Opdat wij niet vergeten 1940-1945

Enkele voorbeelden zijn voldoende om de gedachtenis aan het verzet van velen binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland levend te houden…

Vlag halfstok

Meppel.

Ook door leden van de Gereformeerde Kerk te Meppel werden in de Tweede Wereldoorlog in het geheim sabotagedaden verricht; meerdere gemeenteleden werden opgepakt en stierven in een concentratiekamp, of kwamen op een andere manier om het leven:

Daarom was ook ná de bevrijding de oorlog voor veel van de gemeenteleden nog lang niet voorbij. Op 26 mei 1945 moest de plaatselijke gereformeerde predikant, ds. Y.K. Vellenga (1896-1968), in het Kerkblaadje meedelen dat opnieuw overlijdensberichten van gemeenteleden waren binnengekomen. Al eerder was het bericht ontvangen dat Hendrik Akse in Duitsland overleden was. Akse had in de illegaliteit gezeten en zich vooral bezig gehouden met het plaatsen en verzorgen van onderduikers. Hij werd echter gearresteerd door een Nederlander in Duitse dienst, een plaatsgenoot nog wel, die hem herkende. De gang naar het tuchthuis was zijn laatste gang.

Daarna kwam het bericht dat Johan Lenstra in februari 1945 was heengegaan. Hij was net als vele andere plaatsgenoten in de nacht van 24 op 25 mei 1944 door de Duitsers opgepakt en naar Buchenwald vervoerd. Daar is hij in de maand februari overleden, ongeveer in dezelfde tijd als br. Van Driesum. Ook kwam het bericht binnen dat verzetsstrijder Freerk Datema, lid van een Knokploeg, een dag na een gevecht met de vijand, gestorven was.

‘Op 3 januari 1945 overleed in het concentratiekamp Dachau br. Jacobus de Vries, gepensioneerd kapitein van het K(oninklijk) N(ederlandsch-) I(ndisch) L(eger), reserve luit.-kol. der Infanterie b.d. Hij werd 65 jaar’.

De gereformeerde kerk aan de Groenmarktstraat, die in 1897 in gebruik genomen werd.
De gereformeerde kerk aan de Groenmarktstraat, die in 1897 in gebruik genomen werd.

In juni 1945 werd in de kerkenraad een gedachtenistoespraak gehouden naar aanleiding van het zojuist binnengekomen ‘doodsbericht uit het concentratiekamp Theresienstadt van de broeders Witvoet en Arendshorst’, vóor zijn arrestatie scriba van de kerk. ‘De voorzitter wijst erop dat de weg der gehoorzaamheid, ook al lijkt het anders, toch is de weg van het licht en de kroon. Wij mogen ons verblijden dat, al zijn de berichten weinig, wij toch mochten horen dat onze broeders standvastig zijn gebleven en ook getuigen zijn geweest van hun Heer en Heiland’.

Op 14 juli 1945 werd in het Kerkblaadje aandacht gevraagd voor weer twee slachtoffers van de Duitsche terreur. ‘Allereerst voor br. Kraal die in 1944 door de Duitsers werd gearresteerd wegens zijn verzetswerk. Blijkens een clandestien doorgestuurd briefje ging hij met zijn drieëntwintig jaren de toekomst tegen als een gerijpt man en geloovig kind van God’. Toen de inval van de geallieerden dreigde, werden hij en vele andere dappere vaderlanders in Vught neergeschoten.

‘Broeder Helder, diaken onzer Kerk, behoorde tot de groote groep stadgenooten die in mei vorig jaar uit hun bed gelicht en zonder vorm van proces naar Amersfoort en daarna naar het nog beruchtere kamp Buchenwald weggevoerd werden’. Nadat hij schreef in het ziekenhuis te Regensburg te zijn opgenomen, werd niets meer van hem gehoord. Op achtenveertigjarige leeftijd was hij daar bezweken.

Half juli 1945 kwam bericht binnen van het overlijden van Job Johan Leene, diaken van de Kerk. Op de verjaardag van Koningin Wilhelmina, in augustus 1944, werd hij met negentien anderen uit de gemeente Staphorst door de Duitsers gearresteerd, naar aanleiding van een aanslag op de bezetters gepleegd. Het was een wraakactie, want voor zover bekend had niemand iets met die aanslag uit te staan. Eind 1944 werd hij in een concentratiekamp ziek en overleed daar.

In augustus 1945 werd in het Kerkblaadje meegedeeld dat ook Pieter Aartsen, lange jaren ouderling in de gemeente, in gevangenschap overleden was. ‘Aartsen behoorde óok tot de groep Staphorsters die verleden jaar op de 31ste augustus in verband met de aanslag op de leider van de Arbeidsdienst, gearresteerd en weggevoerd werd, vermoedelijk naar een concentratiekamp in noordwest Duitsland. Aartsen stierf begin december op 50-jarige leeftijd’. ”

Het gedenkteken voor de gevallenen 1940-1945 in de gereformeerde kerk (foto Jelle Visser, Reliwiki).
Het gedenkteken voor de gevallenen 1940-1945 in de gereformeerde kerk (foto Jelle Visser, Reliwiki).

In de v/m gereformeerde (nu protestantse) kerk te Meppel is ter herinnering aan hen die vielen een grote gedenkplaat aangebracht, waarop alle namen van de slachtoffers in goud vermeld zijn.

Lees ook:

De Gereformeerde Kerk te Meppel in de Tweede Wereldoorlog

Bronnen:

Archief Gereformeerde Kerk te Meppel.

G.J. Kok, ‘… die verenigde wat gescheiden was…’ Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Meppel. 1835-2005. (…). Groningen, 2014

__________

Dieren.

In de nacht van 20 op 21 januari 1944 werd ds. G.Chr.H. Plantagie (1897-1945) van de Gereformeerde Kerk te Dieren door de Duitse politie gevangen genomen. Hij was van 15 oktober 1932 tot 11 juni 1933 hulppredikant van de Gereformeerde Kerk van Dieren geweest en sindsdien tot zijn overlijden op 23 maart 1945 predikant van diezelfde kerk.

Ds. G.Chr.H. Plantagie (1897-1945).
Ds. G.Chr.H. Plantagie (1897-1945).

De Duitsers brachten de predikant in eerste instantie naar de koepelgevangenis te Arnhem. Een reden voor zijn gevangenneming werd niet gegeven, maar het was de gemeente duidelijk dat zijn anti-nazi-houding en de zorg voor onderduikers voldoende bekend waren om tot arrestatie over te gaan. Ds. Plantagie werd daarna achtereenvolgens naar verschillende concentratiekampen in Duitsland gebracht en hij overleed op 23 maart 1945 op zevenenveertigjarige leeftijd aan vlektyfus in Dachau, waar hij een dag  later gecremeerd werd. Pas eind mei had de gemeente zekerheid dat hij was overleden. De rouwdienst in Dieren werd op 7 juni 1945 gehouden.

De gedenksteen aan ds. Plantagie; oorspronkelijk aangebracht in de gereformeerde Opstandingskerk, in 2003 overgebracht naar de gezamenlijk gebouwde PKN-Ontmoetingskerk.
De gedenksteen voor ds. Plantagie; oorspronkelijk aangebracht in de gereformeerde Opstandingskerk, in 2003 overgebracht naar de gezamenlijk gebouwde PKN-Ontmoetingskerk.

Bron:

G. Kamerling, Honderd jaar gereformeerd kerkelijk leven in Dieren 1887-1987. Dieren, 1987

__________

Lemelerveld.

In de nacht van 17 op 18 november 1944 werd het gereformeerde leven door de bezetters in Lemelerveld flink verstoord. De Duitsers hadden vernomen dat de gereformeerde pastorie in het Overijsselse Lemelerveld een haard van verzet was.

De gereformeerde kerk te Lemelerveld (sinds 1945 'vrijgemaakt')
De gereformeerde kerk te Lemelerveld (sinds 1945 ‘vrijgemaakt’)

Ds. A.J.W. Vogelaar (1907-1981) had dat feit  niet omgeroepen, dus er zal ongetwijfeld van verraad sprake geweest zijn. Die nacht deden de Duitsers een  inval in de pastorie. Ds. Vogelaar kon net op tijd ontsnappen; hij sprong uit een raam (waarbij hij zich verwondde); zijn gezin bleef ongedeerd. Maar de Duitsers zochten verder. Ze wilden de kerk in en gingen daar zoeken. Boven in de kerk werden wapens en munitie gevonden. De notulen van de kerkenraad vermelden: ‘Alle kerkeraadsleden waren, bij ’t vernemen van dit alles, hoogst verbaasd; niemand heeft van een  geheime bergplaats of een of andere illegale actie ook maar iets geweten’. Maar hoe dan ook: als strafmaatregel werd de kerk gesloten.

Het door de Duitsers aangebrachte sluitingsbevel.
Het door de Duitsers aangebrachte sluitingsbevel.

Op een op de voordeur van de kerk aangebracht bord werd in het Duits meegedeeld dat de kerk op last van de Sicherheitspolizei gesloten was, omdat daar met medeweten van ‘de terrorist-dominee’ een Engelse wapenbergplaats verborgen was geweest. De kerk werd gesloten omdat misbruik gemaakt zou zijn van het religieuze doel van het gebouw. Rauter himself ondertekende het bevel.

Aanvankelijk werd daarna gekerkt in gereformeerde kerken in de omgeving, later mocht van de hervormde kerk te Lemelerveld gebruik gemaakt worden.  Op 18 april 1945 was ds. Vogelaar weer opgedoken en kon hij de leiding van de kerkenraadsvergadering in het bevrijde Lemelerveld  weer op zich nemen.

Bron:

J. Feberwee en J.T. Parmentier, 100-jarig bestaan Gereformeerde Kerk Lemele-Lemelerveld 1892-1992. Lemelerveld, 1992

___________

Lees ook:

De Gereformeerde Kerk te Marum in de Tweede Wereldoorlog

De gereformeerde Breepleinkerk als Rotterdams ‘Achterhuis’.