeld ook de gemeenteleden in Niekerk een eigen Afgescheiden kerk moeten krijgen. Toch werd enkele jaren later de wens van de Stroobossers ingewilligd. In 1844 sprak de kerkenraad al serieus over verzelfstandiging van de kerk in het dorp. Wannéér de gemeente  precies geïnstitueerd werd is niet bekend, maar in ieder geval rond eind juni en begin juli 1845, omdat op 7 juli dat jaar de eerste kerkenraadsvergadering van Stroobos gehouden werd (met één ouderling en één diaken – het was een kleine gemeente). Sommige gemeenteleden waren echter helemaal niet blij met de instituering van de gemeente te Stroobos, en bleven vooralsnog liever in Grootegast de diensten bijwonen. Daarbij ging het vooral bij gemeenteleden die buiten Stroobos woonden en makkelijker in Grootegast konden komen.

Een eigen kerk…

De kerk aan de Groninger Streek in Stroobos.

De kerkenraad benoemde al snel een bouwcommissie (bestaande uit Jacobus van Weringh en Lucas Jans Klamer), die ijverig aan het werk ging om een eigen kerkgebouw te realiseren. Op 31 mei 1846, Pinksteren, kon de nieuwe kerk al in gebruik genomen worden. Deze stond aan de Groninger Streek.

… én een predikant.

De kerk van Stroobos was klein en financieel gezien zwak. Vandaar dat men niet direct een eigen predikant kon beroepen, maar in 1851 gebeurde dat toch. Op 8 mei dat jaar kon ds. T. Westrik (1823-1886) van Vriezenveen in het ambt bevestigd worden. Deze bleef tot december 1851 aan de kerk van Stroobos verbonden, toen hij naar Staphorst vertrok. Bij zijn vertrek telde de kerk van Stroobos tachtig zielen van wie vijftig kinderen.

Meerdere predikanten volgden. Achtereenvolgens verbonden zich de volgende dienaren des Woords aan de kerk van Stroobos: F.S. Rederus (1819-1886), die van 1856 tot 1858 in Stroobos stond; J.F. ten Hoor (1833-1888) van 1861 tot 1866; B. Brummelkamp (1836-1872) van 1866 tot 1871; J. Bakker (1846-1931) van 1872 tot 1876; J.W. van der Kouwe (1848-1919) van 1876 tot 1881; C. van Proosdij (1859-1915) van 1881 tot 1883 en J. Dijk (1857-1936) van 1883 tot 1888.

Ds. C. van Proosdij (1859-1915) stond van 1881 tot 1883 in Stroobos.

Tijdens het predikantschap van ds. B. Brummelkamp was in 1869 de naam van de Christelijke Afgescheidene Gemeente te Stroobos inmiddels veranderd in ‘Christelijke Gereformeerde Gemeente’. Dat kwam door de landelijke fusie tussen de Christelijke Afgescheidene Kerk en de Gereformeerde Kerk onder het Kruis. Laatstgenoemd kerkgenootschapje had zich rond 1838 afgescheiden van de hoofdstroom van de Christelijke Afgescheiden Kerk vanwege allerlei verschillen van inzicht. Maar in 1869 kon men de strijdbijl begraven en de vredespijp roken, onder de nieuwe naam: Christelijke Gereformeerde Kerk.

2. De Doleantie te Gerkesklooster.

Vijftig jaar na de Afscheiding van 1834 verkeerde de Nederlandse Hervormde Kerk opnieuw in een rumoerige periode. Nadat in Amsterdam in 1886 tachtig ‘benauwde broederen’ onder leiding van dr. A. Kuyper (1837-1920) uit het ambt gezet werden omdat zij als hervormde kerkenraad van Amsterdam geen attesten wilden afgeven aan vrijzinnige doopleden, om op die manier als belijdend lid tot de Nederlandse Hervormde Kerk te worden toegelaten, werd ook in Friesland het voorbeeld van de Dolerende Amsterdamse broeders gevolgd. Sterker: nog vóórdat op 16 december 1886 de Amsterdamse Dolerende kerk geïnstitueerd was, waren in Friesland al drie gemeenten uit de hervormde kerk getreden: die van Reitsum op 9 februari 1886, in Kollum op 7 juli dat jaar én in Gerkesklooster op 19 oktober 1886.

De aankondiging van het landelijk Gereformeerd Kerkelijk Congres te Amsterdam, waar 1.500 hervormden zich beraadden op de vraag ‘wat nu te doen’ (De Heraut, 2 januari 1887).

De hervormden in  Gerkesklooster waren het met ‘zeldzame eenstemmigheid’ met elkaar eens: de toestand van de hervormde kerk en die van de kerkregering waren zodanig dat er slechts één mogelijkheid was:  ‘afwerping van het juk der synodale hiërarchie en opnieuw kracht en geldigheid verlenen aan de aloude Dordtse Kerken Orde’, die in 1816 door de overheid ‘op onwettige wijze’ afgeschaft was en waarvoor in de plaats het ‘Algemeen Reglement’ gesteld was. Daardoor, zo was men overtuigd, waren de plaatselijke gemeenten tot marionetten van de almachtige generale synode gedegradeerd en waren de belijdenisgeschriften op een zijspoor geschoven, waardoor ‘aan allerlei wind van leer’ ruimte op de kansels geboden werd.

De kansel gesloten…

De kerkenraad, de kerkvoogden (die het beheer voerden over de kerkelijke goederen) en de gemeente steunden elkaar daarin. Op dat moment was de hervormde gemeente van Gerkesklooster echter vacant. Ds. Jacob Bolkestein (1850-1900), die daar op 29 januari 1882 in het ambt bevestigd was, had op 16 mei 1886 afscheid van die gemeente genomen wegens vertrek naar Ter Aar. ‘Toen het in Gerkesklooster begon te spannen  ontvluchtte ds. Bolkestein den kerkelijken strijd aldaar door een beroep naar elders aan te nemen’.

Tijdens de vacaturetijd hadden de kerkvoogden de kansel voor onrechtzinnige hervormde predikanten gesloten. Het gevolg was dat de kerkvoogden werden aangeklaagd door de kerkelijke besturen. De kerkenraad achtte toen de tijd gekomen in Doleantie te gaan en had daarbij de steun van de hervormde predikant ds. W. Maan (1848-1938) van Augustinusga ingeroepen (van wie bekend was dat hij met de Doleantie sympathiseerde), maar die medewerking werd niet verkregen: ‘Ziende op de financieele gevolgen, durfde hij zich daar niet toe leenen. Om dezelfde reden durfde hij ook geen deel nemen aan het Gereformeerd Kerkelijk Congres’, dat in januari 1887 in Amsterdam gehouden werd. Daar kwamen 1.500 hervormden bijeen om te beraadslagen over ‘wat nu te doen’. Wilde men het Congres bijwonen, diende men schriftelijk te verklaren ‘de Reformatie der kerk [c.q. de Doleantie]  plichtmatig te achten’. Afzetting als predikant, ouderling of diaken was het gevolg.

Ds. W. Maan (1848-1938) ging in 1887 in Augustinusga wel met de Doleantie mee!

Dolerend!

Ook zonder de steun van ds. Maan besloten kerkenraad, kerkvoogden en gemeente zich op 19 oktober 1886 te onttrekken aan de ‘synodale hiërarchie’, en aan de Dordtse Kerk Orde ‘weer recht en geldigheid’ te verlenen. Kerkenraad en kerkvoogden werden vervolgens uit het ambt gezet en vervallen verklaard van het lidmaatschap van de Nederlandse Hervormde Kerk.  De Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) te Gerkesklooster was een feit.

In 1887 nam kandidaat A. Middelkoop (1859-1926) het beroep naar de Dolerende kerk te Gerkesklooster aan (hij had niet aan de ‘Dolerende‘ Vrije Universiteit gestudeerd, maar aan de Utrechtse Rijks Universiteit, waar hij echter zijn Dolerende gezindheid niet was kwijtgeraakt). In 1888 vertrok hij echter al naar Nijkerk.  Na hem kwam in 1889 ds. C.W.E. Ploos van Amstel (1864-1938) naar Gerkesklooster, die daar tot 1892 bleef.

De kerkelijke goederen.

Intussen was na de Doleantie strijd ontstaan over de kerkelijke goederen: de Dolerenden hadden namelijk tot 1892 nog het beheer over het register van het kerkhof, benodigdheden bij begrafenissen, sleutels van de woning bij de kerk, kerklampen, collectebussen, een kachel en de kanselbijbel. Begin 1894 sprak de rechter uit dat de kerkelijke goederen weer teruggegeven moesten worden aan de toen fungerende hervormde kerkenraad.

Een eigen kerk.

De pastorie en de kerk van de Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende) in Gerkesklooster (foto: ‘GK Gerkesklooster-Stroobos’).

De kerkenraad van de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk’ was intussen al aan de slag gegaan met de bouw van een eigen kerk met een consistoriekamer aan de Hoogstraten, langs de westkant van het dorp. De bouwkosten bedroegen fl. 6.390, waarvoor de kerkelijke gemeente in 1889 al fl. 4.500 bijeenbracht.

Zo waren er in 1892 in de tweelingdorpen Stroobos en Gerkesklooster twee kerken van gereformeerde snit: de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Stroobos en de Nederduitsche Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster.

3. De Vereniging van 1892 (c.q. 1925).

De landelijke Ineensmelting tussen de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken vond plaats op 17 juni 1892, na jarenlange (soms moeitevolle) onderhandelingen tussen beide kerken. Bij de Vereniging in 1892 werd afgesproken dat plaatselijke kerken in het vervolg óók ‘Gereformeerde Kerk’ zouden heten (dat gebeurde dus ook in Stroobos en in Gerkesklooster), en dat – waar plaatselijk de vereniging niet direct tot stand kon komen – beide kerken ter onderscheiding ‘Gereformeerde Kerk A’ (de voormalige Christelijke Gereformeerde Gemeente) en ‘Gereformeerde Kerk B’ (de vroegere Nederduitsche Gereformeerde Kerk) zouden heten.

De Dolerende kerk aan de Hoogstraten.

Enige toenadering.

Die aanduidingen ‘A’ en ‘B’ werden in Gerkesklooster en Stroobos echter pas in 1917 gebruikt. Vóór die tijd, van 1892 tot 1917, vond men het kennelijk niet nodig samen te gaan. Men bleef tot 1917 dus als twee zelfstandige Gereformeerde Kerken – zonder toevoeging – voortbestaan. Per 24 oktober 1917 veranderde dat: de kerken noemden zich in het vervolg respectievelijk: ‘Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos A’ en ‘Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos B’. In de voorgaande jaren was één van de struikelblokken geweest de volgorde van de plaatsnamen in de nieuwe kerknaam: Stroobos wilde dat de kerk ‘Gereformeerde Kerk Stroobos-Gerkesklooster’ zou heten; zij was toch de oudste van de twee? Gerkesklooster dacht daar duidelijk anders over..

Uiteindelijk was advies ingewonnen van de Deputaten van de Generale Synode. Dezen concludeerden in een brief van januari 1915 dat níet de grootte van de dorpen, nóch het zielental van de gemeente, nóch de alfabetische volgorde van de dorpsnamen de doorslag moesten geven. Waar het hier om ging was, vonden althans de Deputaten, de vraag welk van de dorpen vanouds een kerkdorp was. En dat was Gerkesklooster. In Stroobos had in vroegere tijden nooit een aparte kerkelijke gemeente bestaan. In Gerkesklooster wel: we schreven al over de hervormde kerk die voortkwam uit het ‘klooster Jeruzalem’, vooral bekend als ‘Gerckes Klooster’. Uiteindelijk besloot men die volgorde dan maar aan te houden: ‘Gereformeerde Kerk Gerkesklooster-Stroobos’ A en B.

Samengegaan.

Maar dat was nog lang geen vereniging. Beide kerken hadden nog steeds een eigen kerkenraad en waren verder volledig zelfstandig. De classis vroeg zich in februari 1921 uiteindelijk af of er ook nog een vereniging op komst was. Daarover beraadden beide kerkenraden zich toen. Beide riepen een manslidmatenvergadering bijeen (de vrouwen hadden in de kerkregering geen taak, vond men toen nog). De mannenbroeders van kerk B in Gerkesklooster hadden tegen vereniging geen bezwaar. En kort daarop kon ook kerkenraad A in Stroobos constateren dat de manslidmaten geen problemen maakten.

De volgende stap was het houden van gezamenlijke kerkenraadsvergaderingen om te overleggen of men inderdaad tot samensmelting kón overgaan en onder welke voorwaarden. Vanaf 10 maart 1921 vergaderde men over voorstellen waarin de voorwaarden voor samensmelting onder woorden werden gebracht. Ook de gemeenteleden kregen gelegenheid om de aangenomen overeenkomst in te zien. Vervolgens werd afgesproken dat in de ochtenddiensten in het vervolg de eigen predikant, en in de middagdiensten de predikanten om en om zouden voorgaan.

4. Een nieuwe kerkgebouw…?

A = Kerk A aan de Groninger Streek – B = Kerk B aan de Hoogstraten – C = de plaats van de nieuwe kerk.

Een nieuw struikelblok bleek op een gegeven moment de locatie van de nieuwe kerk te zijn. ‘In Friesland’, zo werd aanvankelijk besloten. Dat betekende dus dat de kerk in Gerkesklooster zou komen te staan, want Stroobos lag (toen nog) in de provincie Groningen. Aanvankelijk wilde men de kerk bouwen aan de noordzijde van het nieuw te graven kanaal, ‘bij de brug van Stroobos’. Maar de B-kerk meende dat niet afgesproken was ‘bij’, maar ‘in de nabijheid van’ de brug van Stroobos. Kerk B wilde namelijk niet dat de kerk te ver van Gerkesklooster af kwam te liggen. Stroobos had echter bezwaren tegen ‘in de nabijheid van’: vooral haar leden die woonachtig waren aan de Eemsterweg tussen Stroobos en Doezum zouden daarvan de dupe zijn, want de kerk zou in dat geval voor hen te ver weg liggen. Daardoor zou Stroobos ongetwijfeld leden verliezen.

Om een lang verhaal kort te maken: nadat onduidelijkheden weggenomen waren over de ook nog opgedoken vraag of ‘het naar den eisch van Gods Woord is om plaatselijk de eenheid der gelovigen zooveel mogelijk tot openbaring te brengen’, werd uiteindelijk in december 1922 weer gezamenlijk vergaderd, nadat de onderhandelingen in 1919 waren stilgelegd omdat men het tóch niet met elkaar eens kon worden.

Ds. W.F.C. van Lingen (1847-1940).

Pas na het vertrek van ds. W.F.S. van Lingen (1867-1940), die de Gereformeerde Kerk B van Gerkesklooster (-Stroobos) van 1900 tot 1924 bediende, konden de onderhandelingen langzamerhand vlot getrokken worden. Ds. A. Dekkers (1855-1943) van de Gereformeerde Kerk Gerkesklooster Stroobos A werd toen consulent van kerk B (ds. Dekkers diende de kerk van Gerkesklooster-Stroobos A van 1914 tot zijn emeritaat in 1925).

Ds. A. Dekkers (1855-1943).

De problemen waren echter nog niet helemáál opgelost. De vraag diende zich aan of er een nieuwe kerk gebouwd moest worden of slechts een (houten) hulpkerk. Uiteindelijk werd op 7 augustus 1925 niet alleen (in aanwezigheid van de manslidmaten van beide kerken) een openlijke schuldbekentenis van de voorzitters der beide kerkenraden getekend, ‘voor de zonden die er bedreven waren’, die de ‘door God geboden eenheid’ vertraagd hadden, maar werd bovendien de samensmelting tussen beide kerken getekend. Zo ontstond de Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos. Zonder bijvoegingen en met één kerkenraad.

Een nieuwe predikant…

Afgesproken werd zo snel mogelijk  een nieuwe predikant te beroepen en bovendien over te gaan tot de bouw van een nieuwe kerk aan de Friese Streek  te Gerkesklooster, niet ‘bij’, maar ‘in de nabijheid van’ de brug van Stroobos. De eerste predikant van de Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos werd ds. W. Doorenbos (1891-1957) van Midwolda (Old.), die de kerk van Gerkesklooster-Stroobos diende van 1926 tot 1931, toen hij naar Urk vertrok.

Ds. W. Doorenbos (1891-1957).

… én een nieuwe kerk.

In december 1925 lagen de eerste bouwtekeningen van architect J. van der Veen te Augustinusga op de kerkenraadstafel. Aanvankelijk dacht men niet aan een kerktoren, want het moest zo goedkoop mogelijk. De begroting wees ongeveer fl. 34.000 aan. Was een houten kerk trouwens niet goedkoper?! Bovendien stond de precieze locatie nog niet vast, omdat men nog geen toestemming had vanwege het te graven kanaal. Architect Van der Veen rekende en dacht ondertussen gewoon verder en kwam op de kerkenraad met een bouwtekening van de gereformeerde Zuiderkerk in Emmen, die inclusief CV, ongeveer fl. 50.000 kostte, maar dan had je er óók een toren bij! Men besloot aanvankelijk  – om fl. 6.000 te bezuinigen – de CV en de toren toch maar weg te laten, maar ook de plannen voor de bouw van een noodkerk of een houten kerk had men overboord gegooid.

De nieuwe gereformeerde kerk aan de Friese Streek.

Toen uiteindelijk bouwvergunning afkwam, besloot men tóch tot de bouw van een kerk-met-toren en kon bouwbedrijf Nanning Bulthuis uit het Friese Buitenpost beginnen. De klus werd geklaard voor fl. 40.500 en het verfwerk kostte zo’n fl. 2.500. Bovendien werd voor degenen die met paard en wagen naar de kerk kwamen een paardenstal bij de kerk gebouwd. Aan weerszijden van de hoofdingang van de kerk werden een klein gedenksteentje ingemetseld: links van de ingang met de tekst ‘Gebouwd’ en rechts ervan met ‘1926’.

Hoewel de eerste kerkenraadsvergadering in de nieuwe kerk al op 4 november 1926 plaatsvond, werd op oudejaarsavond 31 december de kerk officieel in gebruik genomen.

De gereformeerde kerk die in 1926 in gebruik genomen werd, met de bijgebouwen (rechts).

Het kerkgebouw van de Dolerenden aan de Hoogstraten werd na de ingebruikneming van de nieuwe kerk aan de Friese Streek (in 1926) verkocht aan Klaas Boonstra, die er fl. 1.000 voor moest neertellen. Wel moest Boonstra ook 1000 goede dakpannen bij de nieuwe gereformeerde kerk afleveren die voor de dakbedekking zouden worden gebruikt. Het puin van de afbraak moest door hem óók naar de nieuwe kerk worden getransporteerd en hij moest bovendien het hele kerkterrein in orde maken, waartoe ook het graven van een sloot als erfafscheiding gerekend werd. Het interieur van de oude kerk bleef bij de verkoop eigendom van de Gereformeerde Kerk.

Het oude A-kerkje aan de Groninger Streek staat er nog steeds, al is het in de loop van de tijd aangepast.

Hoe dan ook, de Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos ging een nieuw tijdperk in!

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Gerkesklooster-Stroobos van 1926 tot 2016.

Bronnen onder meer:

G.H. van Kasteel, Voor vijf-en-twintig jaren. Bladzijden uit de geschiedenis der Doleantie in Friesland. Sneek, g.j.

J.C. Rullmann, De Doleantie in de Nederlandsche Hervormde Kerk der Negentiende Eeuw. Amsterdam, 1917

K. van der Schuit, Gereformeerde Kerk Gerkesklooster-Stroobos, 1926-2001. Gerkesklooster, 2001

(Met dank aan de heer G. Kuiper te Appingedam).

© 2017. GereformeerdeKerken.info