Van evangelisatiepost naar Gereformeerde Kerk te Gieten (Dr.)

Inleiding.

De Christelijke Afgescheidene Gemeente in het Drentse Gasselternijveen werd op verzoek van een aantal in Gasselternijveen woonachtige gereformeerden op 2 maart 1865 vanuit de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Stadskanaal geïnstitueerd. Die kerk had voor het evangelisatiewerk ook de dorpen en gehuchten Gasselte, een deel van Gasselternijveenschemond, Gieten, Gieterveen, een deel van Drouwenermond, Drouwenerveen, Kostvlies en Bonnerveen onder haar hoede.

De in 1867 in gebruik genomen gereformeerde kerk te Gasselternijveen (foto: Reliwiki).
De in 1867 in gebruik genomen gereformeerde kerk te Gasselternijveen (foto: Reliwiki).

Vooral de arbeid te Gieten vraagt onze aandacht, in het bijzonder omdat de gereformeerden aldaar zich vanaf 1974 bij wijze van proef als een zelfstandige wijk van de kerk te Gasselternijveen mochten beschouwen (ze staat ook als zodanig vermeld in de landelijke Jaarboeken van de Gereformeerde Kerken) en omdat daar op 1 januari 1979 een zelfstandige Gereformeerde Kerk geïnstitueerd werd.

Moederkerk Gasselternijveen.

De in Gasselternijveen woonachtige gereformeerden behoorden dus tot de Christelijke Afgescheidene Gemeente van Stadskanaal. Kerkten ze weliswaar ’s morgens in Stadskanaal, hun avonddiensten hielden ze bij W. Reiling of bij J.W. Deuring aan huis. Toen de gemeente van Gasselternijveen op 2 maart 1865 geïnstitueerd werd tot zelfstandige Christelijke Afgescheidene Gemeente, was het wachten op de inmiddels in aanbouw zijnde eenvoudige kerk aan de Hoofdstraat. Deze werd op 14 december dat jaar in gebruik genomen. Ds. B. de Beij van Middelstum, zelf afkomstig uit Gasselternijveen, hield de inwijdingsdienst (hij vertrok drie jaar later trouwens naar Amerika). De kerk telde toen twintig belijdende- en vierenveertig doopleden, maar groeide flink en de 36-jarige ds. E.L. Harkema (1831-1916) kon op 6 oktober 1867 als eerste predikant in het ambt bevestigd worden. Het was trouwens ook zijn eerste gemeente.

In 1869 veranderde de naam van de ‘Christelijke Afgescheidene Gemeente’ door een landelijke kerkfusie in Christelijke Gereformeerde Gemeente en, na de fusie met de kerken uit de ‘Doleantie van 1886’, werd die benaming in 1892 opnieuw veranderd, nu in Gereformeerde Kerk te Gasselternijveen, met inmiddels 425 leden.

De kerk te Gasselternijveen hield zich in de jaren ’20 vrij intensief met de evangelisatie in de omliggende dorpen bezig: in 1923 waren er drie zondagsscholen met vijennegentig leerlingen en een knapenvereniging. Ook werden honderdtachtig exemplaren van het evangelisatietijdschrift Kandelaar, traktaten en bijbels of bijbelgedeelten verspreid. Men had bovendien een evangelisatievolksbibliotheek gesticht waarin zo’n driehonderd boeken aanwezig waren en ’waarvan ’s winters een gezegend gebruik gemaakt werd’. Ook werden af en toe gemeentevergaderingen gehouden ‘waarin de arbeid wordt besproken en tot betoon van steeds meer liefde voor ’s Heeren werk wordt opgewekt’. Vooral over het werk in Gieten is voldoende bekend om iets meer over te vertellen.

De gereformeerde kerk te Gasselternijveen met de in 1912 gebouwde pastorie aan de Hoofdstraat.
De gereformeerde kerk te Gasselternijveen met de in 1912 gebouwde pastorie aan de Hoofdstraat.

De arbeid in Gieten (1900-1979).

Nadat in 1900 door de Drentse provinciale Deputaten voor de Evangelisatie was geconstateerd dat Gieten in aanmerking kwam voor evangelisatiearbeid, werd de door de provinciale synode aangestelde colporteur E. Greving opdracht gegeven, behalve andere plaatsen in de classis Assen, ook Gieten regelmatig aan te doen. In september 1904 werkte hij er zelfs de hele maand en ook de jaren daarna kwam hij er vooral in de wintertijd. ’s Zomers was de arbeid er ‘minder profijtelijk’, omdat veel mensen dan ‘op het land’ werkzaam waren. Het was belangrijk dat de colporteur er regelmatig kwam, want in Gieten was veel ‘modernisme’, zo waarschuwden de deputaten in hun jaarverslag over 1907, waarmee de vrijzinnige hervormde gemeente bedoeld werd; er woonden slechts twee gereformeerden!

Nadat Greving in 1912 wegens ouderdom het werk moest neerleggen, bleven Gieten en de andere dorpen waar hij werkte, zonder ‘bewerking’ achter: in 1915 werd door de deputaten dan ook geconstateerd dat ‘hier weinig of niets gedaan wordt. Veel kón er geschieden wanneer over voldoende werkkrachten en geldmiddelen beschikt kon worden’. Dat liet men zich in Gasselternijveen niet twee keer zeggen, want al snel werd er een ‘zendings- en evangelisatiecommissie’ opgericht die in de eerder door Greving bewerkte dorpen aan de slag ging. In de jaren ’30 ontmoette men er nogal wat tegenstand van leden van de SDAP, de voorloper van de PvdA.

Een evangeliste en een evangelisatielokaal.

Het aantal gereformeerden in het dorp breidde zich langzaam maar zeker uit tot de ‘enkele gezinnen’ die omstreeks 1940 te Gieten woonden en die dus bij de Gereformeerde Kerk van Gasselternijveen behoorden, waar men ook naar de kerk ging. Na de oorlog werd door deze Kerk, in samenwerking met die van Zuidlaren en het landelijk Evangelisatiecentrum (toen nog in Baarn) een evangeliste in Annen en Gieten benoemd, mevrouw N.M. Scholtens. Wekelijks vonden onder meer zondagavondsamenkomsten plaats. De provinciale deputaten ondersteunden deze aanpak financieel. Het werk in Gieten werd door hen zelfs onder de ‘grote projecten’ gerangschikt.

De ingang van de vroegere gereformeerde kerk (voorheen bakkerij) aan de Schoolstraat, aangekocht in 1953.
De ingang van de vroegere gereformeerde kerk (voorheen een bakkerij) aan de Schoolstraat, aangekocht in 1953 (foto via G. Kuiper, Appingedam).

Om voor het evangelisatiewerk meer ruimte te hebben werden in 1953 een woonhuis met een voormalige bakkerij gekocht. Deze laatste werd omgebouwd tot kerkzaal; de woning werd kosterswoning en de winkel werd verhuurd. Uit de opbrengst van de landelijke evangelisatiecollecte ‘EV200’ ontving men voor de aflossing van de schuld op het gebouw te Gieten een bijdrage van fl. 900. Ook de (landelijke gereformeerde) ‘Generale Deputaten Overvloed Werk- en Werkkrachten’ beloofden royale steun voor het werk in Gieten, dat sindsdien een kerkwijk van Gasselternijveen werd. Onder de bezielende leiding van mevrouw Scholtens werd veel evangelisatiewerk verricht, o.a. zondagsschool en clubwerk, waar veel kinderen uit het dorp naar toe gingen. In 1960 werd een evangelisatievrouwenclub opgericht en bovendien werd (weer) een evangelisatiecommissie ingesteld.

De toekomst…

De Particuliere Synode Drenthe 1960 sprak over een verzoek van de classis Assen, om te bestuderen wat in de toekomst door de kerk van Gasselternijveen in Gieten kon worden gedaan. De kerkenraad wilde zelf graag, met het oog op de opbouw van het geestelijk en kerkelijk leven in Gieten (met op dat moment zo’n tachtig leden), een evangelisatiepredikant benoemen. De provinciale deputaten en die van de classis Assen neigden echter meer naar het aanstellen van een evangelist-jeugdleider. In beide gevallen was financiële steun van de particuliere synode nodig. De provinciale deputaten waren ervan overtuigd ‘dat de geestelijke nood aldaar vraagt om zulk een werker die in en buiten het gebouw als spreker kan optreden. (…) De stem van een man moet daar zijn’. De deputaten vreesden dat een ‘heuse’ predikant moeilijk contact met de bevolking zou kunnen krijgen.

De deputaten hadden de wederzijdse wensen met de kerkenraad van Gasselternijveen zó uitvoerig besproken “dat ze [de kerkenraad] van hun aarzelingen zijn afgeraakt onder de indruk van wat daar kàn, als er een man is, die óók de gave heeft om in de gezinnen te werken. Het moet bij voorkeur géén dominee zijn: deze zou te ver van de buitenkerkelijken af staan”. Er was in Gieten een grote groep mensen die geen band meer had (of, vanwege vestiging van buitenaf in dat dorp, nooit een band gehad had) met ‘de [hervormde] kerk.

Natuurlijk zouden de kosten door de aanstelling van een evangelist in Gieten hoger worden: “Het kan tussen drie- en vierduizend gulden per jaar méér vragen dan het huidige werk. Maar het spreekwoord: ‘een goede dominee brengt zijn traktement mee’, zal wel enige waarheid bevatten, ook als we het toepassen op een evangelist in Gieten. De bereidheid in Gieten zélf er financieel voor te offeren zal groeien. Hetzelfde geldt voor Gasselternijveen”. De deputaten adviseerden de particuliere synode jaarlijks fl. 2.000 te geven, als een mannelijke evangelist benoemd zou worden.

Om alles goed voor te bereiden werd contact opgenomen met de Drentse provinciale stichting Gereformeerd Sociaal Centrum (later PGSJ); deze adviseerde in Gieten een sociologisch onderzoek uit te voeren en daarbij de landelijke gereformeerde ‘Generale Deputaten Kerkopbouw’ in te schakelen. ‘Er is [namelijk] uitbreiding van de industrievestiging van Udema te Gieten. Maar omdat er geen christelijke school is, gaan veel gereformeerde gezinnen weer weg zodra de kinderen naar school moeten’. Bínnen de kerkelijke gemeente was goede vorming en opbouw nodig en naar buíten een missionaire gerichtheid. ‘De omgeving is verder namelijk verstoken van de prediking van het Evangelie naar de Schriften. Er móet daar wat gebeuren!’, zo wisten de deputaten.

Het interieur van de gereformeerde kerk te Gasselternijveen.
Het interieur van de gereformeerde kerk te Gasselternijveen.

Het resultaat van het onderzoek van het ‘Generale Deputaatschap Kerkopbouw’ was een gedegen rapport, waarover de provinciale Deputaten voor Evangelisatie op hun beurt rapporteerden aan de Particuliere Synode 1962: ‘De conclusies waartoe dit rapport komt, beginnen met de opmerking, ‘dat opbouw van het gereformeerde leven, de evangelisatie en de recreatie alle een sterkere personele bezetting vragen, zo mogelijk in de vorm van een evangelisatiepredikant’. Uw [provinciale] deputaten onderstrepen dat in Gieten inderdaad méér gebeuren moet, speciaal in de evangelisatie [maar ook] voor de gereformeerde groep, vooral omdat de industrie mensen zal gaan aantrekken. Uw deputaten blÍjven [echter] van gedachte dat er moet gehandeld worden zoals de classis Assen dacht: een evangelist aanstellen, die voor zijn taak berekend is’.

Een Instructie voor de evangelist(e).

In 1960 werd een Instructie opgesteld waaraan de te benoemen evangelist én de er nog steeds werkende evangeliste, mevrouw Scholtens, zich te houden hadden. De evangelist diende de maandelijkse vergaderingen van de evangelisatiecommissie van de kerk te Gasselternijveen bij te wonen en daar adviserend en stimulerend op te treden. Het werkterrein omvatte  Gieten, Gasselte, Kostvlies en Bonnen en het werk bestond in het algemeen uit het leggen van persoonlijke contacten en ‘het organiseren van allerlei gelegenheden welke dienstbaar konden zijn aan het uitdragen van het evangelie en uit het leiden van en meewerken aan de uitbouw van het bestaande werk’.

Uit de taakomschrijving vloeide voort: het leiden van bijbelkringen, vrouwen- en jeugdclubs en een zondagsschool; het doen van huisbezoek, het ontvangen van de desbetreffende mensen aan huis, ziekenbezoek in de huizen, ziekenhuizen en inrichtingen; het werken onder kampeerders en hotelgasten, het meewerken aan evangelisatiesamenkomsten, het activeren van gemeenteleden tot deelname aan door de evangelisatiecommissie gevraagde werkzaamheden; het zich ook theoretisch bekwamen voor het werk door het bestuderen van boeken en het deelnemen aan cursussen of conferenties, en alle andere werkzaamheden, ook van administratieve aard (zoals het bijhouden van een kaartsysteem). Verder diende de evangelist contact te onderhouden met de kerkenraad van Gasselternijveen, door minstens eens in de drie maanden op de kerkenraadsvergaderingen te komen en mededelingen te doen over zijn werk, over de door hem bearbeide personen en om overleg te plegen over de hoofdlijnen van de arbeid. Mocht hij hulpkrachten willen aantrekken of willen samenwerken met niet-gereformeerden of met organen die niet van de Gereformeerde Kerk uitgingen, had hij toestemming van de kerkenraad nodig.

Verstoorde verhoudingen.

In maart 1963 werd gerapporteerd dat te Gieten ‘voorlopig geen mannelijke kracht schijnt te komen’. Weliswaar was er een sollicitatieprocedure geweest en was ook iemand benoemd, maar deze trok zich terug. Door de meningsverschillen over de benoemingen bleken de verhoudingen tussen de Gereformeerde Kerk te Gasselternijveen en de gereformeerde leden te Gieten verstoord. Moest Gieten dan maar bij een andere kerk gevoegd worden? Zuidlaren misschien? Vandaar dat met de benoeming van een mannelijke kracht voorlopig verder gewacht werd. Het oog werd gericht op een emeritus-predikant die het pastoraat onder de gereformeerden in Gieten voorlopig kon behartigen.

Ondertussen bleef mevrouw N.M. Scholtens met haar evangelisatiearbeid doorgaan. Zij werd door het landelijk gereformeerd Evangelisatiecentrum te Baarn in 1968 officieel gediplomeerd verklaard. Het werk van de evangeliste werd zeer gewaardeerd en breidde in die jaren steeds verder uit: het rapport aan de Particuliere Synode 1975 meldt: ‘In deze gemeente wordt reeds jarenlang evangelisatiearbeid verricht. De evangeliste is mej. N.M. Scholtens. Mede door haar werk werd in 1974 een christelijke lagere school opgericht met voorlopig twee leerkrachten. Op 22 juni 1976 hoopt mej. Scholtens de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken. Jammer dat zij niet van dat pensioen kan genieten, daar Gasselternijveen daaraan niet de nodige zorg heeft besteed. In samenwerking met de (provinciale gereformeerde) ‘Deputaten Financiën en Organisatie‘ zal getracht worden hiervoor een redelijke oplossing te vinden. Er zal tevens moeten worden omgezien naar een opvolg(st)er’.

Het werkverslag van mevrouw Scholtens over het jaar 1974.

“Lectuurverspreiding – Twaalf volwassenen bezorgen om de veertien dagen tweehonderd nummers van de Elisabeth Bode (EB), waarvan vijfentwintig in een bejaardenhuis. Voor de lezers, bezorgers en belangstellenden van de EB wordt tweemaal per jaar een ‘avond’ georganiseerd. Op deze avond wordt een meditatie gehouden door de evangeliste en is er samenzang en muziek. Er was een zeer goede opkomst.

De voorgevel van het in 1953 aangekochte gebouw met voorin de kosterswoninig en achterin de kerkzaal.
De voorgevel van het in 1953 aangekochte gebouw met voorin de kosterswoninig en achterin de kerkzaal.

Clubwerk – Er zijn acht tot tien clubs. Deze worden wekelijks gehouden. De leeftijd van de leden varieert van vijf tot twintig jaar. Door ongeveer negentig jeugdigen wordt aan de clubs deelgenomen. Elke week wordt een bijbelvertelling gehouden. Er worden nieuwe liederen geleerd en andere gezongen. Verder wordt de jeugd beziggehouden met spel en knutselwerk.

Zondagsschool – Elke zondag om 11 uur wordt zondagsschool gehouden, waaraan zestig kinderen deelnemen. Van de leden der clubs en de zondagsschool is 2/3 deel niet-kerkelijk.

Vrouwenvereniging – Deze wordt eens per veertien dagen gehouden. Men houdt zich vooral bezig met bijbelstudie. Het merendeel van de bezoekers is gereformeerd. Vanuit deze vereniging bezoekt men zieken en bejaarden. Dit wordt door hen bijzonder op prijs gesteld.

Huisbezoek – Door de verspreiders van de Elisabeth Bode wordt ook huisbezoek afgelegd. Dit is niet altijd even bevredigend. Uiteraard wordt door de evangeliste het meeste bezoekwerk gedaan. Ze heeft een goede ingang bij de bevolking. Ze bezoekt de ouders van de clubs en de zondagsschoolkinderen, alsook zieken en bejaarden. Meerdere keren wordt ze gevraagd een begrafenis of crematie te leiden. Dit brengt weer nieuwe contacten aan.

Vakantiekampen – Jaarlijks wordt met zo’n dertig tot veertig kinderen een kampweek georganiseerd. In deze kampweek wordt veel aandacht besteed aan bijbelvertelling, maar ook wordt getracht de kinderen een christelijke levensstijl bij te brengen.

Welkomdiensten – Deze worden eens per maand gehouden en worden geleid door de evangeliste, een predikant of een andere spreker. De Paasbijeenkomst wordt op de ochtend van de Eerste Paasdag gehouden. Er zijn dan gewoonlijk zo’n honderdveertig kinderen en ouders, met wie een paasontbijt wordt genuttigd. De belangstelling is zo groot voor dit evenement, dat het gebouwtje haast te klein blijkt. Op de Eerste Kerstdag is ’s middags een Kerstfeest met club- en zondagsschoolkinderen, waarbij de ouders en ook wel grootouders aanwezig zijn. Enkele dagen voor Kerst wordt een kerstzangavond gehouden in een plaatselijk café. Deze avond wordt door ongeveer vijfenzeventig mensen bezocht (niet-kerkelijken). De plaatselijke ‘neutrale’ muziekvereniging verleent muzikale medewerking, terwijl de oudere clubjeugd een kerstspel opvoert of de evangeliste het kerstverhaal vertelt. Er is veel samenzang. De belangstelling blijkt met het jaar toe te nemen.

Catechisatie – De evangeliste geeft wekelijks aan de jeugd van 12-16 jaar catechisatie (twaalf meisjes en jongens). Eens per veertien dagen wordt door haar catechisatie gegeven aan de oudere jeugd, die de andere week catechisatie ontvangt van de consulent.

Recreatiewerk – ’s Zomers werd door de evangeliste in samenwerking met een team van jongeren gedurende zes weken evangelisatiewerk verricht op een camping. Ze was daar aanwezig met een lectuurstand. In 1974 kon dit werk geen doorgang vinden. De organisatie kwam doorgaans alleen op de schouders van de evangeliste neer. Voor 1975 berust de organisatie daarvan bij de [wijk-] kerkeraad van Gieten”.

Na het lezen van deze werkzaamheden is het niet moeilijk te begrijpen dat in die jaren het evangelisatiegebouw moest worden uitgebreid. Daarvoor werd ook financiële steun van de provinciale deputaten verkregen.

Naar een zelfstandige kerk te Gieten…

De Schoolstraat te Gieten, lang geleden.
De Schoolstraat te Gieten, lang geleden.

Na de pensionering van mevrouw Scholtens schreven de Deputaten voor Evangelisatie in de classis Assen een nota waarin zij de resultaten van hun bezinning ten aanzien van haar opvolg(st)er weergaven. ‘Het evangelisatiewerk in Gieten is in een ander stadium terecht gekomen. Er is daar een kleine gemeente gegroeid, tot op heden nog wijkgemeente van de kerk te Gasselternijveen. Deze wijkgemeente zal hoe langer hoe meer het draagvlak van het evangelisatiewerk moeten gaan vormen en er zal daardoor meer nadruk moeten vallen op de toerusting van de gemeente tot dit werk en de begeleiding van dat werk’.

‘Verder vraagt het evangelisatiewerk in de héle classis om een stuk begeleiding. Daarom verdient het overweging een nieuwe werker op een breder terrein in te zetten. (…) Kerkelijk evangelisatiewerk komt tot uitdrukking in allerlei georganiseerde evangelisatieactiviteiten, zoals die met name in Gieten zijn ontwikkeld. Daarbij behoort de opbouw van de ‘evangeliserende gemeente’, door toerusting en activering van de gemeenteleden om in het georganiseerde evangelisatiewerk én in de dagelijkse contacten missionair werkzaam te zijn. Binnen onze classis [Assen] liggen nog extra uitdagingen door gebieden met een hoge graad van onkerkelijkheid. Daarom zijn de kerken in de classis gediend met een evangelisatiepredikant respectievelijk kerkelijk werker die de evangelisatiecommissies [in de verschillende kerken in de classis] bijstaat in hun werk naar buiten én in de activering en toerusting van de gemeenteleden. De toerusting en begeleiding van het evangelisatiewerk, die door de plaatselijke commissies worden behartigd, zijn bepalend voor zijn functie”.

De classis dacht aan een werkverdeling van 1/3 pastoraal werk in de kerkelijke gemeente te Gieten, 1/3 evangelisatiewerk in Gieten en 1/3 evangelisatiearbeid in een deel van de classis. Men legde er de nadruk op dat het zijn of haar taak níet was om zélf clubs te leiden en zélf ander uitvoerend werk te verrichten. Ook was een kerkelijk werker er níet voor om predikantstaken waar te nemen. Hij of zij diende voor een goede uitoefening van de functie een opleiding te hebben gevolgd aan een sociale of pedagogische academie voor educatieve arbeid. Wanneer dat niet het geval was zou bijscholing tot kerkelijk evangelisatiewerker nodig zijn, zo vond de classis.

In september 1977 werd de 35-jarige mevrouw R. Kikkert uit het Friese Jubbega benoemd. Aanvankelijk was zij deels in dienst van de Kerk te Gasselternijveen (tot Gieten in 1979 een zelfstandige kerk werd) en deels in dienst van de classis Assen. Vanaf 1 januari 1979 werkte mevrouw Kikkert geheel onder verantwoordelijkheid van de classis, in het noordoostelijke deel ervan.

Intussen beschouwde men Gieten in 1975 al zo’n beetje als een min of meer zelfstandige wijkgemeente, met ongeveer honderdtwintig gemeenteleden, ook al maakte het dorp officieel nog steeds deel uit van de Gereformeerde Kerk te Gasselternijveen.

Op 23 april 1988 werd de huidige Bethlehemkerk te Gieten in gebruik gneomen.
Op 23 april 1988 werd de huidige Bethlehemkerk te Gieten in gebruik genomen.

Gereformeerde Kerk te Gieten (1979).

Op 1 januari 1979 werd de wijkgemeente Gieten geïnstitueerd als zelfstandige Gereformeerde Kerk in de classis Assen. Met 95 leden was ze te klein om zelf een predikant te beroepen, maar verscheidene predikanten verrichtten er hulpdiensten. Mevrouw Kikkert deed daar dus het kerkelijk/pastoraal werk en het evangelisatiewerk in Gieten, tegelijk met evangelisatiewerk elders in dit deel van de classis.

In 1985 schreef ze over haar werk in Gieten het volgende: ‘In het kader van Samen-op-Weg kwam er een vraag van de kerkenraad om samen met de hervormde predikant een serie van drie gespreksavonden te leiden voor leden van beide Kerken. In het najaar en het voorjaar heb ik een toerustingscursus gegeven voor gemeenteleden. Ik merk steeds weer hoe belangrijk dit werk is, omdat je dan heel wezenlijk met geloven bezig bent en hoe het mensen helpt in hun contacten met anderen. Er is dit jaar ook een lectuuractie [met vooraf instructie aan de medewerkers] gehouden in een paar straten in Gieten. Ik heb zowel aan de voorbereiding als aan de uitvoering meegedaan. We hebben met twee bladen gewerkt zodat de mensen zelf konden kiezen. Ook werden twee EB-avonden gehouden. Hiervoor werden ook alle lezers van de Elisabeth Bode uitgenodigd en het is de bedoeling om het contact tussen lezers en verspreiders te bevorderen. Er is dit jaar één Welkomdienst geweest. De gespreksgroep voor jonggehuwden die ik begeleid kwam ook weer eens per maand bij elkaar. Naar aanleiding van een gesprek met ‘Maatschappelijke Dienstverlening’ kwamen dit jaar een paar aanvragen binnen om in bepaalde noodsituaties even bij te springen. Er zijn enkele gemeenteleden die hieraan meewerken’.

Een nieuwe kerkzaal in Gieten!

Zoals gemeld werd het evangelisatiewerk in Gieten verricht vanuit een in 1953 aangekocht woonhuis met bakkerij. Toen in 1986 de koster ging verhuizen (hij had het woonhuis gehuurd) en de erachter liggende bakkerswinkel – die als kerkzaal gebruikt was – leegstond en het hele gebouw aan renovatie toe was, werd besloten het voorste deel – het woonhuis – te slopen en hier een nieuwe kerkzaal te bouwen. De erachter liggende voormalige kerkzaal werd verbouwd tot vergaderruimte. Met giften van gemeenteleden en anderen én met financiële hulp van de landelijke gereformeerde Stichting Steun Kerkbouw (SSK), een rommelmarkt en heel veel zelfwerkzaamheid (zelf ‘kosteren’, schilderen en aanleggen van verwarming en verlichting), kon op 23 april 1988 de huidige Bethlehemkerk in gebruik worden genomen.

In de gereformeerde Bethlehemkerk in Gieten (behorende tot de PKN, maar nog niet gefuseerd met de hervormde gemeente) worden nog steeds kerkdiensten gehouden.

Ledental van de Gereformeerde Kerk te Gieten tussen 1980 en 2015.
Ledental van de Gereformeerde Kerk te Gieten tussen 1980 en 2015.

Bronnen:

Archief Particuliere Synode Drenthe. Drents Archief, Assen

G.J. Kok, ‘Vaak was het ploegen op rotsen…’, De evangelisatiearbeid van de Particuliere Synode Drenthe van de  Gereformeerde Kerken in Nederland (1893-1993). Groningen, 2013

© 2016. GereformeerdeKerken.info.