De Leeuwarder kerksluitingskwestie (2008-2015)

Inleiding.

Op 15 september 2015 werd in Leeuwarden de Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard ’Rondom de Pelikaankerk’ gevormd, naast en onafhankelijk van de ′gewone′ Protestantse Gemeente te Leeuwarden. Dat is voor ons aanleiding een blik te werpen op de gebeurtenissen die zich ontrolden naar aanleiding van het sluitingsbesluit van 2010 betreffende vier gereformeerde kerken  (de Koepelkerk, de Pelikaankerk, de Fenix en de Adelaarkerk), waarvan de instituering van de bovengenoemde Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard ‘Rondom de Pelikaankerk’ een uitvloeisel is.

Hoofdstuk 1 – Hoe het allemaal begon.

Het eerste kerkje van de Afgescheidenen in Leeuwarden (1842-1858)
Het eerste kerkje van de Afgescheidenen in Leeuwarden (1842-1858)

De Christelijke Afgescheidene Gemeente te Leeuwarden werd geïnstitueerd op 8 december 1835 met slechts drie leden uit de stad en ongeveer 15 uit dorpen in de omgeving. Het eerste kerkgebouw – een verbouwd pakhuis – werd op 11 september 1842 in gebruik genomen en stond op de hoek van de Vijzelstraat met de Noorderweg. Deze kerk werd tot 1858 gebruikt. Het jaar daarvoor had men namelijk een stuk grond gekocht bij de gasfabriek aan het Hoeksterpad; meester-timmerman P. van der Wal tekende toen een nieuwe kerk, die de Oosterkerk genoemd werd.

De gevelsteen van de eerste Oosterkerk is in de muur van het vervangende geobuw nog steeds te bewonderen.
De gevelsteen van de eerste Oosterkerk is in de muur van het vervangende geobuw nog steeds te bewonderen.

Deze kon op 2 januari 1859 in gebruik genomen worden. In 1910 werd deze Oosterkerk gesloopt; daarvoor in de plaats kwam op dezelfde plek de nieuwe grote Oosterkerk, gebouwd door de bekende gereformeerde kerkarchitect Tj. Kuipers. De kerk bleef tot 1979 in gebruik.

De (tweede) Oosterkerk (1910-1979)
De (tweede) Oosterkerk (1910-1979) aan het Hoeksterpad (foto via G. Kuiper, Appingedam).

Toen in 1887 in Leeuwarden de Doleantie ontstond werd door de dolerende broeders een groot herenhuis met tuin aan de Grote Kerkstraat aangekocht. Daar bouwden ze hun Nederduitsche Gereformeerde kerk. Deze ‘Noorderkerk’ werd op 4 januari 1888 in gebruik genomen. De kerk was vanaf de straat nauwelijks zichtbaar en kon betreden worden via een poort aan de Grote Kerkstraat.

Deze poort gaf toegang tot de Noorderkerk (1888) die na de Vrijmaking aan de vrijgemaakten verkocht werd.
Deze poort gaf toegang tot de Noorderkerk (1888) die na de Vrijmaking aan de vrijgemaakten verkocht werd (foto via G. Kuiper, Appingedam).

In 1892, het jaar waarin de Kerken uit de Afscheiding en die uit de Doleantie zich landelijk verenigden tot de Gereformeerde Kerken in Nederland, telde de Gereformeerde Kerk in Leeuwarden in totaal zo’n 3.000 leden (in de stad Leeuwarden verenigden beide kerken zich in 1899). De stad had in die tijd de beschikking over de (eerste) Oosterkerk en de Noorderkerk. Maar de nieuwe Oosterkerk was in 1910 nauwelijks in gebruik genomen of men kwam al tot de conclusie dat – ondanks het feit dat in hetzelfde jaar in het nabijgelegen dorp Huizum (dat eerst tot de kerk van Leeuwarden behoorde) een zelfstandige Gereformeerde Kerk gesticht was – er opnieuw gebrek aan plaatsruimte was. Dat werd uiteindelijk de aanleiding tot de bouw van de vermaarde Koepelkerk.

De Schranskerk in Leeuwarden-Huizum (1910-2000).
De Schranskerk in Leeuwarden-Huizum (1910-2000) – Foto via G. Kuiper, Appingedam.

(Zoals gezegd werd de kerk van het dorp Huizum, aanvankelijk tot die van Leeuwarden behorend, op 23 februari 1910 geïnstitueerd als zelfstandige kerk. In het institueringsjaar 1910 werd daar de Schranskerk (aan de Schrans) in gebruik genomen, terwijl ten gevolge van de groei van de Huizumer kerk in 1955 de tweede kerk, de Parkkerk aan de Jan van Scorelstraat, in gebruik genomen werd; in 1996 werd de kerk verkocht aan de Baptisten. Dit terzijde).

De Koepelkerk (1923).

De Koepelkerk (1923-2013).
De Koepelkerk (1923-2013).

Al in 1915 was besloten een bouwfonds voor de derde Leeuwarder gereformeerde kerk te stichten. Maar door de ‘Grote Oorlog’ bleven de plannen voor een flinke kerk vooralsnog onaangeroerd en bouwde men eerst maar eens een noodkerk, bestaande uit drie aaneengeschakelde herenhuizen waarin later binnenmuren konden worden aangebracht om ze bij verkoop als aparte woningen aan de man te brengen. Hoe dan ook, de plannen voor de nieuwe kerk konden na een paar jaar toch uit de diepvries gehaald worden en zo kon op 10 augustus 1922 door br. Tamminga de eerste steen gelegd worden van deze ‘gereformeerde kathedraal’. De eerste kerkdienst in de nieuwe Koepelkerk werd op 8 april 1923 gehouden.

Maar de kerk van Leeuwarden groeide stevig door:

Jaar          Leeuwarden         Huizum          Totaal

1905            3.602                        –                  3.602
1915            3.300                 489                  3.789
1925            4.150                 892                  5.042
1935            5.740                1.626               7.366

Geen wonder dat al snel besloten werd nóg een flinke kerk te bouwen! Dát werd de Pelikaankerk.

De Pelikaankerk (1932).

De Pelikaankerk (foto via de kerkenraad van de Prot. Gem. van Bijz,. Aard Rondom de Pelikaankerk).
De Pelikaankerk (foto via de kerkenraad van de Prot. Gem. van Bijz. Aard ‘Rondom de Pelikaankerk’).

De drie in gebruik zijnde kerken (Oosterkerk, Noorderkerk en Koepelkerk) boden te weinig plaats aan het steeds groeiende aantal kerkgangers. Samen beschikten die kerken over ‘slechts’ 2.550 zitplaatsen, terwijl er maar liefst 3.865 nodig waren. Zogenaamde ‘dubbele diensten’ waren het tijdelijke gevolg. Op 1 oktober 1931 werd de eerste steen voor de grote Pelikaankerk gelegd door predikant dr. W.A. van Es (1871-1959). En toen de bouw voltooid was en de kerk in gebruik genomen kon worden, zei de voorzitter van de bouwcommissie: ‘Dit bedehuis is een door God geschonken plaats, waar wij kunnen samenkomen; in alle opzichten zegende God de bouw’. Zo kon ds. J. Mulder (1876-1961) de eerste kerkdienst in de Pelikaankerk leiden; de kerk was tot de nok toe gevuld.
Egbert Reitsma had er een bijzonder bouwwerk van gemaakt. Het valt op door zijn strakke ‘Amsterdamse’ bouwstijl, gebrandschilderde ramen en door de inrichting, met zitplaatsen die als een soort amphitheater rond de preekstoel waren opgesteld.

In de jaren vijftig was het zo druk in de Pelikaan dat vier diensten gehouden moesten worden: twee ‘s morgens en twee ’s middags. Zo waren er op een ochtend in de zomer van 1958 ’s morgens 1.668 kerkgangers en ‘s middags 1.483. Ook ná de bouw van de Pelikaankerk was het met de groei van de Leeuwarder Gereformeerde Kerk niet gedaan; vandaar dat de Kerk van Leeuwarden in 1957 in tweeën gesplitst werd, namelijk in Leeuwarden en Leeuwarden–West. De kerk van Huizum – geïnstitueerd in 1910 – kreeg in 1963 de benaming ‘Leeuwarden-Huizum’.

De Fenix (1961).

De Fenix (1961-2013) Foto via G. Kuiper, Appingedam.
De Fenix (1961-2013) – Foto via G. Kuiper, Appingedam.

Nadat in 1957 de Kerk van Leeuwarden gesplitst was in Leeuwarden en Leeuwarden-West werd in Leeuwarden-West (met de Pelikaankerk) al snel de bouw van een tweede kerk noodzakelijk:

Jaar                                           Aantal leden
                        L.                    L.-W.             L.-Huizum          Totaal

1946          7.265                –                  2.019                   9.084
1955          8.265                –                  2.429                  10.694
1965          6.091           2.962            3.237                  12.290
1975          4.546           4.013            3.124                  11.683

In de Pelikaankerk moesten zoals gezegd dubbele diensten gehouden worden. Vandaar dat in 1957 een bouwcommissie actief werd, die plannen maakte voor een gemeentecentrum waarin ook kerkdiensten en andere bijeenkomsten gehouden konden worden. Hoewel er aanvankelijk wel twijfels waren door de hoge bouwkosten, kwamen allerlei acties op gang die er uiteindelijk toe leidden dat een behoorlijk bouwfonds gevormd kon worden. In 1959 werd uiteindelijk de beslissing genomen tot de bouw van een kerkelijk centrum over te gaan. Architect C. van der Boom te Amsterdam ontwierp de bouwplannen. In 1961 kon de Fenix, want dat was de naam, in gebruik genomen worden.
Overigens nam de Kerk van Leeuwarden in 1962 – naast de Oosterkerk en de Koepelkerk – ook de Salvatorkerk aan Archipelweg in gebruik.

De Adelaarkerk (1972).

De Adelaarkerk (1972-2013) - foto via G. Kuiper, Appingedam.
De Adelaarkerk (1972-2013) – foto via G. Kuiper, Appingedam.

Ondertussen bleef de Kerk van Leeuwarden-West groeien. Rond 1965 werden daarom plannen gemaakt voor de bouw van de derde kerk, in de nieuwe stadswijk Bilgaard. De plannen liepen enige vertraging op door gesprekken met de hervormden en de katholieken over de bouw van een gezamenlijk kerkelijk centrum, maar de Gereformeerde Kerk had een grotere kerkzaal nodig dan de andere kerken van plan waren te bouwen. De gereformeerde kerkbouwplannen werden dus doorgezet en zouden fl. 800.000 kosten. De eerste paal werd op 29 maart 1971 de grond in gejaagd en nog geen jaar later, op 29 januari 1972, kon de moderne Adelaarkerk (gelegen aan De Jokse) in gebruik genomen worden. De volgende dag werd onder leiding van ds. L.H. Kwast (1926-2015) de eerste kerkdienst gehouden.

‘Zo vormden de Adelaar (‘het beeld van het geloof van Gods volk’), de Pelikaan (‘het zinnebeeld van de offerende liefde’) en de Fenix (‘de verwijzing naar de verrijzenis’) een drieëenheid, die uitgebeeld wordt in de drie gebrandschilderde ramen van de Adelaar’.
Geen wonder dat in 1997 het gedenkboekje over de Gereformeerde Kerk van Leeuwarden-West (1957-1997) de veelbelovende titel ’In West gaat alles best’ kon dragen.

De daling van het ledental zet in.

Het omslagpunt in de groei van het ledental der drie Gereformeerde Kerken van Leeuwarden ligt op verschillende tijdstippen. Gemiddeld zette de daling voor de drie kerken samen in 1970 in. Maar de kerk van Leeuwarden kreeg in 1965 al te maken met terugloop van het ledental, en in Huizum begon de teruggang het jaar daarop. Leeuwarden-West groeide tot en met 1972 door, zelfs in sterke mate. Daarna begon ook daar de terugloop, zij het aanvankelijk in een rustig tempo.

Jaar                                                 Aantal leden
                       L.                    L.-W.              L.-Huizum         Totaal

1975          4.546          4.013            3.124                  11.683
1985          3.582          3.430            2.968                  9.980
1995          2.788          2.596            2.043                  7.427
2004          2.038          2.069            1.336                  5.443

Hoofdstuk 2 – Het sluitingsdrama begint (2008).

Schematische kaart van Leeuwarden met de zeven protestantse kerkgebouwen (A = Adelaarkerk; F = Fenix; P = Pelikaankerk; K = Koepelkerk; G = Grote of Jacobijnerkerk; O = Open Hof; S = De Schakel.
Schematische kaart van Leeuwarden met de zeven protestantse kerkgebouwen (A = Adelaarkerk; F = Fenix; P = Pelikaankerk; K = Koepelkerk; G = Grote of Jacobijnerkerk; O = Open Hof; S = De Schakel).

Inleiding.

Vooral sinds 1999 werden door de Leeuwarder Gereformeerde Kerken en de Hervormde Gemeente serieuze pogingen in het werk gesteld om tot nauwere samenwerking te komen. Daartoe werden in 2004 de beide sinds 1957 zelfstandige Gereformeerde Kerken (‘Oost en West’) samengevoegd om zo ook het SoW-proces eenvoudiger te maken. Tegen geen van deze ontwikkelingen werden destijds bezwaren ingebracht. De hieronder te bespreken problemen in de Leeuwarder protestantse gemeente ontstonden vooral door de sluiting van alle vier gereformeerde kerkgebouwen.

Het dubbele Samen-op-Weg-proces in Leeuwarden.

Op 1 januari 2004 werden de twee Gereformeerde Kerken te Leeuwarden (ook wel ‘Oost’ genoemd) en Leeuwarden-West samengevoegd, na ruim veertig jaar eerder, in 1957, teneinde de massaliteit te keren, gesplitst te zijn. ‘Het was in Fryslân de eerste keer dat twee Gereformeerde Kerken bij elkaar kropen na eerder te zijn opgedeeld’. De kerk van Leeuwarden had in 1957 ongeveer 8.500 leden die over de hele stad verspreid waren. Het was qua organisatie een onoverzichtelijke toestand: de kerk was gewoon te groot geworden. Ook de kerkenraadsvergaderingen waren te massaal: de brede en de smalle kerkenraden vergaderden beide apart: respectievelijk met en zonder diakenen (bijvoorbeeld in verband met de bespreking van tuchtzaken). De brede kerkenraad werd vaak bezocht door meer dan honderd ouderlingen en diakenen waardoor de besluitvorming er niet eenvoudiger op werd.

De Leeuwarder predikant ds. J.G. Aalders van de Pelikaankerk (1957-1974) vond dat het zo niet langer ging en stelde de opdeling aan de orde. De nieuwe gereformeerde Kerkorde gaf de mogelijkheden: de wijkkerkenraden kregen meer bevoegdheden en de Kerkenraad voor Algemene Zaken (KAZ) had meer een paraplufunctie. Dat maakte het samengaan van de twee kerken een stuk makkelijker. De kerkelijke omstandigheden waren in de veertig voorgaande jaren echter flink veranderd. Van de in 1957 nog ongeveer 8.500 gereformeerde kerkleden waren in 2004 nog zo’n 4.100 over. Mede daarom werd tussen beide kerken overlegd werd om tot samensmelting te komen. Dat vond dus per 1 januari 2004 plaats.

Een andere belangrijke reden voor dit ‘gereformeerde Samen-op-Weg-proces’ was het al jaren op stapel staande SoW-proces met de hervormde gemeente van Leeuwarden. Al ‘in maart 1999 tekenden de beide Leeuwarder Gereformeerde Kerken en de Hervormde Gemeente van Leeuwarden een intentieverklaring waarin afgesproken werd concrete stappen te zetten richting SoW. Daarna kwam het proces in een stroomversnelling’: in september 2001 werd een voorlopige Algemene (SoW-) Kerkenraad opgericht van de negen gemeenten ‘boven de spoorlijn’ (de zelfstandige Gereformeerde Kerk van Leeuwarden-Huizum dus niet meegerekend). Per 1 januari 2005 federeerden de Leeuwarder gereformeerden en hervormden. Geen van de wijkkerkenraden of wijkgemeenten maakte tegen deze ontwikkelingen bezwaar. Ook werd al vóór 2004 een gezamenlijke hervormd-gereformeerde verdeelsleutel geaccepteerd voor de toewijzing van financiële middelen aan elke wijkgemeente (inclusief de omvang van de formatieplaatsen, en dergelijke). Men trok in feite in de praktijk van het kerkzijn gezamenlijk op. Het kenmerk van een goed SoW-proces.

De geschiedenis leert echter al vele jaren dat problemen vaak niet beginnen bij het op gang komen van het SoW-proces, maar bij de sluiting van kerkgebouwen.

Het Adelaarkerk-symbool (foto Reliwiki).
Het Adelaarkerk-symbool (foto Reliwiki).

Koepelkerk en Adelaarkerk dicht.

Al in 2005 werd duidelijk dat maatregelen genomen zouden moeten worden teneinde de steeds verder dalende inkomsten door ledenverlies het hoofd te kunnen bieden. In het rapport ‘Prognose 2005-2010’ werd opgemerkt dat de kerk van Leeuwarden met minder kerken verder zou moeten. Erg verbazingwekkend was het dus niet dat (na de gemeenteleden gehoord te hebben) op zondag 14 december 2008 door middel van een kanselboodschap het voorgenomen besluit bekend gemaakt werd dat drie van de zeven protestantse kerken in Leeuwarden zouden moeten sluiten. Het ledental van de kerk daalde immers jaarlijks met zo’n tweehonderd; de hele protestantse gemeente telde op dat moment nog 6.500 leden. Meegedeeld werd nu dat de gereformeerde Koepelkerk, de gereformeerde Adelaarkerk en de hervormde Open Hof de deuren zouden moeten sluiten. Dat de Adelaarkerk en De Open Hof dicht zouden gaan was de vrij algemene verwachting al, maar dat de Koepelkerk dicht moest was een verrassing. Overigens was ook de sluiting van de gereformeerde Adelaarkerk moeilijk te verkroppen: het gebouw had een centrale plaats in de wijk Bilgaard. Veel ouderen bezochten daar de diensten. Voor hen zou verandering van preekplaats ook fysieke moeiten met zich meebrengen. Hoe dan ook: alleen de gereformeerde Pelikaankerk en de Fenix, de hervormde Grote- of Jacobijnerkerk en de SoW-kerk De Schakel bleven in gebruik.

De voorzitter van de Algemene Kerkenraad verklaarde dat in het verleden het aantal formatieplaatsen teruggebracht was om kerkgebouwen open te houden, maar nú wilde men ‘kiezen voor mensen in plaats van stenen’. Een zeer begrijpelijk streven. Maar ook begrijpelijk was dat gemeenteleden te kennen gaven ‘helemaal versuft te zijn’; er heersten ‘onbegrip en verdriet’. Weliswaar had de Algemene Kerkenraad in Leeuwarden-Huizum ook de sluiting van De Oase (gereformeerd) en de hervormde kapel Pniël aldaar aangekondigd, maar dat besluit werd naar de achtergrond gedrongen door de (zoals sommigen het noemden) ‘donderslag bij heldere hemel’, die de buitengebruikstelling van vooral de Koepelkerk was. Toch moet niet vergeten worden dat ook het sluitingsbesluit betreffende De Oase onrust teweegbracht.

De Oase in Leeuwarden-Huizum (foto via G. Kuiper te Appingedam).
De Oase in Leeuwarden-Huizum (foto via G. Kuiper te Appingedam).

Maar het besluit was genomen: de dag vóór de kanselboodschap waren dertig Algemene Kerkenraadsleden op een extra vergadering in de voormalige gereformeerde kerk van Boksum tot dat oordeel gekomen. Een commissie had de tijd daarvóór onderzoek gedaan naar de benodigde zitplaatsen en was tot de conclusie gekomen dat de gekozen oplossing de beste was. De kerk moest ‘Op koers komen’, was het motto! Gezien de ledentallen en de beschikbare financiën een alleszins prijzenswaardig uitgangspunt.

Na uitstel ‘van kwaad tot erger…‘

Kennelijk verrast door de grote onrust die de mededeling over de sluitingen teweegbracht – onder meer tijdens een emotionele gemeentevergadering – besloot Algemene Kerkenraad de afstoting van de Koepelkerk, de Adelaarkerk en De Open Hof uit te stellen. Men had naast de mondelinge reacties ook zo’n zestig brieven gekregen. Gesproken werd echter van een ‘technisch uitstel’, omdat men de zaak toch nog eens beter wilde onderzoeken alvorens het besluit door te zetten. Daarbij zouden de geografische spreiding van de kerkgebouwen en de keuze voor drie of vier kerkgebouwen nogmaals aan de orde komen.

Op zondag 1 november 2009 werd via de kansels meegedeeld dat de Algemene Kerkenraad bij nader inzien besloten had niet drie maar vier van de zeven kerkgebouwen te willen sluiten. Wélke was nog een punt van nader onderzoek, maar daarbij zou in elk geval geen enkele kerk bij voorbaat buiten schot blijven. In het voorjaar van 2010 wilde de kerkenraad daarover duidelijkheid hebben en geven.
Dat voorjaar was snel aangebroken. Op woensdag 19 mei 2010 vergaderde de kerkenraad opnieuw over de moeilijke beslissing en op dinsdag 8 juni viel het definitieve besluit: de vier kerken die de deuren nu definitief zouden sluiten waren de Koepelkerk, de Pelikaankerk, de Fenix en de Adelaarkerk; alle vier gereformeerde kerkgebouwen. De eerder op de nominatie voor sluiting staande hervormde Open Hof bleef open.

De Open Hof.
De Open Hof (na de grondige verbouwing van 1,3 miljoen euro omgedoopt tot ‘Fontein’).

‘Het gemeente-zijn, daar gaat het om’…

Zes belangrijke afwegingscriteria waren bij de keuze gehanteerd: (1) de toekomstbestendigheid van het besluit (met ging er vanuit dat de kerk op deze manier tien jaar vooruit kon), (2) de geografische spreiding van de kerkgebouwen over de stad, (3) de visie op het gemeente-zijn in de stad, (4) de functionaliteit van de gebouwen (waarbij ook rekening gehouden werd met eventueel noodzakelijke of wenselijke verbouwingen), (5) de financiën en het kerkelijk beheer en (6) welke kerk naar welk samenwerkingsverband zou gaan. Want men had namelijk besloten dat de verschillende wijkgemeenten méér moesten gaan samenwerken: daartoe wilde de kerkenraad de wijken clusteren in samenwerkingsverbanden, gekoppeld aan een kerkgebouw. Optimistisch werd nog verteld ‘dat we ons speelveld verbreed hebben en niet alleen gekeken hebben naar de kerkgebouwen, maar ook naar hoe we kerk kunnen zijn in de stad. In dat opzicht kunnen we een klein beetje onze zegeningen tellen. De Protestantse Gemeente is niet blijven stilstaan. We zijn verder gekomen op het gebied van het gemeente-zijn. En dáár gaat het uiteindelijk om’. De zeven wijkgemeenten zouden verder gaan in de hervormde Grote- of Jacobijnerkerk, de hervormde Open Hof (in 1969 in gebruik genomen) en de SoW-kerk De Schakel.

Maar het ‘gemeente-zijn, waar het uiteindelijk om gaat’, zou zwaar op de proef gesteld worden…

Verkopen.

In tegenstelling tot de eerdere besluitvorming in december 2008 had de kerkenraad nu ook de verkoopbaarheid van de gebouwen en de mogelijke opbrengst daarvan in de besluitvorming betrokken (zo was ook afgesproken dat de verbouwing van De Open Hof betaald zou worden uit de opbrengst van de verkoop van de vier gereformeerde kerken). Daarbij diende rekening gehouden te worden met het feit dat zowel de Koepelkerk als de Pelikaankerk de status van monument hadden. Hoe het met de orgels zou gaan was nog niet bekend. Dat zou allemaal moeten worden uitgezocht. ‘Het zou het mooiste zijn als de kerken mét de orgels door kopers overgenomen zouden kunnen worden’, maar als dat niet kon wilde de kerkenraad de orgels lós verkopen. Het orgel in de Pelikaankerk had óók de status van monument, maar alleen zolang het in de Pelikaankerk stond.

Het interieur van de Pelikaankerk met het orgel (foto via G. Kuiper, Appingedam).
Het interieur van de Pelikaankerk met het orgel (foto via G. Kuiper, Appingedam).

Gemeentebijeenkomsten op 31 mei 2010.

Op 31 mei 2010 werd een informatiebijeenkomst voor gemeenteleden gehouden, die druk bezocht werd. Daar gaf de kerkenraad uitleg op grond waarvan tot de genomen besluiten gekomen was. Men sprak de verwachting uit dat van de in 2010 ongeveer 6.000 leden, tien jaar later (in 2020) de protestantse gemeente er nog ongeveer 4.300 over zou hebben. Dán konden nog slechts twee kerken worden aangehouden. De sfeer was op maandagmiddag 31 mei – ondanks de kritische opmerkingen die gehoord werden – nog ‘gemoedelijk’ te noemen. ’s Avonds echter sloeg, zoals iemand het uitdrukte, de vlam in de pan. Die bijeenkomst werd door ongeveer vierhonderd gemeenteleden bezocht, en daar was veel kritiek te horen; de sfeer aan het eind van de avond werd zelfs ‘grimmig’ genoemd. Iemand riep de algemene kerkenraad op af te treden en meerdere gemeenteleden verlieten uit protest tegen de besluiten de vergadering; anderen vertrokken echter ‘omdat ze zich schaamden voor de onfatsoenlijke toon van sommige critici’, zoals een zegsman opmerkte.

Een van de critici merkte op: ‘Ik heb veel waardering voor al het werk dat u [de kerkenraad] hebt verzet, maar één aspect hebt u verwaarloosd: de psychische kant. Alle gereformeerde kerkgebouwen sluiten had u niet moeten wíllen, want dat néémt men niet!’ Hoe de voorzitter van de Algemene Kerkenraad ook benadrukte dat de kerkelijke kleur bij de keuze voor de sluiting niet had meegespeeld, die opmerking gaf wél aan dat de scheidslijn tussen hervormd en gereformeerd voor de groep bezwaarden nog sterk aanwezig was. ‘Voor heel wat – vooral oudere – van oorsprong gereformeerde leden is dit besluit een fors pijnpunt’.
Wel moet opgemerkt worden dat de groep bezwaarden ‘ongeveer 25%’ van de leden van de Koepelkerk en de Pelikaankerk omvatte. De bezwaren tegen de kerksluitingsbesluiten kwamen ook vooral uit díe twee wijken. Bovendien zocht de grote meerderheid van de leden uit die wijken juist samenwerking met de hervormden.

De kerkenraadsvoorzitter riep de bezwaarde gemeenteleden op om – in het licht van Pinksteren – eens te kijken naar de eerste christengemeenten, die alles gemeenschappelijk hadden. Hij riep op om niet achteruit te kijken, maar vooruit. ‘Gereformeerden hebben nooit veel belang gehecht aan gebouwen. Het erfdeel der vaderen zit niet in het erfgoed, maar in de geestelijke bagage. En díe moet u meenemen’, zo merkte hij op.

Dat ‘gereformeerden nooit veel belang gehecht hebben aan gebouwen’ was echter een misvatting: de geschiedenis bewijst telkens opnieuw het tegendeel.

‘Het verdriet is groot’.

Want ‘het verdriet is groot. En het onbegrip nog groter’, zei een wijkpredikant uit Leeuwarden. ‘In de Friese hoofdstad heerst verslagenheid, teleurstelling en ook boosheid over de sluiting van maar liefst vier van de zeven kerkgebouwen, alle gereformeerde’. De sfeer was inmiddels prima te snijden. ‘Gemeenteleden maar ook leden van de wijkkerkenraden en wijkpredikanten willen niet praten over de tot nu toe meest omvangrijke kerksluiting van Friesland. De kwestie ligt te gevoelig’, zo rapporteerde een krant.

Eén van de bezwaarden over de kerksluiting (van huis uit gereformeerd) werd geïnterviewd. Hij begreep niet waarom juist alle gereformeerde kerken afgestoten moesten worden. ‘Ze zijn opgebouwd door de kleine luyden die voor de ‘lytse tsjerke’ [‘de kleine kerk’ – de Gereformeerde Kerken] al hun spaargeld opofferden. Ik voel me met alle vezels verbonden met deze kleine luyden. Het geld dat heit en mem offerden voor de kerk zie ik nóg liggen op de schoorsteenmantel. Ik weet nog dat er vier gereformeerde predikanten in West waren en vier in Oost. Ook in de Koepelkerk werden op zondag dubbele diensten gehouden: ‘s morgens twee en ’s middags twee. Het doet me vreselijk veel pijn dat de gereformeerde kerken zó ter ziele gaan. En waarom juist die monumentale Koepelkerk en Pelikaankerk? De Open Hof heeft veel minder allure en moet voor minstens 100.000 euro verbouwd worden’. Volgens hem konden de Koepelkerk en de Pelikaankerk voor veel minder geld in orde gemaakt worden (hij wist toen nog niet dat de verbouw van de Open Hof maar liefst 1,3 miljoen euro zou gaan vergen).

Een andere geïnterviewde deelde mee dat hij, ondanks de pijn die hij voelde na de kerkenraadsbeslissing over de sluiting van ‘zijn Koepelkerk’, de Protestantse Gemeente van Leeuwarden niet zou verlaten. ‘Tenzij ze van de kerk een moskee maken’.

Roosvenster van de Koepelkerk (foto Job van Nes).
Roosvenster van de Koepelkerk (foto: Reliwiki, Job van Nes).

‘De beslissing was zorgvuldig’.

De kerkenraad vond aftreden geen optie; het volgende college zou immers voor dezelfde problemen staan. ‘Wij dragen een stuk historische ballast met ons mee. Vanaf de jaren zestig breidde Leeuwarden zich uit. In elke wijk kwam een kerk. En nu moeten er ingrijpende maatregelen worden genomen, want er is simpelweg geen draagkracht genoeg om al die kerken open te houden. Het College van Kerkrentmeesters bekeek vijf mogelijkheden die financieel verantwoord waren. In de Algemene Kerkenraad werd de zaak vervolgens zeer zorgvuldig in stemming gebracht. Eerst hebben we, schriftelijk, de minst geliefde combinatie laten afvallen. Daarna stemde men telkens over de overgebleven mogelijkheden, tot er één combinatie overbleef. Tenslotte kwam ook déze in stemming: voor of tegen. Er was geen tweederde meerderheid voor. Overeenkomstig de afspraak werd het proces daarom twee dagen later herhaald en volgde een nieuwe stemming. Toen kwam een andere combinatie uit de bus, waarmee tachtig procent van de aanwezigen zich kon verenigen. Elke combinatie zou in de gemeente op weerstand zijn gestuit’, zo verklaarde de kerkenraadsvoorzitter. Gevraagd naar de reden van het sluiten van juist alleen gereformeerde kerkgebouwen antwoordde hij dat dit geen criterium was geweest en ook door niemand zo benoemd was. Bovendien overwoog men dat het onderhoud van een monumentaal kerkgebouw veel duurder was dan van De Open Hof.

Wat was (en is) de Pelikoepelgemeente?

De groep bezwaarden uit de Koepelkerk en de Pelikaankerk werden – sinds men zich gezamenlijk inzette voor het openhouden van de Pelikaankerk – al gauw ‘PeliKoepelgemeente’ genoemd. Wat was en is deze groep gemeenteleden eigenlijk? Allereerst moet worden opgemerkt dat geen van de Leeuwarder wijkkerkenraden van de Protestantse Gemeente zich heeft verzet tegen de uitvoering van de kerksluitingsbesluiten. Ook binnen de wijkkerkenraden van de Pelikaankerk en de Koepelkerk wilde de meerderheid dat niet. Onze zegsman merkt op: ‘Na het kerksluitingsbesluit zijn tegenstanders ervan tot die kerkenraad toegetreden, en vertrokken kerkenraadsleden die de samenwerking binnen de Protestantse Gemeente Leeuwarden verkozen boven het isolement. Met andere woorden: er trad een verschuiving op in de houding van die twee wijkkerkenraden, om niet te zeggen dat er iets als een ‘coup’ plaatsvond, waardoor de figuur ontstond dat twee kerkenraden gingen procederen voor een zaak waarvoor de grote meerderheid van hun gemeente wegliep en elders ging kerken’.

Uit het vervolg bleek dat de groep critici uit zowel de Koepelkerk als de Pelikaankerk ongeveer driehonderd personen omvatte (‘van grijsaard tot kind’); ongeveer 10% van de Gereformeerde Kerk van Leeuwarden en zo’n 25% van de beide wijken die behoorden tot de Pelikaankerk en de Koepelkerk. Ook bleek naarmate de strijd om de gebouwen vorderde dat ‘van de actieve betrokkenen bij de beide wijkkerken veruit de grootste groep naar de samenwerkingscluster rond de Fontein (de vroegere Open Hof) ging; ‘de Pelikoepelgroep heeft de gehechtheid aan het eigen gebouw laten prevaleren boven de onderlinge verbondenheid in de eigen wijk(en) en boven de samenwerking van de gemeenten rond de Fontein’.

Bezwaarschrift.

Hoe dan ook, half september 2010 werd duidelijk dat zo’n driehonderd gemeenteleden een bezwaarschrift ondersteunden dat de Wijkraad van Kerkrentmeesters van de Koepelkerk en een comité uit de Pelikaankerk hadden ingediend tegen de sluiting van de vier gereformeerde kerkgebouwen. Tweehonderd steunbetuigingen kwamen uit de Pelikaankerk, honderd uit de Koepelkerk. De bezwaarden stelden dat in het proces van besluitvorming ‘bestuurlijke missers’ gemaakt waren. Volgens hen onthield het kerkbestuur inhoudelijke informatie aan de leden en was de gemeente ook niet daadwerkelijk geraadpleegd. Verder was er volgens hen geen beleidsplan als basis voor de kerksluitingen.

De bezwaren zouden behandeld worden door het ‘Regionaal College voor de behandeling van bezwaren en geschillen’ van de PKN. Dit college heeft de bevoegdheid kerkenraadsbesluiten te vernietigen. Desgewenst konden de bezwaarden, na een hun onwelgevallige beslissing, zich vervoegen bij het ‘Generaal College voor de behandeling van bezwaren en geschillen’. De wijkkerkenraden van de beide kerken kozen ervoor niet zélf in beroep te gaan tegen de aangekondigde kerksluitingen.

De Pelikaankerk in aanbouw (foto via G. Kuiper, Appingedam)
De Pelikaankerk in aanbouw (foto via G. Kuiper, Appingedam).

Kerksluitingen even geblokkeerd (2010).

Het beroep leek aanvankelijk succes te hebben. Het ‘Regionaal College voor de behandeling van bezwaren en geschillen’ besliste begin oktober 2010 (bindend) dat de Algemene Kerkenraad van de Protestantse Gemeente (in wording) het besluit over de kerksluiting over moest doen. Men was het eens met de bezwaren die waren aangedragen door de Wijkraad van Kerkrentmeesters van de Koepelkerk en het comité uit de Pelikaankerk, gesteund door driehonderd gemeenteleden. Volgens het Regionaal College was ‘niet de (kerkordelijk) vereiste zorgvuldigheid in acht genomen’. De kerkgebouwen konden vooralsnog dus niet worden afgestoten. Dit besluit verraste de Algemene Kerkenraad. Het moderamen bestudeerde de uitspraak om te zien of bij het ‘Generaal College voor de behandeling van bezwaren en geschillen’ in beroep gegaan zou worden. In het kerkblad ‘Geandewei’ werd door de Algemene Kerkenraad ontkend dat de besluitvorming niet zorgvuldig zou zijn gedaan. Het advocatenkantoor dat de bezwaarden bijstond liet weten dat beide partijen, de bezwaarden zowel als de Algemene Kerkenraad, een (ook financieel) gezonde Protestantse Gemeente wilden, en dat nu getracht moest worden tot een goede oplossing te komen.

Op 18 oktober 2010 besloot de Algemene Kerkenraad van de Protestantse Gemeente (in wording) ‘met zeer grote meerderheid’ in beroep te gaan bij het Generaal College in Utrecht. Dat College behandelde het beroep op 30 juni 2011. Beide partijen, de bezwaarden zowel als de Algemene Kerkenraad, werden gehoord. De voorzitter van de Algemene Kerkenraad hoopte niet dat de hele zaak weer overnieuw gedaan moest worden, ‘omdat we dan tweeënhalf jaar verder zijn’.
Het Generaal College deelde mee dat men eind september of uiterlijk half oktober met een oordeel naar buiten zou komen.

Het liturgisch centrum van de Adelaarkerk (foto via G. Kuiper, Appingedam).
Het liturgisch centrum van de Adelaarkerk (foto via G. Kuiper, Appingedam).

De kerksluitingen gaan door (2011).

Op zondag 8 oktober 2011 werd de eindconclusie van het ‘Generaal College voor de behandeling van bezwaren en geschillen’ vanaf de Leeuwarder kansels voorgelezen: de kerksluitingen konden doorgaan. De Koepelkerk, de Pelikaankerk, de Fenix en de Adelaarkerk zouden ‘op termijn’ sluiten. De bezwaren die de afgelopen jaren waren ingebracht werden afgewezen. Verder was geen beroep meer mogelijk. Het ‘Generaal College’ meende dat de Algemene Kerkenraad zijn besluit op voldoende onderzoek had gebaseerd, waarbij alle kerkgebouwen aan de hand van objectieve criteria waren vergeleken. Zélf was het College niet in staat de verschillende aangedragen alternatieven te beoordelen; men kon het besluit van de Algemene Kerkenraad slechts ‘terughoudend’ toetsen. Het sprak volgens het College vanzelf dat de Algemene Kerkenraad gehouden was aan de betrokken gemeenteleden nader uit te leggen én toe te lichten waarom zijn besluit genomen was; het College wees er op dat die inspanningen moesten worden verricht ‘omdat een besluit tot sluiting van kerkgebouwen heel ingrijpend is voor de betrokken wijkgemeenten’, en ook ‘omdat de bezwaarden en vele anderen de wijze van communiceren door de Algemene Kerkenraad over de sluiting van de kerkgebouwen tot nog toe als onbevredigend hebben ervaren’.

De kerkenraad volstond in zijn kanselboodschap met een korte mededeling over de uitspraak en voegde er aan toe dat de kerkenraad op korte termijn bijeen zou komen om over een en ander te spreken en dat de gemeenteleden binnenkort een brief tegemoet konden zien. In een persverklaring tekende de voorzitter van de Algemene Kerkenraad ook nog aan dat de kerken in de loop van 2012 zouden worden gesloten. De gemeente van Leeuwarden moest verder met de Grote- of Jacobijnerkerk, de Schakel en De Open Hof.

De wijkkerkenraad van de Koepelkerk belegde op maandag 10 oktober een inloopavond en in de Pelikaankerk werd een gemeentevergadering bijeengeroepen op donderdag 13 oktober. Naast reacties van gemeenteleden die blij waren dat de knoop nu doorgehakt was, deelde de woordvoerder van de groep bezwaarden mee, de uitspraak van het Generaal College ‘onbegrijpelijk en heel verbazingwekkend ‘ te vinden. ‘Dit hadden we totaal niet verwacht. Te meer daar vrijwel dezelfde stukken ten grondslag lagen aan de uitspraak van het Regionaal College, dat het besluit van de Algemene Kerkenraad vernietigde’. Volgens de woordvoerder had het Generaal College slechts procesmatig gekeken en de belangen van de wijkgemeenten en gemeenteleden niet meegenomen.

De verdere gang van zaken.

Het besluit van het ‘Generaal College’ betekende dat de overblijvende kerken voor zover nodig konden worden aangepast. De Open Hof zou zeer ingrijpend worden verbouwd; de Grote- of Jacobijnerkerk in geringere mate. De Algemene Kerkenraad ging ondertussen de verkoop van de kerken (weer) op de rails zetten: ‘In 2008/2009 waren er voor alle gebouwen gegadigden. Daar zijn er ook weer een paar bij gekomen. Met al die partijen gaan we praten’. De verkoop van vooral de Koepelkerk en de Pelikaankerk vroeg veel aandacht, omdat het monumentale kerken zijn. De voorzitter van de kerkenraad vond dat het in het kader van de gemeenteopbouw goed was dat er nu een besluit lag dat uitgevoerd ging worden: ‘De wijkkerkenraden zijn namelijk zelf al heel actief met allerlei plannen, maar zaten steeds in de wachtkamer: welke gebouwen hebben we straks nog? Daarover is nu helderheid en dat is een goede zaak’.

De kerken kopen?!

Ondertussen werd eind november 2011 bekend dat de bezwaarde leden van de Protestantse Gemeente de Koepelkerk en de Pelikaankerk wilden kopen om zo de sluiting van de gebouwen te voorkomen. Gewerkt werd aan de oprichting van de ‘Stichting tot behoud van het gereformeerde erfgoed’, die de Algemene Kerkenraad vroeg naar de verkoopcondities van de twee monumentale gereformeerde kerken. Men zei ongeveer driehonderd leden van beide wijkgemeenten te vertegenwoordigen. Ook vroeg men de kerkenraad te onderzoeken of de wijkgemeenten meer zelfstandigheid konden krijgen. ‘Nú komt het geld in een grote pot die wordt beheerd door de Algemene Kerkenraad; al jaren ontbreekt daardoor bij veel gemeenteleden de motivatie om méér te geven’.

Hoewel volgens de voorzitter van de Algemene Kerkenraad de brief van de Stichting ‘meeliep in de procedure’, ging de voorkeur van de kerkenraad uit naar verkoop aan andere kerkgenootschappen. Wat betrof de wens van meer zelfstandigheid van de wijkkerkenraden vond hij dat ‘solidariteit wat mij betreft een kernprincipe is in onze kerk. We willen juist af van de ‘zeven wijkkoninkrijkjes’ in de stad’.

Adelaarkerk en Fenix dicht… (2012).

Op zondag 20 mei 2012 werden in de Adelaarkerk en de Fenix de laatste kerkdiensten gehouden.
Na de laatste dienst in de Adelaarkerk werden de paaskaars, de bijbel en andere liturgische voorwerpen naar buiten gebracht. Kort tevoren, in januari 2012, bestond de Adelaarkerk veertig jaar. Geen wonder dat dit jubileum ingetogen gevierd werd, ook al zou de aandacht daarvoor een week duren.

Na de laatste viering in de Fenix lieten de kinderen ballonnen op ‘als teken dat God Zijn kerk zal dragen als de wind’. Tien jaar eerder, in 2002, was de Fenix (mede in verband met de buitengebruikstelling van de hervormde Goede Herderkerk), nog ingrijpend verbouwd en uitgebreid met een groot aantal bijruimten.
Met opzet was voor de beide laatste kerkdiensten gekozen voor de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren, die ook wel ‘wezenzondag’ genoemd wordt.

Op zondag 27 mei 2012 (eerste Pinksterdag) maakten de (gecombineerde) wijkgemeenten ‘Fenix-Goede Herder’, ‘Adelaar-Regenboog’ en ‘Rondom de Grote Kerk’ een nieuw begin met een kerkdienst in de Grote- of Jacobijnerkerk.

Koepelkerk en Pelikaankerk zelfstandig verder?

In september 2012 bleek dat behalve de Pelikaankerk ook de Koepelkerk een zelfstandige gemeente binnen de Protestantse Kerk in Nederland wilde worden. Een grondig onderzoek zou worden uitgevoerd om te zien of die wens tot de mogelijkheden behoorde. In de werkgroep die het onderzoek zou uitvoeren waren voor- en tegenstanders van de verzelfstandiging van de Koepelkerk vertegenwoordigd. Maar áls de Koepelkerk zou afhaken had dit consequenties voor het samenwerkingsverband tussen de wijkgemeenten zoals het op dat moment binnen de Protestantse Gemeente geregeld was. Sinds 1 januari 2009 werkten de Koepelkerk, de Open Hof en de Pelikaankerk (drie van de zeven Leeuwarder protestantse wijkgemeenten) namelijk samen in het samenwerkingsverband De Fontein (voorwaarde voor het afstoten van de vier gereformeerde PKN-kerken was dat de Open Hof – omgedoopt tot Fontein – zou worden verbouwd ten behoeve van het toenmalige Samenwerkingsverband De Fontein).

Het liturgisch centrum en het orgel in de Koepelkerk (foto Reliwiki).
Het liturgisch centrum en het orgel in de Koepelkerk (foto Reliwiki).

Ondertussen was de voorzitter van de wijkkerkenraad van de Koepelkerk opgestapt, in verband met ‘de onwerkbare situatie binnen de wijkkerkenraad’. Vier wijkkerkenraadsleden die het oneens waren met de sluiting van de Koepelkerk hadden ‘op eigen houtje en zonder medeweten van de overige wijkkerkenraadsleden’, brieven verstuurd naar de gemeenteleden; dit leidde tot een vertrouwenscrisis binnen de wijkkerkenraad. Maar de voorzitter verklaarde ook dat ‘zij het de Algemene Kerkenraad nog steeds kwalijk neemt dat hij ons met zo’n onwerkbaar besluit [over de kerksluitingen] heeft opgezadeld. Vanaf het moment dat dit besluit genomen werd, was het lot van de Fonteinwijkgemeentes bezegeld. Desalniettemin ben ik ervan overtuigd dat als de wil er werkelijk was geweest, we er uit hadden kunnen komen’.

Het spreekt vanzelf dat velen het niet eens waren met de pogingen van de bezwaarden in beide kerken om zelfstandig verder te gaan. Zo vertelde de predikant van de Adelaarkerk, tijdens een (al eerder gepland) bezoek van het moderamen van de generale synode, over de gang van zaken in de gemeente van Leeuwarden: ‘De Koepelkerk, Pelikaankerk en de Open Hof vormen samen de Fonteinwijkgemeente. Toen deze samenwerking een aantal jaren geleden startte, was iedereen enthousiast’. De voorzitter van de kerkenraad van de Open Hof vulde aan: ‘We waren het er over eens dat het niet om de gebouwen gaat, maar om de samenwerking’.

‘Nu echter de Algemene Kerkenraad besloten heeft dat de Koepelkerk en de Pelikaankerk moeten sluiten, verzetten deze gemeenten zich hier tegen [althans een kwart van die gemeenteleden – GJK]. Die gemeenten zijn welkom in de Open Hof, een modern kerkgebouw dat verbouwd gaat worden, zodat het geschikt wordt voor de nieuwe situatie. Maar in plaats daarvan overwegen ze zelfstandig verder te gaan. ‘Verzelfstandiging zou het einde van de Fontein betekenen. Van het enthousiasme van een aantal jaren geleden is weinig over, maar we blijven geloven in de toekomst van de Fontein. We zullen zien wie er na de verbouwing mee gaan doen. We krijgen een prachtig modern goed geoutilleerd gebouw. En wat doen wij? Wij rollebollen over straat. Wij zouden ons moeten schamen’. Het moderamen van de synode sprak zich ook uit: ‘Er zitten in deze stad met 95.000 inwoners mensen op het bevrijdende Evangelie te wachten en niet op geruzie over gebouwen’.

De Grote- of Jacobijnerkerk.
De Grote- of Jacobijnerkerk.

Wijkkerkenraad Koepelkerk een maand op non-actief.

De onenigheid over de sluiting van de Koepelkerk trad op 7 oktober 2012 een nieuwe fase in. Toen besloot het ‘Regionaal College voor het Opzicht’ van de PKN de wijkkerkenraad van de Koepelkerk op non-actief te stellen. De beslissing werd schriftelijk aan de raad meegedeeld. Het College wilde een onderzoek instellen naar de problemen binnen de wijkkerkenraad en gedurende die tijd werden alle taken van de raad opgeschort. Alleen de diaconale en pastorale taken konden doorgang vinden. De predikant van de kerk had zich inmiddels al in september ziek gemeld. De non-actief stelling duurde ongeveer een maand. Op 12 november 2012 werd de beëindiging ervan tijdens een besloten gemeentevergadering door het Breed Moderamen van de classis Leeuwarden bekend gemaakt. Dat wilde niet zeggen dat de zaak opgelost was. ‘De klacht die aanleiding was voor de non-actief stelling ligt er nog. Daarover komt later een uitspraak’, zo werd meegedeeld.

Aparte diensten in Pelikaankerk en Koepelkerk.

In diezelfde tijd vergaderde ook de wijkkerkenraad van de Pelikaankerk over de toekomst (inmiddels was de samenstelling van de wijkkerkenraden veranderd ‘door toetreding van bezwaarden en vertrek van enkelen die samenwerking met de andere wijkgemeenten lieten prevaleren boven het isolement’, zoals onze zegsman opmerkt). Op 14 oktober 2012 deelde de raad vanaf de preekstoel in de Pelikaankerk mee dat de wijkkerkenraad besloten had zelfstandig verder te willen gaan. De bekendmaking vond plaats tijdens een kerkdienst van de samenwerkende Fonteinwijkgemeentes (Pelikaanwijk, Koepelkerkwijk en Open Hof). Ook besloot de raad vanaf zondag 21 oktober 2012 weer eigen diensten te beleggen in de Pelikaankerk. Dit had natuurlijk gevolgen voor de drie samenwerkende Fonteinwijkgemeenten, die immers gezamenlijk kerkten en werkten.

De Pelikaanwijkkerkenraad wilde binnen de Protestantse Kerk verder onder de naam ‘Gereformeerde Kerk Leeuwarden-West, wellicht Centrum-West, nu ook de Koepelkerkwijk een onderzoek naar verzelfstandiging zal uitvoeren’. Aanleiding tot dit besluit was volgens de voorzitter van de wijkkerkenraad een rapport van de kerkvisitatiecommissie. ‘Uit dat rapport bleek dat het overgrote deel van onze kerkleden zal afhaken als wij doorgaan met de uitvoering van het gebouwenbesluit. Daarom zijn we als wijkkerkenraad deze koers gaan varen’. Op de eerste ‘eigen’ dienst in de Pelikaankerk kwamen zo’n tachtig kerkgangers af. Dat was – lijkt het – een duidelijk teken dat kennelijk slechts een kleine groep het met deze gang van zaken eens was.

Met deze wending in de gebeurtenissen was de wijkkerkenraad van de Open Hof natuurlijk niet blij. ‘Tot onze grote spijt heeft de Pelikaanwijkkerkenraad zich niet gehouden aan de afspraken die het samenwerkingsverband Fontein maakte’, zo schreef de wijkkerkenraad aan die van de Pelikaankerk. Maar het schrijven bracht geen verandering in de toestand: het Fonteinsamenwerkingsverband zou nu bij toerbeurt diensten houden in de Koepelkerk (zolang deze nog niet gesloten was) en in de Open Hof.
Maar ook in de Koepelkerk werden weer eigen diensten gehouden, zo bleek in januari 2013. Vandaar dat de wijkgemeente Open Hof de samenwerking met de wijkgemeente van de Koepelkerk opschortte.

De Pelikaankerk in de wijk (foto: Reliwiki, Reformatorisch Dagblad.
De Pelikaankerk in de wijk (foto: Reliwiki, Reformatorisch Dagblad).

Een ‘generaal’ onderzoek (2012/2013).

Het ‘Generaal College voor de Visitatie’ van de Protestantse Kerk in Nederland hield op 4 december 2012 een zittingsdag in de Grote Kerk te Leeuwarden. De visitatoren wilden gemeenteleden van de wijkgemeenten Koepelkerk, Pelikaankerk, Rondom de Open Hof en (voormalige) leden van de Algemene Kerkenraad die bij de besluitvorming over de sluiting van de vier gereformeerde kerken betrokken waren in de gelegenheid stellen hun verhaal te doen. Het onderzoek diende om advies uit te brengen over de kerkgebouwenkwestie en over het verzoek om verzelfstandiging van de Pelikaankerkwijk binnen de Protestantse Kerk. Het onderzoek was nodig in verband met de zeer verstoorde verhoudingen zowel in sommige wijkgemeenten als met de Algemene Kerkenraad. Vandaar dat het ‘Regionaal College voor de Visitatie’ en het moderamen van de generale synode aan de landelijke visitatiecommissie verzocht had een onderzoek in te stellen. Het rapport werd op maandag 21 januari 2013 in een besloten bijeenkomst in de Open Hof aangeboden en doorgesproken. Na afloop daarvan werd een gemeenteavond gehouden, waar over het rapport kon worden doorgepraat.

Een van de adviezen van het onderzoek hield in dat de sfeer in de Protestantse Gemeente Leeuwarden zozeer bedorven was, dat de Pelikaankerk en de Koepelkerk voorlopig maar even los van de rest moesten optrekken. Het eerstvolgende half jaar trok de Koepelkerk in bij de Pelikaankerk en vormden zo voorlopig de ‘PeliKoepelgemeente’. Voorzitter ds. R. van den Beld van het ‘Generaal College voor de Visitatie’ hoopte dat dit besluit rust zou brengen. In dat half jaar konden beide wijkgemeenten onderzoeken of en hoe verzelfstandiging mogelijk was. De wijkkerkenraad van de Pelikaankerk kon zich verenigen met de onderzoekstermijn tot 1 juli, mits de andere partijen het daar ook mee eens waren. Het ‘College voor de Visitatie’ was ook van mening dat het in Leeuwarden zo spoedig mogelijk moest komen tot één Protestantse Gemeente (want officieel was deze nog ‘in wording’). De PeliKoepelgemeente werd opgeroepen ondanks alle problemen met die fusie mee te gaan als onderdeel van de Protestantse Gemeente van Leeuwarden in plaats van geheel zelfstandig verder te gaan. De PeliKoepelwijkraad zou daarover in maart 2013 een beslissing nemen, zo werd toegezegd.

De Koepelkerk dicht (1 juli 2013) maar jubileert toch.

Ondertussen was de verkoop van de Koepelkerk beklonken. De kerk ging per 1 april 2013 dicht (later verschoven naar 1 juli), zodat de PeliKoepelgemeente per die datum in de Pelikaankerk samenkwam en geen diensten meer gehouden werden in de Koepelkerk. De voorlopige PeliKoepelwijkkerkenraad (die half februari 2013 gevormd werd) besloot van 1 maart tot 1 juli een interim-predikant te benoemen voor 0,3 fte ten behoeve van de PeliKoepelgemeente.

Ondanks alles werd het 90-jarig bestaan van de Koepelkerk, in april 2013 gevierd en herdacht! Aanvankelijk zou er geen aandacht aan worden besteed, maar toen bekend werd dat men tot 1 juli de tijd had, werd alles op alles gezet om tóch bijzondere aandacht aan dat feit te besteden. Er kwam een uitgebreid programma: een jubileumdienst op 24 maart, een reünie, een teaparty voor negentigplussers en tenslotte een jubileumconcert op 5 april, en niet te vergeten de presentatie van het prachtige jubileumboek ‘De Gereformeerde Kathedraal’, geschreven door de journalist Arjen Bakker.
Uiteindelijk werd de kerk in december 2014 verkocht aan de Sneker belegger Tjalling Rollema. Rollema wilde in de kerk een podium maken voor muziek en cultuur.

Het oude interieur van de vroegere Noorderkerk (foto via G. Kuiper te Appingedam)
Het oude interieur van de vroegere Noorderkerk (foto via G. Kuiper te Appingedam).

Gemeentevergadering van ‘PeliKoepel’ (21 maart 2013).

Op 21 maart 2013 kwamen ongeveer negentig mensen bijeen in de Pelikaankerk voor een gemeenteavond van de Pelikaankerk en de Koepelkerk. Twee predikanten van de classis waren als gast aanwezig. De avond was bedoeld om de gemeente te horen over het advies van het ‘Generaal College voor de Visitatie’ (GCV) over de verzelfstandiging. De aanvraag daarvoor was bij de classis ingediend; die moest daarover uiteindelijk beslissen. Een overzicht werd gegeven van wat de laatste tijd aan de orde was geweest en uiteindelijk werd vastgesteld dat het advies van het GCV geen antwoord gaf op de aanvraag tot verzelfstandiging, zoals door de bezwaarden in de beide wijken was ingediend op grond van artikel 2.13.1+2 uit de kerkorde. Deze artikelen handelen over ‘de vorming van een nieuwe gemeente’.

Het advies van het GCV had namelijk betrekking op kerkorde-artikel 2.13.5, dat luidt: ‘Het breed moderamen van de classicale vergadering kan – op verzoek en ten behoeve van leden van de kerk die in een bijzondere situatie verkeren en gehoord de kerkenraden van de betrokken gemeenten – deze leden samenbrengen in een ‘gemeente van bijzondere aard’. Een besluit tot vorming van een gemeente van bijzondere aard behoeft de goedkeuring van de generale synode, die daarover het advies inwint van het generale college voor de visitatie en – in daarvoor in aanmerking komende gevallen – van de evangelisch-lutherse synode. In deze gemeente worden leden uitsluitend ingeschreven op hun eigen verzoek. Voor deze gemeenten gelden, voor zover in de orde van de kerk niet anders is bepaald, dezelfde regels als voor andere gemeenten’.

Het GCV wees de door de Pelikoepelgroep aangevraagde mogelijkheid pertinent af; alleen voor de mogelijkheid van een Gemeente van Bijzondere Aard zou ze na 1 oktober 2013 een positief advies uitbrengen.
Met het oog op dit alles had de Algemene Kerkenraad al laten weten dat de Pelikaankerk na de verbouwing van de Open Hof zou sluiten. De kerkenraden van beide kerken zouden over de situatie nader overleg voeren. De gemeenteleden werd gevraagd mee te denken.

Pelikoepelgemeente mag zelfstandig worden, maar wil de kerk ook.

De Pelikaankerk.
De Pelikaankerk.

De classis Leeuwarden besloot halverwege april 2014, gehoord alle adviezen, in te stemmen met de vorming van een zelfstandige Gemeente van Bijzondere Aard, mits aan bepaalde voorwaarden, vooral van financiële en pastorale aard, voldaan werd (de generale synode gaf daarvoor later toestemming). Maar nog steeds dreigde sluiting van de Pelikaankerk op 10 mei! Dan was namelijk de verbouw van de Open Hof achter de rug (de kerk werd toen omgedoopt tot ‘Fontein’) en zou de Fonteingemeente die kerk in gebruik nemen (de gemeente ‘Rondom de Open Hof’ en de grote meerderheid van de wijkgemeenten uit de Koepelkerk en de Pelikaankerk). Volgens het gebouwenbesluit zou de Pelikaankerk na het gereedkomen van de verbouwing dichtgaan.

Om sluiting van de Pelikaankerk te voorkomen diende de PeliKoepelgroep een bezwaarschrift in bij het ‘Regionaal College voor Bezwaren en Geschillen’. Maar dit College wees het bezwaarschrift af. Vandaar dat de gemeente in beroep ging bij het ‘Generaal College voor de Behandeling van Bezwaren en Geschillen’. Deze zou pas later een definitief oordeel uitspreken, maar om het kort geding te voorkomen, dat inmiddels door vierentwintig leden van de PeliKoepelgemeente tegen de sluiting was aangespannen, besloot men dat de gemeente voorlopig in de Pelikaankerk mocht blijven: ‘Het Generaal College oordeelde de belangen van de PeliKoepelgemeente zwaarder te wegen dan het belang dat de Algemene Kerkenraad bij de sluiting had’. Beide partijen waren opgelucht dat de zaak niet voor de rechter hoefde te dienen. En de Algemene Kerkenraad verklaarde: ‘Wij doen ons best om tussen alle rechterlijke processen door elkaar in een goede sfeer te treffen en tot een praktische oplossing te komen’.

Intussen was de Protestantse Gemeente Leeuwarden in februari 2015 bereid gevonden de Pelikaankerk te verkopen aan de inmiddels gevormde ‘Stichting Behoud Pelikaankerk’. ‘Na uitgebreid overleg met deskundigen heeft de Algemene Kerkenraad zich bereid verklaard om aan de groep van gemeenteleden die toewerken naar een zelfstandige gemeente in Leeuwarden, ruimte te bieden om tegen marktconforme voorwaarden de Pelikaankerk te kopen’, aldus de mededeling van de Algemene Kerkenraad, die zondag 22 februari 2015 werd voorgelezen in de protestantse wijkgemeenten in Leeuwarden. ‘De algemene kerkenraad denkt dat hiermee de weg vrij komt om binnen niet al te lange termijn een lang en voortslepend proces af te kunnen sluiten.’
‘Onder begeleiding van deskundigen van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhandelen we over de verdeling van de kerkelijke bezittingen; we willen het proces graag afsluiten. Het gaat te veel kosten, niet alleen financieel, maar ook psychisch. We willen ook weer aan kerkopbouw kunnen denken.’

De 'eerste steen' van de Pelikaankerk.
De ‘eerste steen’ van de Pelikaankerk (foto Reliwiki).

‘Hoog tijd dat we eruit komen’.

De onderhandelingen over de scheiding van vermogen en gebouwen werden gevoerd door twee vertegenwoordigers uit de Algemene Kerkenraad, twee afgevaardigden van de PeliKoepelgemeente en twee ‘procesbegeleiders’, die op verzoek van de classis Leeuwarden door de PKN-synode waren aangewezen: ds. G.J. Wisgerhof en mr. P. Schreuder. ‘Wij zijn blij dat er naar de toekomst wordt gekeken’, reageerde de voorzitter van de PeliKoepelgemeente. ‘Deze opening is van groot belang voor de toekomst. Het geeft ruimte aan beide zijden’.

Al ruim een jaar eerder, op 17 maart 2014, was ds. W.B. Beekman als interim-bestuurder in de Protestantse Gemeente van Leeuwarden aangesteld (hij was van 1994 tot 1997 voorzitter van de hervormde generale synode). Het doel dat hij nastreefde was dat de rust in Leeuwarden zou terugkeren. ‘De strijd moet ophouden’. Dat gesneden moest worden in het gebouwenbestand van de protestantse gemeente in de Friese hoofdstad was volgens hem zo klaar als een klontje. Het ledental liep terug, en de prognose was dat de gemeente bij ongewijzigd beleid in tien jaar tijd vier miljoen euro zou verliezen.

De wel erg duur uitgevallen verbouwing van de Open Hof (1,3 miljoen euro!) zou worden bekostigd uit de opbrengst van de verkoop van de vier gereformeerde kerkgebouwen. Op de vraag of de Algemene Kerkenraad achteraf gezien niet beter een van de vier gereformeerde kerkgebouwen open had kunnen laten in plaats van De Open Hof voor duur geld te verbouwen, werd door ds. Beekman geantwoord: ‘Als de keuze indertijd gemaakt had moeten worden op basis van de grootte van het gebouw zou er wellicht een andere keuze zijn gemaakt’.

De huidige situatie en een terugblik.

De tegenwoordige toestand in Leeuwarden komt dus hier op neer dat – zoals al opgemerkt – de ‘Stichting Behoud Pelikaankerk’ die kerk uit de gereformeerde kerkboedel gekocht heeft. Kort geleden, op 15 september 2015, werd de oprichtingsacte van de Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard ‘Rondom de Pelikaankerk’ getekend. De kerkelijke gemeente huurt de Pelikaankerk van de Stichting en staat verder geheel los van de Protestantse Gemeente Leeuwarden, maar is wel onderdeel van de landelijke PKN.

Het logo van de op 15 september 2015 geinstitueerde Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard 'Rondom de Pelikaankerk' in Leeuwarden
Het logo van de op 15 september 2015 geinstitueerde Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard ‘Rondom de Pelikaankerk’ in Leeuwarden.

Opmerkelijk bij dit alles is dat in Leeuwarden nu dus twee Protestantse Gemeenten bestaan, beide onderdeel van de Protestantse Kerk in Nederland, maar verder onafhankelijk van elkaar. Ook is opmerkelijk dat de Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard ‘Rondom de Pelikaankerk’ zich niet ‘Gereformeerde Kerk’ of iets dergelijks noemt, maar ook ‘protestants’ genoemd wil worden, en tijdens de visitatierondes ook telkens te kennen gaf ‘gewoon protestants’ te willen zijn. Kennelijk ging het dus bij de stichting van deze gemeente in feite (vooral) om het behoud van de Pelikaankerk, zoals de naam van de Stichting ook al zegt.

Achteraf kan de vraag gesteld worden waarom de Algemene Kerkenraad op 8 juni 2010 kennelijk niet inzag dat het sluiten van vier in plaats van twee gereformeerde kerkgebouwen én een peperdure verbouwing van de Open Hof teveel van het goede was  (ds. Beekman liet dat ook doorschemeren); men wist dat er al gevoeligheden lagen rond de aanvankelijke twee kerksluitingen en men kon er zeker van zijn dat als plotseling alle vier gereformeerde kerken moesten sluiten, er nog meer onrust zou komen. Meestal levert een goed (!) georganiseerd en uitgevoerd SoW-proces niet de grootste moeilijkheden op, maar zit de angel vaak vooral in de afstoting van kerkelijke gebouwen; wat men daar overigens verder ook van moge denken. Het mocht achteraf gezien dan een relatief kleine groep zijn die bezwaar maakte, maar de consequenties voor de Protestantse Gemeente te Leeuwarden bleken enorm.

Maar anderzijds: of dit alles dan ook moest leiden tot de vorming van de Protestantse Gemeente van Bijzondere Aard ‘Rond de Pelikaankerk’ (naast en los van de ‘gewone’ Protestantse Gemeente van Leeuwarden), is een tweede vraag.

Nog geen rust in Leeuwarder kerksluitingskwestie (april 2016).

Geraadpleegde literatuur:

G. Stulp, Het orgel in de Koepelkerk te Leeuwarden, 1935-1977, Leeuwarden, g.j.

C. van der Woude, Leeuwarder Oosterkerk, Leeuwarden, 1980

H. Hettema, ‘In West gaat alles best’. Gereformeerde Kerk van Leeuwarden-West 1957-1997, Leeuwarden, 1997

A. Bakker, De gereformeerde kathedraal. Koepelkerk Leeuwarden 1923-2013, Leeuwarden, 2013

A. Prins, De Geschiedenis van Christus’ Kerk te Leeuwarden in kort bestek. Leeuwarden, g.j.

Dossier Kerksluitingen Gereformeerde Kerk Leeuwarden

Inlichtingen van direct betrokkenen

Perspublicaties

© 2015, G.J. Kok, GereformeerdeKerken.info.