‘Goed gereformeerd’ op Duiveland

Nieuw boek over gereformeerden in Nieuwerkerk.

Op 26 november 2016 verscheen bij uitgeverij Het Zuiden te Vught – en onder meer verkrijgbaar bij boekhandel De Kanselier in Nieuwerkerk (Zld.) – een boek over de gereformeerde kerkgeschiedenis van het dorp Nieuwerkerk op (Schouwen-)  Duiveland, geschreven door André Flikweert uit Zierikzee.

nieuwerkerk

Het boek heeft als ondertitel meegekregen: ‘De Gereformeerde Kerk te Nieuwerkerk op Duiveland. 1834-2004’. De in het boek beschreven ‘roerige gereformeerde kerkgeschiedenis’ begint met de Afscheiding in 1836 in Nieuwerkerk op Schouwen-Duiveland.

Ondanks de plaatselijke Afscheiding van 1836 kerkten gereformeerden en hervormden  gezamenlijk al ver voor de totstandkoming van de Protestantse Gemeente in 2004. Volgens de schrijver kwam dat omdat de kerk voor de meeste inwoners van het dorp altijd erg belangrijk was. Daaronder verstaat de schrijver van het boek ook (interne)  kerkelijke conflicten over hoe het geloof beleefd moet worden. In de kerkelijke archieven kwam de auteur veel voorbeelden tegen. Een daarvan is volgens hem de zondagsrust: daarover werd vaak gedebatteerd: mocht je op de dag des Heeren wandelen? Of fietsen? Misschien hebben de Nieuwerkerkers het kerkelijk weekblad ‘De Heraut‘ van hun grote voorman Abraham Kuyper (1837-1920) goed gelezen: hij verklaarde destijds dat de rustdag er voor de mensen was en niet voor de fiets.

Betovergrootvader.

De Afscheiding in Nieuwerkerk heeft alles te maken met de familie van de schrijver. Weliswaar begon de Afscheiding in 1834 in het verre Ulrum (Gr.) onder leiding van ds. Hendrik de Cock (1801-1842), maar op Schouwen-Duiveland waren het twee boeren die in 1836 de Afscheiding begonnen: één uit Nieuwerkerk en één uit Sirjansland. Net als vele anderen in het land vonden zij dat de prediking in de hervormde kerk te vrijzinnig was en ook de ’top-down kerkstructuur’ van de hervormde kerk stond hen niet aan, al zouden ze dat anders gezegd hebben. Ook de betovergrootvader van auteur Flikweert scheidde zich van de hervormde gemeente af. Zijn ‘afscheidingsbrief’ is in het boek opgenomen.