Het ontstaan van de 100-jarige Gereformeerde Kerk te Lisse

Inleiding.

Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Gereformeerde Kerk te Lisse, dat onder meer op zondag  16 oktober 2016 herdacht wordt, besteden wij aandacht aan de voorgeschiedenis van het ontstaan van die kerk, waardoor we uiteindelijk bij de daadwerkelijke instituering in 1916 terecht komen.

Kaart: Google.
Kaart: Google.

De Gereformeerde Kerk van Lisse werd op 20 januari 1916 geïnstitueerd.  Maar al ver daarvoor was in het dorp sprake van een ‘Gereformeerde Kerk onder het Kruis’, met enige vertraging afkomstig uit de Afscheiding van 1834. Deze ging in 1869 – als één van de weinige plaatselijke gemeenten in het land – níet mee met de landelijke vereniging tussen de ‘Christelijke Afgescheiden Kerk’ en de ‘Gereformeerde Kerk onder ’t Kruis’; zij bleef als Gereformeerde Kerk onder het Kruis bestaan en sloot zich uiteindelijk in 1907 aan bij de Gereformeerde Gemeenten. Door interne verdeeldheid in die gemeente werd in 1897 echter de basis voor de Gereformeerde Kerk te Lisse gelegd.

Het ontstaan van de Gereformeerde Gemeente onder ’t Kruis.

Op 14 oktober 1834 trad ds. Hendrik de Cock (1801-1842) van het Groningse Ulrum uit de Nederlandsche Hervormde kerk. De Afscheiding van 1834 was begonnen en breidde zich als een olievlek over het land uit. Op talloze plaatsen ontstonden in de  jaren daarna Afgescheiden Gemeenten, die vaak door de overheid vervolgd werden. Hun kerkdiensten, vaak in het geheim gehouden, werden, zolang hun Afgescheiden gemeenten door de overheid niet erkend waren, beschouwd als ‘ongeoorloofde godsdienstige bijeenkomsten’.

In 1838 ontstond een kerkscheuring: vooral onenigheid over het dragen van het ambtsgewaad door predikanten, over de vraag welke kerkorde de gemeenten zouden aannemen en over het vragen van overheidserkenning waren daarvan de oorzaak. Daardoor ontstond naast de hoofdstroom van de Christelijke Afgescheidene Kerk een nieuw kerkverband, de ‘Gereformeerde Kerk onder het Kruis’. De laatste groep was tégen de vrijheidsaanvraag, vóór het dragen van het ambtsgewaad door predikanten en vóór het handhaven van de aloude Dordtse Kerkorde, door de synode van 1618-1619 aanvaard en van kracht verklaard was. De Kruiskerken hielden hun eigen kerkelijke vergaderingen, zowel in regionaal als in landelijk verband.

De hervormde kerk te Lisse.
De hervormde kerk te Lisse.

Noordwijk.

Ook in Lisse onttrokken zich verscheidene gezinnen aan de Hervormde Kerk; zij bezochten Afgescheiden kerkdiensten in het nabijgelegen Noordwijk aan Zee, aanvankelijk Noordwijk Buiten genoemd. Daar was namelijk op 7 september 1835 een Christelijke Afgescheidene Gemeente geïnstitueerd. Tientallen mensen kwamen er bijeen in de woning van Corn. Waasdorp, die tot ouderling gekozen was. Hoewel de overheid godsdienstige samenkomsten van meer dan twintig personen verbood, liet de burgemeester de bijeenkomsten echter oogluikend toe ‘zolang geen officiële kerkelijke handelingen werden uitgevoerd’, zoals het bedienen van de doop en van het avondmaal.

Na enige tijd ontstonden echter spanningen tussen de landelijke synode van de Christelijke Afgescheiden Kerk en de Afgescheiden gemeente van Noordwijk. Deze hadden vooral te maken met de weigering van de landelijke synode om Cors Noorduin (1780-1852) tot predikant van de gemeente te bevestigen, hoewel de landelijke vergadering erkende dat hij ‘gedurig gaven ontvangt om in de gemeente te spreken naar 1 Korinthe 14, maar dat hij geen gewone gaven ontvangen heeft om als bepaald herder en leeraar in de gemeente en in de wereld te verkeren’.

Cors Noorduin () van Noordwijk aan Zee
Cors Noorduin (1780-1852) van Noordwijk aan Zee.

De gemeente van Noordwijk wilde hem echter wél als haar predikant, en onttrok zich in 1838 aan het kerkverband van de Christelijke Afgescheiden Kerk in Nederland, nadat Cors Noorduin door de provinciale vergadering ‘als indringer en scheurmaker’ betiteld was. Men ging in het vervolg eigen kerkdiensten houden, waarvoor in augustus 1844 uiteindelijk een pand in de Gasthuisslop werd gehuurd. Men sloot zich toen aan bij het kerkverband van de ‘Gereformeerde Kerk onder het Kruis’.

Lisse.

In Lisse onttrokken zich dus zo nu en dan gemeenteleden aan de plaatselijke hervormde gemeente, zoals in 1851, toen onder meer ‘Gerrit Segers en zijn huisvrouw Alida Bierman’ de kerkenraad vroegen ‘dat zij mogen uitgeschrapt worden uit het lidmatenboek, aangezien zij zich van de gemeente hebben afgescheiden’. De hervormde kerkenraad voldeed op 20 oktober 1851 aan dat verzoek. Segers en zijn vrouw sloten zich aan bij de Kruisgemeente in Noordwijk. Ook Hendrik van Voorst uit Lisse ging met hen mee richting Cors Noorduin.

Na verloop van tijd besloot men echter óok in Lisse kerkdiensten te gaan houden (de zondagse tochten naar de Gereformeerde Gemeente onder het Kruis in Noordwijk vielen kennelijk te lang). Deze ‘Kruisgezinde’ kerkdiensten in Lisse werden gehouden in de woning van de familie Segers. Dit heeft jaren lang geduurd. In het voorjaar van 1865 besloot de Lisser ‘Gereformeerde Gemeente onder het Kruis’ tot kerkbouw. Al op 25 mei dat jaar werd het kerkje aan de Kanaalstraat in gebruik genomen. Die dienst stond onder leiding van ds. N.J. Engelberts (1831-1918) uit Zutphen. En op 6 september dat jaar werd de Gereformeerde Gemeente onder het Kruis te Lisse officieel geïnstitueerd. Dat gebeurde onder leiding van ds. C. Kloppenburg (1813-1876) uit Oud-Vossemeer.

Ds. C. Kloppenburg, die de
Ds. C. Kloppenburg, die de Kruisgemeente van Lisse institueerde.

De eerste ‘predikant’ van de Lisser Kruisgemeente was ds. G.J. Meulenbrugge (1836-1886). Officieel was hij in Lisse trouwens geen predikant, maar ‘oefenaar’, beter gezegd ‘proponent’ (afgestudeerd met preekbevoegdheid). Hij werd als zodanig op 13 december 1865 in het ambt bevestigd.

De vereniging van 1869.

Onderhand hadden de beide landelijke kerkverbanden, de ‘Christelijke Afgescheidene (Gereformeerde) Kerk’ en de ‘Gereformeerde Kerk onder het Kruis’, sinds 1838 uiteengegaan, onderhandelingen  aangeknoopt om tot hereniging te komen. Maar de kerkenraad van de Kruisgemeente van Lisse voelde daar niet voor, in tegenstelling tot haar voorganger, oefenaar Meulenbrugge! Deze was vóorstander van de vereniging, om zo als herenigde kerk verder te gaan onder de nieuwe naam ‘Christelijke Gereformeerde Kerk’. De kerkenraad bleef echter bij haar weigering en zo kwam de Kruisgemeente van Lisse buiten het verenigde kerkverband te staan: men vond de verschillen tussen beide kerkelijke groeperingen te groot om te kunnen verenigen. Aanvankelijk waren het slechts de Kruisgemeenten van Enkhuizen, Hoedekenskerke, Rouveen en Tricht die, samen met Lisse, niet tot de verenigde Christelijke Gereformeerde Kerk toetraden.

Op de dag na zijn drieëndertigste verjaardag preekte proponent Meulenberg afscheid. Hij werd predikant van de Christelijke Afgescheidene Gemeente in het Groningse Bierum.

De wissel…

Hier lag dus de wissel! Op het ene spoor trok de Gereformeerde Gemeente onder het Kruis verder om later, door vereniging met de andere Kruisgemeenten én met een aantal zgn. ‘Ledeboeriaanse gemeenten’ het kerkverband van de Gereformeerde Gemeenten te vormen (de ‘Ledeboeriaanse gemeenten’ waren volgelingen van ds. L.G.C. Ledeboer (1808-1863) en leidden, los van de Christelijke Afgescheidene Kerk, een eigen kerkelijk bestaan). Dat kerkverband van de ‘Gereformeerde Gemeenten’ ontstond in 1907, vooral door  de arbeid van ds. G.H. Kersten (1882-1948). Deze was in 1918 medestichter van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP).  Hoe dan ook, ondanks de landelijke vereniging ontstond  in Lisse dus géén Christelijke Gereformeerde Gemeente.

Dan maar naar Hillegom.

In de ‘Gereformeerde Gemeente  onder het Kruis’ in Lisse ontstonden echter rond 1896 grote problemen. Het ging vooral over de weigering van de kerkenraad om periodiek af te treden. Ook werd de raad ervan beschuldigd de kerkelijke tucht niet consequent toe te passen. In 1897 leidde dat tot een scheuring in de Kruisgemeente van Lisse. Op 19 september dat jaar verliet een groot aantal gemeenteleden de Kruisgemeente van Lisse en sloot zich aan bij de Christelijke Gereformeerde Kerk. Daartoe bezochten de meesten de kerkdiensten in Hillegom, waar de op 20 oktober 1865 geïnstitueerde Gereformeerde Gemeente onder ’t Kruis in 1869 wél meegegaan was in de verenigde  Christelijke Gereformeerde Kerk.

Uiterst rechts op de foto het gereformeerde kerkje aan de Van den Endelaan in Hillegom.
Uiterst rechts op de foto het gereformeerde kerkje aan de Van den Endelaan in Hillegom.

Sinds 1865 kerkte men in Hillegom in een eigen kerkgebouwtje aan de Van den Endelaan, waar in 1876 de eerste predikant, ds. H. Elffers (1833-1912), zijn intrede deed. Hij stond daar tot 1885. Twee jaar later werd hij opgevolgd door ds. W. Groeneveld (1820-1892), die in het jaar van zijn overlijden (1892) werd opgevolgd door ds. K. van der Wal (1867-1922).

1892: Gereformeerde Kerken in Nederland.

1892 was ook het jaar waarin de landelijke vereniging plaatsvond tussen de ‘Christelijke Gereformeerde Kerk’ (uit de Afscheiding van 1834) en de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk’ (uit de Doleantie van 1886). Ook in Hillegom veranderde de naam van de ‘Christelijke Gereformeerde Gemeente’  dat jaar in ‘Gereformeerde Kerk’.)

Toen het kerkje aan de Van den Endelaan in Hillegom te klein werd voor het groeiende aantal kerkgangers – sinds 1897 onder meer uit Lisse! – werd in datzelfde jaar, 1897, aan de Stationsweg een grotere kerk gebouwd en in gebruik genomen (de architect was de bekende gereformeerd kerkbouwer Tjeerd Kuipers (1857-1942). Het kerkje aan de Van den Endelaan werd toen verkocht aan de School met den Bijbel, die het als gymlokaal gebruikte.

De gereformeerde kerk die in 1897 in Hillegom in gebruik genomen werd.
De gereformeerde kerk die in 1897 in Hillegom in gebruik genomen werd.

De Gereformeerde Kerk te Lisse.

Hoe dan ook, tijdens het predikantschap van ds. Van der Wal van Hillegom werd door de classis Leiden van de inmiddels verenigde Gereformeerde Kerken op 18 februari 1910 contact opgenomen met de Kruisgemeente in Lisse. Of men zich misschien tóch niet wilde aansluiten bij de verenigde Gereformeerde Kerken? Aanvankelijk werden daarover wel besprekingen gevoerd, maar al snel bleek dat het een brug te ver was. De Kruisgemeente besloot op zichzelf te blijven. Vereniging zou onverantwoord zijn, zo was men aan beide kanten van mening.

Het aantal gereformeerden in Lisse groeide ondertussen behoorlijk. Al snel werd behoefte gevoeld te kunnen beschikken over een eigen kerkgebouwtje. De reis naar Hillegom was voor vele leden bezwaarlijk. De kerkenraad van Hillegom wilde daaraan graag meewerken. Afgesproken werd dat in Lisse een gebouwtje zou worden neergezet waar de Lissenaren konden kerken en waar de predikant van Hillegom of predikanten uit de classis af en toe zouden voorgaan. In 1914 werd op dezelfde plaats als waar nu de gereformeerde kerk aan de Heereweg staat, een kerkgebouwtje geplaatst, dat ongeveer honderdvijftig kerkgangers kon bevatten. De bouwkosten bedroegen rond de fl. 5.000. De bedoeling was, mocht het gebouwtje te gelegener tijd niet meer als kerkgebouw dienst doen, dat het altijd nog als bollenschuur kon worden gebruikt.

De oude gereformeerde kerk van Lisse.
De gereformeerde kerkje (‘de bollenschuur’) van 1914 te Lisse.

Geïnstitueerd: 20 januari 1916.

Tegelijk werden besluiten genomen over de instituering van de Gereformeerde Kerk te Lisse. De instituering vond plaats op 20 januari 1916, onder leiding van ds. Van der Wal van Hillegom. Dit alles vereiste wel  voorafgaand overleg, zoals: konden die negentien gezinnen die deel  uitmaakten van de te institueren Lisser Gereformeerde Kerk het kerkelijk leven eigenlijk wel bekostigen? En konden uit die beperkte groep gemeenteleden voldoende bekwame ambtsdragers gekozen worden? Het is logisch dat de kerk van Lisse in ieder geval een aantal jaren financieel gesteund zou worden door de classis.

De eerstesteenlegging van de gereformeerde kerk te Lisse (
De eerstesteenlegging van de gereformeerde kerk te Lisse (1933).

Ook het beroepen van een eigen predikant was voor zo’n kleine gemeente geen sinecure. De kerkenraad kon geen hoog traktement aanbieden, zodat nogal wat beroepen op niets uitliepen. Uiteindelijk kon de kerkenraad in het voorjaar van 1920 een beroep uitbrengen op ds. Th. Ruys jr. (1890-1953) uit Bloemendaal. Dr. Ruys was in de gereformeerde wereld geen onbekende. Op verscheidene ‘niveaus’ in het kerkelijk leven had hij zijn inbreng.

Een nieuwe kerk!

De gereformeerde 'Klisterkerk' te Lisse.
De gereformeerde ‘Klisterkerk’ te Lisse.

Het aantal leden van de kerk groeide gestaag. Uiteindelijk werd in het begin van de jaren ’30 besloten het oude kerkje te vervangen door een nieuw. Daarvoor werd door de aannemer  fl. 20.314 berekend.  Het nieuwe kerkgebouw kwam op dezelfde plaats als het ‘bollenschuurtje’ uit 1914. Tijdens de bouw werden de kerkdiensten gehouden in de veilingzaal van Hollands Bloembollenhuis, de ‘Hobaho’. Op 24 maart 1934 kon de nieuwe kerk door dr. Ruys in gebruik gesteld worden met de woorden van psalm 84:2 ‘Hoe lieflijk zijn Uw woningen, O Heere der Heirscharen’. Vijf jaar later, op 21 juli 1939, werd in de kerk een nieuw orgel in gebruik genomen.

Dr. Th .Ruys ()
Dr. Th. Ruys (1890–1953), de eerste predikant van de Gereformeerde Kerk te Lisse.

Zo kon het kerkelijk leven van Lisse in het kerkverband van de Gereformeerde Kerken in Nederland een aanvang nemen.

De ledentallen.

De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Lisse tussen 1917 en 2015.
De ledentallen van de Gereformeerde Kerk te Lisse tussen 1917 en 2015.

Bronnen onder meer:

C.J. Segers, Honderd jaar Gereformeerde Gemeente Lisse. 1865-1965. Lisse, 1965

—, Uw trouw is groot. 125 jaar Gereformeerde Gemeente Lisse. Lisse, 1991

J.P. Sinke, Zijn daân getoond en trouw’lijk hen geleid. 100 jaar Gereformeerde Gemeenten 1907-2007, deel 2. Krabbendijke, 2007

C. Smits, De Afscheiding van 1834, Zevende deel. Dordrecht, 1986

K. van der Vlies (red.), De Here vergadert Zich een gemeente in Lisse. Lisse, 1991

Joh. Westerbeke, Vissers van Noordwijk. Middelburg, 1993