V/m. gereformeerde ‘Westerkerk’ Utrecht wordt hotel

De op 26 februari 1891 als dolerende gereformeerde kerk in gebruik genomen Westerkerk aan Catharijnekade te Utrecht, in 1966 overgenomen door de Gereformeerde Gemeente aldaar (en als zodanig enige tijd geleden buiten gebruik gesteld), wordt een hotel.

De Westerkerk te Utrecht, van 1891 tot 1966 gereformeerde kerk.
De Westerkerk te Utrecht, van 1891 tot 1966 gereformeerde kerk (eigen opname).

De Afscheiding (1835).

De Afscheiding te Utrecht vond plaats op 18 december 1835 onder leiding van ds. H.P. Scholte (1805-1868), die daar predikant was van 1837 tot 1847, toen hij naar Amerika vertrok. Van 1836 tot 1838 werd een kerkgebouwtje aan de Dompelaarspoort in gebruik genomen. Vervolgens kerkte men vanaf 1838 in een door de Oud Katholieken verlaten gebouw aan de Nieuwgracht (hoek Oude Kamp). In 1848 werd een kerkgebouw aan de Breedstraat in gebruik genomen dat in 1854  vervangen werd door een groter kerkgebouw aan de Begijnenstraat, dat tot 1937 dienst deed.

De kerk van de Christelijke Gerformeerde Gemeente aan de Begijnestraat ten tijde van de Doleantie.
De kerk van de Chr. Geref. Gemeente aan de Begijnenstraat ten tijde van de Doleantie.

De Doleantie (1887).

Terwijl de Christelijke Gereformeerden dus kerkten in de kerk aan de Begijnenstraat vond de tweede orthodoxe uittocht uit de hervormde kerk plaats. De ‘Doleantie’ te Utrecht voltrok zich in Utrecht op 23 maart 1887 onder leiding van ds. H. Hoekstra (1852-1915) en ds. G. Ringnalda (1828-1904). In hun ‘Utrechtsche Kerkbode’, waarvan het eerste nummer op Zondag 13 maart 1887 verscheen, publiceerden beide predikanten uitvoerige informatie over de gang van zaken.

Ds. G. Ringnalda (1828-1904).
Ds. G. Ringnalda (1828-1904).

De eerste kerkdiensten van de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende)’ werden gehouden in gebouw ‘Tivoli’ aan de Kruisstraat, in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan de Mariaplaats en in het ‘Johanna Lokaal’ aan de Weistraat.

Ds. H. Hoekstra ().
Ds. H. Hoekstra (1852-1915).

Ondertussen werden plannen gesmeed om te komen tot kerkbouw, omdat de kerkdiensten natuurlijk niet oneindig ‘in de lokalen’ gehouden konden worden. Zodoende kon men nog hetzelfde jaar de Oosterkerk aan de Maliebaan 53 in gebruik nemen. De kerk werd gebouwd door aannemer/timmerman H. van Dijk en was een grote zaalkerk (met langs de lange zijden galerijen), die aanvankelijk voldoende plaats bood aan de toegestroomde kerkgangers.

De Oosterkerk te Utrecht ().
De Oosterkerk te Utrecht, die in 1887 in gebruik genomen en in 1984 gesloopt werd (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

De Westerkerk (1891).

Maar de Dolerende gemeente breidde zich gestaag uit, zodat al snel ruimtegebrek ontstond en men aan de Catharijnesingel een kerk met ongeveer 1.000 zitplaatsen bouwde. Deze kerk werd de ‘Westerkerk’ genoemd en werd onder architectuur van A. Calkoen gebouwd. Zoals gezegd werd de kerk op 26 februari 1891 in gebruik genomen.

Nadat in 1892 de landelijke fusie tussen de Christelijke Gereformeerde Kerk (uit de Afscheiding) en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken (uit de Doleantie) tot stand kwam, volgde de Ineensmelting te Utrecht in 1894. De Gereformeerde Kerk in de stad groeide snel, zodat in de loop der jaren in meerdere wijken gereformeerde kerkgebouwen verrezen, zoals in de stadswijken Oog en Al, het Kanaleneiland, Tuindorp en Overvecht.

Terugloop en verkoop.

Na de Tweede Wereldoorlog begon langzamerhand de ontvolking van de binnenstad en werd, geholpen door de ontkerstening van de stad, het aantal kerkgangers  in de Westerkerk na verloop van tijd minder. De kerkenraad van de Gereformeerde Kerk besloot daarom het gebouw in de verkoop te zetten. Daartegen kwam echter massaal verzet. De kerk lag centraal in de stad en bovendien vlak bij het Centraal Station, zodat het een ideale landelijke vergaderplaats was. Ook generale synodes werden er gehouden. Zelfs op het Vredenburg ‘draaide‘ de mededeling: ‘De Westerkerk wordt niet verkocht!’

De Westerkerk te Utrecht (1891-1966) - foto: Andre van Dijk.
De Westerkerk te Utrecht (1891-1966) – foto: Andre van Dijk.

De onderhandelingen werden dan ook aanvankelijk in stilte gevoerd. Uiteindelijk werd de kerk voor fl. 800.000 aan de Gereformeerde Gemeente verkocht onder voorwaarde dat daarvan nog enige jaren door de Gereformeerde Kerk gebruik gemaakt kon worden voor kerkdiensten op de zondagmorgen en dat ook in de week een zaal in de bijgebouwen gebruikt kon worden voor vergaderingen.

Aanvankelijk leek het dat de verkoop niet door zou gaan; van de kansel in de Boothstraat, waar de Gereformeerde Gemeente tot dan toe vergaderde, werd het stuklopen van de onderhandelingen op 16 januari 1966 zelfs al meegedeeld. Maar ruim  een maand later werd het overleg hervat. Op 31 mei 1966 werd het voorlopig koopcontract door beide kerkenraden getekend; de overdracht van de kerk was op 14 oktober dat jaar.

Van beide kanten werd er de nadruk op gelegd dat de onderhandelingen altijd in een vriendelijke sfeer verliepen. ‘De kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente heeft echt wel iets verstaan van het pijnlijke, een kerkgebouw waar men gedurende lange tijd vergaderde, te moeten afstoten. (…) Van de zijde van de Gereformeerde Kerk verstond men het begeren en de nood van de Gereformeerde Gemeente’.

Het interieur van de Westerkerk.
Het interieur van de Westerkerk.

Bronnen onder meer:

H. Hoekstra, De kerkelijke beweging te Utrecht in het jaar 1887. Arnhem, 1912

G. Ringnalda en H. Hoekstra, Utrechtsche Kerkbode, Utrecht, 1887

J.A. Saarberg, 50 jaar Gereformeerde Gemeente Utrecht. Utrecht, 1975

© 2016. GereformeerdeKerken.info