Uit de pers (3) – 1921 – Dr. Veltenaar hervormd geworden

 uit-de-pers-logoInleiding.

Prof. dr. H. Bouwman (1863-1933), hoofdredacteur van De Bazuin, destijds een toonaangevend weekblad in de Gereformeerde Kerken (het werd uitgegeven ‘ten dienste van de Theologische School te Kampen’) schreef in maart 1921 een commentaar op het vertrek van ds. C. Veltenaar (1873-1953), gereformeerd predikant van Veenendaal.

Dr. H. Bouwman ()
Dr. H. Bouwman (1863-1933).

Dr. Veltenaar was van 1902 tot 1906 als gereformeerd predikant verbonden aan de Altreformierte Kirche te Laar in het Graafschap Bentheim in Duitsland. In 1906 vertrok hij als predikant naar de Gereformeerde Kerk in het Drentse Emmer Compascuüm, waar hij van 1906 tot 1909 werkzaam was. Van 1909 tot 1918 was hij predikant van de Gereformeerde Kerk in het Friese Suawoude en daarna van de kerk te Veenendaal, waaraan hij van 1918 tot 1921 als gereformeerd predikant verbonden was. In 1921 verliet hij de Gereformeerde Kerken – daarover handelt de onderstaande de bijdrage van dr. Bouwman – en  werd hervormd predikant in Asperen. In 1925 legde hij zijn ambt van hervormd predikant neer en keerde terug naar de Gereformeerde Kerken. Na een korte periode in Den Haag te hebben gewoond nam hij in 1926 een beroep naar Tholen aan, waar hij tot 1940 predikant van de Gereformeerde Kerk was. In 1940 ging hij met emeritaat en hij overleed in 1953.

Dr. Bouwman, aanvankelijk van  1893 tot 1897 gereformeerd predikant van Berlikum (Frl.) en daarna van 1897 tot 1903 te Hattem, ging in 1903 met emeritaat in verband met zijn benoeming tot hoogleraar aan de Theologische School te Kampen. Hij overleed in 1933. Dr. Bouwman schreef een commentaar op de gebeurtenissen in Veenendaal, die hieronder in grote lijnen beschreven worden.

“Dr. Veltenaar.

Dr. C. Veltenaar ().
Dr. C. Veltenaar (1873-1953).

Dr. Veltenaar, die jaren lang op eene eenzame post in het kerkelijk erf leefde, deed in 1918 van zich spreken op eene wijze waardoor hij de sympathie van het gereformeerde volk niet kon verwerven. Allereerst verklaarde hij in eene brochure dat de Doleantie eene tijdelijke breuk was, en dat de tijd daar was, dat men in de Gereformeerde en in de Hervormde Kerken over en weer elkanders examens kon erkennen. Spoedig daarop verscheen eene brochure over de Bijbelcritiek, waarin hij (…)  zich stelde op het standpunt der valsche Schriftkritiek.

De brochure waarin dr. Veltenaar de Doleantie als 'tijdelijke breuk' beschouwde
De brochure waarin dr. Veltenaar de Doleantie als ’tijdelijke breuk’ beschouwde.

Door de classis Amersfoort over den inhoud dezer brochures onderhouden, beloofde dr. Veltenaar  zich voor het vervolg  van zulke verkeerde stellingen te zullen onthouden. Sinds werd in het publiek niet meer over dr. Veltenaar gesproken. Maar uit sommige uitlatingen, welke hij deed in particuliere gesprekken en op de catechisaties, werd duidelijk dat hij niet van standpunt was veranderd, en dat hij zich volstrekt niet gereformeerd voelde. Bovendien verrichtte hij zijn ambtelijk werk niet op zulk eene wijze dat hij de liefde en de goedkeuring der gemeente kon verwerven. Om die reden kwam er eene gespannen verhouding, hetgeen tenslotte  tengevolge had dat dr. Veltenaar vrijwillig den band met Veenendaals kerk verbrak.

Dinsdag 22 februari [1921] ontving de kerkeraad een schrijven van den predikant, meldende dat hij zijn ambt als predikant bij de Gereformeerde Kerk van Veenendaal nederlegde, terwijl Zaterdag het van dr. Veltenaar het bericht in kwam dat hij opgehouden had lid te zijn van de Gereformeerde Kerk. Op Zondag 27 februari werd in de Hervormde Gemeente  van Veenendaal bekend gemaakt dat dr. Veltenaar zich bij deze gemeente had aangesloten.

Ofschoon de oorzaak van het heengaan van dr. Veltenaar zeer te betreuren is, is het toch goed dat hij, die zich niet meer met  de gereformeerde leer kon vereenigen, is heengegaan. Voor de Gereformeerde Kerken is dit heengaan geen verlies. Wij hebben behoefte aan predikanten die met beide voeten staan op de bodem van Schrift en Belijdenis, en die met de volle warme liefde des levens Christus en zijne gemeente wenschen te dienen.

Gelukkig dat de Kerk van Veneendaal, die zooveel geduld heeft gehad met dr. Veltenaar, als één man staat rondom de kerkeraad. Voor eenige crisis in die gemeente behoeft geen zorg te zijn. Geve God haar spoedig een goeden herder.

Bouwman”.

Bron:

De Bazuin. Stemmen uit ‘De Gereformeerde Kerken in Nederland’. 69ste Jaargang, no. 9, 6 maart 1921