Twee Gereformeerde kerken op een foto (3)

Dedemsvaart.

In het noorden van Overijssel ligt het dorp Dedemsvaart, ontstaan ten gevolge van de aanleg van het kanaal De Dedemsvaart en de vervening van de omliggende gronden die daardoor mogelijk werd in de eerste helft van de negentiende eeuw.

Ds. H. de Cock, ‘de Vader der Afscheiding’, was in juni 1835 persoonlijk in Dedemsvaart geweest, alwaar hij volgens een schriftelijk getuigenis ‘aan de Dedemsvaart een beestig pak slaag gehad moet hebben met notabele verwondingen’. De Afgescheiden gemeente te Dedemsvaart werd echter niet door hem, maar door  ds. A.C. van Raalte  geïnstitueerd. Dat gebeurde op 15 mei 1836. De gemeente telde toen negentien leden.

De Doleantie ging aan het dorp voorbij. In 1869 werd ook deze gemeente in het vervolg Christelijke Gereformeerde Gemeente genoemd (landelijk had toen namelijk de hereniging tussen de Christelijke Afgescheidenen en de Kruisgemeenten plaats). En toen op 17 juni 1892 de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken landelijk fuseerden tot De Gereformeerde Kerken in Nederland, werd ook in Dedemsvaart de Gereformeerde Kerk een feit. Veel meer dan de aanschaf van een nieuw notulenboek voor de kerkenraad, merkten ze er in Dedemsvaart niet van.

Het kerkje van 1852 aan de Langewijk.
Het kerkje van 1852 aan de Langewijk (tekening: ‘Werp uw brood uit op het water…’).

De Afgescheiden Gemeente in dit dorp kreeg pas zeven jaar na haar instituering een eigen predikant, in de persoon van ds. R.H. Bos (1800-1848). In de begintijd zullen de kerkdiensten gehouden zijn ‘in de huizen’. Vanaf ongeveer 1848 kerkten de Afgescheidenen in een houten kerkje. Het gebouwtje heeft gediend tot 1852.

GHet ineterieur van het kerkje van 1852 (tekening: Werp uw brood uit op het water...).
Het interieur van het kerkje van 1852 (tekening: ‘Werp uw brood uit op het water…’).

In de tijd van ds. D. Thijs (1828-1888), die van 1848 tot 1860 in Dedemsvaart stond, werd een nieuw stenen kerkje aan de Langewijk in gebruik genomen. De predikant legde zélf de eerste steen op 30 april van dat jaar. Hoewel over het uiterlijk van het kerkje niet veel met zekerheid gezegd kan worden, bleek wel dat het een eenvoudig rechthoekig zaalkerkje was, met op de voorgevel een dakruiter. In de kerk was een drietal rijen banken aangebracht. Een orgel werd pas in 1899 in de kerk geplaatst (al in 1892 werd daarvoor een spaarfonds ingesteld); tot die tijd waren er voorzangers die de gemeente op toon hielden.
Kerkgangers die van ver kwamen konden in een kleine afgescheiden ruimte bij de hoofdingang hun brood opeten; nogal wat ‘dorstigen naar het Woord’ kwamen namelijk per benenwagen van ver. Tussen beide diensten ‘bleef men dan over’.

De eerste steen van het kerkje van 1852 (foto: 'Werp uw brood uit op het water...').
De eerste steen van het kerkje van 1852 (foto: ‘Werp uw brood uit op het water…’).

In 1860 werd in Dedemsvaart een Christelijke School gesticht, vanuit de kerk gezien links voor de kerk, die zelf een beetje naar achteren gebouwd was. De kerkenraad was in Dedemsvaart in de begintijd tevens schoolbestuur (in veel andere plaatsen werd door de gemeenteleden een schoolcommissie gekozen, die namens de kerkenraad de touwtjes in handen had).

De kerkelijke gemeente groeide. Het stenen kerkgebouw van 1852 was op een gegeven moment niet meer in staat de kerkgangers te bergen. De kerkelijke gemeente was inmiddels gegroeid tot 1.100 leden. Vandaar dat de kerkenraad in 1905 besloot de kerk aan de westkant uit te breiden. Die verbouwing kostte fl. 7.000. Omdat de kerk stug doorgroeide werd in 1918 besloten een galerij in de kerk aan te leggen. Maar langzamerhand werd het zitplaatsentekort desondanks opnieuw actueel. De kerkenraad achtte vergroting van de bestaande kerk voldoende; dat zou fl. 44.000 kosten; een nieuwe kerk bouwen zou volgens plannen van architect J.H. van der Veen uit Amsterdam namelijk op een bedrag van fl. 117.000 komen.

Op een gemeentevergadering werd echter het voorstel gedaan om toch een geheel nieuwe kerk te bouwen. Omdat het bebouwde centrum van de stad in de loop van de jaren verplaatst was naar de Kalkovenweg (de latere Julianastraat), zou een nieuwe kerk daar het best kunnen komen, zo werd er aan toegevoegd. De kerkenraad besloot toen de architect er nog eens naar te laten kijken. Deze kwam met drie plannen op de proppen: (1) vergroting van de bestaande kerk tot 1.100 zitplaatsen, met grotere lokalen en een beter orgel (kosten: ongeveer fl. 45.500); (2) een nieuwe kerk met 1.200 zitplaatsen op hetzelfde terrein als de bestaande kerk (met idem lokalen en orgel). Dat moest fl. 117.500 kosten. (3) Een kerkgebouw met 1.200 zitplaatsen op een nieuw terrein. De kosten daarvan werden geschat op fl. 115.500, incl. grond, vergroot orgel, consistorie en orgelaanpassing.

De gereformeerde kerk aan de Langewijk na de vergroting
De gereformeerde kerk aan de Langewijk na de vergroting.

Het bleek dat in de kerkelijke gemeente meer financiële steun gevonden werd voor aanpassing van het bestaande gebouw aan de Langewijk. Zo gezegd zo gedaan. De praktijk was dat de bestaande kerk zozeer werd verbouwd dat eigenlijk van een nieuwe gesproken kon worden. Op 23 december 1925 werd het kerkgebouw, ‘na voor de tweede maal te zijn verbouwd en vergroot’, zoals op de gedenksteen staat, in gebruik genomen.

De gedenksteen ter herinnering aan de tweede verbouwing van 1925.
De gedenksteen ter herinnering aan de tweede verbouwing van 1925 (foto: ‘Werp uw brood uit op het water…’).

De Vrijmaking kreeg in 1944 in Dedemsvaart geen kans. Op het ledental van de Gereformeerde Kerk is in ieder geval absoluut geen invloed van vertrekkende leden te merken. De kerkenraad verspreidde in die tijd een geschrift dat zich inzake de ‘leergeschillen’ vierkant achter de synode opstelde (In en om de kerk door E. Meijer uit Ulrum), en ds. S. Neerken (van 1940 tot 1949 gereformeerd predikant te Dedemsvaart) was bijzonder graag bereid het geschrift van een nawoord te voorzien, waarin hij verklaarde volstrekt achter de synode te staan. Er is in Dedemsvaart dan ook geen vrijgemaakte kerk gekomen.

Omdat de groei van het aantal leden ook na de oorlog doorging, besloot de kerkenraad als hulpkerk een gebouw aan de Marktstraat in gebruik te nemen. Twee keer per zondag werden naar diensten gehouden. Het kerkelijk leven ontplooide zich dus, in ieder geval uiterlijk, voorspoedig (de gemeente was tot 1955  intussen gegroeid tot ruim 2.000 leden) en ook het jeugdwerk had daaraan hoe langer hoe meer deel. Landelijk gezien deed het jeugdwerk in Dedemsvaart het lang niet slecht: ‘Uit een onderzoek van het Gereformeerd Jeugdcentrum bleek dat in 1950 64% van de jeugd een jeugdvereniging bezocht. De kerkenraad vond dat echter nog onvoldoende. Het verenigingswerk moest dan ook stevig gesteund worden. Vandaar dat de kerkenraad in 1954 een commissie benoemde die moest onderzoeken of er mogelijkheden waren te komen tot de oprichting van een speciaal jeugdgebouw. Men had namelijk het idee dat ‘er nu iets moet gebeuren, anders kan het zijn dat we de jeugd over 20 jaar via de evangelisatie weer bij de kerk moeten zien te krijgen’.

In februari 1957 kwam architect Schuitemaker uit Vroomshoop ter kerkenraad een plan met heuse bouwtekening toelichten. Maar of het nu een jeugdgebouw of toch een kerkgebouw moest zijn, daarover waren de meningen kennelijk wat verdeeld. ‘Steeds werd er nadrukkelijk op gewezen dat de [nieuwe] zaal niet (alleen) bestemd was voor jongeren, maar juist ook voor de ouderen en voor hen voor wie het bezwaarlijk is om naar de kerk aan de Langewijk te gaan’.

Bouw van de Antenne aan de Wilhelminastraat (foto: Hist. Ver. Oud Avereest, Wim Wind, nr. 03980)
Bouw van de Antenne aan de Wilhelminastraat (foto: Hist. Ver. Oud Avereest, Wim Wind, nr. 03980).

Hoe dan ook, in 1960 vond de aanbesteding van een jeugdgebouw plaats. De totale kosten waren ruim fl. 222.000 en het resultaat was een prachtig gebouw aan de Wilhelminastraat in het noordwesten van het dorp , dat ‘Antenne’ genoemd werd. De Antenne lag bijna anderhalve kilometer meer naar het westen dan de kerk aan de Langewijk; de Wilhelminastraat komt uit op de Langewijk, die langs de hele noordkant van Dedemsvaart loopt.

Gebouw Antenne rond 1960 (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).
Gebouw Antenne rond 1960 (foto: Reliwiki, Andre van Dijk).

Ondertussen liep het ledental vanaf 1956 langzaam terug, tot het begin jaren ’70 weer een even rustige stijging begon te vertonen, tot in het begin van de jaren ’80 het zielental weer boven de 2.000 uitkwam. Hoe dan ook, na verloop van enkele jaren wilde de kerkenraad de verschillende kerkelijke activiteiten wat meer op één plaats concentreren. Aanvankelijk werd gekeken of dat doel gerealiseerd kon worden bij de kerk aan de Langewijk. Enerzijds bleek echter dat de kerk aan de Langewijk gerestaureerd zou moeten worden. Berekeningen wezen uit dat de gewenste renovatie te duur zou worden, maar tegelijk bleek anderzijds ook dat de gewenste concentratie van de kerkelijke activiteiten door de restauratie van de kerk aan de Langewijk niet zou kunnen worden verwezenlijkt. Bovendien werd het ooit als jeugdgebouw aan de Wilhelminastraat gebouwde vergadercentrum Antenne al vanaf het begin ook als kerk gebruikt, zelfs met twee diensten per zondag.

De aanbouw aan de  'oude' Antenne van het nieuwe kerkelijke centrum (foto: Hist. Ver. Oud Avereest, Wim Wind, nr. 03985). .
De aanbouw aan de ‘oude’ Antenne van het nieuwe kerkelijke centrum (foto: Hist. Ver. Oud Avereest, Wim Wind, nr. 03985).

Vandaar dat na overleg besloten werd aan de bestaande Antenne aan de Wilhelminastraat een nieuw kerkelijk centrum te bouwen. De plannen werden in 1995 uitgevoerd. Architect Gerritsma van Assen werd maakte een plan voor een kerkgebouw ‘dat enerzijds het huis – als middelpunt van het kerkelijk leven – voor de gemeente moest worden en anderzijds nadrukkelijk herkenbaar moest zijn als een kerk die zich bewust is van haar plaats in de samenleving, zij het niet dominant, maar ingetogen’, zoals het op de kerkelijke website heet.

Het nieuwe kerkelijk centrum aan de Wilhelminastraat (foto: Reliwiki),.
Het nieuwe kerkelijk centrum aan de Wilhelminastraat (foto: Reliwiki).

De website gaat verder: ‘Na uitvoerige discussies werd besloten om te komen tot een ruimte met een licht karakter, maar tevens met de beslotenheid van ronde wanden, die de gemeente omhullen. Kleine openingen geven een venster op de wereld. Het indirecte daglicht en de rondgaande lijnen in de wanden versterken het gevoel van intimiteit en saamhorigheid. Op één plek breekt die omhullende wand open en blijft alleen het constructieve geraamte over; de gevel wijkt om plaats te maken voor het licht dat van boven invalt. En op die plek zijn de ogen van de gemeente gericht op het kruissymbool. Ook in de uiterlijke vorm van de kerk is dit gedeelte de plaats waar alle lijnen elkaar ontmoeten’.

Het inteireru van eht nieuwe kerkelijke centrum (foto Reliwiki, H. Elsinga, Woudenberg).
Het interieur van het nieuwe kerkelijke centrum (foto Reliwiki, H. Elsinga, Woudenberg).

Er moest natuurlijk ook een orgel komen. Twee jaar lang, van februari 1997 tot februari 1999, werkte het orgelmakers-echtpaar Patijn uit Wapenveld aan het orgel. De overdracht en ingebruikneming van het orgel vonden op vrijdag 12 februari 1999 plaats.

De Gereformeerde Kerk te Dedemsvaart is sinds 26 mei 2013 een federatie aangegaan met de Nederlandse Hervormde Gemeente te Dedemsvaart. Beide kerken gaan sindsdien verder onder de naam ‘Protestantse Gemeente Dedemsvaart in wording’.

Twee kerken op één foto…
Twee kerken op één foto…

Bron:

J. Moes, Werp uw brood uit op het water … Momenten uit 150 jaar Gereformeerd Kerkelijk leven en ruim 90 jaar Gereformeerd Schoolleven te Dedemsvaart. Dedemsvaart, 1986.